LEYDSE GROOT- BRITTANNIEN. N° Vrydagfe Courant. ONDEN den 14 Maait. In het Journaal ofte Nieuws-Papier van Mr. Mift alhier van den is February ziet men een Brief 1 die veel gerugt maakt en in Subftantie het volgende be- fcelfd feil kan zig genoegfaam een Verbeelding maaken van de Mini- 'S5, (Iers van Staat en van hun gedrag door het leezen van derzel- lieven, Memorien en Antwoorden aan de verfcheide Hoven van ,'D" pa overgegeven en ontfangen zeederd den tyd dat het mis-ver- )m onder dezelve heeft begonnen Wolken te forrneeren tot een On- va van Oorlog, waar mede Wy gedreigd wordenDe-Konftenaryen, cu' van men zich in die Occafien bediend om aan de Zaaken zee- 1:111 Couleur te geeven zyn een waardig Voorwerp der Aandagt van ^een en men ziet zeer wel dat alle die Maakers van Memo- a' Tradaatjes en Vertoogen niet befchroomd zyn, Zaaken voor te ien, welke niet ganfchelyk met de waarheid over een komen. T... ivoornaam Autheur onder de Whigs, Milord Schaftsbury, fpre- dt {van de Minifters van Staat zegt dat het een vreemde Zaa\z,otau ram, ah eengehcele Natie haar Oordeel en Begrip Jlegts zouw bepadlen in de iefe lftnvan Menfchen die zich verpligt vinden alle dingen te bewimpelen wij (1 niet ell een voor Vcragting, maar ookjuoor Straf te dekken. Want ver- 1 i men geen ftaat moet maaken op de woorden van een Man in en endaar zyn Belang ofte zyn Eer deel in hebben is gem. Au- vti van gevoelen, dat de Minifters van Staat klaare en overtuygen- vet sryzen moeten vertoonen dat haare Bedryven geen airder oog- Ex hebben als het algemeene Welzyn en dat zy op de befte ,vi dftellingen van Staatkunde en de gezonde Reden gegrond zyn. latis niemand die niet gaarn voor een Machiavdlift zomv willen eren in de Staat daar Hy in is, en gelyk de Regeeringen ingefteid Ho om de Vreedein de Waereld te handhaven en om de Menfchen lij. ikigte maaken manqueerd het zelfs niet aan Weetnieten wel ja rader de minfte Verdienfte mede ter baan komen, om een Poft in ion mblicq Beftier te bekleedenwant by de zwakfte Geeften is deydel- en tie. rwftlicid het fterkfte. ga eokan voor-onderftellendat het in de tegenwoordige Crifts van ca ken ftrydig is met de waare Belangen van Spanjen tot een Rup- iee met Engeland te komen ofteN met <ie Belangen van Engeland met Spanjen Verfchil te hebben Dat zulks niet tegenftaande de di fis de la Paz., zig verlatende op zyn groote Verftand en Bekwaam- va aan den Koning zynen Meefter beloofd zoodanige Maatrege- e]( toeraamen, welke Bekwaam zouden zyn, om het Onweêr te ver enen het murmureeren zyner Nabuuren te doen ophouden Hy jol eerderd dan de Trouppes hy doed Legers marfcheeren en be rin alommê groote Sommen zeggende dat Hy die Onkoften rc, ;t, om noch grooter Onkoften te fpaaren, dat is, om een Oorlog et)tekomen &c. Ondertuflchen als in 't vervolg de Waereld over- dkwam te worden dat die Maatregelen de Zaaken van den Ko- nn| tynen Meefter hebben belemmerd en verward en dat alle die t«( te8e'en zoo veel Beledigingen zyn, de Nabuuren aangedaan, en 1 a"een de Oorzaaken zyn waarom alle minnelyk Verdrag on- zJ jtyk is geworden moet men niet verwagten, dat die Minifter de lid vrywillig zal l^gkennen hy zal in tegendeel zich behelpen rwade Uytvlugten en duyzend valfche Verfchooningen van zyn •g &c. ml tLeezer zal ligt kunnen begrypen dat ik hier tot Voorwerp heb 'Bl11 Traftaatje, 't geen voor eenigen tyd is uytgekomen In ea, d'e bediend zich den Autheur van famengeraapte Verdichtfe- tonder bewys nochte waarheid En als Hy in den beginne van Tabel gewag maakt van de wonderlyke Veranderingen in de d| Zaaken voorgevallen zegt hy dat elk veiwagt dat men r(je reden geeft van die yreemde vertooning Maar men moet de ten, die hy als redenen te berde brengt niet anders aanzien, dan I «odanige die nooit geweeft zynnogte zyn zullen, en als voort- endeuyteen byzondete Schranderheidom verzierde Zaaken ee- Glimp te geevenzoo dat men moet vaftftellen dat 'er andere j0 nen onder fchuylen die men niet voordeelig agt aan de Wac- j 'tkend te maaken: Zoodanige Redenen zyn die welkebyge i worden van het zenden der Vlooten naar de Ooftzee en andere "then. Autheur verhaald dat iemand gerapporteerd had dat de Hertog van f{[. "Is zulke en z«lke dingen hadgezjegt &c. Niemand kan zig verbeel dt de Groot-Brittannife Natie zich in een Oorlog zouw willen 'kelen op Tafel-Discourfen van den Hertog van Ripperda en itdeel dat daar weder verborgene Redenen moeten weezen, en dat 3I). ^tyver van gem. Tra&agtjede Verdeediging willende doen van tot lonen die in een publicq Gezag zyn de kwaadfte Bewysredenen tvn Inventie bybrengd, welke de befte zyn om zyn Oogmerk te ken. brander de Groote ordonneerdè, dat niemand als Lyftppus en spelles I onderneemen zyn Beeld te maaken en Hem af te fchilderen t Minifters zullen zoo verwaand niet zyn, zoodanige Oppermag Welen WÊÈÊ lMi (nieten en teffens valfche Vrienden uyt evgen Hoofden onderno- Hen dit geen groot kwaad doen, want goed gedrag rechtvaardigd ■rj <'00r goede Uytwerkingen en de groote Kardinaal Richelieu et! Manflagen wel of kvva/yk uy tui tien na mate dat dezelve met bgtighcid ofte met domheid wierden befllerd. Op deezen Brief is een nadrukkelyk Antwoord gevolgd, 't geen by Extraft van deezen Inhoud is Myn Heer, fder een groote meenigte Waarheden, welke ons in de H. Schrif tuur geopenbaard zyn vind men 'er een die uvtmtintende is te II datalhoewel het Licht in de Waereld is gekfmen nochtans vee ie Men fchen de Dttyfternis liever hebben dan hel Lichtóm dat haare Werkfrr loot zyn. Het is waar dat onzen Zaligmaker dit gezegt heeft, voorna- mentlyk ten opzigte van het Licht van 't Evangelium Ondertul- fchen vind zich die deftige Spreuk dikwils bewaarheid in andere Zaa ken van het menfchelyk Leven 5 Hier van zie ik een overtuygend Be wys in den Brief van Uw Journaal van dén 19 Eebruary Het voor- naamfte Oogmerk van dien Brief, ofte beeter Libel, fchynd te weezen, om het Gefchrift, voor eenigen tyd gepubliceerd tot rechtvaardiging van het gedrag van het Minifterie in de tegenwootdige neetelige ge- fteidheid van Zaaken, te verduyfteren en bekladden, en de Gemoede ren der Misnoegden nog meer op te hitfen. Het is gemakke- lyk te zien dat Gy het geen Gy zegt van Spanjen en van den Mar quis de la Paz, wilt doen verftaan van Londen en van de Groot-Brit tannife Minifters. Ik ben zeer verwonderd te zien dat Gy de onvoorzigtigheid hebt een Staatkundige Maxime van Milord Schaftsbury aan te baaien die regelregt tegen U zelfs is om dat door de publicatie van het Ge fchrift Onderzoek der "Redenen van 't gedrag van Groot-,Brittannien Scc.het Publicq de volkomen voldoening gehad heeftwaai van Gy fpieekt. Want vermits Gy alle de taftelyke en onbetwiftelvke Bewyzen en Waarheden in het zelve vervat, poogd te doen pafleeren voor Fabels en Loogens waarom beteekend Gy dan niet eene van die Verdicht- felen met zyne Omftandigheden, zoo als Gy in dit Land van Vrybeid hnd kunnen doen? En omdat Gy zulks niet gedaan hebt,blykt het, dat Gy het niet hebt kunnen doen, en dat alle uwe VoorjJevingen lou tere kwaadardige Lafteringen zyn De Zaaken die men in gemelde Gefchrift Feyten of weezentlyke Gevallen noemd, zyn Brokken, al te hard voor de Vyanden van onze Regeering om op te eetenen het zyn maar alleen de Struyflen van ons Land die dezelve kunnen ver teeren. Om tot eenige Particulariteyten nopende die Feyten of weezent lyke Voorvallen te komen vraag ik Zoo de Beleedigingen Ons dóór den Keyzer en Spanjen aangedaan en de Inbreuken in plegtige Traftaaten, waar mede Wy Hen befchuldigen geene zoodanige Fey ten zyn, hoe is het dan mogelyk, dat de Allerchriftelykfte Koning in zyn Antwoord op de kiagten van Spanjen, die Hem door den Faufle- lyken Nuncius overgegeeven wierden, een zoo groot getal van dezel ve in 't byzonder bybrengd? Feyten, welkers waarheid zoo klaarbly- kelyk is, dat zy den Nuncius zelve hebben doen ftilzwygen met alle die geenen welke die waarheid wel kennende zich van den Dienft des Pauflelyken Minifters bedienden om de Franflen tragten te win nen 1 En dewyl Gy niet als Feyten wilt hebben vraag ik U verder Is de daad des Keyzers met het opregten van een Compagnie te Oo- ftende, om op de Ocftindiën te vaaren een fchending van een pleg- tig Traftaat of niet Is de Byftand welken de Koning van Spanieri aan den Keyzer in die Zaak geeft, niet mede een krenking van de al gemeene Trouw, en een tegenftrydigheïd met zyne eigene Gevoelens, die Hy eenigen tyd te vooren ter dier occalïe heeft goedgevonden te uyteri J ik meen dat zulks te willen ontkennen, even zoo be- lachelyk zóttw weezen, als te willen beweeren, dat de Spanjaarden zich tegenwoordig niet werkelyk als Vyanden voor Gibraltat bevinden, na dat zy een vrywillige plegtige en eeuwige afftand van die Plaats aan de Engelfe gedaan hebben Gy en U# geheelen Aanhang zouden de weezentlykheid van die Gevallen niet kunnen tegenfpreeken On- dertufïchen kan die manier vah doen, met een weezentlyke Zaak niet voor weezentlyk te willen aanneemen, in vergelyking kofnen met het gedrag van den Philofoof, die onzinnig zynde, nooit wilde'gelooven, dat'er beweeging in de Natuur was voor dat Hy door een kragtigó Soufflet die Hem een ander aan de Ooren gaf van zyne dwaaling overruygd wierd. Nóch eens, Myn Heer, met welke verwaande Stoutheid durft Gy Uwe zoo ongegronde Reflexien Uwe zoo genaamde Innuendo,t dus in de Waereld verbreiden als of Ons Gouvernement ontblood zouw zyn. van klaare Bewyzen, dat JJeszelfs Gedraggeen ander Doelwit heeft, als het alge meene Welzyn en dat het zelve gegrond is op de befte Grondftellingen van de Staatkunde en het gezond Vernuft Wat zouden de Gevolgen geweeft zyn, indien Ons Minifterie anders had te werk gegaan als het gedaan heeft? Voor-onderfteld dat Wy geen Vloot naar de Weftindiën ge- zoiujcn hadden, om het vertrek der Gallioenen te beletten, zoodanig dat die Schatten in Spanjen gekomen waren wat zouden Wy natuur- lyker wyze hebben moeten verwagten zouden de Spanjaarden niet in ftaat getaakt zyn haate groote Aanflagen tegen Groot-Brittannien uyt te voeren Ik zeg groote Aanflagen, die zoo diep zyn als de Hel, en zoo vreeslyk als den Afgrond Aanflagen die tot niets minder ftrekten, als tot verderf en omkeering van Onze Regeering, van Ón ze Wetten ReligieVryheden, en van al dc reft, en om een vry Pro- teftants V^olk te dwingen een Paaps Pietendeiit op den Troon van Groot-Brittannien aan te neemen. Hier vraag ik uw eigen Ge.veeten, of Onze Minifters, met die fata le Slag af te keeren niet volkomen vervuld hebben de Maxime van den Kardinaal de Richelieu, ten opzigt van de Aanflagen, die de Proef van Voorzigtigheid, waar medezy beftierd worden, met zig te voeren? See. By aldien. volgens nwe eigene uvtdrukkingen, de "Regeeringen inge fteid zyn, om de Vreede in de Waereld te onderhouden en om de Menfchen geluk,- kig te maaken, Is het niet klaarblykelyk, dat Ons tegenwoordig Minifte rie niet arbeid nochte gearbeid heeft, als om die Vreede en dat Geluk te handhaven tegen andere welke dezelve willen ftooren Maar nog meerOnder die groote meenigte lafterlyke Reflexien waar mede Uft' geheel Journaal gevuld is, is 'er een, waar op Gy meeft fteund, en die metiiftiger Uytdrukldngen is ter neder gefteld, als alle de andere te weeten als of de Engelfe Natie zoo onvoorzigtig wasom zig in een Oorlog in te wikkelen op de Tafel-Praatjes van den Hertog Vat! 'Ripperda, Dit zeggen is net dezelve Konftenary, die Gy zegt, dat zeekeie Men fchen hebben om de Reputatie der andere te krenken, Cn om het Ge- der Perfoonen, die in publir.q. Gezag zyn, door valfche Ingevin

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1727 | | pagina 1