Fietsen met de ijzeren razernij voor ogen
Zaterdag
Fietsen door het gebied waar de Betuwelijn komt te lopen, was zijn
opdracht. Zo reed de afgelopen week in de Alblasserwaard een stevige
verslaggever rond op een veel te klein huurrijwiel. Vaak genietend, soms
mopperend. Als hij bijkans door een vrachtwagen van de dijk werd geblazen,
bij voorbeeld.
door Mark Glotzbach
Be fietsenstalling van station Slie-
bjrecht heeft drie rijwielen in de ver
huur, damesrijwielen van klein mo
del. Van de een zitten de jasbescher-
ners los, de andere heeft een lekke
borband, zodat het dus de derde
irdt.
Ga eens fietsen in gebieden waar de
Betuwelijn komt te lopen en maak
een sfeerverhaal. Met die opdracht
begeeft de huurder, een fors uitge-
rallen figuur op een nietige tweewie-
Ier, zich de Alblasserwaard in, raar
n elkaar gekrompen, het jack opbol-
Bnd voor de buik en de knieën haast
gen hét stuur.
tan tijd tot tijd staat hij stil om wat
i een schrijfblokje te krabbelen dat
ij dubbelgevouwen in de binnenzak
ij zich draagt. Hij beseft een tame-
ijk merkwaardige vertoning op te
veren in het verlaten land. Maar
ip de weg richting Bleskensgraaf
jlijft bekijks beperkt tot bevreemde
ilikken van passerende automobilis-
;en.
n de trein had de man zich ver-
leugd op deze dag. Want de zon zet-
de wereld in een witgouden, ver-
eveld licht. Ook zag hij drie knob-
elzwanen opstijgen, even mooi als
e wel op de televisie ziet. En langs-
Iraaiend, waren de poldersloten de
lauwstalen spaken van een hori
zontaal, wereldwijd wiel.
Het grijs drong echter al op vanuit
het westen en vanaf de spoorbrug bij
Sliedrecht was aan de Beneden Mer-
wede te zien hoe het inmiddels met
de hemel boven was gesteld. De
stroom leek gesneden uit het zink
van Vrouw Holle's wasted.
Vloeipapier
(Onderweg op de fiets merkt de man
dit het minder grauw is dan hij
lesde. Het zwerk vertoont eerder
lijkenis met vloeipapier, vol met
ior elkaar gelopen vlekken, vaag
auw en rose en voor de zon zelfs
at geel, dat lager in het zuiden
vergaat in oranje, waartegen de
innende pluimen van de wegpopu-
iren en de Afrokapsels van de
ïotwilgen fraai afsteken,
et rad van het landschap draait nu
tan stuk trager. De wateren zijn net
ischouwd, de sloten strak en
E:hoon. Met de zwarte bagger en rot-
mde planten op de oevers omkade-
1 n zij de kavels met dubbele ran-
ïn, noteert de man, die de Lek en
nge-fietsroute van de ANWB
Igt-
it is bijna windstil en het ge-
bouwde water zet alles keurig op
jn kop, vrijwel zonder storende
mpels. Dubbele waar voor je geld,
enkt de man terwijl hij een gespie-
ilde blauwe reiger volgt. De boven-
e vogel vliegt over een groepering
1 in schapen die nog onlangs zijn ge-
horen en nu in hun flanelletjes lo
in te grazen. De onderste reiger is
a het oversteken van de sloot
oorloos verdwenen in het gras.
en troep spreeuwen stort zich on-
1 ir schril gejuich op de uitwerpselen
inhet verweide vee. In het noorden
warrelt een wolk witte en zwarte
nfetti op. Kieviten. Hier en daar is
F plantenwereld bezig het water te
iroveren en bedekken dikke lagen
)od kroos de sloten. Vanuit de dui-
;rs is het versierd met een waaier
an sporen, aangebracht door ge-
ierte dat het daglicht schuwt.
luziek
erwijl hij oostwaarts rijdt, hoort de
ian een lieflijk gefluit. Een zwerm
nienten, opgeschrikt door iets on-
igaanbaars, cirkelt boven een wat
redere waterloop. Op de grondtoon
in ver tractor- en vrachtautogeraas
laakt deze eendesoort daar een
parlijk mooi stukje muziek. Een
'aai valt in. Jammer,
n voort gaat het weer. Je wordt
er n°g gegroet, merkt de man met
noegen op wanneer twee mannen
het glazen huisje van een tege-
'oet komende tractor precies gelijk
anuit de elleboog de onderarm met
Uitgespreide hand omhoog laten
appen, als waren zij marionetten,
idiend door een onzichtbare pop
enspeler op het dak.
6 overal aanwezige wilde eenden
®geren minder positief op zijn aan-
ezigheid. De hele weg al ergeren ze
man met hun lawaaierig vlucht-
'drag, dat zijn tocht zo als het ware
zoomt met dom gekwaak. Dan lie-
!r de torenvalken die bij zijn nade-
'g stil opvliegen uit de bermbo-
'n. Om de paar honderd meter
n. Of zou het steeds de zelfde zijn?
!Ihan is nu zo'n anderhalf uur on-
Nveg en hij heeft nog geen voet-
nger of andere fietser gezien. Alles
rplaatst zich hier op vier wielen,
'chts enkele hengelaars, afkom
Mogelijk tracé van de Betuweroute
Belangrijke bestaande spoorlijnen
fotos Harry Verkuylen
In gedachten ziet en hoort hij hoe een spoorlijn het gebied doorsnijdt, IJzeren razernij, die de smienten met hun zoete gefluit vermaalt.
stig uit een Mercedes, vormen een
tijdelijke uitzondering op die regel.
Verfoeilijke amateurs, die hun
vangst in een plastic emmertje depo
neren. Als hij een vent was, zou hij
het waar ze bijstaan leegkiepen in de
sloot, denkt de man, en hij rijdt door.
Lunch
Niet ver van Giessen-Oudekerk
loopt tussen zwarte elzén en knot
wilgen die wel eens mogen worden
gesnoeid een karrespoor de polder
in. Aan het begin een zitbank, waar
op de man zich neer
laat. Het middaguur is
reeds voorbij en hoog
tijd voor het nuttigen
van de meegebrachte
boterhammen (voor
wie dieper geïnteres
seerd is in deze mate
rie: ze zijn bruin en be
legd met snijworst en
bacon). De man stelt
zich het blij-ongelovi-
ge gezicht van zijn
baas voor als hij merkt
dat de lunchkosten op de onkosten-
nota ontbreken.
Terwijl hij nog nageniet, dringt het
ineens tot hem door dat er wel wat
erg veel kapmeeuwen op de weilan
den bezig zijn met voedseltrappelen.
'Zijn er meeuwen op het groen, dan
wordt het weer gemeen', luidt im
mers een Fries gezegde, dat in die
taal overigens rijmt. En ja hoor, de
eerste spatten vallen al.
De man spoedt zich naar Giessen-
burg om daar in een passende gele
genheid de meteorologische ontwik
kelingen verder af te wachten. He
laas zet de bui niet door. Even buiten
genoemd dorp zet de man zich heen
over de teleurstelling een gelegimi-
teerd glas bier te moeten missen. De
Giessen is best een leuk riviertje,
houdt hij zichzelf voor. Waarom
hoor je altijd lovend spreken over de
Linge en nooit over de Giessen?
Gek
Uit de bespiegelingen omtrent dit
prangende vraagstuk schrikt hij
wakker door een vrouwenstem die
achter hem roept: „Hé, doe je ge
woon, gek!" Bedoelt ze hem? Vindt
ze misschien ook dat zo'n grote kerel
niet op een meisjesfiets hoort? Ge
snuif en gehijg helpt hem uit de
droom. Een hond draaft met hem
mee, een zwart dier met een vrolijke
oogopslag dat best samen met de
man de wereld in zou willen, maar
op bevel van zijn meesteres dient af
te haken.
Gelukkig biedt zich al gauw nieuwe
stof ter overpeinzing aan. 'Rob fuc-
koff en 'Toon klootzak' staat in res
pectievelijk onbeholpen en schriele
letters op een bouwval. Een plaatse
lijke vijandschap in enkele woorden
weergegeven. Om een meisje, ver
moedt de man. Waarom anders?
Toch niet om een geleend hengeltje
dat in het water van de Giessen is ge
vallen, neemt hij aan.
Giessenburg gaat in zuidwestelijke
richting over in Giessenburg-Oude-
kerk en bij het verlaten van laatstge
noemd dorp stuit de man op duidelij
ke tekenen van ongenoegen over de
mogelijke komst van de Betuwerou
te, die, het Groene Hart aantastend,
met een grote boog noordelijk om
Hardinxveld-Giessendam zou ko
men. Hij schrijft de volgende span
doekteksten over: 'Wij op de schei
dingslijn, dan hier geen trein', 'Hier
geen Betuwelijn, vervoer over water
de juiste weg', 'Met geld is niets goed
te maken, weg met de Betuwelijn'.
Weer buiten de bebouwde kom laat
de man zijn blik over het glanzende
polderlandschap waren. In zijn geest
ziet en hoort hij een spoorlijn die het
gebied doorsnijdt waar
hij heeft gefietst. Met
elke drie minuten een
trein. IJzeren razernij,
die de smienten met
hun zoete gefluit ver
maalt. Hij huivert. En
niet omdat de tempe
ratuur slechts tien
graden bedraagt en
het nu echt begint te
regenen.
In Hardinxveld-Gies
sendam zoekt de man
zijn toevlucht in café 't Kraaienest.
Fats Domino zingt. Boven de cleur
meldt een lichtkrantje de plaatselij
ke voetbaluitslagen van drie dagen
geleden. Buiten giet het. Tegen het
raam hangt een sierglasovaal, voor
stellende een zeeman uit vroeger tij
den, uit een kraaienest turend door
een kijker. Wat hij ziet, blijft in het
ongewisse. Maar blij is zijn uitdruk
king niet. De fietser bestelt nog eens.
'Rijndijk
De volgende dag treffen we de man
aan op de Rijndijk tussen Arnhem en
het Pannerdense Veer. De Rijn heet
hier trouwens Pannerdens Kanaal.
De man heeft dit keer een NS-fiets
van het juiste model kunnen huren,
wat goed van pas komt vanwege de
stevige bries, die op zo'n hoog boven
het maaiveld uit stekende route wel
haast hard te noemen is. Ook daar,
dwars door de Oost-Betuwe, loopt
het voorkeurtracé van de Betuwe
lijn. Door de KEMA-toren vastge
pind op de Veluwerand liggen wol
ken gereed om te worden uitgerold
over de smetteloos blauwe vloer van
de hemel.
De man vergelijkt dit landschap met
dat van gisteren in de Alblasser
waard. Hier heeft herverkaveling
nog niets rechtgetrokken en verwijd.
Wegen met namen als Paddepoel,
Duimeling en Krakkedel dalen van
de dijk af. In ruimvallende grijze
pelsjassen gestoken wilgen hurken
langs de wielen en kolken, waarvan
sommige zo rond zijn als meteoriet
kraters.
Wat hier nieuw is, dateert van vlak
na de oorlog. Herbouw en herstel na
hevige grondstrijd en bombarde
menten. Maai- in harmonie met wat
er al was, althans voor de buiten
staander.
Petjes
De kapmeeuwen zitten vandaag aan
de waterkant, hoewel hét weerbe
richt voor morgen gewaagt van
noodweer. Vreemd genoeg hebben
ze voor de winter hun zwarte bivak
mutsen verwisselt voor witte petjes,
Het geschouwde
water zet zet
alles keurig op
zijn kop, dubbele
waar voor je geld
meesnelt over de uiterwaarden. De
kinbaard steekt fier naarvoren, de
dunnende kuif waait op. Wodan op
de fiets. En, hoe bestaat het, net
lacht hij om dit beeld of een neer
strijkende buizerd zweeft mee op
zijn schaduwhoofd, dat ineens reus
achtige vleugels krijgt. Afgezien van
het mythisch beleven, vindt de man
het ook wel eens leuk de bovenkant
van een vliegende buizerd te zien.
Even daarna scheert zijn schaduw
over een weiland dat vol ligt met
blad en stronken van witte kool,
groene kool, bloemkool en rode kool,
met sinaasappelen er tussendoor.
Voor wie zou dit rijke vegetarische
aanbod zijn bedoeld, vraagt de man
zich af. Er is niets of niemand aan
wezig in het betreffende perceel
gronds.
Zijn verbazing is van korte duur
want er komt hem een vrachtwagen
combinatie tegemoet. Het gaat nu
om puur lijfsbehoud. De luchtver
plaatsing van zo'n monster valt na
melijk niet te onderschatten, even
min als de breedte. Smalle dijkwe
gen als deze kennen geen vluchtstro
ken en het lijkt eraf of eronder te
worden. Maar er vaart een zekere
koppigheid in de man. Hij blijft op de
fiets, al schampt het gevaarte hem
bijkans en laat de luchtdruk hem
wankelen. En dan zeuren ze over de
Betuwelijn, moppert hij halfluid.
die met een knoopje achter hun oor
vastzitten. De wegen van de natuur
zijn soms net zo kronkelig als rivier
dijken, meent de man naar aanlei
ding van deze waarneming. Mee telt
ook dat hij nu wind mee heeft, maar
dat hem over enkele honderden me
ters weer wind tegen wacht, zij het
in gradaties van schuin, want een
dijk keert nimmer op zijn schreden
terug, evenmin als een rivier.
Naast de kokmeeuwen (dat is hun
andere naam), maar met net genoeg
tussenruimte om geen irritatie op te
wekken, scharrelen troepen meer
koeten rond, beesten die in de broed
tijd toeteren als antieke auto's. Ze
schijnen achter hun Tante Truus-ui-
terlijk ook nogal agressief te zijn.
Dat is eigenlijk net zo gek als nijl
paarden die mensen doormidden bij
ten, bedenkt de man, die thans wat
afdwaalt van zijn opdracht, namelijk
een sfeer te proeven die er na de aan
leg van de Betuwelijn niet meer zal
zijn. Dat is de schuld van de wind.
Die blaast een fietser terug in zich
zelf.
Appels
Boomgaarden genoeg hier, sommige
al kaalgewaaid, andere verkleurend.
Eén enkele boom, in de tuin van een,
dijkhuis, gloeit nog van de appels.
Het is dat de fietser al geruime tijd
van jongen man geworden is, want
anders....
Die schepen gaan verdomd snel, con
stateert de man op een plek waar de
dijk dichtbij het kanaal komt. Even
snel als hijzelf op dit stuk, dus een
kilometer of vijftien per uur. En bij
het veer gekomen, moet hij ei-varen
dat het schip dat tevoren gelijk met
hem opvoer thans een forse voor
sprong heeft genomen. Kunst,
stroomafwaarts en rechttoe-recht-
aan, voegt hij de schipper in gedach
ten toe.
Net als gisteren verorbert de man
ook nu zijn middagboterham op een
bankje, dat uitzicht biedt op de pas-
infografiekSijthoff Pers
serende scheepvaart. De wind blaast
hem echter ongenadig in de nek en
hij heeft zijn inknoopbare capuchon
thuisgelaten. Op de terugweg valt
hem op dat hoogspanningsleidingen
in dit landschap niet het perspectief
versterken, zoals ze dat dat wèl doen
in de westelijke polders. Het samen
spel met de bodem ontbreekt. Bene
den is het te rommelig.
Pony's
Pony's zijn hier even talrijk als koei
en elders, een andere observatie van
de man. Ze zijn er niet om jonge
meisjes te gerieven, blijkt uit een la
ter te Huissen (spreek uit: Huussen,
anders kijkt men je verwonderd aan)
aangeschaft gidsje. Er was in de Be
tuwe behoefte aan een sterker trek
dier dan de hond. Zodoende.
De dag vordert en dus daalt de zon.
De rook van de Huissense steenfa
briek krijgt een rossige tint. Zich
naar het noorden reppend, kijkt de
man hoe zijn langgerekte schaduw
In Arnhem-Zuid rydt de man lek
met zijn mooie huurfiets. Omdat hij
nu zijn koud geworden voeten kan
warmlopen, blijft hij verbaal binnen
aanvaardbare grenzen. Niettemin is
het een forse wandeling naar het sta
tion en een heel gesjouw trap op trap
af bij de brug pver de Rijn.
Al lopend heeft hij .ruimaphoots de
tijd om eens na te denken over de
uitspraak die drs. H.W.H. Welters,
directeur van de havenonderne
mersvereniging SVZ, deed in een
'special' over de Betuwelijn van het
NS-blad 'Op het spoor'.
Welters zegt tot slot van zijn betoog:
'De aanleg van de Betuweroute is
waarschijnlijk nog het kleinste pro
bleem. Straks moeten de goederen
ook nog op de rails komen. Een klus
voor de NS, natuurlijk, die de markt
moeten maken. Maar ook een opga
ve voor de overheid. Die moet beleid
maken. Een slagvaardig flankerend
beleid, dat het mogelijk maakt dat de
verschillende modaliteiten in onder
linge harmonie hun rol kunnen ver
vullen'.
Bla-bla-taal, die naast minachting
voor de tegenstanders echter duide
lijk maakt dat er geen behoefte be
staat aan de Betuweroute, maar dat
die behoefte nog moet worden ge
schapen.
Bij het inleveren van de fiets doet de
man op een wat huilerige toon zijn
relaas over wat hem in Arnhem-Zuid
is overkomen. De dienstdoende ver
huurder volstaat met een 'ja, dat
kan gebeuren'. Een banaliteit met
een ongekende lading, zo komt het
over bij de man, die het perron juist
op tijd bestijgt om zijn trein te zien
wegrijden.
Hoogspannings-masten passen niet in dit landschap, te rommelig.