m
De uitvinder van het kikkerschap
Dierengeluiden, mythen en zeemonsters
Activiteiten
Kinderboekenweek
SOMS ZIJN ZE ECHT
>P STERVEN NA DOOD
LTrrrij
C I
Leidse Courant
vrijdag 9 oktober 1992 i
Wed(17)» 2 kinddak
loos w. sloop, zkt. m.
spoed opvang, liefst
bosrijke omgeving.
Over dc hele wereld worden miljoenen dieren met
de dood bedreigd. Oorzaak: dc lichtzinnige manier
waarop wc met onze natuur omgaan.
Wc mogen de dieren en onze kinderen niet het
slachtoffer laten worden van onze "wclvaartshonger".
Doet u dus mee met die 340.000 andere Nederlanders?
Doet u mee om onze aarde weer leefbaar
te maken? Leefbaar voor onze dieren.
Leefbaar voor onze kinderen
WWF
GEEF OM DE TOEKOMST.
"Soms denk je wel eens waar
zijn we mee bezig, als zo 'n hoopje
verdriet wordt binnengebracht.
Uitgeput, uitgehongerd èn
dood- en doodziek.
Je weet wel degelijk waar je mee
bezig bent, als je zo'n zeehondje een
paar weken later ziet.
Behandeld, verzorgd èn weer
redelijk op eigen krachten
Door donateur te worden van
de Zeehondencrèche in Pieterburen
steunt u het werk en geeft u zee
honden een herkansing op overleven
in ons waddengebied
Uw bijdrage is onmisbaar.
Natuurlijk lijkt hij het meest op Kikker, vindt hij.
Dezelfde argeloze blik op de wereld. Max Velthuijs, winnaar van de Gouden
Griffel en het Zilveren Penseel, over het maken van prentenboeken.
door Jan-Hendrik Bakker
Een rastekenaar die een onderschei
ding krijgt voor zijn schrijverschap.
Een Gouden Griffel, voor Max Vel
thuijs. De kunstenaar moet er om la
chen. „Ik ben gewend penselen te
krijgen, en nu opeens dan een griffel.
Omdat ik een kant-en-klaar produkt
aflever, zien mensen me als een
schrijver. Maar ik voel me tekenaar.
Ik was echt heel verbaasd. Ach, de
jury was van mening dat het zo'n
sterk verhaal was, in zo weinig
woorden, dat ze het wilde bekronen.
Nu, daar kan ik niets tegen in bren
gen".
Max Velthuijs is een van de weinige
makers van prentenboeken die Ne
derland kent. Zijn tekeningen zijn
onmiddellijk te herkennen aan de
heldere vlakken waardoor ze gedo
mineerd worden. Zijn Kikker-reeks
is de bekendste tot nu toe. 'Kikker is
verliefd' maakte heel wat tongen los.
De Gouden Griffel krijgt hij dit jaar
voor 'Kikker en het vogeltje', een
simpel maar aansprekend verhaal
over een kikker die een dood vogeltje
vindt en niet weet wat hij daarmee
aan moet. Op het boekje heeft hij
zeer veel reacties gekregen.
„Veel meer dan ik eigenlijk ver
wacht had", zegt Velthuijs. 'Kikker
is verliefd' is heel populair. Dat kan
ik me ook voorstellen. Kinderen vin
den zo'n onderwerp natuurlijk
prachtig. Op de scholen waar ik het
verhaal voorlees, beginnen ze direct
al te giechelen. Gesneden koek,
maar dit boekje, over een dood vogel
tje... Ik vond het idee zelf leuk, maar
verwachtte er niet veel van".
„Eerlijk gezegd had ik op nogal wat
tegenstand gerekend, uit christelij
ke hoek vooral, want per slot van re
kening gaat dat dode vogeltje aan
het eind niet naar Onze Lieve Heer.
Het tegendeel was het geval. In
Duitsland is het zelfs bekroond door
de Evangelische Kerk, terwijl het in
dat land een nog veel gevoeliger on
derwerp is tegenwoordig. Zelfs'die
verliefdheid is door verscheidene
uitgevers geweigerd. Je merkt daar
een duidelijke omwenteling naar
rechts. Mensen zoeken hun toe
vlucht weer tot heilige zaken, tot de
religie".
Jazz
Max Velthuijs is nu 69 jaar. Hij
woont en werkt al zijn leven lang in
Den Haag. Jazz op de radio, teke
ning in aanbouw op zijn bureau, een
schaakcomputer staat te knipperen.
Met het maken van prentenboeken
begon hij pas vrij laat, vijfentwintig
jaar geleden. Daarvóór was hij gra
fisch ontwerper.
„Op de beurs van Frankfurt lag een
boekje van mij. Had een bevriende
uitgever voor me meegenomen. Dat
is blijkbaar door anderen gezien,
want op een gegeven moment kreeg
ik een briefje van een Zwitserse uit
gever, Nord-Süd Verlag, die mij
vroeg iets voor hem te maken. Dat
heb ik gedaan. Ik schreef dat frank
en vrij in een soort steenkolenduits.
En het gekke was dat ze daar juist
heel enthousiast over waren. Mijn
woordenschat is heel beperkt natuu-
rijk in het Duits. Daardoor wordt het
eenvoudig, maar ook zeer recht
streeks. Een echte kindertaal".
„Ik begon er mee als hobby. Je kon
er niets mee verdienen. Nauwelijks
een beetje drinkgeld. Maar het was
leuk om jezelf gedrukt te zien in een
stuk of wat vreemde talen. 'De jon
gen en de vis' was mijn eerste boekje.
Op die manier ben ik bij de kinderen
verzeild geraakt. Daarvoor had ik
nooit vermoed dat ik dat nog eens
zou kunnen gaan doen. Ik verzamel
de altijd al prentenboeken, maar had
nooit het idee gehad dat ik ze ook
nog eens zou gaan maken. Ik ben er
min of meer toe .gedwongen. Totdat
ik de smaak te pakken kreeg".
„Een tijdlang ben ik alleen in kleine
kring bekend geweest. Daar werden
mijn boekjes gekocht. Maar er van
leven ging nog niet. Toen is er toch
een keerpunt gekomen. Ik raakte
uitgekeken op het reclamewerk. Dat
is buitengewoon uitputtend, je moet
steeds nieuwe ideeën leveren, ideeën
voor eendagsvliegen die onmiddel
lijk weer weg zijn. Ik heb besloten
om het toch te proberen, te leven van
prentenboeken maken".
Bekenden
Het lukte hem. Zijn boekjes gaan
met die van Dick Bruna over hele
wereld. En zoals Bruna z'n konijn
tjes heeft, heeft zich ook rond Max
Velthuijs een groepje intieme beken
den gevormd: de dieren uit zijn ver
halen. „Dat clubje is langzaam ont
staan, maar nu ik ze eenmaal heb
draag ik ze ook altijd en overal met
me mee. Als ik een beetje zit te suf
fen, komen ze aan het woord en voe
ren een toneelstukje op". Zo ont
staan zijn verhalen.
„Bij mij gaat alles wel vanuit het
beeld, wat dat betreft blijf ik ontwer
per. Alles wat ik denk, zie ik in beeld.
Dan komt de tekst erbij. Er wordt bij
gesproken. Zo is het ook met 'Kikker
en het vogeltje' gegaan. Niet door
een gebeurtenis uit mijn persoonlijk
leven, niet omdat ik een gat in de
markt rook, maar gewoon omdat ik
op een goeie keer Kikker naar iets
zie kijken. En dat bleek een vogeltje
te zijn dat op zijn rug lag. Dood na
tuurlijk, maar dat begrijpt Kikker
niet. Dan komen de andere dieren er
bij. Die hebben er allemaal zo hun
mening over. In een paar seconden
zie ik het verhaal voor me".
Zelf vind Velthuijs dat hij veel lijkt
op Kikker ('Ik kijk een beetje met
zijn ogen in de wereld rond') maar
ook in de andere dieren is iets van
hem terug te vinden. „En dan heb ik
er nog twee, Olifant en Krokodil, die
treden in andere boekjes op. Kroko
dil is een soort oplichter. Zelf heb ik
meer van Olifant, hoewel ik een
beetje jaloers kan zijn zo nu en dan
op Krokodil. Hij is geraffineerd en
doortastend, ik niet, hij laat zich niet
zo makkelijk beduvelen, ik wel. Oli
fant trapt overal in".
Prentenboek
Nederland is een goed land voor kin
derliteratuur, maar het prenten
boek is een ondergeschoven kindje.
Velthuijs heeft veel kritiek op het be
leid dienaangaande. Hij mist tradi
tie. „Er zijn nauwelijks auteurs. Dat
hangt samen met de hoge produktie-
kosten, je moet een hele hoge oplage
kunnen draaien. En daarvoor is de
markt in ons land veel te klein".
„Een gemiddeld prentenboek heeft
hier een oplage van drieduizend
exemplaren. Dat is te weinig. Je
moet samenwerken met buitenland
se uitgevers. Maar juist daarin zijn
de Nederlanders nooit zo ervaren ge
weest. Op de grote boekenbeurzen
zag je de Nederlanders meestal maar
wat zitten in hun standje. Terwijl ze
juist erop uit moeten trekken om
contacten te leggen. Het is de laatste
tijd wel wat veranderd, hoor".
„Met een goed prentenboek kun je
nog heel moeilijkje brood verdienen.
Zo'n boek kost rond de twee tientjes.
Dat is veel. En de meeste ouders ko
men nooit in een boekwinkel. Die
kopen in de supermarkt. Daar liggen
die bijna naamloze massaprodukten,
die in gigantische oplagen vervaar
digd zijn, vaak voor nog geen tien
tje".
„Maar ook in de gewone boekhandel
is het prentenboek niet populair. Ze
hebben het daar niet zo graag, het
staat in de weg, en je verkoopt er te
weinig van. Meestal zetten ze het
daarom in de kast. En als je daar
eenmaal in verdwenen bent kun je
het wel vergeten als prentenboeken
maker. Dan zien mensen alleen
maar ruggetjes, terwijl ze stapels bij
de toonbank willen zien. Dat ver
koopt".
Vrij schilderen
Vrij schilderen doet hij nauwelijks
meer tegenwoordig, zegt Velthuijs.
„Het bevredigt me niet meer. Goed,
dan ben je schilder en heb je op een
gegeven moment honderd schilderij
en om je heen staan, misschien ver
koop je er eentje, maar dat is het
dan. Voor mij bestaat iets pas als het
gedrukt wordt. Dat is de grafisch
ontwerper in mijDaar komt nog iets
bij. Wat ik zou willen schilderen is er
allemaal al: Picasso, Rousseau,
Utrillo, de Impressionisten. Daar
hoef je niet meer mee te komen. En
de huidige beeldende kunst interes
seert me niet, dat zijn uitvinders,
geen kunstenaars. Werk dat ik irf de
reclame al genoeg heb gedaan'
Zijn kleuren zijn van grote helder
heid.
„Als ik niet voor kinderen zou wer
ken, zou dat ook zo zijn. Ik neem
overal iets vandaan mee naar huis.
Mijn kleuren komen uit Italië, van
de muurschilderingen in de palaz-
zo's. Alleen is het bij mij allemaal
nog helderder. Als ik zou zijn door
gegaan met schilderen, zou ik nu ook
ongetwijfeld in die kleuren werken".
Altijd voor kinderen werken, maakt
dat op den duur niet simpel?
Velthuijs lach? breeduit: „Nee, ik
raak er niet op uitgekeken. Mis
schien dat ik nog wel eens een boek
voor volwassenen zou willen, dat
komt wie weet ooit nog wel eens.
Maar mijn probleem is dat ik dan het
tekenen kwijtraak. En dat blijft een
levensnoodzaak voor mij. Werkelijk.
Ik heb nog steeds de spanning of het
zal lukken. Of ik de prenten krijg zo
als ik wil en of de tekst erop aan
sluit".
„Prentenboeken voor volwassenen,
dat zou nog iets zijn, maar ze be
staan niet. Er is geen vraag naar. Ik
zou ze wel willen maken. Nee, geen
dieren meer, ik zou teruggrijpen op
een klassiek verhaal. Maar de vorm
geving zou precies dezelfde blijven".
Traditiegetrouw brengt de Kinderboekenweek een massa nieuwe
titels in de boekwinkel. Een selectie uit het aanbod, variërend van kleurige
prentenboeken tot verhalen over de zelfkant van de maatschappij
zeehondencrèchepielerburen
door Joyce Kammer
Een jaar of twintig geleden al maak
te de illustrator Eric Carle zijn be
roemde boek 'Rupsje Nooitgenoeg'.
Er is nu een nieuw prentenboek van
hem, 'Ijsbeer, ijsbeer, wat hoor jij
daar?' (Gottmer, 19,90). Carle's
stijl is in de jaren niet echt veran
derd. Zijn illustraties en collages van
vrolijke, felgekleurde knipsels die al
op peuterleeftijd aantrekkelijk zijn.
In 'IJsbeer, ijsbeer, wat hoor jij
daar?' toont Carle het kind (dubbele
paginagrote) wilde dieren, begeleid
door repeterende vragen en ant
woorden van Bill Martin Jr, die door
middel van het antwoord steeds het
volgende dier aankondigt. Aan het
eind van het boek komen alle dieren
op originele wijze samen en worden
de diergeluiden nog eens herhaald.
Eigenwijs
Voor beginnende lezertjes verscheen
het boekje 'O, wat erg!' (Leopold,
19,90) van de schrijfster Jetty Kre-
ver. Het gaat over een kleine eigen
wijze egel, die ondanks alle waar
schuwingen van zijn moeder toch op
de snelweg belandt. Het loopt geluk
kig goed af en het egeltje heeft zijn
lesje geleerd. Of toch niet? Mede
vanwege de mooie geheimzinnige en
daardoor spannende zwartwit-teke-
ningen van Jenny Dalenoord is 'O,
wat erg!' heel plezierige en originele
leesstof, die in tegenstelling tot veel
van dit soort werkjes verre-van saai
'Vullisland'
Dat de 'kinderboeken'-schrijver Mi
chael Morpurgo een Engelsman is,
kun je zo uit zijn boeken opmaken.
Hij schrijft namelijk zeer fantasierij
ke verhalen over zijn geliefde onder
werp 'de zee', en alles wat daarmee
samenhangt, zoals verlaten kusten
met zeedieren en -monsters en figu
ren zoals kluizenaars die een geheim
met zich meedragen.
Ook in zijn nieuwe boek 'De reus uit
zee' (Ploegsma, 21,95), een ver
haal voor kinderen vanaf negen jaar
dat zich afspeelt aan de kust van Wa
les, laat Morpurgo zien dat hij een
rasechte verteller is van sfeervolle,
sprookjesachtige verhalen.
Mythen
Uit het Engels vertaald zijn de
'Griekse mythen' ('Stripverhalen
uit de oudheid') van Mare ia Willi
ams (Gottmer, 24,50). In enkele
regels tekst en een groot aantal
speelse 'plaatjes' (inclusief tekstbal
lonnen met geestige dialogen) wor
den acht Griekse mythen naverteld
zoals 'De doos van Pandora', waarin
Pandora stiekem de doos opent die
alle rampen en ziekten voor de
mensheid bevat. Hoewel het oogt als
een prentenboek zijn de soms gru
welijke verhalen niet geschikt voor
jonge kinderen. Enige uitleg vooraf
over de ideeën in de Griekse mytho
logie, het ontstaan van de wereld en
de goden enzovoort, is aan te raden.
Bang
Een echt voorleesboekje voor kinde
ren vanaf zes jaar is 'We zijn heus
niet bang'. Het bevat vijftien ver
haaltjes van Arno Bohlmeijer (Van
Goor, 19,50) over de zusjes Suus
en Mies en hun gekke en stoute bele
venissen in en rond het huis. De au
teur heeft zich zó goed weten te ver
plaatsen in kinderen op die leeftijd,
wat hen bezielt en overkomt, dat de
verhaaltjes uit het leven gegrepen
lijken. Gevoegd bij de dosis humor
die hij er in verwerkt is 'We zijn heus
niet bang' uitermate geschikt om bij
voorbeeld bij het naar bed gaan (of
op school) voor te lezen.
Meneer Kaktus
PeteV Jan Rens is bij de meeste kin
deren beter bekend als 'Meneer
Kaktus' van de televisie dan als
schrijver. Toch is het boek 'Rauzer'
Heracles was
als baby
beresterk.
'Griekse mythen'
(Ploegsma, ƒ24,95) van zijn hand.
Het is het verhaal van een jongen die
thuis en op school zijn draai niet
meer kan vinden, besluit van huis
weg te lopen en terecht komt in Am
sterdam. Hij leeft daar aan de zelf
kant in een wereld van prostitutie en
drank, maar vindt daar wel het be
grip waarnaar hij op zoek is..Hoewel
Rens zich aardig inleeft in de gevoe
lens van een 11-jarige, komt het ver
over.
New York
Heel realistisch en geloofwaardig
daarentegen is het boek 'Vullisland'
(Jenny de Jonge, 24,95) van de
Amerikaanse schrijfster Paula Fox.
Zij komt in al haar verhalen op voor
de maatschappelijk zwakken. In
'Vullisland' vertaalt'zij haar medele
ven in een verhaal over een 11-jarige
Newyorkse jongen, die door allerlei
omstandigheden zijn ouders kwijt
raakt, een zwervend bestaan moet
leiden en zichzelf in leven moet zien
te houden.
Een zuiver en goed uitgewerkt ver
haal, waarin diverse onderwerpen
aan bod komen. Daarbij zijn zaken
als eenzaamheid, angst en discrimi
natie, maar ook vriendschap en
warmte.
Kampen
Ten slotte het nieuwste boek van
Thea Beekman: 'De stomme van
Kampen' (Lemniscaat, 28,50). Zij
schreef al eerder over het wel en wee
van de stad Kampen en zijn inwo
ners, waarvoor zij naspeuringen
deed in de archieven daar ter stede,
in 'Hasse Simonsdochter'.
In vergelijking met dit spannende
verhaal over Jan van Schaffelaar is
'De stomme van Kampen', dat gaat
over leven en werken van de doof
stomme landschapsschilder Hen-
drick Avercamp, aanmerkelijk min
der boeiend.
De zwak gecomponeerde vertelling
geeft een levendig beeld van het har
de bestaan aan het eind van de 16de-
begin 17de eeuw, met al zijn ziekten
en vooroordelen. Boeiend slechts
voor wie daarin is geïnteresseerd.
dag 10 okto-
van 14.00-
signeren Al-
van Heusden
0 de Wijs hun
ye prenten-
'Even naar de
enbus' in de
irboekhandel
in Wonder
pil Bij boekhan-
3 Paagman sig-
y Peter Spier
£1.00 tot 12.30.
y dag 10 en zon- Tonke Dragt
'e 11 oktober:
irboeken-
k tin de Grote Kerk.
isdag 14 oktober, vanaf 14.00:
6 ezen en tekenen voor peuters
3 ;uters in kinderboekhandel Ali-
Wonderland.
C -dag 17 oktober, vanaf 11.00
t door Tonke Dragt voorgele-
en gesigneerd in kinderboek
handel Alice in
Wonderland.
Musea
Tijdens de Kinder
boekenweek hou
den zeven Leidse
musea een geza
menlijke speur
tocht rond het the
ma 'Land in zicht'.
De speurtocht naar
de schat duurt on
geveer tweeëneen
half uur en is be
stemd voor kinde
ren van negen tot
twaalf, of jongere
kinderen onder begeleiding van ou
ders. Het beginpunt is het Stedelijk
Museum De Lakenhal en op het
eindpunt kunnen de kinderen een
greep doen in de schatkist die zij in
de Openbare Bibliotheek vinden
De tocht wordt, met uitzondering
van maandag, op werkdagen tussen
10.00 en 17.00 gehouden, in het
weekeinde tussen 12.00 en 16.00.
Max Velthuijs: 'Kunstenaars zijn uitvinders geworden. Dat heb ik in de reclame al genoeg gedaan'