LEYDSE N° 38 Yrydagiè Courant, A°.i 1*fi GROOT BR TTT ANN I EN. ION EN den 21 Maait, 't Vervolg van het Tra&aatje geïnti tLie d Tweede Onderzasekder Beweegredenen van'r gedrag van Groot- Br't'." a 'i ren opzjgte van den tegenwoordtgen Staat van Zaaken in Eu- rif -, ver/at, zoo als bereids gezegt is een zeer byzondere Toe- paflins op de tegenwoordige Tvden en Zaakea van Groot-Brittannien, VreeLften Tpne Den Iur.oud is in fu'oftant'e de volgende I et Verhaa, 't geen Engeland voor den Keyzer gedaan heeft geeft zoo veel Eer aan de eeifte als Schande aan den laatften j Ptniee. igvuiiiige gioore Dienften, en de uytneemende betnygingen van V ie .i'cha doo- a en Koning aan den Keyzer beweezen, en i,. de ge-eelc Waereld bekendzyn zoo veel te meer aanmerkelyk om dat Jre ve een algemeen- Voldoening aan alle ee lyke Lieden in Enge land gegeven hebbenM iar tegenwoordig zyn de Zaaken veranderd Veele meenen reden ti.t ongenoegen re hebt-en, en eenige zyn van gé-' voelen d f me 1 de Zaaken wat te verre gedreven heeft en dat men de Valans van Europa had kunnen handhaven met mindér Bloed en Xcfle. Ik beken (zegt den Authéur die Voorgeeving zouw ieh'-en kunnen waar 'wezen in de laatfte Jaaren van den laatften Oor log, om dür ten minfte i ROMEN in dien tyd zich met de Zaaken niet kraoeyde M ta. tegenwoordig is het geval anders en wel in veele opzigten: Me- heeft plegrige Tra&aten gefchonden Men heeft zig in onzen wenigen Koophandel onwettelyk ingedrongen, entweemag- tige Mogentneden, ROMEN aan 't Hoofd hebbende, hebben een ge heimen Toeleg gemaaktom haare Zee-Magten te vergrooten zoo dat het Evenwigt van Europa niet meer kan beftaan Die Veron- gelykingen zynzeeker en onbetwiftelyk, maat het was niet in onsVer- mogen dezelve voor te komen Dit alles toond aan de Wys- heid ende noodzakelykheid van het Traftaat van Hanover en regt- vaaidigd de Maatregelen om de verderffelyfce Aanflagen om ver te werpen en om den onverdraagclyken hoogmoed van Oojhnryk. te betegelen. Maar wat is de Oorzaak van die kwade Trouw en Ondankbaarheid „des Keyzers 1 Het is Tomen Met welk Doelwit hebben Tpmen en We enen t'famen gefpannen om „her Huuwlyk van de Prihcefie Sobiesky te bevorderen Was het om de.i Keyzer twee Peezen op zyn Boog teegen Groot-Brittannien te „doen hebben Heeft niet de Koning van Spanjen na de Slag van Ha Tranen en na het veroveren van Meffma in den Jaare 1718, onder andere Artikelen wegens den afftand van Sicilien de tegenwoordige „Alliantie voorgefteld Is niet zederd die.) tyd tuffchen die twee Modentheeden een geduurige Correspondentie over dat Werk ge- „fcefft i De Bezittingen des Kevzers van de Spaanfe Monarchiezyn door Ons v 0 Hem niet alleen verkregen maar ook veizeekcrd: Wy hebben daa ;ets met al voor gevraagd, als dat Hy zich ftil zouw honden, ten ty .de een Vieede te verkrvgen om Onze Schulden ten zynen behoe ve -1 ge u ''-t te betaalen en om Ons te herftellenmaat Wy zien 0 'van Onze Koop ontzetOndertuffchen zouw het kunnen gebeu- ie.id-'t de Keyzer zich op 't laatft zelve zoo veel Nadeel en Onge- lyk zouw doen als hy Ons Ondankbaarheid en Ongelyk beweezen he/frZync Offer,five Alliantie met Spanjen kan geen andere Beweeg redenen hebben als Wraak, en geen andere Oogmerken als die van Simfoii toe i hy de Pylaar aan welken Hy was vaftgebonden deed fchudden, Sec. Was het niet genoeg voor den KeyzerLanden te bezitten van Bel- gr do f tot Oojiende toe en van Bref.au tot Trapanimaakende een uyt- ge/hektacid van tweemaal duyzend Mylen en van die bezittingen teizeekerd te zyn, onder de Garantie van Engeland, die hem dezelve vtrcve.d had Wie zpuw den Keyzer gemoeid hebben i VranipykJ wel kt Kioon in 't uyteffte gevaar van Ondergang, gebragt was om dat ly g-tragt had den Keyzer aan te vegten. Neen zeekei I Vrankxyk, door het verlies van zoo veele Batailies en door de apparentie van een onvermvdelyke Ruïne geleerd hebbende voortaan geen Bondgenood- fchap aan re vallen, daar Groot-Brittannien Belang in neemd, heeft de yde e Aanflagen om Zyne Nabuuten te onrruften zonder te letten «P de Engelfe Alliantie, wyzelyk ter zyde gefteld. Daar zyn veele Streeken, Konftcn, Bewimpelingen, heimelyke Aan flagen, en bedekte Signa'en in de Zaaken van Staat En het zouw kunnen gebeuren dat.de Staats-Bedienden van Groot-Biittannien en die van Vrankcykna den Schyn in hunne Gevoelens en Oogmerken Terdeeld zouden weezen en dat nochtans alle hunne Gangen door ïerfcheide Weegen na een zelve Doelwit loopen. Daar is maar eene Zaak, die Ons overblyft, om te wenfehen, en die ttn ayterften noodzaakelyk is, te-weeten een genoegfaame Vcrligting en Reden, om voortaan wegens eenige verfchillende Pointen in de Ge zetheid Ons den een den ander geen moeylykheid meer te maaken De Menfth heeft niet noodigvetre te loopen hoog te klimmen of Hag te daalen om de waare Middelen tot het vetkrygen van Gods Gunft te vinden Als Hy maar doed't geen hem de Reden voorfehryft; a's Ky maar heeft een opregie Liefde voor zynen Schepper j eeu vol maakte getrouwheid voor de Overheden, en een ongeveiDsdeRegtvaar- digheid voor zynen Even-Naaften en als Hy eindelyk maar heeft tea genoegfaame overtuyging van zyne Zwakheid, welkt Hem de We gen opend om te begrvpen de Noodzaakelykheiddie 'et isom een Middelaar tuffchen God en de Menfehen te hebben. Wy zyn alle regtvaardiglyk aangedaan van 't gebrek van Liefdadig heid van de Roomfe Kerk ft geen een natuurlyk gevolg is van haar lnfallibiliteyt. Die Infallibiliteyt van den Chriftelyken Öpper-Bil- Ichop heeft zoo veel yffelyke Wreedheden en zoo veel wanichapen ïegenfp reekingen voortgebragt, als 'er ooit gebooren zyn, uyt de on feilbare Uytfpraaken van den Heydenfen Opper-Priefter van Tomen, ofte van den Mufti te Kgnfiantinopotcn Maat de Uytfpraaken van die fnfallibkeyt-zya omeedelyk es tegtnfpreekcnde, en by gevolge tuan- nig, ftout en vermeetel, en men knn niets noetnen dat meer beleedi- geude en nadecliger is aan de Waardigheid ende Vryheid van het Mèn- lchelyk Veiftand, als die ROomfe Willekeuren, van zoogenaamde On feilbaarheid welke de onnozele Gemoederen verleiden en de Ver- ftaudigen verongelyken. Ten opzigte van de Tyranny van een onfeilbaaren Paus, die Konin gen afzetis Vranbryl:in onze tydén niet minder Proteftants en niet minder Vyand van Tpmen als het zelve ten tyde van Jul'us Ca<~ar ge- weeft is In dien tyd aanbaaden de Britten dezelve Heydenfe Godhee- den, als de Grieken en Tjmternen, met dit onderfcheid, dat de Britren den Roomfen Opper-Priefter niet wildèn erkennen voor den eenigen Uyt- *egger der Beveelen van die Godheden. De oude Britten oordeelden als brave en wyze Lieden dat zy zoo veel Regt hadden als hunne Nabuiuch de Goddelyke Wet en Wil te verklaaren De Gattien waaren niet minder jalonrs van Tomen als de Britten en zy formeerdên haar Godendienft na 't voorbeeld van decze, en niét na dat van Tomen't geen eeriyds geweeft is kan noch weezen, en wie weet, ofWy niet na der by het Geval zyn, als mén zich verbeeld De waare Belangen der twee Natiën fchynen op nieuws vereenigd te zyn, om dat Tprnen in der daad zoo wel Vmnkrrk, als Engeland tragt onder te-brengen. Wy heb ben zederd den laatften Vreede verzekerde en ontwyffelbaare Blyken van die Aanflagen van Tomen tegen Vrankryk^gehnd. Nadat de laatfteRebellie in Engeland gelukkig gedempt en de Prerendont naar VranHr/^ gevlugt was wierd by den Regent aangedron gen, hem uyt het Kóningryk te dry ven, om dat anderzins Ons Hof en de geheele Waereld zouw moeren geloven dat Vrankr*k den Pretendent altyd begunftigd had 5 Waar öp aan dat Hof noodig geoordeeld wierd, dit kwaad vermoeden weg te! deernenen de Regent deed zulks op een eclatante wyze op een dag dés morgens bv zyn opftaan voor de oogen van gantfeh Europa, zeggende tot de vergaderd zyndeAmbafla- deilS' Het llyl/t genoeg faam, My r.e Heeren, dat V ranfetyk by de Inar Te Tebellie de Party van den Pretendent niét fertom'eo cefr, om da- V.-■ n ^dan/la* mislu' r is. De Koning is zoo verzekerd geweeft van de getrouwheid det Gevoe lens van dien groeten Prins dut Hy de goedheid had Hem Zyn waar- den Broeder te noemenen men heeft door de uytkomft gezien dat men zjch vatfchclyl(Verbee!d heeft, als of de 'Regent ten opz.ige va-: de Verbin-cn-'ffen met Engeland particulier Belang had en de Mar-'mes van Vranly l: niet volgde Na z.yn dood is daar omtrent geen Verandering gemadkf 5 de Grond bellingen van Vrankrylgcontinueeren, en ajtllen continueeren. j De weezenrlyke ofte Staatkundige genegentheid der Franflen voor j de dnrlicaanfe Kerk. blykt onder anderen op een uytfteekcnd- wyze uyt het Boek, geintiruleerd La Validitê de dOrainaX'oit .^inglicane, of de Wet' tigheid der Ordening in de Engelfe Kerk.Dit nieuwlyks uyt gekomen voor- j treffeJyk Werk, zouw met den Schryver daar van verbrand Worden, als de Tugt van Tpmen plaats hadytm als dat Werk niet door de Grondre gelen van Vrankyk befchermd wierd. De Reden daar van-is klaar re weeten, dat de Franfle overtuygt zyn te tnoeten werken, om Ons in de onafhankelykheid van Tpmen te handhaven, om dat Onze Byftand te gen die bloe_ddorftige Aanflagen van Tpmen Hen evenKOo noodzaake- lyk is, als Ons de haare kan weezen. De Franjfen hebben zich in der daad nooit aangekant fegtn den Voortgang der Tefórmatie in andere Landen 5 integendeel hebben zy dezelve bevorderd zoo veel als de betamelykheid hen hééft toegelaa- ten 5 en niet regenftaande den fchynbaarön iever van 't Hof van Vrank: ryk., om de uvterlyke Gelykheid met het Hof van Tpmen te onderhou den, heeft dit laatft genoemde de Gevoelens der Franjfe zoodanig doot- iOnd dat dezelve te Romen haretici tolerati ofte getolereerde Kgttetén genoemd worden, In den Jaare J720, toen de Zaakerrvan deConüitotieVnicmitus zoo veele Beroertens te Parys maakten, ontmoeteden eenige Reizende eeft zfer ouden wyngaardenier in het Land daar hy aan zyn Wyngaard werkte Die Faflagiers hadden de curieusheid een Discours met dien Gryzaard te houden en vroegen hem onder anderen Wat Aft urde van zynen Cur's of Pr lef er Zyn antwoord was Onzr Pr ie tier is een heilig Man, Myne Heeren, Hr herd ons altrd denKpning te beminnen en hy zegt out dikwils dar z.rn Mah. niemand als den Grooten God 0- Mee 'eniterfrEen van het Gezelfchap zeide daar opMaar Myn Vriend de H. 'ader te Tfmen, is die niet boven uwen Koning Daar weet ti met af, Myn Heer, ant» woordede de goede Man maar de H. Vader is eltoot t ah *r V beliefd, bene den Jefus Chrilbus en f. C. z.elve onderwierp zjch aan de Koenr:n Vervol gens gevraagd zynde, of zyn Curé voor de Conftitutie was gaf den Ouden Man daar op dit aaninerkelvk antwoord Ik witr met Myne Heeren wat de Conjlitutie is egter word 'er veil van ge-prooke j Maar t\i Myne Heeren, heb geen Ver'Tand om daar van te oordeelenC'cfi ejue'.nue choft entre Monfieur de Rome, Monficur de Paris Dat is een Ver'chil tuffchen den Biffihop van Romen, en den Bifchop van Parys. Maar onze Pr'efier Mynö Heeren, Hy is een heilig Man onze Prieter Hy ondertoyft Ons goede Chr-'Te nen re zyn, goede KathohkyMPofbol-ke-Framjenmaar niet Tpmemen 8CC, Dit is een Staaltje van de gewoone gangbaare Leer, welke de Priefters aan hunne Kudde onderwyzen, en men kan daar oyt oordeelen of en hoe verre die Leer met de Leer van 't Pausdom over een komt, Zoo lang de Vryheden van de Gallicaanfe Kprfe n d Rechten vin dd Franfle Kroon door het Tarlemenc van Parys onderftei; d, en door do Geeftelykheid in het Koningrvk aan het Volk ondetweezep worden zal de Haat van Tpmen tegen de getrouwe Natie der Eranffen altvd duu- ren Maar tegenwoordig kunnen de Franjfe door de Verbintenis met Engeland de Toorn van Tpmen veragten. Den Authcur befluyr zyn Werkje met een befchryving vart den Perfoon des Konings, zeggende De VorfT, die over Ons volgens de Wetten regeerd, is niet tof den Throon -f afnen, als na dat Hy van Ons met eenparige loefltmmlng geroepen waf Behalvai de Kp- nixglykp Deugden die in zjyneti Perform uyïblinkpn was Hy die geen z slip -nier allendie op den Throon konden klimmende Ha'ajTe detar toe was ..ander det gevaar liepen onder 't Jub.van Tpmen dienflbaar te worde 1en Onze gchikf-gc en- afhangelyk/itid te verliezen. Die gum tyner Vyanien vsili.c noen elnigtgi-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1727 | | pagina 1