De tijd van de goden
ging in stilte voorbij
Zaterdag
Oppositie legt
Indiase premier
vuur aan schenen
D ET
Leidse Courant r\
zaterdag 7 november 1992
foto ap
,/iim 40 procent van de 880
iljoen Indiërs leeft onder de
tmoedegrens.
door Aad Luymes
Het zal ongetwijfeld een hete herfst worden voor de 71-
jarige Indiase premier Narasiraha Rao. Wederom staat
de wens van de militante Hindoes centraal om een
tempel te bouwen in de stad Ayodhya, op de plaats waar
al eeuwen een moskee staat.
Naast deze religieuze kwestie, die de gemoederen hoog
deed oplaaien en al aan ruim 2000 mensen het leven
heeft gekost, groeit de economische onvrede als gevolg
van Rao's liberaliseringsprogramma. Dinsdag
probeerde Rao een massale staking te voorkomen tegen
de prijsverhogingen door enkele duizenden leidende
figuren op te laten pakken. Onder de arrestanten
bevonden zich ook honderden leden van de oppositionele
hindoeïstische Bharatiya Janata Partij (BJP).
Deze partij had tot de protestactie opgeroepen en was
ook de motor achter de bouw van de omstreden Hindoe
tempel die in juli door de premier werd opgeschort. Door
zich hard te maken voor de bouw van de tempel slaagde
de BJP er binnen enkele jaren in om van een rechts
splintergroepje uit te groeien tot India's grootste
oppositiepartij.
Ondanks de massale arrestaties gaven in de grote steden
in het noorden veel mensen toch gehoor aan de
stakingsoproep, die werd gezien als een krachtproef
voor de BJP. In New Delhi bleven veel winkels dicht en
reden de bussen niet. Een BJP-vertegenwoordiger zei
dan ook „dik tevreden te zijn", hoewel niet overal werd
gestaakt. „Het is de eerste keer dat een partij oproept tot
een landelijke staking en we zijn zeer tevreden met de
respons." Hij voegde eraan toe dat de BJP door blijft
gaan met protestacties tegen het
hervormingsprogramma.
De BJP verwijt Rao dat het
radicale hervormingsbeleid dat hij
vorigjaar inzette, leidde tot sterke
prijsverhogingen waar vooral de
boeren en de miljoenen armen
onder lijden. De prijzen voor
zaken als brood, benzine en
kunstmest zijn soms tot 20
procent verhoogd. Ruim 40
procent van de 880 miljoen Indiërs
leeft onder de armoedegrens.
„Veel van de hervormingen
leidden slechts tot nog meer lijden
voor de gewone man", aldus BJP-
voorzitter Murli Joshi.
Veel Indiase bedrijven gingen over
de kop nadat de regering vorigjaar
een aantal protectionistische
maatregelen afschafte. Diverse
bedrijven kunnen niet langer
ongelimiteerd de slechte kwaliteit
leveren zoals ze gewend waren,
doordat ze nu hun monopolie
verloren hebben. „Bij een Indiase
auto maakt alles lawaai behalve de
claxon", was dan ook een veel
gehoorde opmerking.
Om de BJP de wind uit de zeilen te
nemen beloofde Rao de boeren
eerder deze week al een pakket
maatregelen van 177 miljoen
dollar om de pijn te verzachten.
Maar de landbouwers laten zich niet inpakken. De
Janata Dal, na de BJP de grootste oppositiepartij, heeft
al laten weten eind deze maand tienduizenden
graanboeren naar de hoofdstad New Delhi te brengen
om te protesteren tegen de verhoging van de
kunstmestprijzen en tegen de graaninvoer uit het
buitenland. Critici zeggen dat de regering graan invoert
en daarvoor dertig procent meer betaalt dan zij de
boeren wil betalen. De weigering van de regering om
door subsidies de prijzen voor Indiaas graan aan te
passen leidde tot een scherpe terugval in de eigen
graanproductie en toenemende werkloosheid.
Protectionisme
Nadat Rao vorigjaar de vermoorde Rajiv Gandhi
opvolgde als leider van de Congrespartij en vervolgens
premier werd, maakte hij een einde aan veertig jaar van
protectionisme. Onder zijn leiding zet India nu zijn
eerste stappen op weg van een meer sociaal geleide
economie naar de vrije markt. Hij opende de deuren voor
buitenlands kapitaal en klopte bij het Internationaal
Monetair Fonds (IMF) aan voor een lening van 5 miljard
dollar. Als voorwaarde eist het IMF een stringente
bezuinigingspolitiek. Met allerlei staatssubsidies moest
korte metten worden gemaakt en ook gaat de bezem
door de vele zeer bureaucratische staatsinstelingen.
De BJP, die beschikt over 119 van de 545
parlementszetels, verzet zich tegen het regeringsbeleid
om multinationals naar India te lokken en het land te
verkwanselen aan het grootkapitaal. Er wordt wel veel
gedaan aan „externe liberalisering", maar niet aan
„interne liberalisering", aldus de BJP-functionaris.
„Als je ook maar een klein fabriekje wil beginnen, heb je
nog steeds allerlei vergunningen nodig, terwijl de
multinationals niaar hun gang kunnen gaan'
Tempel
Tegen de achtergrond van economische en sociale
onrust ontrolt zich binnenkort het zoveelste bedrijf in
het drama rond de tempel in Ayodhya. Militante
Hindoes willen in deze noprdelijke stad volgende maand
een tempel bouwen voor hun god Rama. Volgens de
overleveringen is op deze plaats ooit Rama, een van de
belangrijkste goden van het Hindoe-pantheon, ter
wereld gekomen. Precies op de plaats waar de moskee
staat die in de 16e eeuw door de Mogul-keizers werd
gebouwd om de overwinning te vieren van de islam op
het hindoeïsme. De godsdiensttwist tussen de Hindoes
en moslims heeft de laatste driejaar al aan zeker 2000
mensen het leven gekost en leidde tot de val van twee
regeringen.
Ook het kabinet van Rao loopt nu gevaar meegesleurd te
worden in de tempeldans. In juli werd de bouw voor drie
maanden stopgezet om een adempauze in te stellen en
de religieuze heethoofden af te laten koelen. Maar
tevergeefs, zo bleek vorige week in New Delhi bij een
bijeenkomst van Hindoepriesters en heiligen.
Zij stelden dat de bouw van de tempel op 6 december
weer zal worden hervat. Duizenden vrijwilligers zullen
dan naar Ayodhya gaan om hun heiligdom gestalte te
geven waarbij de moskee moet wijken. Eerdere pogingen
leidden meermalen tot bloedige veldslagen.
Bemiddelen
De leiders van de met de BJP gelieerde Hindoe-priesters
en organisaties zeiden bovendien geen gesprekken meer
te zullen voeren met de regering, die probeert te
bemiddelen tussen beide partijen. De afgelopen
maanden zijn twee verzoeningspogingen van de
regering mislukt.
Aanvankelijk stond nog een derde gespreksronde
morgen op de agenda. Als de militante Hindoes bij hun
besluit blijven niet weer om de tafel te gaan zitten,
ontnemen ze de regering een kans om op het laatse
moment een nieuw drama af te wenden.
Michael de Larrabeiti, verslaggever van de Sunday Times was onlangs aanwezig bij een hindoe
ceremonie in de Indiase stad Nasik. Om de twaalf jaar dompelen Sadhu's - naakte heilige mannen -
zich daar onder in het tempelmeer van Trimbakeshwar om zich schoon te wassen van hun zonden.
Door ruzies onderling misten de Sadhu's het moment van de goden.
De met as getooide Sadhu's gaan op weg naar de plek waar zij zich van hun zonden zullen schoon wassen.
door Michael de Larrabeiti
„De tijd van de goden is aangebro
ken", zei Vanita. We stapten in de
bus, een enorm vaalgroen geval be
schilderd met stakerige witte men
senfiguurtjes. Uit het bagagerek
hingen bloemen. We waren uit Bom
bay naar het noorden gekomen, naar
Nasik aan de weg naar Trimbakesh
war. Wat voor tijd het ook was voor
de goden, voor ons was het twee uur
's morgens en onze oogleden waren
We waren maar met een klein groep-
jevvijf man onder de hoede van Vani
ta, een grote vrouw van het 'no-non-
sense' type, gekleed in een blauwe
sari. Om haar nek droeg ze een zwa
re gouden ketting met de afbeeldin
gen van haar favoriete goden. „Ik
draag ze altijd bij me", legde ze uit,
„en ik bid tot hen allemaal".
Vanita spreidde een ontstellende
energie ten toon. Op de lange reis
van Bombay had ze ons verhalen
verteld uit de heilige boeken, yoga-
oefeningen gedemonstreerd en ze
had ook nog mijn hand gelezen.
Maar toen we als kiezels in een blik
de bus rondstuiterden op het slechte
wegdek vertelde ze ons nog een an
der verhaal - het verhaal dat ons
naar India had gevoerd.
„Er was eens", zei Vanita, „een tijd,
vele duizenden jaren geleden, dat de
goden en de demonen een grote oor
log voerden. Ze vochten om een
'kumbh', een kruik kostbare nektar.
Deze kruik lag op de bodem van de
oceaan en de strijd was zo hevig dat
de wateren in beroering raakten en
de golven huizenhoog opspatten. De
oorlog was lang en bloedig, want
men wist dat wie de nektar dronk
het eeuwige leven vergund zou
zijn".
„Uiteindelijk kreeg de god Vishnu
de kruik in handen, maar de demo
nen gaven het niet zo gemakkelijk
op. Ze achtervolgden hem en de
strijd duurde nog twaalf jaar voort,
tot de goden de demonen definitief
versloegen en onsterfelijk werden.
Nog een ding... tijdens de strijd vie
len vier druppels van de nektar op de
aarde, op vier verschillende plaatsen
- Allahabad, Hardwar, Ujjain en
Nasik. En sinds die tijd wordt er in
iedere stad om de drie jaar bij toer
beurt een 'mela', een feest, gehou
den in een cyclus van 12 jaar. Dit
jaar is de beurt aan Nasik en Trim
bakeshwar en vanavond is het hei
ligste feest van allemaal".
In de voorafgaande weken waren
naar schatting drie miljoen pelgrims
en 20.000 'sadhu's' (hindoestaanse
heilige mannen) naar Nasik gereisd
om deel te namen aan de grootste
van de Kumbh Mela. En deze nacht
zouden de sadhu's een grote proces
sie vormen met muziek en opgetuig
de olifanten, om zich vervolgens on
der te dompelen in de heilige wate
ren van het tempelmeer te Trimba
keshwar; wateren uit de bergen, uit
de bron van de Godvari, een heilige
rivier die recht door het land naar de
Golf van Bengalen stroomt.
Toen we onze bestemming naderden
nam het aantal mensen op de weg
toe en al snel was de chauffeur ge
noodzaakt te stoppen. We klauter
den uit de bus en deden, daar Trim
bakeshwar die nacht het heiligste
van het heiligste was, onze schoenen
uit en gingen te voet verder, om
ringd door pelgrims. Al snel ver
smalde de weg; andere weggetjes
kruiste» ons pad en klommen naar
de hogergelegen delen van het dorp.
Van tijd tot tijd passeerden we een of
twee olifanten die braaf stonden te
wachten tot ze deel mochten nemen
aan de grote ceremonie; in de donke
re stukken stonden grote pelotons
politieagenten.
Verderop werden we staande gehou
den door een official. Hij gaf ons alle
maal een naamplaatje. Toen sprak
hij ons streng toe: „De sadhu's zul
len naakt zijn wanneer zij zich on
derdompelen en het heilige water
drinken, evenals sommige van de
vrouwen. Wees eerbiedig want ze
zijn in trance en als je hen verstoort
kan er weet ik veel wat gebeuren".
We-gingen hem voorbij een dalend
straatje in waar hele families in de
nauwe portaaltjes van hun winkel
tjes sliepen.
De weg kronkelde verder tot we plot
seling bij een open plein kwamen
waarboven de takken van een enor
me bayanboom zich uitstrekten.
Aan de ene kant bevond zich het
tempelmeer en even verderop de
tempel met een zuilengang langs de
rand van het water. We begaven ons
onmiddellijk naar de tempel in het
schijnsel van gele lantaarns dat ons
het aanzien van malarialijders gaf.
We passeerden een groep streng in
tiet gelid staande militairen, officie
ren. In de zuilengang namen we
plaats op houten stoelen niet meer
dan een halve meter van het tempel
meer; het water was modderig groen
en zag er solide genoeg uit om op te
lopen. Ik wist dat ik er geweest zou
zijn als ik er een slokje van zou drin
ken; de sadhu's waren ongetwijfeld
van een ander, geharder en heiliger,
kaliber.
Op het water dreven, ongerijmd, op
geblazen binnenbanden, met een
stukje touw aan een zuil vastgebon
den. Discreet in de schaduw opge
steld stonden badmeesters in witte
zwembroeken, de armen professio
neel over de borst gekruist. Het
meer was diep en eenmaal in trance
geraakt zou een sadhu kunnen ver
dwijnen, ondergeduwd door de exta
tische menigte.
Voorbij de gele lichten en voor ons
onzichtbaar stonden de 250.000 toe
gestroomde gelovigen, vol gespan
nen verwachting. De spanning was
voelbaar in de nacht, hoe zacht die
ook was. We zaten bij het meer en
wachtten tot het half vijf zou wor
den, het moment dat de sadhu's en
hun volgelingen zouden verschijnen.
Zo nu en dan paradeerden de officie
ren op en neer en hun korporaals
kwamen en gingen met boodschap
pen voor hun meerderen.
Het tijdstip naderde en de spanning
steeg ten top. Vanita betastte om
steun zoekend de goden aan haar
ketting; we hadden toen de muziek
al moeten horen, het geluid van in
aanbidding verheven stemmen,
maar er was niets te horen, het bleef
stil. Het moment kwam en ging
voorbij. Tegenover ons, aan de ande
re zijde van het meer, zat een andere
groep buitenlanders, Noren. Zij
wachtten beleefd terwijl het licht be
gon te worden. Vanita zuchtte en
stopte haar goden weer onder haar
sari, uit het zicht. Ze knikte in de
richting van de 250.000 wachten
den. „Ze staan hier al sinds gisteren
morgen", zei ze. „Alleen om hun hei
lige mannen te zien'... ik hoop dat ze
niet kwaad worden'
Tenslotte werden de lichten ge
doofd. Een groep apen begon te kij
ven in de bomen boven het tempel
dak. Een soldaat bracht een bood
schap. De sadhu's hadden ruzie ge
kregen en de 'mela' ging niet door.
Twaalf jaar wachten voor niets.
„Wanneer de sadhu's ruzie krijgen",
zei Vanita, „krijgt zelfs Vishnu ze
niet het water in".
We namen dezelfde weg terug. De
straten baadden in het daglicht en
we konden de enorme menigte pel
grims nu duidelijk zien staan, nog
steeds onbeweeglijk, nog steeds ho
pend. We volgden Vanita door een
steegje waar de luiken van de win
kels werden geopend en de dag in
alle ernst begon. We vonden onze of
ficial achter een glas thee. „Geen
mela", zei hij. „Is dat nou even pech
hebben".
Trimbakeshwar ligt in een vallei,
aan drie kanten omringd door steile
heuvels. De Godvari stroomt vlak en
open als een meer door de vallei.
Vanita voerde ons mee over een steil
paadje dat tussen schuurtjes en hut
ten doorkronkelde, vol mannen,
vrouwen, kinderen en vee. Tussen
de primitieve afdakjes wasten de
mensen zich bij standpijpen.
We hielden halt bij een deur waar
voor een kleine menigte zich had
verzameld. Vanita had een audiëntie
weten te regelen bij een van de be
langrijkste sadhu's van de mela. We
voegden onze schoenen toe aan de
verzameling op de drempel, trokken
onze hoofden in en betraden de lage
hut. Met gekruiste benen namen we
plaats op stoffige kleden.
Voor ons bevonden zich drie, in saf-
fraankleurige gewaden gehulde sad
hu's, op matten langs een van de
muren. Voor hen zaten tien of vijf
tien mensen, soms pratend, soms
niet. De pelgrims betraden vrijelijk
het huis en naderden het heilige trio
met eerbied, hen met nederige han
den aanrakend. De sadhu's waren
magere mannen met fijne gelaat
strekken en wijze baarden. Een van
hen was wakker en bestudeerde ons
met trotse en doorvorsende ogen; de
andere twee sliepen zittend.
Het was een ruzie geweest over de
indeling van de processie. Een com
missie van sadhu's van tien verschil
lende groepen had tot een bepaalde
volgorde besloten, maar een 'akha-
ra' (groep) was daarmee niet geluk
kig geweest. De akhara besloot ter
compensatie zelf de 23ste het tem
pelmeer in te gaan, een nacht met
volle maan.
Daar waren de andere akhara's weer
niet blij mee geweest en zij hadden
na onderling beraad een verbod uit
gevaardigd: de 23ste was geen goede
dag. Tenslotte weigerden de rebellen
ieder voorstel en de discussies wer
den zo verhit dat een rel dreigde. Het
heilige moment ging voorbij en de
processie naar de tempel was niet
meer mogelijk: het hele evenement
werd afgeblazen.
Terwijl Vanita onze vragen vertaal
de werd koffie in kommen geser
veerd door een andere sadhu, een
jongere man. De koffie was tot op het
weerzinwekkende af gezoet en niet
warm genoeg om de kleinste bacte
rie te doden. Ik dronk de kom dapper
leeg. Buiten ging de menigte voorbij.
Kinderen koekeloerden naar bin-
Iets verder wasten vier mannen zich
bij een waterreservoir, geheel ont
kleed. De mannen die voor het huis
aan de overkant lagen te slapen
draaiden zich om en geeuwden zich
zelf wakker. Ergens vlakbij klonk
tromgeroffel en de rook van vuil dat
werd verbrand dreef door de open
deur naar binnen, andere geuren
met zich meevoerend: wierook, voe-
del en de geur van de aarde die werd
opgewarmd.
De sadhu zuchtte; ja, het was een
schande dat zoveel pelgrims teleur
gesteld waren, maar de 23ste was
nou eenmaal geen goede dag. Het
had allemaal een hoop geld gekost
ook nog. Hij gebaarde met zijn han
den, om iedere vinger een ring. Op
de volgende Kumbh Mela zou de re
bellerende akhara niet mee mogen
doen... dat stond als een paal boven
water.
We vouwden onze handen en bogen.
We gingen naar buiten en worstel
den ons terug door de menigte, langs
de olifanten en langs een groep
naakte sadhu's, hun huid overdekt
met as en stof, bijna niet te onder
scheiden in de duisternis van de hut
waarin zij zich bevonden. Hun haren
waren lang en grijs en hun ogen
staarden.
Terug bij de kruiswegen zaten de
Noren op een muurtje op hun mini
bus te wachten. „Ik ben van heel ver
gekomen", zei een van hen boos, „en
ik heb hier veel voor betaald". Ik
was geamuseerd, ik deelde)zijn ver
ontwaardiging niet; ik was 'high'
van de geluiden en kleuren! en op de
een of andere manier was de erva
ring precies goed geweest. Om me
heen bevond zich een menigte pel
grims. Sommigen waren aan het
wassen of koken, anderen waren al
op weg naar een nieuwe bestem
ming.
Uitziend over de vallei kon ik zien
waarheen zij gingen en waarom. Een
eindeloze stroom mensen beklom de
heuvel om het heilige water te drin
ken uit de bron zelf van de heilige ri
vier; de processie van witte dhoti's
en heldergekleurde sari's werd opge
licht door de ochtendzon en bewoog
zich langzaam tegen het doffe en
mistige groen van de begroeiing.
Toen we met slaperige ogen weer in
de bus stapten, zwaaide de boze
Noor ons een groet toe. „Ga niet te
ver weg", riep hij. „Over 12 jaar is er
weereen".
De volgende Kumbh Mela vindt
plaats in 1995 in Hardwar in Utar
(c) The Sunday Times, Londen