Koeweit is er weer bovenop
nu de Koeweiti's nog
Zaterdag
Materieel gesproken is Koeweit weer boven Jan. Maar in de geest van de mensen heeft de brute
Iraakse bezetting een enorm wak geslagen. Vrees en wantrouwen regeren in de onderlinge contacten
en zelfs binnen families. Niet zelden worden angst en frustratie uitgeleefd op het (Aziatische)
huispersoneel.
ir Rogier Slop in koeweit
voor het eerst in een stad in het
Iden-Oosten komt, krijgt een da-
;nde aanslag op alle zintuigen te-
jk te verwerken. Het is een erva-
waardoor je het gebied redeloos
liefhebben of net zo redeloos
[iep gaat haten. Kleuren, kleder-
:hten, nog nèt rijdende auto
flarden muziek, twistge-
kken en autoclaxons, geuren
koffie, kruiden en rottend vuil-
alles wordt samengeperst in
!le straatjes tussen verweerde
len. Opgekookt met hitte en stof
ien deze ingrediënten de unieke
inge van steden als Kairo, Jeru-
>m en Damascus.
het niet in Koeweit-Stad, aan
landere einde van het Arabische
lereiland. De klederdrachten be-
i>n voor mannen vrijwel uniform
•1de hittebestendige witte djabbal-
in gesprekken vinden op gedempte
ijl plaats in de lobby's en tearooms
vj luxe hotels. De verweerde ste-
li zijn hier vervangen door glas,
\pner en beton. In plaats van
dille straatjes, ruime vierbaans-
njen, waarover Chrevolets en Mer-
l$ssen uit de duurste klasse vrij-
ij geluidloos langs zoeven een
de eerste schepen die na de be
etling in februari 1991 hier arri-
tfrde, had geen hulpgoederen
een paar honderd gloednieuwe
de pittoreske vuil-
lopen zoek je hier
De straten
zo stipt
•ongehouden, dat
m paar keer be-
ikt om je heen
alvorens een si-
itenpeuk in de
te gooien. Zelfs de
de markten,
kan de andere ste-
ipoveel charme ver-
nh, verschillen hier
ill zoveel van een
fig overdekt westers winkelcen-
gn, inclusief airconditioning, au-
alitische deuren en achtergrond
doek met een hoge irritatiefactor,
sloet hierbij worden aangetekend
mde grote oude soehk door de Ira-
•sin met de grond gelijk is ge
jast.
a*er
ic4 voor de romantiek van het Mid-
ddOosten hoef je niet naar Koe-
zi De bezoekers van het emiraat
esdan ook niet toeristen met kod-
loofddeksels, die zich gillend la-
•tograferen op een kameel. Het
lezoekers die ook Kairo en Da-
;ppus zo graag hadden zien ko-
it de in snel gesneden pakken ge-
e|e internationale zakenlieden.
ïjt Koeweit bezit nu eenmaal gro-
t4>orraden van het levenselixer
ij Ie wereld: olie.
rasr een zintuig in Koeweit op de
e if wordt gesteld, is het wel de
izin. Zodra je je op straat waagt,
jje die vage essence van gas en
Ide lucht vermengt zich met het
it it op je huid, het trekt in al je po
el Veel mensen begeven zich dan
gjiJleen op straat als het hoog no
te». De werkdag voor een Koeweitï
s Der meestal zo uit: vanaf huis
d&nditioned) met auto (aircondi-
gljd) naar kantoor (airconditio-
zQof naar winkel (airconditioned)
irzin naar restaurant (airconditio-
zelen weer naar huis (zie boven),
den in Koeweit is eigenlijk leven
del" een stolp.
zijr de Koeweiti's hebben deze ter-
nh) van het drabberige goed er
id« voor over. Niet omdat olie ze
bkat stelt om het leven van een
nietsnut te leiden er zijn heel
lafceslepen internationale zaken-
5sio in Koeweit maar ook omdat
mie ze in staat heeft gesteld om
ind razendsnel weer op de been
Gtjgen na de gruwelijkste periode
H»e Koeweitse geschiedenis: de
jisjzes maanden durende bezet-
oojdoor Irak. Ieder ontwikkeld
inifeou door de plundereringen en
jclfcestingen tijdens deze brute
gdpverval van Saddam tientallen
nc» in de tijd zijn teruggeworpen.
>er| dankzij de olie en de daaruit
rbiyloeiende tegoeden is Koeweit
nefm twee jaar na de invasie fy-
lijweer helemaal bovenop.
"kilakerd
ïlliMijk zijn er nog steeds stille
ekfeen te over van de bezetting,
leffleugel van het Sheraton-hotel
steeds niet in gebruik de ge-
ealp geblakerd door de mislukte
enfse pogingen om het gebouw tot
jgrond toe af te branden.
Coca Cola is in
het voetspoor
van het
Amerikaanse
leger het land
binnengedrongen
Wie door de wijken loopt, die gren
zen aan het strand, komt om de zo
veel meter een grote kale vlakte te
gen vrijgemaakt schootsveld van
de Irakezen, die rekenden op een
amfibische landing van de Amerika
nen. De huizenblokken die er nog
wel staan, zijn aan de zeezijde ruw
dichtgemetseld om als geïmprovi
seerde bunker te dienen in de 'Moe
der van alle Oorlogen'. Op het
strand ligt een twee-mans-mitrail-
leurbunkertje half weggezakt in het
zand. Langs de vloedlijn spelen golf
jes rond een stel schots en scheef in
het water staande Spaanse ruiters.
Het zijn de schamele resten van de
imposante Iraakse verdedigingslinie
die nooit gebruikt hoefde te worden.
Hier moeten Iraakse soldaten dag in
dag uit in de bloedhitte het blauwe
water hebben afgetuurd naar een
vijand die nooit via de zee kwam,
maar vanuit de lucht en via de ach
terdeur vernietigend binnenraasde.
Cirkelzagen
Schamele overblijfselen die gezien
de activiteiten van de bulldozers op
het strand binnen afzienbare tijd
ook verdwenen zullen zijn. Want de
wederopbouw gaat door tot alle fy
sieke sporen van de Irakezen zijn
uitgewist op een enkele kapotte
Iraakse tank na, die in een plant
soentje een monument vormt met de
tekst 'Wij zullen nooit vergeten'. Op
sommige plekken gaat de wederop
bouw nog door: cirkelzagen en hijs
kranen overstemmen vaak de
gebedsoproep, die door de trillende
lucht ijlt. Tenslotte werken in de
bouw veel niet-islamitische gastar
beiders uit Azië.
Maar dit zijn de laatste loodjes van
de wederopbouw. Verder is alles
weer op vooroorlogs peil. De olie
vloeit, de winkels zijn vol, de luxe
heeft zijn plaats her-
wonnen. Sterker nog,
Koeweit is zelfs verder
dan voor de oorlog:
Coca Cola is, in het
voetspoor van het
Amerikaanse leger,
het land binnenge
drongen. Voorbij is de
tijd dat deze grote cul
tuurdrager vanwege
een boycot de Arabi
sche markt moest la
ten aan concurrent
Pepsi. Dat Coca Cola
nog steeds intensief
zaken doet met het vermaledijde Is
raël doét niet meer terzake. Iedere
Pepsi-automaat langs de boulevards
wordt nu trouwhartig geflankeerd
door een identieke Coca Cola-auto
maat met een meter tussenruim
te, zoals in een slecht huwelijk waar
in de partners toch niet zonder ei
kaankunnen.
Bruut
Materieel gesproken is Koeweit dus
weer boven Jan. Maar in de geest
van de mensen heeft de brute Iraak
se bezetting een enorm wak gesla
gen. „Mijn landgenoten zijn nog
steeds onzeker. Ergens'worden we
nog steeds geregeerd door de vrees
dat de Irakezen nog weer terugko
men", zegt de 23-jarige Achmad, die
in Londen medicijnen studeert en
nu op familiebezoek is. „We weten
wel dat we nu goede verdragen met
de geallieerden hebben, en dat her
haling bijna zeker is uitgesloten.
Maar die invasie kwam ook uit de
lucht vallen, terwijl we er absoluut
niet op voorbereid waren. Die twijfel
neem je niet zo maar weg".
Achmad was in Londen toen de
Iraakse tanks zijn vaderland bin
nenratelden. Bij zijn terugkeer na de
bevrijding bleek hem al snel wat er
allemaal overhoop gehaald was in
het eens zo zorgeloze emiraat. „Ik
schrok nog niet eens zo zeer van de
verwoestingen en alle gruwelijke
verhalen; daar was ik via de media al
wel op voorbereid. Maar ik schrok
wel van de mentaliteit. Mijn landge
noten, die de bezetting hadden over
leefd, waren harder geworden, wan
trouwend en agressief. Dat ze bol
stonden van wraaklust tegenover de
Irakezen en hun handlangers is te
begrijpen: dat heb ik ook. Maar ook
tegenover Koeweiti's zoals ik, die de
bezetting niet hadden meegemaakt,
was er een muur van wantrouwen en
zelfs afkeer. Zelfs in mijn eigen fami
lie voelde ik het soms".
Telkens weer werd Achmad gecon
fronteerd met de klassieke vraag:
'Wat deed jij tijdens de oorlog?' Hij
antwoordde dan dat hij koortsachtig
geld had ingezameld, pamfletten
had verspreid en lezingen had ge
houden. ('De Britse regering was
vanaf het begin heel ferm, maar veel
Britten vroegen zich af of ze hun
huid wel voor ons moesten wagen.
Die moesten overtuigd worden. Pas
toen Saddam op tv zo poeslief deed
tegen dat doodsbange jongetje sloeg
de stemming om'). Sommige mensen
geloofden Achmad niet en verdach
ten hem ervan een luxe leventje te
hebben geleid in ballingschap, zoals
een aantal Koeweiti's inderdaad
heeft gedaan. Veel andere 'achter-
Tijdens de verkiezingscampagne kon iedereen zijn hart luchten, konden irritaties worden uitgesproken.
blijvers' haalden slechts meewarig
hun schouders op. Goed bedoeld van
die jongen, sprak uit hun houding,
maar wat hadden we daar nou aan?
Achmad hoopt dat deze kloof langza
merhand kan worden gedicht.
„Daarom waren die verkiezingen
van deze week zo goed. Tijdens de
campagne kon iedereen zijn hart
eens luchten. We konden de irrita
ties en tegenstellingen uitpraten. En
aan de uitslag kan je zien dat we wèg
willen van het verleden. De meeste
kandidaten zijn jong, de vrienden
van de emir hebben een nederlaag
geleden. Misschien kunnen we het
hoofdstuk afsluiten en gewoon ver
der gaan". Maar of het echt hele
maal zal lukken betwijfelt hij.
„Neem mijn eigen familie. Mijn oud
ste broer is opgepakt vlak voordat de
Irakezen zich terugtrokken. Waar
schijnlijk zit hij als krijgsgevangene
in Irak".
Even blijft Achmad stil. „En mijn
zusje heeft een einde aan haar leven
gemaakt. De Irakezen hadden haar
te pakken gekregen". Bijna hulpe
loos omzeilt hij de bitter-harde
woorden 'zelfmoord' en 'verkrach
ting'. „Hoe kan een gezin nou zoiets
zo maar vergeten?"
Verkrachting
Krijgsgevangenen (POW's) en ver
krachting zijn twee aspecten van de
oorlog die nog als een veenbrand
doorwerken in het collectieve geheu
gen. Dat zijn nu eenmaal geen din
gen die eindigden met de bevrijding
en de wederopbouw van Koeweit.
Aan de POW's, de gijzelaars in Irak,
wordt in Koeweit veel aandacht be
steed, aan verkrachting nauwelijks.
Op zich is dat begrijpelijk: verkrach
ting is in de islamitische maatschap
pij voor de vrouw een doodsteek.
Voor de dader voorziet de Islam
trouwens in zware straffen, maar
dat gaat natuurlijk in het geval van
anonieme Iraakse soldaten niet op.
Een verkrachte vrouw heeft als hu
welijkskandidaat zo goed als afge
daan. Ze moet maar afwachten of
haar familie haar liefderijk opneemt
of verstoot. Zelfs als het eerste het
geval is, blijft het van belang dat zo
min mogelijk andere mensen het we
ten, want als je naam eenmaal over
de tong gaat, ben je al snel toch een
paria. Vandaar ook dat verschillende
mensenrechten- en hulporganisa
ties het officiële aantal verkrachtin
gen tijdens de bezetting 'meer dan
duizend vrouwen' een te lage schat
ting vinden. Zeker ook omdat de Ira
kezen wisten dat door deze praktij
ken het moreel van de Koeweiti's
een gevoelige knauw zou krijgen.
Als iedereen die er iets van weet zijn
mond houdt, kan het slachtoffer
haar lot ontlopen. Sterker nog, het is
een publiek geheim dat er in Enge
land en de VS klinieken zijn waar
Arabische meisjes niet alleen uit
Koeweit weer worden omge
vormd tot zeer overtuigende maag
den. De eer is dan gered, maar je
moet je afvragen hoe fel het brand
merk op de geest nog nagloeit. Zeker
in een sfeer van verkrampte geheim
houding. Erger zijn de vrouwen er
aan toe, die door hun verkrachter(s)
zwanger zijn gemaakt en dat in een
samenleving waarin het woord abor
tus niet eens in de mond wordt geno
men. De oplossing die Koeweiti's
daarop hebben gevonden, is het kind
in alle geheim te laten komen om het
vervolgens anoniem een weeshuis
binnen te sluizen. De macabere kans
bestaat dus, dat kinderen die ouder
loos zijn geworden door toedoen van
Iraakse soldaten, samen opgroeien
met kinderen van Irakezen. „Ik
schat dat het gaat om enkele tiental
len", fluistert een arts die veel met
wezen werkt. „Maar het ware aantal
zullen we nooit weten. En dat is mis
schien wel beter ook".
Palestijnen
De sluier van geheimzinnigheid en
taboes, die over de verkrachting
hangt, ontbreekt geheel en al als het
gaat om een andere langslepend ge
volg van de oorlog, de POW's. Geen
dag gaat er voorbij zonder dat Koe
weitse media hun lot op de een of an
dere manier onder de aandacht
brengen. Zelfs tekenwedstrijden van
kinderen worden in de campagne
voor hun vrijlating gebruikt.
Natuurlijk is de zorg om de naar
schatting twaalfhonderd POW's im
mens geen weldenkend mens,
waar ook ter wereld, zou ook maar
een seconde rust hebben met de we
tenschap dat een dierbare in Sad
dams Irak gevangen zit.
Maar het bewind in Koeweit neigt er
af en toe naar om de POW's ook te
gebruiken als afweermiddel. Iedere
keer als de we^ld zich druk maakt
over de deportatie van Palestijnen of
de belabberde omstandigheden van
de Aziatische gastarbeiders komt
Pavlov-automatisch de wedervraag:
'Jullie zeuren maar over Palestijnen
en Aziaten maar wie maakt zich zor
gen over onze POW's?" Een legitie
me stelling, maar het treurige lot
van de gevangenen gaat op deze ma
nier wel erg lijken op een schaamlap
voor misstanden in eigen land.
Behaagziek
De Palestijnen in Koeweit. Eens een
bloeiende gemeenschap van vier
honderdduizend zielen, die de rug-
gegraat vormden van een florerende
middenklasse nu is het een
schichtig clubje van teri hoogste der*
tigduizend mensen. Jassar Arafat,
altijd in de buurt als er op het ver
keerde paard ingezet moet worden,
schurkte in de Golfcrisis wel al te be
haagziek tegen Saddam Hoessein
aan. Mede, dat moet worden gezegd,
onder druk van zijn achterban, die
in de Iraakse djetator de Arabische
leider zag die daadwerkelijk iets te
gen Israël durfde te ondernemen.
De Palestijnen in Koeweit hebben
het geweten. Een praatje met Ibra
him, een Palestijnse ingenieur, over
zijn op de Westoever van de Jordaan
gelegen vaderstad, slaat plotseling
om in een en al voorzichtigheid. „De
eerste tijd na de bevrijding was het
ergste. Alleriei pubers, die ergens
een wapen hadden bemachtigd,
stormden onze huizen binnen en
pakten willekeurig mensen op. Koe
weitse soldaten deden net zo goed
mee en Amerikanen keken de ande
re kant op", vertelt Ibrahim. „Ieder
een was op jacht naar Palestijne col
laborateurs. Dat was onzinnig. Na
tuurlijk waren er Palestijnen die de
Irakezen hielpen, maar die waren al
lang weggetrokken met het Iraakse
leger. Ze zijn nu of dood of ze zittn in
Irak. Nee, het was een bijltjesdag te
gen Palestijnen in het algemeen".
Al twee maanden na de bevrijding,
in april 1991, gaf Amnesty Interna
tional een rapport uit over de toe
stand in Koeweit waar de honden
geen brood van lusten. Kroonprins
en premier Saad al-Abdoellah al-Sa-
bah noemde de uitwassen toen nog
'oncontroleerbare uitbarstingen van
begrijpelijk wraakzuchtige elemen
ten'. Maar al snel bleek de exodus
een norme omvang aan te nemen en
bleek dat de regering daar wel dege
lijk ook de hand in had. Sommige Pa
lestijnen namen in de verziekte sfeer
maar liever het zekere voor het on
zekere, anderen werden pardoes op
het vliegveld gezet.
Het merendeel van hen leidt nu een
kommervol bestaan in Jordanië, een
arm Arabisch land dat deze vluchte
lingengolf ternauwernood aan kon.
In juli 1991 vertelde de Koeweitse
ambassadeur in Washington, sjeik
Saoed Nasir al-Sabah, dat er inder
daad een officieel programma be
stond om het aantal Palestijnen
drastisch te verminderen. Volgens
de ambassadeur, lid van de regeren
de familie, waren in Koeweit maar
vijftig- a zestigduizend Palestijnen
die echt werkten. De rest bestond uit
familie en 'afhankelijken' die zou
den zonder meer het land worden
uitgezet.
Sjeik Sabah probeerde de operatie te
maskeren door te zeggen dat Koe
weit minder afhankelijk van buiten
landers in het algemeen moest wor
den in het vooroorlogse Koeweit
vormden de Koeweiti's zelf 28^ van
de bevolking. Maar dat het specifiek
tegen de Palestijnen was gericht is
duidelijk. Want andere buitenlan
ders bleven komen Koeweiti's zijn
niet te beroerd om het middenklas-
sewerk van de Palestijnen over te
nemen, maar het nederige hand
werk moet toch echt aan Aziaten
worden overgelaten.
Willekeur
Al sinds de olie de Golfstaten schat
rijk maakte, trekt het gebied als een
magneet de arme sloebers uit Sri
Lanka, Bangladesj, de Filippijnen,
India en Pakistan aan. Het honger-
loontje van ruim honderd dollar is
voor hun een fortuin. Ze werken in
de bouw, in hotels en bij particulie
ren. Vooral die laatste groep heeft al
tijd al te lijden gehad onder wille
keur van hun werkgevers: paspoor
ten worden ingehouden, lonen wor
den gekort of helemaal niet uitbe
taald, werkdagen zijn krankzinnig
lang.
Dat is altijd een beeld geweest in de
Golfstaten, maar in Koeweit is de si
tuatie voor huispersoneel sinds de
oorlog danig verslechterd. Een groot
aantal meldingen van mishandeling
en verkrachting wordt gesignaleerd,
onder meer in een rapport van de
Amerikaanse mensenrechtengroep
Middle East Watch van augustus
van dit jaar. Het lijkt er op dat de on
zekerheid en de verharding van de
Koeweitse maatschappij het huis
personeel tot de ideale bliksemaflei
ders heeft gemaakt.
De Aziatische ambassades krijgen
een stroom van probleemgevallen
over zich heen. Maar meer dan be
middelen kunnen ze niet. „De auto
riteiten halen vaak gewoon hun
schouders op", zegt een Aziatisch di
plomaat. „En we kunnen ook geen
echte rel schoppen, want dan verpes
ten we het voor degenen die wel goed
zijn terecht gekomen, die zijn er ten
slotte ook. En voor de nieuwkomers
niet te vergeten. Want ondanks alle
verhalen staan er miljoenen in Azië
te trappelen om een baantje in de
Golf. Het geld is goed, tenslotte".
Zaken
Het geld is goed. Twee grote rood
verbrande mannen met diplomaten
koffertjes laten.zich puffend en steu
nend zakken in de fragiele stoeltjes
van de tearoom. Met het forse volu
me dat Amerikanen in het onbeken
de buitenland nog al eens willen aan
wenden om hun onzekerheid te mas
keren, beginnen ze aan hun klaag
zang. Dat eindeloze onderhandelen
zonder dat er tot zaken gekomen
wordt. Die berg formulieren die ie
dere dag weer moeten worden on
dertekend. En geen drup goed ijs
koud bier te krijgen. God zij dank
overmorgen weer naar huis.
Even later ruisen hun twee Koeweit
se gesprekspartners binnen. De
Amerikanen trekken onmiddellijk
een gezicht alsof hun leven zonder
déze ontmoeting van alle zin ont
bloot zou zijn geweest. De Koeweiti's
putten zich uit in beleefdheden bijna
op het onderdanige af. Maar er is
geen twijfel over de vraag wie hier
iets aan wie probeert te slijten: aan
tafel zit de lekke dollar tegenover de
keiharde olie-dinar. Op de gezichten
van de Koeweiti's is dan ook een sub
tiele, milde spot te lezen.
En ik hoor Achmad weer zeggen:
'We weten heus wel dat het niet om
onze mooie ogen is dat Amerikanen
ons bevrijd hebben en dat de zaken
lieden nu cle deur platlopen. Maar zij
hebben nog niet door dat wij dat
door hebben'.