zingt zijn laatste liederen Een laatbloeier erse romantiek voor schoolmeisjes Hechte reclame voor de vioolsectie Afscheid van de rijkdom van het Rijk Cultuur C I Leidse Courant woensdag 21 oktober 1992 I Hij zal er aan moeten wennen dat hij tegen Pasen niet meer de Matthaus-Passion hoeft te zingen. Bariton Ruud van der Meer neemt afscheid van het concertpodium. Hij wil de critici voor zijn. doorAdriaan Hager nderscheiding »r Rembrandt- iderzoek isterdam Prof. dr. Ernst i de Wetering, voorzitter van Foundation Rembrandt Re- rch Project (RRP), heeft gis- en op de kunst- en antiek- 'rs PAN in Amsterdam de steESBIK-Award gekregen. ontving de onderscheiding, taande uit een bedrag van 000 ecu (23.000 gulden) en 'bronzen beeld van de kun- "ares Winneth Sala, uit han- lvan drs. Tjerk Westerterp, rzitter van de Europese 'hting tot Bevordering van "ternationale Kunst, gons Westerterp krijgen in- "ties als het RRP te weinig Tdering voor het werk dat vorrichten. „Met de meest vanceerde technische '^historische methoden het RRP een meer dan 'astische bijdrage geleverd ',de toeschrijving van schil- 1Jen aan Rembrandt", aldus sterterp. Rembrandt Research Pro- 'begon zijn werkzaamheden 1968. Het doel was het on- foeken van Rembrandts ge taterde ceuvre en het samen- n van een kritische catalo- 8 van zijn schilderijen. Het heeft tot nu toe geresul- ta in drie van de vijf geplan- e'en van 'A corpus of Rem- ^nt paintings Voorburg Met zeven liedre citals neemt bariton Ruud van der Meer (56) de komende we ken afscheid van zijn concert publiek. Voor Den Haag lag de keuze van het podium voor de hand. Vijfentwintig jaar gele den trad hij daar voor het eerst op in de serie van De Zingende Zolder. Vanavond geeft hij, in Theater Pepijn, een concert in dezelfde serie. „Ik wil voorkomen dat publiek of pers zich gaan afvragen of het geen tijd wordt dat die Van der Meer eens een punt gaat zetten achter zijn carrière", zo licht de bariton zijn besluit toe. „Ik zou theoretisch gezien ze ker nog wel een jaar of vijf kun nen zingen, maar ik heb van ou dere collega's zoveel verdriet gezien omdat zij door het pu bliek in de steek waren gelaten of omdat zij werden wegge schreven. Natuurlijk doet het afscheid nemen pijn. Als ik voor mijn boekenkast met stapels partituren sta dan denk ik: die heb ik straks niet meer nodig. Ik kan me geen Pasen voorstel len zonder dat ik een aantal Matthaus-Passionen heb ge zongen of een Kerst zonder Weihnachts-Oratorium. Maar ik ga er niet moeilijk over doen". Hobo Vader Van der Meer, conserva toriumleraar, zag voor zijn zoon een opleiding als hoboïst. Ruud bracht het tot lid van het Residentie Orkest, werd 'ont dekt' als koordirigent en van het één kwam het ander. Hij werd leraar schoolmuziek bij het Edith Steincollege en op richter van het Edith Steincon- cours dat inmiddels is uitge groeid tot het Prinses Christina Concours voor musicerende leerlingen van middelbare scholen. Van dat tot buiten de grenzen uitgegroeide concours is hij inmiddels directeur. Van der Meer: „Het is precies 25 jaar geleden dat ik voor de grap meedeed aan een zangcon cours ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van het Nederlands Impresariaat. Ik had nog nooit serieus zangles gehad, maar won daar wel de eerste prijs. Mijn eerste radio recital was bij de AVRO met ene Jansen aan de piano. Ik was in dat circuit een absolute buiten staander en had nog nooit van Rudolf Jansen gehoord. Mijn afscheidsconcert in de Amster damse Kleine Zaal doe ik na tuurlijk met diezelfde Jansen. Ruud van der Meer begon zijn carrière door voor de grap mee te doen aan een zangconcours. Bij het concert in De Zingende Zolder zal Frans van Ruth mij begeleiden". Na de eerste concerten ging Van der Meer zich professioneel toeleggen op het opbouwen van een zangcarrière. Hij volgde lessen bij Lucy Frateur, Dora Lindeman, in Parijs bij Pierre Bernac, in Londen bij Gerald Moore en in Salzburg bij Paul Schilkawsky. „In die tijd" vertelt Van der Meer lachend, „kreeg ik wel eens telefoontjes van koorbe- sturen met de vraag of ik dan en dan vrij was voor een concert. Ik zei dan altijd heel gewichtig: Ik zal even in m'n agenda kij ken. Maar die agenda was toen nog helemaal leeg. Toen ik met zingen begon was ik al 31 jaar, een echte laatbloeier. Ik dacht dat m'n tijd als orkestlid verlo ren tijd was geweest, maar ik kwam er al spoedig achter dat dat zeker niet het geval was. Ik kende al die aria's uit Passio nen en oratoria door en door. Weliswaar als hoboïst, maai' als schnabbelaar bracht ik een enorme ervaring mee". Cantates „Ik heb natuurlijk ongelooflijk veel geluk gehad dat ik tal van Bachconcerten en plaatopna mes met Harnoncourt heb kun nen doen. Een jarenlange sa menwerking in vele cantates en ook in het Concertgebouw met de jaarlijkse passie-concerten. Harnoncourt is een dirigent die begint waar de meeste andere dirigenten eindigen. Ik bedoel daarmee dat hij op een hoog ni veau aan repetities begint om daarna met de uitvoering de top te bereiken. Ik wil niet arrogant overkomen, maar door die sa menwerking met Harnoncourt was ik niet meer in staat met middelmatige dirigenten en bij middelmatige koren ergens in de provincie te zingen. Ik kon dat artistiek niet meer opbren gen". Ruud van der Meer heeft tallo ze concerten in het buitenland gegeven. Vooral in Engeland en met name bij de BBC. „Enge land", zegt Van der Meer vol overtuiging, „is het enige land waar ik mij niet in het buiten land voel. België is voor mij al buitenland, Engeland niet". Buiten de grenzen beleefde Van der Meer de hoogtepunten in zijn 25-jarige carrière: zijn eer ste recital in de Carnegie Hall, zijn Duparc-recital in Parijs voor de familie van de compo nist en zijn concerten in St. Pe- tersburg en Moskou. Ruud van der Meer noemt zich zelf een geluksvogel. Hij kijkt terug op een-opvallende carriè re, op grote en grootse concer ten, op veel waardering. „Ik heb al die jaren gezaaid, het wordt nu tijd om te gaan oogsten", al dus de zanger die vanavond lie deren van Duparc, Chausson, Ibert, Poulenc, Fauré, Debussy en Hendrik Axidriessen ten ge hore brengt. ahoy', ROTTERDAM ris de Burgh (zang, gitaar), mny McBride (gitaar), Jeff illips (drums), Glenn irrow (toetsen), Al Marnie sgitaar), Coco (gitaar, sen, saxofoon) a Hans Piët ids Chris de Burgh met 'Lady Red' alle intérnationale hit sten aanvoerde, is de samen- elling van zijn publiek veran- ird. Hij vindt nu vooral een orerend vrouwvolk tegen- ir zich, dat voor een groot il bestaat uit schoolmeisjes, komen af op de romantiek in zijn werk met een Ierse ASSIEK hartstocht is beschreven. Een uitverkocht Ahoy' in Rot terdam werd gisteravond ge vuld met Ierse weemoed. Hoe wel zijn groep voor het grootste deel bestaat uit Canadezen, ademt de muziek van De Burgh vooral de groene, glooiende heuvels van zijn vaderland en de smaak van bier. In zijn (verhalende) teksten daarentegen gaat het veelal over vrouwen en varen. Die the ma's krijgen met de melancho lie die in het krachtige stemge luid van Chris verscholen ligt, een bijzondere lading. Bijgestaan door vijf muzikan ten, die de hemelpoort wagen wijd openzetten - waardoor het publiek in een muzikaal para dijs belandt - laat Chris de Burgh horen hoe puur vakman schap gekoppeld aan wild en thousiasme tot wonderschone resultaten leidt. Spannend Chris maakt spannende muziek in een spannend decor. Daarbij verpakt hij op het podium zijn composities in een steviger jas je, echter zonder ooit de emotie uit zijn werk te verliezen. Hij rockt, soms behoorlijk ste vig, waarbij gitarist Danny McBride (terecht) alle ruimte krijgt. En zo zorgt hij ervoor dat het dansfeest zijn dorpse karak ter verliest. Omdat het om een uitgebalan ceerde show gaat, komt ook zijn meer ingetogen werk aan bod. Dan kruipt Chris achter de pia no en bezorgt hij met 'Borderli ne' bij voorbeeld kippevel of pakt hij de gitaar om in z'n een tje 'Carry me' te zingen. Als Ier is hij natuurlijk ruim toebe deeld met woorden en daar laat hij het publiek graag van genie ten. Humor Die verhalen zijn doorspekt met humor, al zijn het ook vaak doordenkertjes. Krachtigste voorbeeld is de geschiedenis in een Rotterdams café waar hij moeite had een Coebergh met ijs te bestellen. Vervolgens zingt hij 'Lady in red', overi gens het toppunt van slijmbal- lenmuziek. Die hits zijn onopvallend tussen het andere materiaal geplakt, maar Chris hoeft het dan ook niet van die bekendheid te heb ben. Zwakke plekken in het ma teriaal dat hij brengt zijn er na melijk niet. Als het publiek na ruim twee uur heeft staan dampen, tussen de wat onhandig geplaatste stoelen in de arena, bezorgt hij ze uiteindelijk nog een knallen de finale met onder meer 'High on emotions' en 'Ferryman'. Daarna zijn de zaallichten on verbiddelijk. IE DOELEN, ROTTERDAM Hanover Band o.l.v. Roy adman m.m.v. Benjamin idson (viool); werken van thoven. |R Dimitri van der Werf oude-muziekensembles zijn nu toe met een wijde boog het klassieke en vroeg-ro- ntische vioolconcert heenge en. Het lijkt er op dat zij deze 'terstand willen inhalen. Vo- week trad The Orchestra of Age of Enlightment in het isterdamse Concertgebouw met het vioolconcert van ndelssohn. Gisteravond ind het vioolconcert van ethoven bij The Hanover Band op de lessenaars. Dat deze ensembles dit reper toire zo lang hebben gemeden is niet verwonderlijk. Terwijl in de loop van de 18de eeuw de or kesten steeds groter werden, bleef het volume van de viool beperkt. Daardoor is het bijzon der moeilijk om een juiste ba lans te krijgen tussen de viool en het orkest en krijgt de solist weinig mogelijkheden om zich te profileren. Helaas vyas het niet alleen dit probleem dat de interpretatie van The Hanover Band tot een weinig geslaagde onderneming maakte. Het lag ook aan het geringe charisma van Benjamin Hudson. Met zijn onzuivere intonaties, ritmische' instabiliteit en technische on volkomenheden maakte hij niet bepaald reclame voor de viool sectie van het orkest, waarvan hij de aanvoerder is. Het is de vraag of het verstandig is viool concerten historisch verant woord uit te voeren. De moder ne viool en de transparante klank van een 'authentiek' en semble is voor het concert van Beethoven wellicht een ideale oplossing. Echt overtuigend was The Ha nover Band alleen in de Ouver ture Coriolanus: Het felle en beetje ruige spel van het orkest en de opzwepende directie van Roy Goodman pasten bijzonder goed bij het dramatische gege ven, een Romeinse veldheer die Rome probeert te veroveren, dat aan het werk ten grondslag ligt. De achtste symfonie klonk on evenwichtig. Goodman pro beerde het publiek te overrom pelen door het voortvarende en revolutionaire karakter van deze grillige symfonie te bena drukken. Tegelijkertijd wilde hij zorgvuldig Beethovens fra seringen, dynamische aandui dingen en metronoomcijfers volgen. Dat laatste bracht hem in problemen. In de finale schrijft Beethoven een contro versieel hoog cijfer voor. Dat deze cijfers gehalveerd moeten worden, wat enkele Nederland se musicologen beweren, wordt door de bronnen tegengespro ken. Wel is duidelijk dat die cij fers niet altijd betrouwbaar zijn. Beethoven was vaak nogal onzeker in het gebruik van zijn metronoom. Het hoge tempo dat Goodman nam, overtuigde in het geheel niet. Bovendien ontspoorden de blazers meer dan wenselijk. Ook hinderlijk was het dat de legatobogen ge leidelijk zachter werden. Leo pold Mozart schrijft dit in zijn vioolmethode. Goodman past ze echter veel te dogmatisch toe en liet de strijkers daardoor niet vrijuit zingen. In het interpre teren van historische bronnen over uitvoeringspraktijk is het verstandig de weg van het mid den te bewandelen. Coriolanus EXPOSITIE niet meer doen, en het is dan ook de Hannema de Stuers-fun- datie die onder de titel 'Rijks- oogst' in het Arnhemse Ge meentemuseum een keuze toont uit de beeldhouwkunst die de RBK de laatste vijf jaar verworven heeft. In Heino, in kasteel Nijenhuis, toont men de ^aankopen (voor namelijk schilderijen en teke ningen) die de dienst in 1991 deed. De toepasselijke titel van die laatste tentoonstelling is 'Beauty of the last minute'. Wat zich daaronder ook laat ver staan, zeker met betrekking tot de kunst, duidelijk is dat daar mee ook gezinspeeld wordt op het feit dat de Rijksdienst geen aankopen meer zal verrichten. Heel onopvallend, alsof ze het niet waar wilden hebben, is van dat feit kond gedaan. Verstopt in het jaarverslag over 1991 deelt de directeur van de dienst, Robert de Haas, mee dat in het kader van de Grote Efficiency Operatie (GEO) onder meer be sloten is tot 'de teruggave aan het departement van het bud get bestemd voor de aankoop van werk van levende Neder landse of in Nederland werkza me buitenlandse kunstenaars'. Op een bladzijde ervóór, in een beschrijving van wat de Rijks dienst is en doet, staat dat de dienst 'jaarlijks voor 1.000.000 aan kunst van he dendaagse in Nederland wo nende kunstenaars koopt'. Dat bedrag is dus nu weg. Bezui nigd. Eri nauwelijks een haan die ernaar kraait. Dat is nog het opvallendste feit: dat er nauwe lijks protesten zijn. Iedereen - kunstenaars, galeriehouders, ambtenaren - neemt dit kenne lijk voor lief. Niemand die er op wijst, dat daarmee een meerja rig beleid tot een voorbije perio de gedegradeerd wordt. Zeven jaren alert verzamelen, gedocu menteerd in een reeks catalogi die stuk voor stuk de waarde van een naslagwerk hebben, wordt botweg afgesloten. Onbe grijpelijk. Hoe zwaar die maatregel zal aankomen, is te zien in Arn hem. Zou zonder toedoen van de Rijksdienst ook een dergelijk overzicht te zien geweest zijn? Misschien; met veel bruiklenen wellicht, maar dan altijd slechts voor de duur van die ene ten toonstelling. Wat echter in Arn hem staat, is een collectie, een samenhangend geheel, hoe di vers ook samengesteld. Het is een verzameling die inhoude lijk zo rijk is, dat ze zich aan de hand van een vijftal thema's laat groeperen en benaderen. Andere ingangen en opstellin gen zijn echter even goed denk baar. Zo veel aspecten - van Ta- jiri tot Abramovic, van Visch tot Visser en van Beekman tot Van Lieshout - zijn er namelijk te onderscheiden. Afrekening Dat Gijs van Tuyl in een bege leidende tekst nogal laatdun kend doet over het Nederlandse beeldhouwen, doet daar niets aan af. Hij verruilt de Rijks dienst voor een nieuw museum in Duitsland. Zijn verhaal ver toont trekjes van een afreke ning. Hij neemt afscheid met een betoog dat stelt, dat het in Nederland in de beeldhouw kunst aan traditie ontbreekt, dat er nauwelijks criteria ter beoordeling bestaan en dat er bijgevolg sprake is van een beeldhouwkunst die een grote vergaarbak is voor alles wat in de kunst niet plat is. Eén uit zondering maakt hij: Carel Vis ser. Die is, aldus Van Tuyl, bij uitstek de belichaming van de moderne sculptuur in Neder land. De oorzaak van Van Tuyls on genoegen ligt in de (te grote?) vrijheid aan discipline en inter pretatie die de beeldhouwkunst zich volgens hem sinds de jaren tachtig veroorlooft. Dat alleen daarom de Nederlandse beeld houwkunst veroordeeld moet worden, is natuurlijk onzin. En als het al moet, dan met argu menten. De (soms te) volle za len in het Arnhemse museum bieden een inspirerend over zicht - aan de kunsthistorici de taak om die vloed aan beelden in te dammen en in passende kaders te plaatsen. In hun be vindingen heb ik alle vertrou wen. Ruimte Het dagje oost-Nederland is niet compleet zonder een be zoek aan de tentoonstelling 'De ruimte verruimd' in Kröller- Müller: ruim 250 tekeningen van zes architecten: Ben van Berkel, Aldo Rossi, Peter Wil son, Zaha M. Hadid, Coop Him- melblau en Herzorg De Meu- ron. Wat voor de beeldhouw kunst in zeer ruime mate geldt - een treden buiten de grenzen van eigen discipline - speelt ook in de architectuur. Schetsen en tekeningen zijn niet langer al leen gericht op praktische uit voering. Ze hebben een waarde gekregen die ze dicht in de buurt brengt van de beeldende kunst. ris de Burgh: op het podium krijgen zijn composities een steviger jasje. Na zeven jaar stopt de Rijksdienst Beeldende Kunst met aankopen. Zonder slag of stoot verdwijnt een budget van een miljoen per jaar. In Arnhem en Heino is voor de laatste maal te zien hoe jammer dat is. GEMEENTEMUSEUM, ARNHEM 'Rijksoogst', sculpturen uit de Rijkscollectie. Geopend: di-za. 10.00-17.00, zo 11.00-17.00. Tl m 8 november. Rijksmuseum Kröller-Müller, Otterlo: 'De ruimte verruimd'. Geopend: di- za 10.00-17.00, zo 11.00-17.00. T/m 22 november. DOOR CEES VAN DER Geer De keuze van de locatie lijkt symbolisch. Ver van de plaats van vestiging, Den Haag, neemt de Rijksdienst Beeldende Kun sten afscheid van zijn taak tot collectievorming van Neder landse kunst. Het oosten van het land is uitgekozen om voor de laatste keer verantwoording af te leggen van het gevoerde beleid. De dienst mag het zelf

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 21