leydse A° 1757- POOLEN, PRUYSSEN enz. V R A VN K R Y K <N%. *5 Vrydagfe Courant» WARSCHAUW den 19 January. De Commiffariffen van de Rus-Keyzerlyke Arméedewelke in dit Ryk zyn ge komen om de nodige Schikkingen tot den Doortogt van dezelve te maakenhebben in de meefte Palatinaaten van het Groot-Hertogdom Litthiuwen zoo aan Leeftogten aisVoe- ragie even groot gebrek gevonden Nadien nu dezalve hunne Commiflie niet hebben kunnen uitvoerenzyn zyna de Arméete rug gekeerd, om aan denRus-Keyzerlyken Veldmaarfchalk Graaf van Apraxin dieswegens mondeling vérflag té doenAlhoewel nu dit ongemak een middel zal weezen, om den Marfch van de Rus- Keyzerlyke Arme'e te vertraagenzal dezelve egter voortgang jefcben, maarin.plaats van by Cclommen by Divilien gefchiedcu. PARYS den 28 January. De Marquis d'Argenfondieeertyds MiiiiHer van de buitcnlandfe Zaaken wasis den 25 dezer Maand aan e«i zoo-genaamde Atbraxoï Bloed-Gezwel aan 't hoofd 0ver- lecden. Den 23 dezer begaven zig de Leden van de GROOTE KAMER naVerfailles om van den Koning het Antwoord tejtrygefl op de VERTOpGENdewelke zy den 19 aan zyneMajt. overhandigd hebben: De voorn. Leden beftonden uit den eerften Preiident, allo de Prefidenten a Mortier, uitgezonderd den Heer Turgotdie ziek was, zes Confelllcrs tft/enncurveertien Raadendes Konings Procureur en Advocaaten en twee Confeillers btmoraires. De voorn. VERTOOGEN behelzen hoofdzaakelyk Dat de AartsbifTchoppen en Biffchoppen uit de Voorbehou ding Dm do Kerkelyken en de Önderdaanenaan hunne zorg toevertrouwd, te onderwyzenzouden kunnen befluiten dat zy door die Wet ge- magtigd zyn om zig als nog in pubiike Actens uit te drukken over Zaakendewelke volgens het oordeel van den Koning zelfs ponder krenking van tie Religie en het Welzyn van den Staat iitet op de baan gebragt kunnen worden. Dat het Verbodaan de Curés en Priefters gegeeven, om aan zeodaauige wien zy de Sacramenten toedienen geen onbetnam/yke Pran gen t*J«enfchyftt aan te toonen dat er andere zyndie niet voor onbetaamlyk kunnen gehouden worden, even als of alle zulke Vraagen die door de Tugt van de Kerkgeenfintsgeregtigd, of door de Wet van een volftrekte ftilzwygendheid verbooden zyn, in het fluit van Sacramenten niet onbetaamlyk waren. Dat het Verbod, door den Koning aan de Regters gegeeven, dat zyin geenerhande wyze en onder wat voorwendfel het ook zy eenig Bevel tot het toedien en der Sacramenten geeven mogen, in den eerften opflag wel voqrkomt als een Gevoelen, 't welk door des Konings Vroomheid en Eerbied voor de Religie aan zyoe Majt. is ingeboezemd; maardatdeMagiftraats-Perlbonen hunne verfchuldigde Trouw zouden te kort doen, indien zy verzuimden aan Den zei ven voor te (tellen, dat een diergelyk Verbod een Ver vreemding der geheiligde Regten van de Kroon metzig fleept. Dat alle onregtmaatige Sacrament-weigering teffens een In breuk is zoo wel in de Wet van de Kerk als in de Politie van den Staatvoor zoo verre zulks de uiterlvke oeffening betreft van den Godsdienft dewelke in den Staat beleeden word: DatdeMagi- ftvaat verpligt is alle Verftooringen in de publike Ruft die daar door word veroorzaakt, te beteugelen Dat menniemantvau't genot der Sacramenten kan uitfluiten, dan die door de Kerk-Rege- lendaarvan nitgeflootenzyn.Dat de Koningen Befcherm-Hee- renvandie Kerlc-Regels zynen dat by gevolg hunne Dienaars in Zaiken van Juftitie moeten zorg draagen, dat die Regelen worden uitgevoerd. Dat dus de Waereldlyke Geregts-IIoveti de Magt hebben om die, welke onregtmaatige Sacrament-Weigeringen doen "té Ver volgen en te ftraffen Dat het Regt van vervolgen én ftraffen van elkander onaffcheidelyk is Dathy, diegeregtigdis om aen be gaan Misdryf te ftrafFenmet des- te grootcr rede ook de Magt iieeft.omhetzelve te verhinderen en in deszelfs begin teftniten. Datalle bepaaling in dezen opzigte aan des KoningsAutoriteit een vermindering zouw te weeg.brengen, die niet minder weezentlyk als tot handhaaving van de Ruft verderflyk weezen zouw. Dat de Koning op het einde vanzyne Declaratie een al te gene- «Cale Schikking maakt, dan dat dezelve aan de Opperden in de Kerkdie reeds zoo meenigmaal het Gezag van den Koning ver- fmaad hebben ,niet wederom een nieuw Voorwendfel zouw kun nen geeven om te geloovendat zy onaf hankelyk zyn-, rerwyl de mindereKerk-Dienaars daardoor een gerioegzaameBeweegrede zouden krygenom geen andere Autoriteit als die van hunne Kcr- kelyke Hoofden op de Aarde te erkennen. Dat de vernietiging van de twee Kamers der Enqueften en van verfcheide Officien in het Parlement verzeld gaat met Schikkin gen, dewelke de Ftinctienvan alle de Prefidenten der Enqueften zoodaanig verzwakkenveranderen en onnatuurlyk maaken dat men die Schikkingen niet anders kan aanmerken dan als een vol llrekte Wet, dewelke geen keuze meer overlaat, en een gedwonge Afzetting van hunne Bedieningen uitwerktniet minder ftryden- de met den Zin en de Letter van de Ordonnantiën in IietKoning- ryk, als bekwaam om den ftaat van het gantfche Magiftraats-Ampt aan't waggelen te brengen. Dat ten opzigte van den Titel der tweede Declaratieals of de zelve gcregiftreerd wasde Magiftraats- Perfooncn niet kunnen üalaaten hunne algemeene Verllagenheid aan den dag te loggen, lerwyl zy vooralle dingen de geheiligde Wet van de Regfftreérifig tienen voor te ftaah, dewelke, hoe zeer dezelve plegtig en in allen deelé noodwendig.is om niet minder het Gezag van den Souveredn 'Is het vertrouwen van zyne Önderdaanen te doen onwrikbaar 'veezen nogtans geheel is vernietigd, wanneer de Regiftreering jcoordeeld wierd gedaan, te zyn in een'tyd, daar het Parlement oördeclddezeive te moeten uitftellen om eerftVertoogeu te doen. 1 Dat de Koningnicttegenftaande zyne Majt.verfcheide maaien ïftfs aan zyn Parlement verklaard heeftdat Hy altoos de Verroo; 8cn gunflig zouw aanlioorcnnogtans van Wil fchyut te verande ren Dat Hy fchynt gehoorzaamd te willen zyn, eer Dezelve vol- komenftvk onderregt iseven als of de befte en verftandigfte.der Konirigei ooit voorneemens konde weezen om de Stem te verdoo.- ven van ;pflke Magiftraats-Perfoonen dewelke alleen door hunne Pligtgen(i5dzaakt worden om tot de Throon te nackren. Dat de Magirtraat derhalven rede1 hééft om van des Konings Goedheid en Billykheid teverwagten, dat zyneMajt. de Opregt- hcid der Gevoelens van alle de Leden in zyn Parlementzal willen erkennenhen in de Volheid van hunne Bedieningen herftel- len, door dezelfdeDaad van Geregtighcidagle de Leden wederom vcreenigen, en geen ^Vet opleggen, waarvan het Gevaar reeds zoo veeLmaalen erkend is, en door welke Uitwerkingen de geheels weezcntlvkheid van het Parlement vernietigdendeszelfsleves bepaald zo'uw worden, cerwyl het vóör dén Heer Koning vol 11 agen ónmooglyk is om aan de Liefde van zyne Magiftraats-Perfoonen ecnige de minfte paaien te ftellen. Hier op heeft de Koning door zynen Kancelier onder anderen doen antwoorden. TJTEtvoorneemen vanzyne Majt. is altcos geweeften zalal- toos zyn, dat de Wettendie het ftilzwygen voóïfchry ven onkrenkbaar in agtgenoomen werden: In dezen Zin js het, dat de Declaratie van den ioDecethber 1736 gemaakt is en verdaan moet worden. "By de erkentenis van het Regt om te osdertVyzen,;twelkde AartsbifTchoppen cn Biffchoppen hebben heeft de koning door de'Bewoordingen zelfs van zyne Declaratie genoegzaam uitge drukt binnen wat voor Paaien zy zig dienen te houden, om de Ruft der Ingczeetenen niet te ftooren. "By het uitfluiten van alle onbetaamlyke Vraagendie gedaan mogten worden door zulko, die de Sacramenten bedienen, heeft de Koning verdaan geen andere toe te laatenals zöödaanige dewelke door de Leeriffg en ïugt van de Kerk geregtigd zyn. "Indien de Koning gewild heeft dat zyne Geregts-Hoven geen "Beveï'tot het toedienen van Sacramenten get ven mogen heeft zyne Majt. zig naar het Voorbeeld gedraagen van zyiie Voorzaa- tendewtftfee onder anderen in het EDICT van 1695 de kennis- neeming van zuiver Geeftclyke Zaaken en wel van de toedie ning der Sacramenten aan hetKerkelykRegtsgebiedovergelaa- t«n hebben. Zyne Majt. heeft geoordeeld dat zyne waereldlyke Geregts- Hoven door de Vryhciddie Hy hun gelaaten heeft om zulke, "dewelke zig aan onbillyke Sacrament-weigeringen niogtert fch'uldig maakenen door de Voorbehouding van het Appell "van Misbruik tegen alle Actens van de Kerkelyke Magt volko- men zullen in ftaat weezen, om de Ruft in het Land te doen fland houden -en zoodaanige te beteugelen dewelke onderneemea mogten dezelve te krenken. De Inleiding van zyne Majts. Declaratie toond uitdrnkkelyk, dat de Koning alles wil aangemerkt hebbenals of het niet ge- beurd was: En als zyne Majt. met het te buitengaan van dege- "woone Regels goedgevonden heeft aik Vonniffen en Procedu- res buiten kragt te doen zyn, moet men de Beweegredenen in opmerking neemen, waar door de Koning zig heeft genoodzaakt gezien, om in deze gelegenheid de volheid van zyne Magt werk heilig te maaken. By devernietiging van de twee Kamers der Enqueftgo en van "fommige Officien in het Parlement heeft de Koning inzonder heid de Eer en Waardigheid van hei'Magiftraats-Ampt in 'toog gehad enz. Vervolgens heeft zyne Majt. zelfs gezégt. "GyliedénhoordnumyneBegeertens: Ik eifch van Uwlieder Aankleeving zoo wél als van Uwlieder PligtdatgyaanMyne Önderdaanen Regt vérfchaft en dat Gy ten dien opzigte de be- klvaamfte en kragtdaadigfte Middelen in 't werk field. DeeerftePrtfidentdeed in gevolge het bevel des Konings den 24 dezer Maand de Procureurs ontbieden om hen te belaften dat zymaar ouder gGwoonte in het Paleis moeften komen arbeiden De Procureurs verfcheenen ook in der daadmaar vertoond heb bende, dat hunne Clienten afweezend en hunne Clerken vertrok ken waren, en zy derhalven niets konden uitregten, wierd hun be voelen, datzy evenwel by continuatie in de Gehoor-Zaal komen nioeften, zoo als zy ook eergifter deedenzonder egter iets het' minfte te"verrigten. In dennagt tuffchen Woensdag en Donderdag wierden aan den PRESIDENT Dubois«1 vyfiie» gedemitteerde PARLEMENTS- LEDILn" door twee Officieren van de Wagt Lettres dei-chetter hand gefield, waar hy dezelve na verfcheide Plaatfen gebannen- zyn, met bevel om binnen vier en twintig unren té vertrekken,zoo als fommige van hen gifter ogtent reeds gedaan hebben Ook had de Wagt ordre om zoolang, tot datzy de reis aannamen, by hen té bl y ven cn dezelve twintig Mylen ver van Parys te geleiden. De tiaamen van deze zeftien Heeren en de beftemde Plaatfen tot hunne Ballingfcbap zyn alsvolgd: 1Dubois, Deken der Prefi Jen» ten van de Kamers der Enqueften en Requeftcn, naSrefui'resn Poitoü; 2. Tubeuf, LidvandegrootcKartier, 11a Mortagne', 13. Hi- renLiil van de cerlle KamerderEnqueften,na PcndomoL-; 4 Clement, Lid van de tweede Kamer derEnqueften, na zyn Landgoed5. de LattaigiiaiitdeBint'ilIejA&vaït de tweede Kamer der Enqueften, na Vic cn Carladdis6. De Oaryde FraibimnvillèLid van dé derde 1"a- mcr derEnqueften,na zyn Landgoed van Fremainvillc7. De Abt I br.uvelinLid van'ile derde Kamer derEtujueften na zyne A-dy van Montier Ramey in het Stift van Troyes8. Dou t de llcbiLid van de vyfdc Kamer der Enqueften, tien MyKm ver van zyn Land goed 9- de Cbavannes. Lift van de vvfde Kanier'drr Enqueften i'«st zyn Landgoed 10. Btlpttb de Mer'uvilic Lid van de derde Kamcr der Enqueftenna Pietivlers; n. Nonet, Lid van de derde Kamer der Enqueften na Coufilens in Limnfinia. SagetLid van fle vyf, de Kamer der Enqueften, na Dm front; T3. Lambert,ic otfdfte,Lid. I van de tweede Kamer der Enqueften, na Hlèlrni \n Touraine'. 14. Lambert, Lid van de vierde Kamer der Enqueften, na La LUdr-\ 15-. Roken de St. nicer,tLid van de vyfdc Kamer der Enquufteit,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1757 | | pagina 1