Illegalen blijven, koste wat het kost Thorbecke was niet alleen de Titaan die de koning bedwong' Binnenland Leidse Courant zaterdag 7 november 1992 GELEEN Gevlucht voor honger, armoede, oorlog en geweld zijn ze niet welkom in het land waar ze een beter bestaan wilden opbouwen. Dus vluchtten ze opnieuw, in de illegaliteit. Maar het is moeilijk om ondergronds aan een stralende toekomst te werken. Illegalen in Neder land: van de regen in de drup. Na een lange reis via Libië, Tu nesië, Frankrijk, Spanje en Bel gië hoefde Aba (24) in Neder land slechts één nacht buiten te slapen. Van een Amsterdam mer kreeg hij het adres van de vreemdelingendienst. Nadat diezelfde Amsterdammer hem ervan had overtuigd dat de Ne derlandse politie hem geen haartje zou krenken, klopte hij aan. Alles viel inderdaad reuze mee. Hij diende zijn asielaan vraag in en zat binnen een week in een opvangcentrum in de buurt van Arnhem. Het wach ten op een nieuw leven, een goe de opleiding, kon beginnen. Na drie weken moest hij verhui zen naar het opvangcentrum in Rijsbergen. Na vijf maanden naar een dito centrum in Spau- beek. Na weer vijf maanden kreeg hij tijdelijk een huis toe gewezen in Roermond. Aba weet nog steeds niet waarom al die verplaatsingen nodig wa ren, maar hij werkte hoopvol mee. Na weer drie maanden kreeg hij bericht. Zijn asielaan vraag was afgewezen. Aba had twee jaar gewerkt in Libië, dus hij kon nooit politieke proble men in Niger hebben, zo luidde de verklaring. Aba moest Ne derland verlaten. Terug naar zijn geboorteland kan Aba echter niet meer. Zijn volk, de Touaregs, zijn in een oorlog verwikkeld met de rege ring van Niger. Aba vertelt dat er al heel wat doden en gewon den zijn gevallen en dat familie leden van hem in de gevangenis zitten. Hij heeft alleen in Libië gewerkt om de reis naar Neder land te kunnen betalen. Maar er was niets meer aan te doen, Aba moest weg. Dus dook hij met de hulp van een kerkelijke organisatie onder in Limburg. Uiteraard gaat Aba in beroep tegen de afwijzing. Hij hoopt dat bij een volgend gesprek met Justitie eindelijk eens een tolk aanwezig is die Hausa spreekt, of de taal van de Touaregs, dat kan hij beter uitleggen wat er in Niger aan de hand is, want dat weet nog steeds niemand, zegt hij zuchtend. Aba wil graag werken, maar niemand neemt hem aan, omdat hij de Engelse taal niet goed beheerst. Nu doodt hij de tijd met televisie kijken op zijn onderduikadres. Eten en een bed staan voor hem klaar. „Ik ben niet gelukkig hier". Bombrief 'Jim' (46) fungeert een beetje als tolk tijdens het gesprek. De Nigeriaan is inmiddels driejaar in Nederland en mag zich een geroutineerd illegaal noemen. Hij kent de kneepjes van het vak, maar een onbezorgd leven tje leidt hij niet. Hij krijgt alleen de smerigste, gevaarlijkste, slechtst betaalde en minst ge wilde baantjes in de fabrieken. Hij werkt nooit langer dan twee, drie maanden, dan veran dert hij weer van adres. Overnachtingsmogelijkheden zijn er genoeg. Bij vrienden, in een huurhuis, of met z'n zessen op een kamer in een tochtig pension. Jim verwisselt ook re gelmatig van naam, van een le- gale naam wel te verstaan. Voor het gebruik van die naam be taalt hij flink aan de eigenaar. „Ik ben geen crimineel, maar ik word hiertoe gedwongen. Ik ben journalist, marketingma nager en sociaal wetenschap per, maar ik word overal afge wezen omdat ik illegaal ben". Over een maand krijgt hij uit sluitsel over zijn beroep op de afwijzing van zijn asielaan vraag. Hij heeft geen idee hoe het uitpakt. Zeker is dat hij niet terug kan naar Nigeria. Wie daar niet wil delen in de alom tegenwoordige corruptie wordt het leven onmogelijk gemaakt. Wie er de waarheid wil schrij ven, is zijn leven niet zeker. Een collega die over de drugshandel durfde te publiceren verdween spoorloos. Een andere collega die meer over deze verdwijning wilde weten, kreeg een bom brief. Afzender onbekend. Tij dens de begrafenis bedacht Jim dat het tijd werd om te vluch ten. Optimistisch als hij is, verlangt hij naar de legale status. „Ik ben in een land dat door God is gemaakt. Ik ben ook door God gemaakt. Dus Nederland is mijn land". Legaal kan hij ein delijk zijn bijdrage leveren aan de gemeenschap. „Ik hoop zo dat ik word toegelaten tot de. universiteit. Dan kan ik rech ten studeren, advocaat worden, Aba verdedigen en de anderen die moeilijkheden hebben. Ik wil goed Nederlands leren spre ken en een zegsman worden voor de hedendaagse vluchte lingen in dit land". Uitzichtloos Aba en Jim, twee illegalen, twee mensen tussen de wal en het schip. De gemeentelijke sociale dienst in Den Haag sprak met 119 illegalen over hun verblijf in Nederland. Het rapport 'Eens komt de dag...' schetst eenzelfde uitzichtloos beeld. Een Turkse Kurd kreeg geen paspoort of toeristenvisum. Voor veel geld kocht hij een ille gaal paspoort. Van het geld dat hij overhield kon hij alleen nog een buskaartje kopen naar Roe menië. Vandaar is hij lopend naar Nederland gekomen. Asiel aanvragen durft hij niet uit angst te worden teruggestuurd. Vrienden van de Kurdische Vereniging vangen hem op, want hij is al acht maanden werkloos, per maand leent hij 400 gulden om van te leven. Het is de vraag of hij ooit van zijn schulden afkomt. Een werkloze Marokkaan, an alfabeet en alleen het Berbers machtig, leende geld van fami lie en vrienden voor een vlieg reis naar Nederland. Hij logeert en eet bij familie. Met het terug brengen van winkelkarretjes naar de supermarkt verdient hij gemiddeld vijftien gulden per dag. Turkse illegalen mel den zich bij de koppelbaas in het koffiehuis, 's Nachts wordt gewerkt in de kassen in het Westland a acht gulden per uur. De werkgever steekt de belas ting en de sociale premies in zijn zak. De koppelbaas houdt zelf ook het nodige loon achter. n Fe Wie zeurt, brengt hij niet mem met het busje naar het wett Net zoals de huisbaas drejis met uitzetting als de illegale Ijs woners van zijn pension klaggr over de slechte staat waarin hol huis verkeert. Acht mensen v(e: nen in drie kamers, per persotii betalen ze 200 gulden pd< maand. Niemand klaagt. N:h mand durft. m Spijt Werkgevers en huisjesmelke" ontvangen de illegalen rr^ open armen. Familie en vrie I den doen dat ook. Maar laij kunnen ze de solidariteit en r steun niet opbrengen. Het g^_ groeit niemand op de rug, de Ij huizing is krap. Vele illegal| hebben spijt van hun kony naar Nederland. Hun moe dromen zijn kapot geslagen j de harde werkelijkheid. Terf naar huis kunnen ze niet. Wd den ze niet met het leven bj dreigd, dan lijden ze een ong looflijk gezichtsverlies, al w» het alleen maar omdat de h J familie zich in de schuldP- heeft gestoken om een lid na het beloofde land te sturen. Ze blijven, koste wat het koi Staatssecretaris A. Kosto (jusio tie) kan dreigen wat hij wil, zdL Hans Krikke, lid van het Af" sterdamse onderzoekscollectie Opstand. Het enige wat hij b reikt is dat. illegalen mind zwart gaan reizen in het oper baar vervoer. Dat confectie-ar liers twee achter-uitgangi* krijgen in plaats van één. lis dat koffiehuizen minder va»r worden bezocht. Illegalen wcB den npg voorzichtiger, proljg ren zich zo min mogelijk opg] laten pakken. „Het verrekken- of vertrekke^ beleid van Kosto heeft geen dr kele zin. Wat weten wij Nedt landers nu van armoede of v^r politieke onderdrukking? Dt,; zijn de drijfveren van deze mey, sen, die poets je niet weg n>r hardere maatregelen en extd politie-invallen. Velen denkt c dat ze het hier nog steeds betzt hebben dan in eigen land. En hebben gelijk. Het is in Istanh, heel normaal dat je op je elfye jaar zestig, zeventig uur p'e week werkt in een stoffig en bil nauwd confectie-atelier een hongerloontje". K „Mensen vertrekken pas alsjt hier een situatie hebt gecreëe^ die nog erger is dan in de Derie Wereld. Zolang de winkels hil om de hoek vol liggen met alkp lei luxueuze spullen hebben E mensen hoop. Eens komt dag...". j, Den Haag, februari 1848 De Nederlandse koning Willem II vreest voor zijn troon. In Parijs heeft zich weer een omwenteling voorgedaan. Ook in Berlijn blijkt de revolutie uitgebroken en in Frankfurt. Op 13 maart laat de koning de voorzitter der Tweede Kamer bij zich komen. Hij vertelt hem dat hij tot „ruimere concessiën" bereid is. Op 15 maart worden de gezanten van Oostenrijk, Engeland, Rusland en Pruisen ontboden. De koning deelt hen mede dat hij in „24 uur van zeer conservatief zeer liberaal" geworden is: Nederland zal een democratie worden. De zeer liberale heer Johan Rudolf Thorbecke, hoogleraar te Leiden, wordt belast met het voorzitterschap van een commissie die een moderne grondwet moet ontwerpen. Zo komt er een einde aan de persoonlijke macht van de koning. Die macht verschuift naar de ministers die op hun beurt weer verrantwoording verschuldigd zijn aan een direct gekozen Tweede Kamer en een indirect gekozen Eerste Kamer. Het duurt echter nog anderhalfjaar eer Thorbecke zelf minister(- president) wordt en zijn intrek kan nemen in het Torentje aan het Binnenhof. idoor ties kwamen of dreigden. Dan RIK IN "T HOUT en GIJS KOREVAAR zie je - ik bedoel dat posi tief dat het geslacht van DEN HAAG Hoewel in dat beroemde Torentje nu een andere minister-president resideert de christen-de mocraat Ruud Lubbers is de grote Johan Rudolf er nog wel degelijk aanwezig. Vanaf de wand houdt hij in gete kende vorm een oogje in het zeil. Vandaag is daar nog meer reden toe dan anders, want in de achthoekige ka mer wprdt een vraaggesprek gehouden over zijn persoon. Aanleiding is het feit dat 's an derendaags in zijn geboorte plaats Zwolle een standbeeld van hem onthuld zal worden. En wie is voor die onthulling beter geschikt dan Ruud Lub bers? De huidige minister-pre sident blijkt heel wat af te we ten van zijn illustere voorgan ger en diens tijd. „In 1848 was in heel Europa de kracht van de opbloeiende de mocratie zo sterk dat er revolu- Oranje-Nassau ook toen al heel praktisch was ingesteld was. De koning zag in dat er iets moest gebeuren. Daardoor kon Thor becke zijn grondwet gaan schrijven. Er was ook hoffelijk heid van de andere kant. De hele vorige eeuw heeft geen en kele minister-president zich zo willen noemen. Zij waren sim pelweg minister en voorzitter van de ministerraad. Thorbec ke stelde paal en perk aan de macht van de koning, maar bleef keurig spreken over 'de koning en zijn ministers'. Heel hoffelijk, heel respectvol". „Overigens is Thorbecke in mijn ogen niet alleen de Titaan die de koning bedwong. Hij is ook en vooral de architect van het moderne binnenlandse be stuur met zijn drie verschillen de niveaus. Hij heeft Nederland tot een gedecentraliseerde een heidsstaat, misschien beter ge zegd een nationale eenheids staat gemaakt. Die ordening heeft ook geresulteerd in een goed functionerende democra tie, met de drie verschillende bestuurlijke niveaus. Daarop moet je hem beoordelen. Niet alleen op die gebeurtenis aan het begin van zijn carrière". Doordat Thorbecke geen echte premier, geen regeringsleider werd, kregen ook de andere mi nisters veel macht. Dat heeft uit eindelijk geleid tot de beruchte verkokering van de rijksover heid en het niet kunnen afzetten van zelfs de slechtste vakminis ters. „Dat is waar, maar dat mogen we Thorbecke niet aanrekenen. Dat zou te simpel zijn. De ver kokering van de rijksoverheid is in zijn huidige vorm veroor zaakt door iets wat na zijn tijd ontstond. Ten tijde van Thor becke had je clubs in de Kamer, van mensen die zich verenigden nadat ze gekozen waren. Veel later pas kwamen de politieke partijen die vooraf kandidaten gingen stellen. De partijen kre gen ook grote invloed op de per sonen in het kabinet. Bij kabi netsformaties werd het de eer ste politieke man van de partij, de fractievoorzitter, die onder leiding van een formateur gaat onderhandelen met collega's van andere partijen". „Eerst worden de departemen ten verdeeld naar de politieke verhoudingen. Dan dragen de fractievoorzitters de personen voor, de kandidaten die door de formateur worden getoetst op teamgeest enzovoorts. Maar dat betekent ook dat het heel moeilijk is om het regeerak koord te wijzigen of met andere mensen de rit te vervolgen. Daar zitten namelijk ook twee sloten op. Als premier word je geacht je collega's te verdedi gen. Maar daar waar dat begin sel opzij gezet zou moeten wor den in het kader van de kwali teit van het bestuur, zijn er nu ook twee niveaus nodig om daar 'ja' tegen te zeggen. In de prak tijk komt het heengaan van mi nisters daarom nu veel minder voor. Niet door een gebrek aan ridderlijkheid van personen maar door de invloed van de partijen, door de systematiek dus van het samengaan van in dividuele ministeriële verant woordelijkheid en de benoe ming vanuit de eigen politieke partij". In Thorbecke's tijd was er een districtenstelsel, waardoor de leden van de Tweede Kamer een veel sterkere band hadden met de mensen die hen hadden geko zen. Nu zien veel mensen het verschil tussen een minister en een fractieleider niet eens meer. „Veel meer dan vroeger zitten parlementariërs op de kamers van bestuurders of van hun ambtenaren. Dat lijkt heel mooi, omdat zij zo zorgvuldig mogelijk het bestuur willen controleren. Een groot nadeel is echter dat het gezicht naar de samenleving minder wordt. Dat is geen persoonlijke kritiek op wie dan ook. De samenleving is veranderd en dat schept een si tuatie waarop we een antwoord moeten geven. Laat ik dat toe lichten". „Vroeger had een kamerlid een natuurlijke achterban. Zo ben ik ook zelf in de politiek terecht gekomen. Nadat ik er een tijd niet naar omgekeken had, ging ik weer eens naar een KVP-ver- gadering in Rotterdam. Daar was net aan de orde het samen stellen van de kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkie zingen. Staat er een man op, een zekere Laurentius de Bot, en zegt: ik zie daar een jonge man zitten, dat is een schip perszoon. Wat ik niet was, maar mijn moeder kwam wel uit die kringen; was ook aan boord van een schip geboren. En ik deed zelf veel in de schipperswereld. De Bot zei toen: het wordt tijd dat er een schipperszoon in de raad komt en jullie zouden wel gek zijn als je Lubbers niet zou nemen. Zo ben ik dus -zij het wat later in de Rijnmondraad- in de politiek terecht geko men". „De partijvorming hing in die tijd nog nauw samen met wat heette de verzuiling. Heel veel mensen die in vertegenwoordi gende functies terecht kwa men, hadden ook een binding met de samenleving, met de on derwijsbeweging, de arbeiders beweging, de werkgeversvere nigingen. In de 20 jaar dat ik in de politiek ben, zijn in die bin dingen snel tempo afgenomen. Door het einde van de verzui ling zijn de volks-vertegen woordigers verder van de bur gers komen te staan". „Er is veel belangstelling in de politiek voor staatkundige ver nieuwing. Vandaar dat de com- missie-Deetman er gekomen is. Het kabinet werkt daar graag aan mee. Wij voelen ons zelfs als paarden die bij de teugels ge houden worden. Maar we heb ben nu eenmaal beloofd de Ka mer het primaat te geven. Ho pelijk kan er komend vooijaar over gediscussiëerd worden. Het is onderhand twee jaar ge leden dat het rapport van de commissie-Deetman uitkwam. Het wordt tijd dat we de balans gaan opmaken. En keuzes te maken". „Dan zal het niet in één keer hchter ons liggen. Maar dan zal de lijn worden uitgezet, waar door ik toch wel denk dat men later over de negentiger jaren zal zeggen of schrijven: toen zijn er een aantal wezenlijke verbeteringen of bijstellingen in ons staatkundig systeem aangebracht". Districtenstelsel Een paar voorbeelden van mo gelijke veranderingen. Gaan we soms terug naar het districten stelsel „Sommigen zeggen: misschien moet je een ander kiesstelsel creëren. Een districtenstelsel of een gemengd stelsel zoals in Duitsland. Ik ga daar niet op vooruit lopen. Ik weet niet of u gelijk hebt in uw stelling dat mijn partij dat wil. Het CDA is nu zover dat het niet bij voor baat 'neen' zegt tegen welke staatkundige verandering dan ook". Ook niet tegen de gekozen bur gemeester? „Nee, al vraag ik me af of die fi guur niet meer nadelen dan voordelen oplevert. Een recht streeks gekozen burgemeester leidt al gauw tot monisme en ik zelf ben een echte dualist. Het stelsel waarbij bestuur en volksvertegenwoordigers naast elkaar staan. Het leidt tot een vraag over machtsvorming en hoe mensen daarmee omgaan. Corruptie vind ik een te zwaar te woord, maar hoe blijft zo'n man 'in office'. Hij zal toch iet moeten doen voor de mensei die hem geholpen hebben. Hn kan tot bevoordelen van deelbi langen komen". „In mijn idee doen we er in ii der geval goed aan de benoemd burgemeester weer meer echj taken geven. Het is een raj ontwikkeling dat de man I vrouw die voor de bevolking d eerste burger is, nu vaak hjj minste te doen heeft. De we houders moeten hem veel mee laten doen dan representatie"11 En de gekozen minister-presj dent „Een politicus doet altijd gedi, teerde uitspraken, hè. DuJ neen, die komt er niet'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 4