Hoe Het Westen 'De Hoorn van Waanzin' creëerde Brieven van een twijfelaar Zaterdag/Boeken Op zoek naar de Ai Zoals bij zoveel landen in Afrika is de kolonialisatie de bron van veel ellende. De Vlaamse Els de Temmerman (30) was hulpverleenster in de Hoorn van Afrika (Soedan, Ethiopië, Somalië) waar nu een redeloze anarchie heerst, en bestuurders van de hulpverleningsorganisaties in de bars van dure hotels zitten. door Dirk Mellema De Hoorn van de Waanzin. Een mooie titel voor een boek over Ethio pië, Soedan en Somalië. Drie landen, die de laatste jaren garant stonden voor bloedige burgeroorlogen en schrijnende hongersnoden. Momen teel is er een piek in het lijden. In So malië sterven honderdduizenden, er wordt gevreesd voor twee miljoen doden, wellicht de ergste hongers nood in de moderne geschiedenis. De internationale schijnwerpers staan weer even op dit rampgebied. Maar meestal wordt er in stilte gele den in de 'Hoorn van de Waanzin'. Lijden is daar zo gewoon, dat het geen nieuws meer is en dus geen voorpagina's meer haalt. Cynici, die terugkeren van een bezoek aan dit deel van de wereld zeggen vaak het.- zelfde: 'bouw er een muur om, laat ze tien jaar het zelf uitknokken. Daarna gaan we kijken of er nog overlevenden zijn'. De situatie is er zo onoverzichtelijk en gevaarlijk, zwaar bewapende benden regeren er zo meedogenloos, dat ze er geen gat meer in zien, dat ze werkelijk niet weten wat er moet gebeuren om - vooral in Somalië - de situatie te normaliseren. Nog steeds is hulpverlening op grote schaal in Somalië onmogelijk, vooral door de- legertjes zwaar bewapende 'school jongens'. Els de Temmerman, een Vlaamse journaliste werkte eerst een jaar als hulpverleenster in een Soedanees vluchtelingenkamp en bereisde daarna 'De Hoorn' als journaliste. Ze was meer dan eens aan het front, toen de burgeroorlogen er hevig maar onopgemerkt waren, toen de nood er net zo hoog was als nu, maai' de wereld bezig was met de 'Golfoor log'. Zij schreef haar evaringen neer in 'De Hoorn van Waanzin', dat vorige week is verschenen. Ze toont het on voorstelbare lijden aan, maar ook dat we er geen muur omheen ihoeten bouwen. Al was het alleen maar omdat Het Westen en Het Oos ten er alles aan hebben gedaan om de totale wanorde in dit deel van Afrika te laten uitbreken. Suezkanaal De grootste pech van dit gebied is waarschijnlijk dat het Suez-kanaal ooit is gebouwd. De rijke koloniale machten kregen daardoor belang stelling voor de Afrikaanse oostkust vanwege z'n strategische ligging. Wie de Somalische kust beheerste, had controle over het Suez-kanaal en daarmee de belangrijkste han delsroute tussen Azië en Europa. Somalië werd verdeeld onder vier landen: Italië kreeg het zuiden, de Britten het noorden en het uiterste zuid-oosten (nu Kenia), de Fransen het uiterste noorden, (nu Djibouti), het westen, de Ogaden, werd inge lijfd bij buurland Ethiopië. In 1960 moesten de koloniale mach ten zich terugtrekken en werden willekeurige grenzen getrokken. Zo bleef de door Somaliërs bewoonde Ogaden bijvoorbeeld bij Ethiopië be horen. Eritrea werd ook een deel van Ethiopië, het christelijke en animis tische zuiden van Soedan en het isla mitische noorden moesten een staat gaan vormen. Noord en Zuid-Soma- lië werden tot een staat samen ge voegd. Uit al deze willekeurige gren zen, met het potlood getrokken lood- foto Els de Temmerman Door heel Somalië, in de kampen als op landjes in Mogadishu, bouwen de vluchtelingen dezelfde ronde hutten. rechte lijnen op de wereldkaart, kwamen even zovele 'vrijheidsoorlo gen' voort Na de terugtrekking van de Europe anen, kwamen de Russen en Ameri kanen, die de hun bevriende dicta tors van harte massaal bewapenden, waardoor de 'vrijheidsoorlogen' een stuk bloediger en heviger werden. In 1977, wisselden Moskou en Was hington van partner: de Russen lie ten de Somaliërs voor wat ze waren en gingen in zee met Ethiopië. De Amerikanen verhuisden daarop van Ethiopië naai' Somalië. Dit gebeurde tijdens de Ogaden-oorlog. Somalië was Ethiopië binnengevallen om het gebied, dat ooit door de Engelsen en de Fransen aan Ethiopië was gege ven, terug te veroveren, maai' leed een smadelijk nederlaag. De VS en de Sovjet-Unie begonnen wederom hun nieuwe partners te be wapenen, Het gevolg zien we nu da gelijks in Somalië. Het wapentuig van de benden is werkelijk uit alle hoeken en gaten van de wereld af komstig. Inmiddels is de koude oorlog voorbij en hebben de grootmachten zich te ruggetrokken, de Hoorn zonder eni ge structuur of bestuurstraditie met een overschot aan wapentuig achter latend in de handen van corrupte dictators. Het is bijna een wiskundi ge formule dat een dergelijke situa tie ontaardt in een totale rechteloze wanorde. Kinderbendes Een Italiaanse zuster, al tientallen jaren werkzaam in Somalië verzucht in de hoofdstad Mogadishu: 'Die op gefokte kinderbendes zijn het erg ste. Niemand controleert hen, nie mand probeert hen zelfs nog aan te pakken. Ze zijn nu veel beter georga niseerd, leiden hun eigen leven en zitten permanent onder de drugs. Als de nacht valt kruipen ze uit hun ruïnes, zetten hele wijken en dorpen af, halen alles leeg en doden wie zich verzet'. Noodhulp Naast de bewapening door de rijke landen en het misbruik door de kolo niale machten ziet De Temmerman nog een oorzaak voor de chaos: de ontwikkelingshulp. Niet de nood hulp, zoals Artsen zonder Grenzen of het Rode Kruis die uitvoeren. Die hulp is meer dan nodig. Hulpverle ners in landen als Somalië zijn zonder overdrij ving de helden van de moderne tijd. De Temmer man verloor in Mogadishu haar vriend Wim van Boxelaere, een bijzondere jonge man, die als hulpverlener voor het Rode Kruis uitgroeide tot een van de be langrijkste map- nen in Somalië. De Temmerman in haar boek: 'Hij raakte dodelijk verwond bij een be schieting tijdens onderhandelingen met de clanhoofden over de verde ling van voedselpaketten. De schut ter is een man, die een zak graan had geëist. Een van de clanhoofden, Mo- hamed Ali Barre werpt zich voor Wim om hem te beschermen. Hij vangt vijf kogels en sterft dezelfde dag'. 'Vermoedelijk heeft een van die ko gels ook Wim doorboord. Hij wordt ijlings naar het Medina-hospitaal ge bracht, waar het projectiel van Sov jetmakelij wordt verwijderd. Colle ga's geven bloed. Heel Mogadishu leeft mee. Generaal Aidid en alle clanhoofden komen hun medeleven betuigen. In een lange stoet stapt de Somalische bevolking op 12 decem ber achter de wagen, die Wim naar de luchthaven brengt'. Hij overlijdt in het vliegtuig tijdens het transport naar België. Ontwikkelingshulp De Temmerman maakt onderscheid tussen de noodhulp en normale ont wikkelingshulp, die zij bekriti seert. Volgens haar waren 'de -miljarden dol lars van vooral westerse rege ringen en orga nisaties als het FAO, de Wereld bank en het In ternationale Muntfonds bij na even ont wrichtend als de militaire hulp'. 'Eerder dan bij .te dragen tot zelfvoorziening in voedsel hebben buitenlandse donors en plaatselijke elites het grootste deel van de ontwikkelingshulp geïn vesteerd in de teelt van exportge wassen, een voortzetting vaak van de koloniale economie. De groot schalige exportplantages leidden tót inbeslagneming, uitputting en ver ziekingvan de al schrale gronden'. Zij geeft voorbeelden: 'Tijdens de hongersnood van 1984 en '85 voerde Ethiopië koffie uit, terwijl Soedan graan exporteerde naar de Golfsta ten exporteerde en een recordoogst katoen scoorde. En in het rampjaar 1988, toen in Soedan 250.000 men sen doodhongerden, werd op de staatsboerderij van Gezira 12 mil joen ton topkwaliteit graan geoogst, die de graanbergen in Europa ver grootten en terug kwamen in de vorm van voedselhulp'. Zij noemt het ironisch dat de arme landen de hun opgedrongen export producten nu niet meer kwijt kun nen, door de overschotten in Europa en de VS. Het is voor arme landen niet mogelijk te concurreren met de zwaar gesubsidieerde prijzen uit het Westen. De Temmerman: 'Zo zagen de lan den in de Hoorn van Afrika hun vee markt in het Midden-Oosten ver dwijnen door het massaal dumpen van Europese overschotten rund vlees in Saoedi-Arabië. In Soedan waren de ontwikkelingsprojecten voor de lokale bevolking, de kleine ambachtslui, straathandelaars, boe ren en veetelers, desastreus. De landbouw kwam in handen van mul- ti-nationale agro-bedrijven. De teelt van gerst en sorghum voor lokale consumptie moest meer en meer plaatsmaken voor grootschalige ge mechaniseerde en regenafhankelij- ke productie van handelsgewassen, die de bodem aanzienlijk uitputten. In het begin van de jaren tachtig was de helft van de boeren en nomaden van hun land verdreven'. Diepe kloof Maar ook de noodhulp-organisaties en de VN ontkomen niet aan kritiek. De bestuurders, de bobo's van de grote internationale hulporganisa ties, logeren altijd in Sheraton, rij den in de mooiste auto's, bivakkeren in grote villa's in diplomatenwijken. Hulpverleners uit de praktijk, die dagelijks mensen van de honger zien sterven, hebben daarvoor geen enkel begrip. Binnen de hulpverlening gaapt er een diepe kloof tussen de praktijkmensen en de talrijke be stuurders. Els de Temmerman er gerde zich aan de levenstijl van de blanke hulpverleners in de hoofd stad van Ethiopië. 'Te oordelen aan het soort leven dat de bonzen van de hulporganisaties in Addis Abeba lijden, zijn de bud getten onuitputtelijk. Zij rijden rond in de duurste auto's, werken in de modernste kantoren met de nieuw ste technologiën, nemen hun aperi tief in het luxueuste hotel en dreigen dat het nu maar eens gedaan moet zijn met die socialistische onzin of de kraan gaat dicht. Ze contrasteren fel met de bescheiden, vriendelijke en waardige Ethiopiërs, die trots zijn op hun eeuwenoude koptische tradi ties, hun paleizen, kerken en bouw werken, uitgehouwen in de rotsen van het vroegere Abessinië. Zij ver dienden dit inderdaad niet'. Slavenhandel De Temmerman, nu dertig jaar, heeft vele, vele mensen van de hon ger of door geweld zien sterven. De zelfde beelden die wij een minuut in het journaal zien, maar dan jaren achter elkaar en veel massaler. Ze zag mensen hun eigen uitwerpselen opeten. Ze besliste in kampen over leven en dood: wie er wel van het te weinige eten kreeg en wie niet. Door haar langere aanwezigheid achter haalde ze zaken, die niet iedereen di rect opmerkt. Zoals de slavenhandel in Soedan. Een verscheurd land, ge regeerd door fundamentalistische moslims in het noorden, die het zwarte christelijke zuiden wreed on derdrukken en hele stammen uit roeien. De Temmerman beschrijft wat ze zag in een vluchtelingenkamp in Zuid-Soedan. „Met hele souk- vrachtwagens komen de Arabieren elke dag naar het kamp afzakken. In hun witte lange hemden neuzen ze rond, pikken hier en daar enkele Dinka-kinderen (stam in het zuiden) uit de massa, knijpen hen in armen en benen en kijken van welk ge slacht ze zijn. Dan onderhandelen ze met de moeder in een taal die ze niet verstaat, tekenen papieren in een taal die ze niet kan lezen en stoppen haar geld toe". 'Volgens de Soedanese geleerden Ushari Mahmoud en Suleiman A Baldo is slavernij in Soedan sinds 1986 weer ingevoerd als onderdeel van de oorlogsstrategie van de rege ring tegen het opstandige zuiden. Kidnapping van Dinka-kindei'en, jonge meisjes en vrouwen, slaven handel en de inschakeling van deze slaven in de economie, dat zijn fei ten. En de regering is volledig op de hoogte. De slavendrijvers zijn de bondgenoten van dit regime'. 'Vol gens de mensenrechten-organisatie Africa Watch zijn er veel verhalen over mishandeling van deze kinders- laven, waaronder verkrachting, ge dwongen concubinaat, slagen, over dreven werklast en onvoldoende voeding'. De Hoorn van Waanzin door Els de Temmerman. Uitgeverij: Davids- fonds/Leuven. Prijs: f44,95 door Renévan Zanten De kracht van cabaretier Fons Jan sen was, dat hij zijn gedachten en fi losofieën wist in te bedden in zóveel humor, dat zelfs de naar cliché nei gende wijsheden nog lading kregen. Een prachtig voorbeeld is dat van een zwerver die op een koude avond aanbelt aan de deur van een prachtig landhuis en de eigenaar vraagt: „Ach meneer, heeft u iets te eten?", waarop de eigenaar antwoordt: „Ja hoor kerel, wij redden ons wel". Maar het waren altijd wijsheden, be denksels met veel humor maar wei nig onderlinge samenhang. Vandaar ook misschien dat Fons Jansen na zijn theatercarrière met jaloezie en bewondering spreekt over Freek de Jonge en Youp van 't Hek, die er wel in slagen hun theaterprogramma's als een sluitend verhaal te presente- Jansen (die vorig jaar overleed) doet verslag van die bewondering in het boek 'Postuum'. Het boek is samen gesteld uit fragmenten en brieven (en enkele notities naar aanleiding van gesprekken) die hij schreef naar zijn vriendin Ricky Mullenders. An ders dan bij voorbeeld Renate Ru binstein in 'Mijn betere ik' (over haar verhouding met Carmiggelt) heeft Mullenders de brieven geselec teerd op uitdrukkelijk verzoek van F ons Jansen zelf. Een andere vergelijking dringt zich eerder op: die met de dagboeken van Wim Kan. Hoewel de laatste zich met wat aardsere zaken bezighield dan Fons Jansen, ontstaat in beide gevallen toch het beeld van een mens zo gekweld door twijfels dat het een wonder mag heten dat ze ons in het theater zo hebben doen schud- denbuiken van het lachen. Natuurlijk zijn daar verklaringen voor, dat het één alleen maar op dat niveau kan als het ander... enzo voort. Maar toch resteert verwonde ring over de gave van mensen om niet zeidon overdag op de rand van de depressie te balanceren, om enke le uren later een schouwburg vol mensen tot extase te brengen. Tobber Want Jansen was een tobber. En voor zo ver dat al intrigerend is, is het lezen van 'Postuum' zeer onbe vredigend. De fragmenten van de brieven beginnen in 1972 en nergens komen jeugd of huwelijk van Jansen ter sprake. Slechts hier en daar wordt een piepklein kijkgaatje op een kennelijk nare jeugd geopend nergens komen huwelijk of kinderen ter sprake. Dat laatste is wellicht niet het belangrijkste gesprekson derwerp met een (naar het schijnt geheime) vriendin, maar zoals het boek nu is samengesteld is het ge speend van alle warmte voor zijn naasten. Jansen tobt niet alleen over leven en religie, maar ook over zijn plaats in het theater. Eenmaal begonnen met het programma 'De lachende kerk', waarin hij de schijnheiligheid van het geloof op de korrel neemt, volgen nog vijf succesvolle theaterprogram ma's. Zelf schrijft hij niettemin: 'Ik ben helemaal geen artiest. Ik ben ,een schrijver. Zo voel ik me ook. Een amateur, echt! Maar de zalen stro men vol. Desondanks'. In 1977 begint hij zich al af te vragen of hij nog wel verder wil in het the ater: 'Ik zoek een gans nieuwe inspi ratie nu ik me realiseer dat ik ge makkelijk op mijn naam alleen al tien jaar voort kan. Dat wil ik niet'. Hij mist klaarblijkelijk in zijn latere programma's de therapeutische werking die uitging van 'De lachen de kerk', 'Hoe meer zielen' en '3 x andermaal'. Daarin constateerde hij telkens weer verwonderd dat zijn publiek kennelijk met dezelfde vra gen en twijfels worstelde als hij. Dan ook neemt de frustratie toe dat het meetbare effect van zijn program ma's non-existent is. Daar waar hij aanvankelijk nog het idee had met succes tegen kerkelijke dogma's aan te trappen, constateert hij later bit ter, dat bij voorbeeld zijn kruistocht tegen het CDA aldaar geen stem menverlies van betekenis heeft op geleverd. Sterker nog: 'Het CDA groeit nog steeds. Waar werk ik ei genlijk voor?'. Kernzin in het boek lijkt een zin van Hans Lodeizen: 'Deze wereld is niet de echte'. Meer en meer gaat Jansen te rade bij filosofen om antwoord te krijgen op de vragen die het leven diepte geven. Dat maakt het boek niet altijd even interessant. Vooral omdat zijn brieven doorgaans de hu mor ontberen die zijn theaterpro gramma's kenmerken. Wat dan res teert is een mens, zó vol met twijfels, dat hij afscheid neemt van het the ater om meer tijd te hebben om te denken. En ook dié beslissing leidt weer tot twijfel: 'Ik wil graag met twee benen op de grond blijven en niet in isole ment zitten filosoferen. Ik heb toch al een isolatie-neiging en ik zou ver kommeren'. Hoewel uit de brieven na 1984 het beeld ontstaat van iemand die inder daad het aantal sociale contacten tot een minimum beperkt, lijkt Jansen daaronder nauwelijks gebukt te gaan. Met grote intensiteit doet hij verslag van wat hij leest, ziet, de voorbereidingen op lezingen die hij houdt en over zijn bijdragen aan het tv-programma 'Farce majeur'. Het is niet minder dan navrant dat juist Fons Jansen, die zoveel heeft gedaan om heilige huisjes af te breken, zijn tekstbijdragen aan het laatste pro gramma goeddeels in de prullen mand ziet verdwijnen vermalen door de strenge censuur bij de NCRV. Als het einde nadert wordt het boek voor het eerst ontroerend. Opval lend genoeg sluipt dan ook de humor weer in zijn brieven. Op verzoeken om memoires en platenprojecten re ageert hij vereerd, maar stelt ook vast: 'Ze zijn me al aan het balse men'. Zoals hij later ook constateert dat hij tenminste niet bang hoeft te zijn voor de hel, 'want die heb ik zelf helpen opruimen'. Een boek van een zoektocht. Soms nogal somber, maar wel eerlijk. Al tijd zoekend naar de kern, naar de vraag achter de vraag. En uiteinde lijk een soort serene berusting, als hij zelf zijn queeste afsluit met de woorden: 'Het komt wel goed met mij hoor, ik heb toch mooi geleefd. Er komt een bodem in me: het is goed zoals het geweest is. Misschien niet volmaakt, maar wel goed en ook genoeg. En er is iets na de dood, ik voel dat nu als heel zeker...'. Archieffoto Fans Jansen: 'En er is iets na de dood. Ik Postuum Brieven van Fons Jansen voel dat nu als zeker... aan Ri'cky Mullenders. Uitgeverij Balans. Prijs: f29,50 Door Kees M. Paling Een van de nog immer ont raadsels van het Oude Test de verdwijning van de Ark bonds uit de tempel van Sa Bijbel maakt niet minder maal melding van de Ark eind vaq het koningschap mo in het jaar 931 v. Chr. moment wordt er in de Schrift nauwelijk meer ove Voor een dergelijk heilig zeker in geval van verdv mag dat zeer opmerkelij Toch is het vrijwel zeker di van de verwoesting van door de Babylonische koni kadnezar in 538 v. Chr. de meer aanwezig was in he der Heiligen. Wat is er in liggende jaren voorgev; waai" bevindt zich de Ark? Hancock, voormalig corre van The Economist voor ka, maakt in het begin vaijlR '80 kennis met een oude Et legende die verhaalt hoe pre i lik, zoon van koning Salojdd koningin van Sheba, de er voert uit de tempel en o p naar een geheime plaats in g Hancock laat de legende vo|it is, tot hij enkele jaren lat li( een bezoek aan de kathe cl Chartres geïntrigeerd raalak afbeelding van de koninginek ba, met naast haar een Aiji 1 voerd wordt op een ossewa - af dat moment is Hancock dl te stuiten. Er volgen twee ie eindeloze speurtochten in n en avontuurlijke reizen ai door oorlogsgeweld geteist m opië. is Chartres Als een moderne Indiana m Spielbergs 'Raiders of the Ie jaagt Hancock de oplossii g het drieduizend jaar ouden] 'The Sign arid the Seal' w 1 eerst een verband gelegd 5 bouw van de kathedraal n res en het bestaan van d 11 sche legende, een verban ei gens Hancock loopt via des Tempeliers. Hancock ver g dat vertegenwoordigers v d ligieuze en militiare orde Bi lem, waar zij tevergeefrd naar de Ark, in contact k\tr Ethiopiërs die hen van del van de legende wisten te cc Elementen van die legeic volgens Hancock niet enk je de Kathedraal van Char'd ook in de Graal-legenden voi tievelijk Chretien de Troj e fram von Eschenbach, il Graal in feite slechts ee; vormt voor het eigenlijke tl ject: de Ark. Ofschoon de t de Ark nooit hebben geve k Hancock er vanuit dat ie Ethiopië zijn geweest en s< vens hun stempel hebben n de bouw van een aantal Noord-Ethiopië. Nadat i| koning een gewelddadig i, gemaakt aan het bestaèt Orde der Tempeliers, zijde gens Hancock de althans jo erfgenamen van de Te nik weest - Portugese riddersp tus en Schotse vrijmetsejk de speurtocht in EthiojL voortgezet. j Via deductie weet Hancip melijk te maken dat het djC ren van de Falasja's, de zit van Ethiopië, zijn geweend zesde eeuw v. Chr. - en jh eeuwen eerder dan tot ntfo aangenomen - de Ark 'naffl hebben gebracht. Veel sppi zijn de passages over de if: de Ark en de aard van de je die volgens de Bijbel de it derbaarlijke effecten teo. brengen. Van dood bijik door niet-ingewijde Israli het omlaaghalen van de f Jericho. |z Mozes J Hancock suggereert dat K licht ingewijd was in d' kennis van het oude Egjii hij deze kennis toepastei, structie van de Ark als k strument. Veel verder d© gelijke veronderstelling lp teur echter niet dat zdc wetenschappelijk onderzii van het heilige object ze|( eind van zijn boek is den vast van overtuigd dat dep Ethiopië bevindt. Het zijf ja's die als laatste aanhl het Joodse geloof de oude? ere houden, zoals het ba offers. jr Het zijn diezelfde Falag hun religieuze processifl een replica van de Ark mi' En het is de monnik Gdj die in de kerk van de H|< van Zion in het Ethiopisl Axum als enige oog in ooji met de Ark des Verbond? speurwerk laat Hancockb drempel van het heiligdfl lossing van het eeuwenoj wellicht binnen handberj pen met een simpel verb| in die jaren gebeurd meji list Hancock? En loffelijk peet voor het sacrale mal niet bij de auteur opgekr zijn onthullingen wellif scrupuleuze schatzoek* voetsporen zullen tredeif The Sign and the SealP the Lost Ark of the Covenf Hancock. Heinemann,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 24