Hoe Het Westen 'De Hoorn
van Waanzin' creëerde
Brieven van een twijfelaar
Zaterdag/Boeken
Op zoek
naar de Ai
Zoals bij zoveel landen in Afrika is de kolonialisatie de bron van veel ellende. De Vlaamse Els de
Temmerman (30) was hulpverleenster in de Hoorn van Afrika (Soedan, Ethiopië, Somalië) waar nu
een redeloze anarchie heerst, en bestuurders van de hulpverleningsorganisaties in de bars van dure
hotels zitten.
door Dirk Mellema
De Hoorn van de Waanzin. Een
mooie titel voor een boek over Ethio
pië, Soedan en Somalië. Drie landen,
die de laatste jaren garant stonden
voor bloedige burgeroorlogen en
schrijnende hongersnoden. Momen
teel is er een piek in het lijden. In So
malië sterven honderdduizenden, er
wordt gevreesd voor twee miljoen
doden, wellicht de ergste hongers
nood in de moderne geschiedenis. De
internationale schijnwerpers staan
weer even op dit rampgebied.
Maar meestal wordt er in stilte gele
den in de 'Hoorn van de Waanzin'.
Lijden is daar zo gewoon, dat het
geen nieuws meer is en dus geen
voorpagina's meer haalt. Cynici, die
terugkeren van een bezoek aan dit
deel van de wereld zeggen vaak het.-
zelfde: 'bouw er een muur om, laat
ze tien jaar het zelf uitknokken.
Daarna gaan we kijken of er nog
overlevenden zijn'.
De situatie is er zo onoverzichtelijk
en gevaarlijk, zwaar bewapende
benden regeren er zo meedogenloos,
dat ze er geen gat meer in zien, dat
ze werkelijk niet weten wat er moet
gebeuren om - vooral in Somalië - de
situatie te normaliseren. Nog steeds
is hulpverlening op grote schaal in
Somalië onmogelijk, vooral door de-
legertjes zwaar bewapende 'school
jongens'.
Els de Temmerman, een Vlaamse
journaliste werkte eerst een jaar als
hulpverleenster in een Soedanees
vluchtelingenkamp en bereisde
daarna 'De Hoorn' als journaliste.
Ze was meer dan eens aan het front,
toen de burgeroorlogen er hevig
maar onopgemerkt waren, toen de
nood er net zo hoog was als nu, maai'
de wereld bezig was met de 'Golfoor
log'.
Zij schreef haar evaringen neer in
'De Hoorn van Waanzin', dat vorige
week is verschenen. Ze toont het on
voorstelbare lijden aan, maar ook
dat we er geen muur omheen
ihoeten bouwen. Al was het alleen
maar omdat Het Westen en Het Oos
ten er alles aan hebben gedaan om
de totale wanorde in dit deel van
Afrika te laten uitbreken.
Suezkanaal
De grootste pech van dit gebied is
waarschijnlijk dat het Suez-kanaal
ooit is gebouwd. De rijke koloniale
machten kregen daardoor belang
stelling voor de Afrikaanse oostkust
vanwege z'n strategische ligging.
Wie de Somalische kust beheerste,
had controle over het Suez-kanaal
en daarmee de belangrijkste han
delsroute tussen Azië en Europa.
Somalië werd verdeeld onder vier
landen: Italië kreeg het zuiden, de
Britten het noorden en het uiterste
zuid-oosten (nu Kenia), de Fransen
het uiterste noorden, (nu Djibouti),
het westen, de Ogaden, werd inge
lijfd bij buurland Ethiopië.
In 1960 moesten de koloniale mach
ten zich terugtrekken en werden
willekeurige grenzen getrokken. Zo
bleef de door Somaliërs bewoonde
Ogaden bijvoorbeeld bij Ethiopië be
horen. Eritrea werd ook een deel van
Ethiopië, het christelijke en animis
tische zuiden van Soedan en het isla
mitische noorden moesten een staat
gaan vormen. Noord en Zuid-Soma-
lië werden tot een staat samen ge
voegd. Uit al deze willekeurige gren
zen, met het potlood getrokken lood-
foto Els de Temmerman
Door heel Somalië, in de kampen als op landjes in Mogadishu, bouwen de vluchtelingen dezelfde ronde hutten.
rechte lijnen op de wereldkaart,
kwamen even zovele 'vrijheidsoorlo
gen' voort
Na de terugtrekking van de Europe
anen, kwamen de Russen en Ameri
kanen, die de hun bevriende dicta
tors van harte massaal bewapenden,
waardoor de 'vrijheidsoorlogen' een
stuk bloediger en heviger werden. In
1977, wisselden Moskou en Was
hington van partner: de Russen lie
ten de Somaliërs voor wat ze waren
en gingen in zee met Ethiopië. De
Amerikanen verhuisden daarop van
Ethiopië naai' Somalië. Dit gebeurde
tijdens de Ogaden-oorlog. Somalië
was Ethiopië binnengevallen om het
gebied, dat ooit door de Engelsen en
de Fransen aan Ethiopië was gege
ven, terug te veroveren, maai' leed
een smadelijk nederlaag.
De VS en de Sovjet-Unie begonnen
wederom hun nieuwe partners te be
wapenen, Het gevolg zien we nu da
gelijks in Somalië. Het wapentuig
van de benden is werkelijk uit alle
hoeken en gaten van de wereld af
komstig.
Inmiddels is de koude oorlog voorbij
en hebben de grootmachten zich te
ruggetrokken, de Hoorn zonder eni
ge structuur of bestuurstraditie met
een overschot aan wapentuig achter
latend in de handen van corrupte
dictators. Het is bijna een wiskundi
ge formule dat een dergelijke situa
tie ontaardt in een totale rechteloze
wanorde.
Kinderbendes
Een Italiaanse zuster, al tientallen
jaren werkzaam in Somalië verzucht
in de hoofdstad Mogadishu: 'Die op
gefokte kinderbendes zijn het erg
ste. Niemand controleert hen, nie
mand probeert hen zelfs nog aan te
pakken. Ze zijn nu veel beter georga
niseerd, leiden hun eigen leven en
zitten permanent onder de drugs.
Als de nacht valt kruipen ze uit hun
ruïnes, zetten hele wijken en dorpen
af, halen alles leeg en doden wie zich
verzet'.
Noodhulp
Naast de bewapening door de rijke
landen en het misbruik door de kolo
niale machten ziet De Temmerman
nog een oorzaak voor de chaos: de
ontwikkelingshulp. Niet de nood
hulp, zoals Artsen zonder Grenzen
of het Rode Kruis die uitvoeren. Die
hulp is meer dan nodig. Hulpverle
ners in landen
als Somalië zijn
zonder overdrij
ving de helden
van de moderne
tijd. De Temmer
man verloor in
Mogadishu haar
vriend Wim van
Boxelaere, een
bijzondere jonge
man, die als
hulpverlener
voor het Rode
Kruis uitgroeide
tot een van de be
langrijkste map-
nen in Somalië.
De Temmerman in haar boek: 'Hij
raakte dodelijk verwond bij een be
schieting tijdens onderhandelingen
met de clanhoofden over de verde
ling van voedselpaketten. De schut
ter is een man, die een zak graan had
geëist. Een van de clanhoofden, Mo-
hamed Ali Barre werpt zich voor
Wim om hem te beschermen. Hij
vangt vijf kogels en sterft dezelfde
dag'.
'Vermoedelijk heeft een van die ko
gels ook Wim doorboord. Hij wordt
ijlings naar het Medina-hospitaal ge
bracht, waar het projectiel van Sov
jetmakelij wordt verwijderd. Colle
ga's geven bloed. Heel Mogadishu
leeft mee. Generaal Aidid en alle
clanhoofden komen hun medeleven
betuigen. In een lange stoet stapt de
Somalische bevolking op 12 decem
ber achter de wagen, die Wim naar
de luchthaven brengt'.
Hij overlijdt in het vliegtuig tijdens
het transport naar België.
Ontwikkelingshulp
De Temmerman maakt onderscheid
tussen de noodhulp en normale ont
wikkelingshulp,
die zij bekriti
seert. Volgens
haar waren 'de
-miljarden dol
lars van vooral
westerse rege
ringen en orga
nisaties als het
FAO, de Wereld
bank en het In
ternationale
Muntfonds bij
na even ont
wrichtend als de
militaire hulp'.
'Eerder dan bij
.te dragen tot zelfvoorziening in
voedsel hebben buitenlandse donors
en plaatselijke elites het grootste
deel van de ontwikkelingshulp geïn
vesteerd in de teelt van exportge
wassen, een voortzetting vaak van
de koloniale economie. De groot
schalige exportplantages leidden tót
inbeslagneming, uitputting en ver
ziekingvan de al schrale gronden'.
Zij geeft voorbeelden: 'Tijdens de
hongersnood van 1984 en '85 voerde
Ethiopië koffie uit, terwijl Soedan
graan exporteerde naar de Golfsta
ten exporteerde en een recordoogst
katoen scoorde. En in het rampjaar
1988, toen in Soedan 250.000 men
sen doodhongerden, werd op de
staatsboerderij van Gezira 12 mil
joen ton topkwaliteit graan geoogst,
die de graanbergen in Europa ver
grootten en terug kwamen in de
vorm van voedselhulp'.
Zij noemt het ironisch dat de arme
landen de hun opgedrongen export
producten nu niet meer kwijt kun
nen, door de overschotten in Europa
en de VS. Het is voor arme landen
niet mogelijk te concurreren met de
zwaar gesubsidieerde prijzen uit het
Westen.
De Temmerman: 'Zo zagen de lan
den in de Hoorn van Afrika hun vee
markt in het Midden-Oosten ver
dwijnen door het massaal dumpen
van Europese overschotten rund
vlees in Saoedi-Arabië. In Soedan
waren de ontwikkelingsprojecten
voor de lokale bevolking, de kleine
ambachtslui, straathandelaars, boe
ren en veetelers, desastreus. De
landbouw kwam in handen van mul-
ti-nationale agro-bedrijven. De teelt
van gerst en sorghum voor lokale
consumptie moest meer en meer
plaatsmaken voor grootschalige ge
mechaniseerde en regenafhankelij-
ke productie van handelsgewassen,
die de bodem aanzienlijk uitputten.
In het begin van de jaren tachtig was
de helft van de boeren en nomaden
van hun land verdreven'.
Diepe kloof
Maar ook de noodhulp-organisaties
en de VN ontkomen niet aan kritiek.
De bestuurders, de bobo's van de
grote internationale hulporganisa
ties, logeren altijd in Sheraton, rij
den in de mooiste auto's, bivakkeren
in grote villa's in diplomatenwijken.
Hulpverleners uit de praktijk, die
dagelijks mensen van de honger zien
sterven, hebben daarvoor geen enkel
begrip. Binnen de hulpverlening
gaapt er een diepe kloof tussen de
praktijkmensen en de talrijke be
stuurders. Els de Temmerman er
gerde zich aan de levenstijl van de
blanke hulpverleners in de hoofd
stad van Ethiopië.
'Te oordelen aan het soort leven dat
de bonzen van de hulporganisaties
in Addis Abeba lijden, zijn de bud
getten onuitputtelijk. Zij rijden rond
in de duurste auto's, werken in de
modernste kantoren met de nieuw
ste technologiën, nemen hun aperi
tief in het luxueuste hotel en dreigen
dat het nu maar eens gedaan moet
zijn met die socialistische onzin of de
kraan gaat dicht. Ze contrasteren fel
met de bescheiden, vriendelijke en
waardige Ethiopiërs, die trots zijn op
hun eeuwenoude koptische tradi
ties, hun paleizen, kerken en bouw
werken, uitgehouwen in de rotsen
van het vroegere Abessinië. Zij ver
dienden dit inderdaad niet'.
Slavenhandel
De Temmerman, nu dertig jaar,
heeft vele, vele mensen van de hon
ger of door geweld zien sterven. De
zelfde beelden die wij een minuut in
het journaal zien, maar dan jaren
achter elkaar en veel massaler. Ze
zag mensen hun eigen uitwerpselen
opeten. Ze besliste in kampen over
leven en dood: wie er wel van het te
weinige eten kreeg en wie niet. Door
haar langere aanwezigheid achter
haalde ze zaken, die niet iedereen di
rect opmerkt. Zoals de slavenhandel
in Soedan. Een verscheurd land, ge
regeerd door fundamentalistische
moslims in het noorden, die het
zwarte christelijke zuiden wreed on
derdrukken en hele stammen uit
roeien.
De Temmerman beschrijft wat ze
zag in een vluchtelingenkamp in
Zuid-Soedan. „Met hele souk-
vrachtwagens komen de Arabieren
elke dag naar het kamp afzakken. In
hun witte lange hemden neuzen ze
rond, pikken hier en daar enkele
Dinka-kinderen (stam in het zuiden)
uit de massa, knijpen hen in armen
en benen en kijken van welk ge
slacht ze zijn. Dan onderhandelen ze
met de moeder in een taal die ze niet
verstaat, tekenen papieren in een
taal die ze niet kan lezen en stoppen
haar geld toe".
'Volgens de Soedanese geleerden
Ushari Mahmoud en Suleiman A
Baldo is slavernij in Soedan sinds
1986 weer ingevoerd als onderdeel
van de oorlogsstrategie van de rege
ring tegen het opstandige zuiden.
Kidnapping van Dinka-kindei'en,
jonge meisjes en vrouwen, slaven
handel en de inschakeling van deze
slaven in de economie, dat zijn fei
ten. En de regering is volledig op de
hoogte. De slavendrijvers zijn de
bondgenoten van dit regime'. 'Vol
gens de mensenrechten-organisatie
Africa Watch zijn er veel verhalen
over mishandeling van deze kinders-
laven, waaronder verkrachting, ge
dwongen concubinaat, slagen, over
dreven werklast en onvoldoende
voeding'.
De Hoorn van Waanzin door Els de
Temmerman. Uitgeverij: Davids-
fonds/Leuven. Prijs: f44,95
door Renévan Zanten
De kracht van cabaretier Fons Jan
sen was, dat hij zijn gedachten en fi
losofieën wist in te bedden in zóveel
humor, dat zelfs de naar cliché nei
gende wijsheden nog lading kregen.
Een prachtig voorbeeld is dat van
een zwerver die op een koude avond
aanbelt aan de deur van een prachtig
landhuis en de eigenaar vraagt:
„Ach meneer, heeft u iets te eten?",
waarop de eigenaar antwoordt: „Ja
hoor kerel, wij redden ons wel".
Maar het waren altijd wijsheden, be
denksels met veel humor maar wei
nig onderlinge samenhang. Vandaar
ook misschien dat Fons Jansen na
zijn theatercarrière met jaloezie en
bewondering spreekt over Freek de
Jonge en Youp van 't Hek, die er wel
in slagen hun theaterprogramma's
als een sluitend verhaal te presente-
Jansen (die vorig jaar overleed) doet
verslag van die bewondering in het
boek 'Postuum'. Het boek is samen
gesteld uit fragmenten en brieven
(en enkele notities naar aanleiding
van gesprekken) die hij schreef naar
zijn vriendin Ricky Mullenders. An
ders dan bij voorbeeld Renate Ru
binstein in 'Mijn betere ik' (over
haar verhouding met Carmiggelt)
heeft Mullenders de brieven geselec
teerd op uitdrukkelijk verzoek van
F ons Jansen zelf.
Een andere vergelijking dringt zich
eerder op: die met de dagboeken van
Wim Kan. Hoewel de laatste zich
met wat aardsere zaken bezighield
dan Fons Jansen, ontstaat in beide
gevallen toch het beeld van een
mens zo gekweld door twijfels dat
het een wonder mag heten dat ze ons
in het theater zo hebben doen schud-
denbuiken van het lachen.
Natuurlijk zijn daar verklaringen
voor, dat het één alleen maar op dat
niveau kan als het ander... enzo
voort. Maar toch resteert verwonde
ring over de gave van mensen om
niet zeidon overdag op de rand van
de depressie te balanceren, om enke
le uren later een schouwburg vol
mensen tot extase te brengen.
Tobber
Want Jansen was een tobber. En
voor zo ver dat al intrigerend is, is
het lezen van 'Postuum' zeer onbe
vredigend. De fragmenten van de
brieven beginnen in 1972 en nergens
komen jeugd of huwelijk van Jansen
ter sprake. Slechts hier en daar
wordt een piepklein kijkgaatje op
een kennelijk nare jeugd geopend
nergens komen huwelijk of kinderen
ter sprake. Dat laatste is wellicht
niet het belangrijkste gesprekson
derwerp met een (naar het schijnt
geheime) vriendin, maar zoals het
boek nu is samengesteld is het ge
speend van alle warmte voor zijn
naasten.
Jansen tobt niet alleen over leven en
religie, maar ook over zijn plaats in
het theater. Eenmaal begonnen met
het programma 'De lachende kerk',
waarin hij de schijnheiligheid van
het geloof op de korrel neemt, volgen
nog vijf succesvolle theaterprogram
ma's. Zelf schrijft hij niettemin: 'Ik
ben helemaal geen artiest. Ik ben
,een schrijver. Zo voel ik me ook. Een
amateur, echt! Maar de zalen stro
men vol. Desondanks'.
In 1977 begint hij zich al af te vragen
of hij nog wel verder wil in het the
ater: 'Ik zoek een gans nieuwe inspi
ratie nu ik me realiseer dat ik ge
makkelijk op mijn naam alleen al
tien jaar voort kan. Dat wil ik niet'.
Hij mist klaarblijkelijk in zijn latere
programma's de therapeutische
werking die uitging van 'De lachen
de kerk', 'Hoe meer zielen' en '3 x
andermaal'. Daarin constateerde hij
telkens weer verwonderd dat zijn
publiek kennelijk met dezelfde vra
gen en twijfels worstelde als hij. Dan
ook neemt de frustratie toe dat het
meetbare effect van zijn program
ma's non-existent is. Daar waar hij
aanvankelijk nog het idee had met
succes tegen kerkelijke dogma's aan
te trappen, constateert hij later bit
ter, dat bij voorbeeld zijn kruistocht
tegen het CDA aldaar geen stem
menverlies van betekenis heeft op
geleverd. Sterker nog: 'Het CDA
groeit nog steeds. Waar werk ik ei
genlijk voor?'.
Kernzin in het boek lijkt een zin van
Hans Lodeizen: 'Deze wereld is niet
de echte'. Meer en meer gaat Jansen
te rade bij filosofen om antwoord te
krijgen op de vragen die het leven
diepte geven. Dat maakt het boek
niet altijd even interessant. Vooral
omdat zijn brieven doorgaans de hu
mor ontberen die zijn theaterpro
gramma's kenmerken. Wat dan res
teert is een mens, zó vol met twijfels,
dat hij afscheid neemt van het the
ater om meer tijd te hebben om te
denken.
En ook dié beslissing leidt weer tot
twijfel: 'Ik wil graag met twee benen
op de grond blijven en niet in isole
ment zitten filosoferen. Ik heb toch
al een isolatie-neiging en ik zou ver
kommeren'.
Hoewel uit de brieven na 1984 het
beeld ontstaat van iemand die inder
daad het aantal sociale contacten tot
een minimum beperkt, lijkt Jansen
daaronder nauwelijks gebukt te
gaan. Met grote intensiteit doet hij
verslag van wat hij leest, ziet, de
voorbereidingen op lezingen die hij
houdt en over zijn bijdragen aan het
tv-programma 'Farce majeur'. Het
is niet minder dan navrant dat juist
Fons Jansen, die zoveel heeft gedaan
om heilige huisjes af te breken, zijn
tekstbijdragen aan het laatste pro
gramma goeddeels in de prullen
mand ziet verdwijnen vermalen
door de strenge censuur bij de
NCRV.
Als het einde nadert wordt het boek
voor het eerst ontroerend. Opval
lend genoeg sluipt dan ook de humor
weer in zijn brieven. Op verzoeken
om memoires en platenprojecten re
ageert hij vereerd, maar stelt ook
vast: 'Ze zijn me al aan het balse
men'. Zoals hij later ook constateert
dat hij tenminste niet bang hoeft te
zijn voor de hel, 'want die heb ik zelf
helpen opruimen'.
Een boek van een zoektocht. Soms
nogal somber, maar wel eerlijk. Al
tijd zoekend naar de kern, naar de
vraag achter de vraag. En uiteinde
lijk een soort serene berusting, als
hij zelf zijn queeste afsluit met de
woorden: 'Het komt wel goed met
mij hoor, ik heb toch mooi geleefd.
Er komt een bodem in me: het is
goed zoals het geweest is. Misschien
niet volmaakt, maar wel goed en ook
genoeg. En er is iets na de dood, ik
voel dat nu als heel zeker...'.
Archieffoto
Fans Jansen:
'En er is iets na de dood. Ik
Postuum Brieven van Fons Jansen voel dat nu als zeker...
aan Ri'cky Mullenders. Uitgeverij
Balans. Prijs: f29,50
Door Kees M. Paling
Een van de nog immer ont
raadsels van het Oude Test
de verdwijning van de Ark
bonds uit de tempel van Sa
Bijbel maakt niet minder
maal melding van de Ark
eind vaq het koningschap
mo in het jaar 931 v. Chr.
moment wordt er in de
Schrift nauwelijk meer ove
Voor een dergelijk heilig
zeker in geval van verdv
mag dat zeer opmerkelij
Toch is het vrijwel zeker di
van de verwoesting van
door de Babylonische koni
kadnezar in 538 v. Chr. de
meer aanwezig was in he
der Heiligen. Wat is er in
liggende jaren voorgev;
waai" bevindt zich de Ark?
Hancock, voormalig corre
van The Economist voor
ka, maakt in het begin vaijlR
'80 kennis met een oude Et
legende die verhaalt hoe pre i
lik, zoon van koning Salojdd
koningin van Sheba, de er
voert uit de tempel en o p
naar een geheime plaats in g
Hancock laat de legende vo|it
is, tot hij enkele jaren lat li(
een bezoek aan de kathe cl
Chartres geïntrigeerd raalak
afbeelding van de koninginek
ba, met naast haar een Aiji 1
voerd wordt op een ossewa -
af dat moment is Hancock dl
te stuiten. Er volgen twee ie
eindeloze speurtochten in n
en avontuurlijke reizen ai
door oorlogsgeweld geteist m
opië. is
Chartres
Als een moderne Indiana m
Spielbergs 'Raiders of the Ie
jaagt Hancock de oplossii g
het drieduizend jaar ouden]
'The Sign arid the Seal' w 1
eerst een verband gelegd 5
bouw van de kathedraal n
res en het bestaan van d 11
sche legende, een verban ei
gens Hancock loopt via des
Tempeliers. Hancock ver g
dat vertegenwoordigers v d
ligieuze en militiare orde Bi
lem, waar zij tevergeefrd
naar de Ark, in contact k\tr
Ethiopiërs die hen van del
van de legende wisten te cc
Elementen van die legeic
volgens Hancock niet enk je
de Kathedraal van Char'd
ook in de Graal-legenden voi
tievelijk Chretien de Troj e
fram von Eschenbach, il
Graal in feite slechts ee;
vormt voor het eigenlijke tl
ject: de Ark. Ofschoon de t
de Ark nooit hebben geve k
Hancock er vanuit dat ie
Ethiopië zijn geweest en s<
vens hun stempel hebben n
de bouw van een aantal
Noord-Ethiopië. Nadat i|
koning een gewelddadig i,
gemaakt aan het bestaèt
Orde der Tempeliers, zijde
gens Hancock de althans jo
erfgenamen van de Te nik
weest - Portugese riddersp
tus en Schotse vrijmetsejk
de speurtocht in EthiojL
voortgezet. j
Via deductie weet Hancip
melijk te maken dat het djC
ren van de Falasja's, de zit
van Ethiopië, zijn geweend
zesde eeuw v. Chr. - en jh
eeuwen eerder dan tot ntfo
aangenomen - de Ark 'naffl
hebben gebracht. Veel sppi
zijn de passages over de if:
de Ark en de aard van de je
die volgens de Bijbel de it
derbaarlijke effecten teo.
brengen. Van dood bijik
door niet-ingewijde Israli
het omlaaghalen van de f
Jericho. |z
Mozes J
Hancock suggereert dat K
licht ingewijd was in d'
kennis van het oude Egjii
hij deze kennis toepastei,
structie van de Ark als k
strument. Veel verder d©
gelijke veronderstelling lp
teur echter niet dat zdc
wetenschappelijk onderzii
van het heilige object ze|(
eind van zijn boek is den
vast van overtuigd dat dep
Ethiopië bevindt. Het zijf
ja's die als laatste aanhl
het Joodse geloof de oude?
ere houden, zoals het ba
offers. jr
Het zijn diezelfde Falag
hun religieuze processifl
een replica van de Ark mi'
En het is de monnik Gdj
die in de kerk van de H|<
van Zion in het Ethiopisl
Axum als enige oog in ooji
met de Ark des Verbond?
speurwerk laat Hancockb
drempel van het heiligdfl
lossing van het eeuwenoj
wellicht binnen handberj
pen met een simpel verb|
in die jaren gebeurd meji
list Hancock? En loffelijk
peet voor het sacrale mal
niet bij de auteur opgekr
zijn onthullingen wellif
scrupuleuze schatzoek*
voetsporen zullen tredeif
The Sign and the SealP
the Lost Ark of the Covenf
Hancock. Heinemann,