Rudi Fuchs is klaar in Den Haag Bioscoop Cineac krijgt na ingrijpende verbouwing zes zalen Cultuur Leidse Courant pv donderdag 12 november 1992 fj 'Haags Gemeentemuseum raakt Rudi Fuchs te dijt. De rebelse directeur, even bejubeld als ïeteryjoekt, is gisteren door de Amsterdamse m v^Jeenteraad benoemd als nieuwe baas van het n vdelijk. „Als Amsterdam je vraagt, dan ga je". Versteeg s ge/om dan *"0(dl Amsterdam, de onvermU^elÜ^e vraag, ludi Fuchs (50) neemt ver- meer ^an een uur om Zes^e^ro^en *"e antwoorden. erscfient^c*se verv°l&vragen ne" zullef ^^ij kijkt alleen wat m Troord me^ 20'n verwenc* eeila donna-geacht. Tom dus toch Amsterdam? trad d*e ^em 'n open- liet vallen en voor Wim 'en als directeur van het jlelijk Museum koos. Is het flatus, het grotere budget, ienoegdoening om alsnog - u zonder te solliciteren - op ;roon van kunstpaus aller stpausen te mogen plaats- ien? t Stedelijk kent een dyna- Fï k die te maken heeft met LJ. feit dat in Amsterdam de lerlandse kunstwereld het datist aan de oppervlakte usjeit", zegt Fuchs zonder enige feit.seling. „In Den Haag is ze en v,een cultureel leven, maar an tf leidt een teruggetrokken En dat zie je ook bij het k ieigs Gemeentemuseum. Een tonstelling over Yates zou Amsterdam een enorm suc- zijn geweest en wordt in ijn Q Haag nauwelijks opge- eid 'kt. Het Nationale Toneel met stukken van Botho meius ook in de Stadsschouw- succes dan hier", g zocele dagen eerder hadden we koitgebreid over zijn naderen- conrertrek gesproken. „Als Am- abscdam je vraagt, dan ga je", chad hij toen zonder enige terug- •ts videndheid gezegd. „Verge- het met de opera. Ook al zit nienrima in Leipzig, als de Scala lie Milaan je vraagt, ga je toch hatr de Scala. Omdat de mate dea uitdaging er net een niveau wjer ligt. Het is misschien ook van iets ach wel bijna moet mislukken". zo:eg huis ;e\k geval was ons eerste ge- Hïk over zijn op handen zijn- vertrek mislukt. Fuchs was dag mateloos geïrriteerd >r een stuk in dagblad duw, dat hem op basis van ite bezoekerscijfers nog even k voor de Amsterdamse be aming in een kwaad daglicht Dbeerde te stellen. 'Fuchs it een leeg huis achter' was de leur van het artikel en de di- jteur richtte - ongeacht welk flerwerp ter sprake kwam - zijn energie vloekend en wel ;het aantonen van het tegen- el chs was natuurlijk omstre- n, ook al voordat hij naar Den lag kwam. Zijn voorstel om ee Haagse Picasso's te verko- n en de sluiting van het Ge- ientemuseum gedurende en- Ie maanden om de boel daar hoon' te maken en opnieuw te richten, waren olie op het ur. Evenals zijn herhaald uit sproken afkeer van grote pu- ekstrekkende exposities die hwelijks een relatie met de (en collectie hebben en geen der doel dienen dan veel ïnsen binnen te krijgen, kar zelfs de grootste criticas- "s moesten toegeven dat ichs met zijn nieuwe perma- nte opstellingen 'Verzame- igaan zee' 1 en 2 het Gemeen- piuseum weer onverwachte kns had weten te geven. Het etje bij beetje verwijderen jn alle Berlage-vreemde ele- ènten, die in de loop der jaren it monumentale museumge- iüw waren binnengeslopen, rong weer ander respect af, jenals de wijze waarop de lieke muziekafdeling einde- kvorm kreeg. Zijn grote, alom roemde overzichtstentoon- elling van Karei Appel trok - Ie beoogde rust ten spijt - eer dan 100.000 bezoekers, ti het onlangs geopende mu- ium in het Paleis Lange Voor- Jut (dagelijks 500 bezoekers en in het weekeinde 1000 per dag) wordt inmiddels al be schouwd als een mooi persoon lijk afscheidscadeau aan de Hofstad. Opgelucht Op zijn verzoek praten we daags na het eerste gesprek dus opnieuw. „Want zo'n afscheids- verhaal moet wel goed zijn", zegt hij. Nee, het artikel in de Haagsche Courant kort tevoren over personeel dat opgelucht is nu hij Den Haag verlaat, heeft hem nauwelijks beroerd. „Ik vind het wel bedenkelijk om zo iets te schrijven op basis van twee anonieme verklaringen en uit de mond van één persoon die zelf niet in staat is haar werk te doen, waardoor we iemand van buiten moesten aantrekken om een bepaald boek te schrijven. Maar ach..." Terwijl hij dat zegt, brengt per soneelslid Ap Gewald een kopie van het faxbericht dat hij zo juist namens zes wél met name genoemde medewerkers aan de krant heeft gezonden en waarin het verhaal van 'de opgeluchte drie' wordt gelaakt. „Het Haags Gemeentemuseum en Den Haag zijn hem Fuchs) veel dank verschuldigd", klinkt deze welgemeende adhesiebe tuiging. Rudi Fuchs en personeel. Hij beaamt grif dat hij vreselijk kan zijn als baas, onberekenbaar, onredelijk, grillig en impulsief. „Maar vergeet niet dat ik er na tuurlijk ook vreselijk personeel bij had". En nog later - bij de opmerking dat hij gewend is aan ja-knikkers - zal hij zeggen: „Is dat zo? Ik zoek dat niet. Ja, misschien ben ik wel gewend aan ja-knikkers, maar tegelijk hoop ik altijd op debatten. Ik verdedig mijn opvattingen en dat verwacht ik ook van ande ren. Met mensen die me de waarheid zeggen, heb ik altijd de minste problemen. Waar ik ruzie mee krijg, zijn de mensen die hun mond houden en dan gaan zeuren. Want een verschil van mening dat ik niet ken, dat bestaat voor mij dus ook niet. Ik heb altijd jonge conservatoren om me heen verzameld met vol strekt andere meningen dan ik. Ik hou van onmogelijke mensen bij wie ik de passie voor het mu seum voel. Waar ik een hekel aan heb, zijn mensen die er al leen zitten omdat het hun baan tje is en omdat ze hun brood moeten verdienen". Koers Terug naar die allesomvattende vraag: waarom nu alsnog Am sterdam? Zijn antwoord komt er uiteindelijk op neer dat hij zijns inziens klaar was in Den Haag. Het schip heeft een enor me bocht gemaakt en ligt nu op koers. Verder is het een kwestie van het stuurwiel goed vast houden. „Toen ik hier vijf jaar geleden kwam, had ik een duidelijk pro gram! Misschien is het destijds wel een gedachte van wethou der Jack Verduyn Lunel (Groenlinks) geweest om van het Haags Gemeentemuseum een soort Stedelijk te maken, maar dan praat je over enorme budgetten en risico's die door de gemeente moeten worden gedragen. Dat kon hier gewoon niet en zelfs al zou het kunnen, dan zou dat nog niet 'zo moeten". „Ik heb steeds betoogd dat je het teruggetrokken karakter van het Haags Gemeentemu seum als een voordeel moest be schouwen. Dit gebouw en ook z'n staf bezweken bijna onder die competitie tussen musea om grote publiekstrekkende ten toonstellingen te maken. Dat kon het Gemeentemuseum he lemaal niet aan. Je moet hier die prachtige eigen collectie - niet alleen beeldende kunst, maar ook de muziekafdeling en kunstnijverheid - en de archi De kasten ontruimen, gereed voor vertrek: Rudi Fuchs kan aan het Haags Gemeentemuséum niet veel meer toevoegen. tectuur van dit bijzondere ge bouw accentueren. En daarbij had ik wel gehoopt op meer mo gelijkheden om de collectie na drukkelijker aan te vullen. Maar dat is slechts in een paar gevallen gelukt. Want in mijn ambitie kwam ik de financiële omstandigheden van de ge meente Den Haag tegen. Uit die wanhoop is toen het plan voor de verkoop van die twee Picas so's voortgekomen". Het voortdurende geldgebrek, de genante bedeltochten langs sponsors, de bemoeizucht en het wantrouwen van de Haagse gemeenteraad, het gebrek aan steun en de onbetrouwbaarheid ook van de politiek, het zijn al lemaal zaken waaraan hij te rugkijkend niet veel woorden vuil wil maken. „Ik heb wel vaak het gevoel ge had dat ik door de gemeente raad werd beschouwd als ie mand, die je absoluut moest wantrouwen. Ieder ander werd eerder geloofd. Ik moest altijd alles bewijzen. Dat hoor ik ook van Hans Croise.t (Het Nationa le Toneel) en Hans van West- reenen (Koninklijke Schouw burg). Ik kreeg altijd pas steun na enorm veel gelul en gingen ze eens een keer ergens achter staan - de tijdelijke sluiting van het museum bij voorbeeld - dan hoefde maar een paar mensen 'schande' te roepen en dan be gon men weer te twijfelen. Daar ben ik echt uitgeput van ge raakt". „Natuurlijk zullen er in Am sterdam ook voetklemmen lig gen. Maar je zit daar in een stad, waai- kunst en cultuur een andere rol spelen. Daar is kunst een essentieel beleidsonder deel. Dat merk je in alles. Er is zelfs nooit serieus voorgesteld om op het Stedelijk te bezuini gen. In Den Haag is het meer een soort vrijetijdsbeleid. Zo van: de mensen moeten ook eens ergens heen. Hier koppe len ze het meteen aan toerisme en weet ik veel. Er is hier ook geen politieke bezetenheid. Bij Verduyn Lunel voelde je des tijds nog wel een grote betrok kenheid en hij heeft ideeën ge lanceerd die iedereen heel aar dig vond, maar hij kon ze niet uitvoeren. Want het gaat niet om de ideeën, maar om de vraag wie de macht in B en W heeft". Flamboyanter Fuchs benadrukt niettemin op nieuw dat hij niet weggaat uit frustratie of dat hij enige vorm van teleurstelling voelt. Hij zegt werkelijk te hebben geaar zeld of hij op het Amsterdamse aanbod kon ingaan, of het wel fatsoenlijk was om na vijf jaar op te stappen. „Ik zeg eerlijk dat ik me Den Haag anders had voorgesteld. Ik had een wat flamboyanter museum met meer mogelijkhe den verwacht. Dat is niet hele maal uitgekomen. Ik wist dat er weinig geld was, maar ik ben van nature optimistisch. Ik denk altijd: als je voor een half miljoen aankopen kunt doen, moet je voor twee miljoen aan ambities ontwikkelen". Hij lacht bij de opmerking dat hij straks in Amsterdam met eên aankoopbudget van twee mil joen vrijwel zeker voor acht mil joen aan ambities ontwikkelt. „Oh ja, als je wilt ben je dat be drag zo kwijt". Voor de zoveelste keer schenkt hij zichzelf thee uit een ther- moskan. „Ik had destijds toch de hoop dat het aankoopbudget op den duur zou groeien. Geld gebrek voor tentoonstellingen kun je met sponsors oplossen. Maar als je een collectiebeleid voert, moet je impulsief en met een zekere dynamiek aankopen kunnen doen. Ik heb een paar dingen voor Den Haag verwor ven door bevriende kunste naars onder druk te zetten om iets te schenken of langdurig in bruikleen te geven: Penck, Rai- ner, Judd. Maar daarop kun je geen collectiebeleid bouwen. We hebben er hier serieus over zitten praten om maar hele maal te stoppen met verzame- lefi, hooguit wat gaten dichten in de bestaande collectie. Maar niet meer proberen de belang rijke lijnen die je hier hebt - de symbolisten, Mondriaan, Duit se expressionisten - door te trekken naar het heden". En daar kwam zijn karakter in opstand. „Je kunt zeggen dat ik mijn eigen persoonlijkheid ver keerd heb ingeschat. Mijn ei genlijke passie is toch wel om dingen te kunnen aankopen en tentooonstellingen maken. En dat is natuurkijk veel meer de basisopdracht van het Stede lijk. In Den Haag kreeg ik de laatste tijd het gevoel dat ik niets meer kon doen. Ik ga niet weg, omdat het er niet goed is. Maar ik kan er niet veel meer aan toevoegen. Ik heb een zeke re druk op de ketel nodig en had het idee dat ik er nu alleen nog maar in mijn prachtige kamer kon gaan zitten en besturen. De grote schoonmaak is achter de rug, de collectie heeft vorm ge kregen en er is een serieuze be leidsnota gemaakt, waarin een filosofie is geformuleerd hoe je met die collectie moet omgaan. Verder ligt er een plan van aan pak voor de kunstnijverheid dat - zodra er geld voor is - zó uitge voerd kan worden. De reorgani satie van het ondersteunend* apparaat is al in uitvoering, boeken over de collectie en over het gebouw zijn bijna klaar. Ik kan redelijk terugkijken op wat ik met hulp van veel anderen heb gedaan. Het orkest is inge-, speeld en kan nu mooi gaan spej len". Hij kijkt wat Den Haag betreft ook nog vooruit. „Mijn beleids nota voor het Gemeentemu seum is door de raad aanvaard en wat er ligt, daar kun je aar-- dig mee uit de voeten. Wat straks voor Den Haag nodig is,, is een aantal jaren van consoli datie. Alsjeblieft niet iemand die ook weer alles overhoop gaat halen, maar iemand met heel andere ambities dan ik". Ambities Zijn eigen ambities kan hij nu loslaten op Amsterdam, waar hij mettertijd ook wil gaan wo nen. In gedachten is hij in het Stedelijk al zalen aan het in richten. De anti-Fuchslobby heeft zich echter al in de pers geroerd: het zal wel weer veel van het bekende zijn: zijn vriendjes Kounellis, Rainer, Kiefer, Immendorf, Penck, Ba- selitz, Judd, Dibbets... zegmaar de avant-garde uit de tijd dat Fuchs jong was, inmiddels ge vestigde kunstenaars. „Iedereen draagt nu eenmaal bepaalde opvattingen en ver langens met zich mee", ver zucht hij. „Wat me irriteert, is dat mensen mij nu deze voor mij destijds zo overrompelende ervaringen willen afnemen. Voor Wim Beeren zijn kunste naars als Polke, Andy Warhol en Claes Oldenburg het meest overrompelende dat hij heeft meegemaakt en dat héb je ook aan zijn beleid kunnen zien. Ik zou het raar vinden als je niet aan een bepaalde geloofsoven tuiging vasthoudt. Maar die kritiek heb ik altijd gekregen. Toen ik destijds Penck en Lü- pertz bracht, was het allemaal niks. En nu ze beroemd zijn ge worden, zijn ze weer te geves tigd". Fuchs ziet zich met zijn uitge sproken voorkeuren ook vol strekt niet in botsing komen met het signalerende karakter van het Stedelijk. Hij: „Zeg maar sinds Sandberg heeft het Stedelijk duidelijk de opdracht jonge kunstenaars, zowel natio naal als internationaal, onder de aandacht te brengen. Mijn intense omgang met jonge kunstenaars is afgenomen, die gelegenheid was er de afgelopen jaren gewoon niet. En ik ben zelf natuurlijk ook ouder ge worden. Maar ik zal me veel gaan verlaten op jongere colle ga's daar. Dat vind ik ook geen schande. Ik heb zelf destijds ook De Wilde meegenomen naar Baselitz en Kiefer, en ik heb hem daar ook duidelijk moeten maken dat het niet hetzelfde was als de Duitse expressionis ten uit de jaren twintig. Het is niet realistisch te verwachten dat iemand tot zijn tachtigste een ongebroken oog voor de avant-garde houdt". Rudi Fuchs ziet zichzelf tot aan zijn pensioen ook nog voor een andere taak gesteld: met Rot terdam en Den Haag samen te genwicht gaan bieden aan de krachtige museumblokken van Parijs, Londen en de as Keulen- Düsseldorf. Gedrieën wervend optreden in het buitenland. „We moeten naar een situatie dat de concurrentie tussen het Stedelijk, Boymans en het Ge meentemuseum verdwijnt, dat ze elkaar aanvullen door hun verscheidenheid. Je moet je even voorstellen wat je hier op een grondgebied ter grootte van Londen of Parijs bij elkaar hebt: Mondriaan in Den Haag, Kandinsky in Rotterdam en Malevitsj in Amsterdam. Dat kun je toch dramatisch uitdra gen". iorRenatevanderZee 'en Haag De Haagse bio- ioop Cineac zal na zijn ingrij- pnde verbouwing over zes za- ln beschikken. De eigenaar, de annon Group, is van plan de Ipaciteit van het theater, dat U zo'n achthonderd stoelen peft, uit te breiden met dui- end zitplaatsen. Ie bioscoop bezit nu drie zalen, laar zal na de verbouwing drie alen in het souterrain hebben, en grote zaal op de begane fond en daar boven nog twee alen. Met de verbouwing, die lieer dan tien miljoen gulden aat kosten, zal mogelijk al eind 1993 een begin worden ge maakt. Het is nog niet bekend hoe lang die verbouwing zal du ren. Volgens Cannon-directeur W. van Wouw staat de gemeente Den Haag zeer welwillend te genover de plannen. De karakteristieke art-déco- elementen die het gebouw (dat onder monumentenzorg valt) versieren, worden overanderd intact gehouden. De eerste eta ge krijgt een foyer, terwijl op de begane grond een café-restau rant komt, dat ook overdag geo pend zal zijn en waarvoor de Cannon Group een contract heeft getekend met Grol-sch. Als verbouwing geheel is vol tooid kunnen in het gebouw ook faciliteiten voor congressen worden geboden. Overigens al leen op tijdstippe dat er geen re- geliere films in de verschillende bioscopen worden gedraaid. Vijfjarenplan De verbouwing van Cineac is een van de punten op een vijfja renplan waarmee Cannon de bioscoop grotere populariteit wil bezorgen. Volgens Van Wouw loopt de Ne derlander met een gemiddeld bioscoopbezoek van 1 keer per jaar 'zwaar achter' op bij voor beeld de Fransman (2,2 keer per jaar) of de Amerikaan (4,2 keer per jaar) en is het zaak hem 'te leren weer naar de bio scoop te gaan'. Het opknappen van verwaar loosde bioscopen is één maatre gel, het bouwen van grote bios coopcomplexen, de zogenaamde multiplexen, is een andere. Cannon is al geruime tijd bezig plannen te ontwikkelen voor het bouwen van deze mam moetbioscopen in de grote ste den. Rotterdam De plannen voor de multiplex met zeven zalen, 2800 stoelen en een grote horecavoorziening op het Schouwburgplein in Rot terdam verkeren in een verge vorderd stadium. Daarvoor waë in eerste instan tie een totale wijziging van de bestemmingsplannen noodza kelijk. Ook voor Den Haag zijn plan nen voor een multiplex in de binnenstad. Voor Amsterdam zit begin vol gend jaar een verbouwing van het City Theater in de koker. Het theater krijgt twee goed uitgeruste zalen en een aan zienlijk verbeterde horecavoor ziening,zo is de bedoeling. In de Marnixstraat, op de plaats waar nu Bellevue en het Nieu we De la Mar Theater staan, wil Cannon een geheel nieuw the ater- en bioscoopcomplex neer zetten met mogelijk vijf bios coopzalen en drie schouwburg zalen. Uniform Cannon zoekt verder naar een goede locatie voor een multi plex in Amsterdam Zuid-Oost en denkt tevens aan het IJ- oeverproject bij het Centraal Station. Om meer mensen naar de bio scoop te trekken voert Cannon nog tal van andere maatregelen in. Zo wil men voorjaar 1993 'iets doen met lagere toegangs prijzen' en moet het personeel, dat een uniform gaat dragen, 'klantgerichter gaan werken'. Het voorprogramma, een voort durende bron van irritatie voor menige bioscoopbezoeker, wordt gehalveerd tót ongeveer een kwartier. De invoering van de 'riksbios coop' in Cineac in Amsterdam, waar een doorlopende voorstel ling tegen een toegangsprijs van een rijkdaalder is te zien, bleek in dat kader al een ge slaagde zet. Van Wouw: „Het grote succes van de riksbioscoop bewijst dat het Nederlandse publiek echt wel naar de film wil, als het er maar gezellig is en als er niet zo veel voor hoeft te worden be taald". Met zijn vijfjarenplan hoopt Van Wouw de komende jaren een groei in het bioscoopbezoek van veertig procent te bewerk stelligen. Voor de concurrentie van Warner Bros., die ook bezig is met plannen voor multi plexen, onder meer in Scheve- ningen, is Van Wouw voorals nog niet bang. „Het valt nog te bezien of al hun plannen doorgaan. Verder richten wij ons op de randstede lijke centra, terwijl Warner over Capelle aan den IJssel bij Rotterdam praat"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 13