Het ziekentriduüm, de Lourdes-medailk
Finale
I»
Nic. Schrama (67) is een van de oud-redacteuren van de Leidse
Courant die het journalistiek gezien helemaal gemaakt hebben.
Hij begon zijn carrière in 1947 bij de Leidse Courant en beëindigde
die als directeur van het voormalige weekblad De Tijd. Herinne
ringen aan de nabloei van het Rijke Roomse Leven rond 1950.
door Nic. Schrama
De Leidse Courant werd opgericht in
1909. Dit betekent 83 jaar Leidse ka
tholieke journalistiek. Een stukje
hiervan, slechts zeven jaar, heb ik
mogen meebeleven, van 1947 tot
1954, precies de middenmoot van de
periode 1909-1992. Het zijn de mooi
ste jaren van mijn journalistieke le
ven geweest.
Ik realiseer mij dat die jaren ver ach
ter ons liggen. Er is daarna een nieu
we generatie opgegroeid, die de ja
ren vijftig alleen kent uit overleve
ring. Dit maakt het moeilijk er over
te schrijven zonder te vervallen in de
sfeer van weet-je-nog-wel-oudje. Het
is al zo lang geleden. Het is al zo ver
weg en er is daarna nog zo veel ge
beurd.
Laat mij eerst de contouren schet
sen. In 1947 had Leiden pas een
nieuwe burgemeester gekregen, jhr.
mr. F.H. van Kinschot. De woning
nood was schrikbarend hoog; volks
vijand nummer één. Maar er werd in
Leiden voorlopig weinig aan gedaan.
De eerste naoorlogse woningen in de
Tomatenstraat kwamen traag af. En
de kranten waren klein; een paar pa
gina's per dag.
In 1954 had Leiden aan nieuw sta
tion, werd er in Noord volop ge
bouwd, was eindelijk de Voorscho-
terbrug gereed gekomen, had het
bedrijfsleven zich redelijk hersteld
van de oorlogsschade en begon de
Universiteit uit haar voegen te bar
sten.
Er was in die jaren wel degelijk voor-
uitgang geweest, maar wezenlijk
was er in Nederland niet veel veran
derd, dus ook niet in Leiden. Wij
hadden ons weer keurig gevoegd
raar de situatie van vóór de oorlog.
Het economische, sociale, maat
schappelijke, culturele en politieke
leven had zijn oude loop hernomen,
zij het dat er minder armoe werd ge
leden dan vóór de oorlog dank zij de
gestegen welvaart en de noodwet-
Drees.
Het herstel gold ook de religie en het
kerkelijk leven, doorgetrokken naar
de in alle sectoren verzuilde maat
schappij. De vier paröchiekerken flo
reerden met vroegmis, hoogmis en
lof, met congregaties voor de jonge
ren en de Derde Orde voor de oude
ren, Maria-lof in de mei- en oktober
maand, mis-met-drie-heren op hoog
tijdagen, Sacramentsdag, Heilig
Hart-feest, Veertig uren-gebed (na
afloop diner voor de buurtpastoors),
zegening van een moeder, vasten- en
onthoudingsdag, drie missen op Al
lerzielen, eerste plechtige heilige
mis en ga maar door. Vaak moest er
over worden geschreven in de Leidse
Courant en als verslaggever diende
je dan wel degelijk te weten wie de
presbyter assistens was geweest.
In die tijd bloeide het katholiek on
derwijs als nooit tevoren en hadden
wij onze katholieke organisaties en
verenigingen op vrijwel elk terrein.
Het meest opvallende hiervan was,
achteraf gezien, de vanzelfsprekend
heid van dit alles. Natuurlijk waren
er uitzonderingen, maar regel was
dat katholieken met katholieken
trouwden en dat zij hun kinderen
naar de katholieke school stuurden
en naar de katholieke sport- of
jeugdvereniging. Katholieke arbei
ders behoorden lid te zijn van de
KAB, zoals katholieke middenstan
ders, werkgevers, onderwijzers,
huisvrouwen en intellectuelen dat
behoorden te zijn van hun organisa
ties. Zo moest het en zo deed het on
geveer iedereen.
Dit gold ook voor de keuze van een
krant. Een katholiek gezin in Leiden
en omgeving diende eenvoudig de
Leidse Courant te lezen. De Leidse
Courant wist dit en gedroeg zich er
naar. Dit betekende dat de krant dus
veel katholiek nieuws bevatte;
nieuws van en over katholieken zo
als zij zich als katholieke gemeen
schap presenteerden.
Naar die gemeenschap in het bijzon
der gaat mijn herinnering uit, naar
de Leidse katholieken rond 1950
met hun eigenheid, hun isolement
wellicht, hun warme samenbunde
ling, soms ook met hun conflicten.
Zij bouwden en verstevigden hun ei
gen huis, waarmee na het herstel
van de bisschoppelijke hiërarchie in
1853 een begin was gemaakt. De
Tweede Wereldoorlog was schijn
baar slechts een onderbreking ge
weest, geen breekpunt. Dat de fun
damenten waren aangetast, werd
slechts door weinigen gezien. De ka
tholieke gemeenschap bouwde en de
Leidse Courant bouwde mee. Chris
tus vincit, Christus regnat, Christus
imperat.
Ik ga terug naar deze katholieke ge
meenschap in Leiden; de nabloei van
het Rijke Roomse Leven in een puur
Hollandse stad. Het was de stad die
de ouderen zich nog zullen herinne
ren. Het Leiden van In den Vergul
den Turk aan de Breestraat met het
onvergetelijke terras op het trottoir.
Hoe heeft W. Couwenberg, de eige
naar, dit monument ooit kunnen
uitleveren aan V D. Zeker, er was
ook nog een Gulden Vlies en gérant
W. Boer was de gastvrijheid zelve,
zoals er ook een Harmonie was en
Centraal en Bellevue en Zomerlust.
Mevrouw J. Manders-Vermeulen.
Maar niets kon in de schaduw staan
van In den Vergulden Turk met de
rood-pluchen stoelen, de leestafel
met koperen standaard en het kots
fonteintje 'voor zeezieken'. Wan
neer men nu zegt dat Leiden niet
meer is wat het is geweest, dan weet
ik waarom. De Turk.
Namen dringen zich op. Behalve aan
burgemeester van Kinschot denk ik
aan de wethouders S. Menken (KVP,
sociale zaken), J. van Schaik (PvdA,
onderwijs), A.J. Jongeleen (PvdA,
openbare werken) en D. van der
Kwaak (Prot. chr., financiën). Het
was in de tijd dat R. Meijer commis
saris van politie was, S. Hagedoorn
commandant van de brandweer, E.
Pelinck directeur van de Lakenhal,
mr. J. Slagter dijkgraaf van Rijn
land, dr. P.G. Knibbe secretaris van
de Kamer van Koophandel voor
Rijnland, J. Visser directeur van de
VVV (op elke receptie te vinden), dr.
mr. W. Hugenholtz voorzitter van de
Dierenbescherming, mr. R.H. Goud
smit secretaris van de Voogdijraad,
N.A. Commandeur dierenarts, ir. D.
Boogerd directeur van gemeente
werken, mr. W.J. Geertsema voor
zitter van de 3 oktober-vereniging
en mevrouw J. Manders-Vermeulen
presidente van de katholieke vrou
wenbeweging, om maar eens een
paar namen uit het telefoonboek van
mijn geheugen te noemen. Kent men
hun namen nog? Die van N.J. Swier-
stra, de grijs-gelokte kunstkenner
flaneur-student, die van A. Bicker
Caarten, kenner bij uitstek van oud-
Leiden en van nog zovele anderen?
Maar laat mij ophouden.
Herinneringen
In dit Leiden speelde zich die nabloei
van het Rijke Roomse Leven af. Flar
den van herinneringen verdringen
zich. De intocht van een neomist,
zoon van politie-agent Boon, in de
parochiekerk van Sint Leonardus a
Portu Mauritio, verwelkomd door
pastoor Max van der Schoot OFM.
De bisschopswijding van mgr. J.
Buis, Mill Hill, apostolisch vicaris
van Jesselton, in de dekenale kerk
van O.L. Vrouw Hemelvaart en Sint
Jozef. Missietentoonstelling in de
Stadsgehoorzaal. Fancy-fair bij het
Sint Francisca Romana-werk in de
Lange Pieterskerkkoorsteeg. Inwij
ding van de Finse school door pas
toor Th. M. Beukers van de Sint Pe
trusparochie. En dit alles was de vol
gende dag te lezen in de Leidse Cou
rant. Soms stond er ook een stukje in
het Leidsch Dagblad, maar niet te
groot, want een neutrale krant
mocht niet te rooms zijn in die tijd.
Het was in die jaren dat de vooroor
logse traditie van het zieken-tri-
duum in de dekenale kerk aan de
Herensingel werd hersteld. Zieken
uit Leiden en omgeving werden lo
pend op krukken, zittend in een rol
stoel of liggend op een brancard drie
dagen achtereen aangevoerd en
thuisgebracht, verzorgd en vertroe
teld door toegewijde verpleegsters
en andere helpers, onder de almach
tige regie van A. Schlattman uit
Oegstgeest. Gezongen mis, zieken
zalving, lof en processie, het kon niet
op. Lauda Jeruzalem. Heer, geef dat
ik zien moge. Heer, geef dat ik gaan
moge. Rex Clementissime. Wierook,
eau de cologne, bruidjes, tranen, ze
gepraal. Zuster Gratia met een uri
naal door het middenpad tijdens het
Credo.
Dat waren de zieken. Intussen leer
de de katholieke jeugd dansen. Ui
teraard op een katholieke dans
school, dus bij Evert Castelein aan
de Langebrug. Dus niet bij Jeanne
de Wekker, van wie werd verteld dat
zij onder elke les even het licht uit
deed en dan riep: vijf minuten voor
de jongelui. Foei. Dat gebeurde niet
bij Evert, die de jongens uit het lage
land leerde hoe zij een buiging moes
ten maken voor hun dame, de schoe
nen tegen elkaar, de middelste
knoop gesloten. En dit alles met de
zegen van de heren pastoors, die hun
schaapjes veilig wisten aan de Lan
gebrug. Later kwam Henny Boes,
ook katholiek, Evert concurrentie
aandoen. Dansles in het Sint Anto-
nius Clubhuis aan de Lange Mare.
Katholieken onder elkaar, dat wa
ren wij. Niet dat je daarom beslist
schoenen moest kopen bij Simonis in
de Haarlemmerstraat, een radio bij
Van Bergen en Henegouwen aan de
Aalmarkt, wijn bij Coster in de
Steenstraat, cadeautjes bij Pierrot
in de Maarsmansteeg, biefstuk bij
Bergers aan de Lange Mare, een pak
bij de Faam in de Hoogstraat, brood
bij Van Tienen ergens achter de He
rensingel, muziek bij Schinck aan de
Hogewoerd, een overhemd bij Rippe
in de Breestraat, zuivel bij Verberg
aan het Levendaal, een flets bij Van
Zijp in de Haarlemmerstraat, meu
bels bij Van der Klugt aan de over
kant, sigaren bij Walenkamp (uit de
Woelige Stal) ook al in de Haarlem
merstraat, een kinderwagen bij Lan-
gezaal aan de Oude Rijn en taartjes
bij Van der Heijden in de Breestraat.
Maar toch. Ons kent ons, nietwaar.
Achter de toonbank dezelfde gezich
ten die je 's zondags in de kerk zag,
de collectanten, de leden van het
armbestuur, de Vincentianen en de
dames van de Sint Elisabeth-vereni-
ging.
Het was natuurlijk Gode welgevallig
wanneer je bij C A kocht of bij
V D en niet in de Hema. Zoals het
vanzelfsprekend was dat je voor een
rozenkrans of een missaal naar Hui-
bers ging, tegenover de Hartebrug,
waar je ook terecht kon voor ge
schenken 'ter herinnering aan uw
plechtige heilige communie'.
Ook gaf het prettige zekerheid wan
neer je voor gevoelige zaken als boe
ken terecht kon bij een vertrouwd
adres. Had Borromaeus de Greeve
OFM tijdens de lijdensmeditatie im
mers niet hel en verdoemenis afge
roepen over hen die zich overgaven
aan verderfelijke lectuur? Dus ging
je voor boeken naar Jan en Klaas
Zandvliet in de Haarlemmerstraat
(alweer) of naar de gebroeders Geij-
er aan de Botermarkt en niet bij
voorbeeld naar de Moderne Boek
handel in de Breestraat. Want wat
daar allemaal te koop was. Bij De
Kier aan de Nieuwe Rijn kon je ook
aardig terecht voor boeken, maar
het was zo'n echt protestantse zaak,
met spreuken aan de wand als 'Gods
oog ziet u'.
En dan de politiek. Voor de Leidse
Courant was dat vanzelfsprekend de
KVP-politiek en iedereen vond dat
heel gewoon. Th.B.J. Wilmer, mijn
eerste hoofdredacteur, was tevens
fractievoorzitter van de KVP in de
Leidse gemeenteraad. Als hij een
drie-ster schreef, zo heette toen een
hoofdartikel, wist je soms niet of het
voor de lezers bestemd was of voor B.
en W.
Even gewoon was het dat de Leidse
Courant uitvoerig aandacht be
steedde aan een politieke gebeurte
nis van de eerste orde: Romme in de
Stadsgehoorzaal. Wanneer het de
grote leider behaagde om in verkie
zingstijd ook Leiden aan te doen,
stroomde de grote zaal vol. Adem
loos en kritiekloos werden zijn
woorden aangehoord. Daarna wis
ten we weer zeker dat Gods schep
pingsplan zou worden uitgevoerd
wanneer wij maar op de KVP stem
den. Op zo'n begeesterend woord
was maar één antwoord mogelijk.
Als één man rees de zaal overeind
om spontaan uit te barsten in het
'Aan U o Koning der Eeuwen'.
De katholieke verenigingen waren
voor een jonge verslaggever een on
uitputtelijke bron van inspiratie en
informatie, soms ook Van wanhcfop.
Avond aan avond naar de zalen voor
een vergadering of wat nog erger
was een feestavond. Hoeveel heb
ik er meegemaakt in het Sint Anto-
nius Clubhuis, het R.K. Militair Te
huis aan de Oude Singel, de Roma-
nuszaal achter de Hartebrug en dat
achterafzaaltje in hoe heette ook
op zondag, voetballen in katho^
verband, dus nooit vóór twaalf i|R\
Zo greep alles in elkaar.
En dan waren er de jeugdvereniftoi
gen, de gidsen, de welpen, de kafci
ters van de Herensingel, de San
Franciscusband van de verken»,
van de Hartebrug, de zeeverkennln,
van de R.K. HBS. hoi
Self-supporting F
Zo was het Rijke Roomse Leven \fefe
alle gemakken voorzien. We haditn]
onze eigen kerken, scholen, verefc
gingen en instellingen. We had&u
ons eigen Sint Elisabeth-ziekenhfcio
aan de Hooigracht, door architète
Jan van der Laan na de oorlog frfij
uitgebreid, ons eigen kindertehjgi
van de bruin gepijde zusters Carifcr
litessen aan de Oude Vest, ons eigiol
wees- en oudeliedenhuis aan de Siit
Jacobsgracht, onze eigen hofjes, foi
als het onvergetelijke Sint Annahpn
je aan de Hooigracht, ons eigen C4 I
tona voor ongehuwde moeders aër
de Haagweg, onze eigen R.K. %a
ningbouwvereniging de Goede «ep
ning, met de goede H. Lombert tn
secretaris, ons eigen kerkhof bij irr
Zijlpoort en noem maar op. Als Ijr
tholieken waren wij zo ongeveer ljk<
lemaal self-supporting. in
Vanzelfsprekend was er ons eigit 1
katholiek onderwijs. Compl
burchten waren het, de Sint Bar
raschool aan het Levendaal met
Voorzienigheid aan de Hqgewoe
beide onder leiding van de Ar
Zusters van het Goddelijk Kind,
complex in de Pelikaanstraat van
Zusters van Tilburg, de R.K. Vi
school voor Meisjes aan het Gal
water en om mij tot een paai
beperken de R.K. HBS Sint 1
naventura aan de Mariënpoelstr
met pater B. de Goede OFM
Foef) als directeur.
Ik vergeet bijna de R.K. Jonger*
school aan het deftige Rapenbw
(48) met A. Winkelmolen voorifc
zesde klas. Later hebben hij en zf-
vrouw als Oom Toon en Tante Jo
renlang de kinderrubriek in de L(
se Courant verzorgd.
Aan het bonte palet ontbrak nog(
R.K. Technische School. Maar d
het ijveren van rector L.P M. Vei
kwam die er, ook aan de Mariënpi
straat.
Minstens zo ijverig was een and
rector, H.L.J.M. Sondaal van Hi
Duinzicht in Oegstgeest. Hij
hoofdredacteur van Sursum Coi
ons eigen kerkblad. Hij hield zich
vendien bezig met de parochiële
deling van Leiden, hetgeen de
richting tot gevolg had van de vi.
parochie rond de Sint Lodewijk
de Steenschuur, tot dan een bij-k
van de Sint Petrusparochie.
M.A. Jansen van het groot-semi
rie Warmond, de latere eerste
schop van Rotterdam en Tinus v
zijn vrienden, werd de eerste past
deken van de Sint Lodewijk.
Een chic kerkje, zoals mijn lat
hoofdredacteur, L.C.J. Roozen,
zijn boek 'Dit is Leiden' (uitgege
in 1941 door de Leidse Courant)
merkte. Chic en charmant, door e
zie verder psgikj
Intocht van de missiebisschop, mgr. J. Buis, naast zijn vader in het rijtuig.
Wethouder S. Menken (rechts) feliciteert rector L.P.M. Vester op zijn koperen
priesterfeest.
alweer dat steegje naast de Over
dekte in de Haarlemmerstraat.
De Overdekte is een verhaal apart.
Vroeger was het een parochiekerk,
de Mon Père. Mgr. J.P. Huibers, bis
schop van Haarlem, is er nog kape
laan geweest. Hij heeft het zei
men nooit kunnen verkroppen
dat zijn Mon Père wegens ontvol
king tot zwembad werd gedegra
deerd. En daarom heeft deken
A.H.M.J. Homulle nooit paars ge
kregen, zelfs geen klein-paars. Hoe
wel zijn indrukwekkend embon
point zeer wel gesierd zou zijn ge
weest met een paarse sjerp.
Mgr. Huibers was een gevreesd
kerkvorst in die jaren. Toen kape
laan W. Bender van de Sint Petrus
parochie werd benoemd tot bouw
pastoor in Noordwijk aan Zee en hij
op audiëntie moest bij de bisschop,
liep hij alle pastorieën in de stad af
om ergens nog- een lange jas te vin
den. Want je kon niet zomaar in
zwart colbert bij de bisschop ver
schijnen.
Nog even die vergaderingen. Het
ergste was een zogenaamde sociale
zondag. Zo heette een bijeenkomst
van leden van een katholieke vereni
ging of afdeling. Op zondagmorgen
eerst een heilige mis in de kapel van
een klooster of tehuis zoals bij de
zusters aan de Oude Vest en
daarna gemeenschappelijk ontbijt
met een stichtelijk woord van de mo
derator of een gastspreker. En of zij
nu iets zeiden of alleen maai
woorden gebruikten, het moest alle
maal in de Leidse Courant van
maandag.
Onuitwisbare herinnering: sociale
zondag van de KAV (katholieke ar
beidersvrouwen) met toespraak van
de diocesane leidster, mejuffrouw
Stringa. Alle aanwezige moeders die
in het afgelopen jaar een baby had
den gekregen, verraste zij met een
Lourdes-medaille, door haar per
soonlijk 'aangestreken aan de grot'.
Zo'n sociale zondag werd gewoonlijk
besloten met een feestavond voor de
leden en hun'echtgenoten, vaak in
een van de genoemde zalen of in de
Burcht, vaak ook in aanwezigheid
van de moderator als bewaker van
geloof en zeden. Meestal trad er een
plaatselijke conférencier op. Ik her
inner me nog Gé Heynen, overdag
kleermaker, 's avonds grappenma
ker. Zoals: 'Ze wilden eerst Lou
Bandy hebben, maar die vroeg hon
derd gulden voor vier liedjes. Nu
moet ik honderd liedjes zingen en
nog maar afwachten of ik vier gul
den krijg'.
Er was nog zo'n type in de stad,
maar dan meer voor bruiloften en
partijen. Hij heette Jan, noemde
zich Jean, woonde aan de Hoogland
se Kerkgracht en speelde zo mooi op
de accordeon het Nonnenkoor
uit de Casanova en Circus Renz
dat ik mij schaam zijn achternaam te
zijn vergeten.
Het katholieke verenigingsleven
groeide en bloeide. Wat er nog aan
ontbrak, werd alsnog opgericht. Er
waren in Leiden wel zeven harmo
nieën en fanfarecorpsen, van Werk-
mans Wilskracht tot T. D., maar
er was geen katholiek corps.
Daarom zette rector L.P.M. Vester
er zijn smalle maar niet geringe
schouders onder. Het corps kwam er
en mooiere uniformen van Leids la
ken (firma Krantz) waren in de Leid
se straten nog nooit te zien geweest.
Onder de wevers van dat laken zul
len ongetwijfeld ook katholieken
zijn geweest en even ongetwijfeld
waren zij lid van de R.K. Textielar-
beidersbond Sint Lambertus. Die
bond had nogmaals ongetwij
feld ook leden bij de Leidse de-
kenfabrieken van Van Wijk aan het
Kanaal en Zaalberg in de oude bin
nenstad. Zij maakten de eeuwen
trotserende en beroemde Leidse de
kens. Die van Zaalberg waren de
beste, werd wel gezegd. Van Wijk ge
bruikte leidingwater in de nieuwe
fabriek terwijl Zaalberg voor het
'vollen' water uit de gracht haalde.
Terug naar het Rijke Roomse Leven.
De katholieken hadden vanzelfspre
kend hun eigen sportverenigingen.
Ik denk aan Docos dat voetbalde aan
de Haagweg, tegenover de molen
van Noordman, en aan zijn voorzit
ter J. Keijzer (ome Jan). Op zeker
moment moest er een vereniging bij
komen; het werd VNL. Voetballen