Wereldfaam uit supermarktdoos
ZI
Reis tussen muren in een zwervend museum
Kinderboekenweek
61 Leidse Courant
i vrijdag 9 oktober 1992
*Ki*t<(en&oe6e«uvee6,
KINDERBOEKENWEEK
7 T/M17 OKTOBER 1992
woensdag 14 oktober
van 13.00 uur tot 14.30 uur
signeert
Max Velthuijs
„Kikker en het Vogeltje"
en zijn overige werk
zaterdag 17 oktober
van 15.00 uur tot 17.00 uur
signeert
Jacques Vriens
het Kinderboekenweekgeschenk 1992
„Het raadsel van de regenboog"
en zijn overige werk
Boekhandel Kooyker
SwK Breestraat 93, Leiden
Tasr-" tel. 071-160500
M.
Veel nieuwe Gottmer/Becht-kinderboeken op
de Kinderboekenmarkt in de Grote Kerk
zaterdag en zondag a.s.
Verschenen
Arendsoog deel 62
LIGHTFEET
ONTVOERD!
Auteur: Paul Nowee
Prijs 14.25
JACQUES
VRIENS
DE GAAFSTE
MEESTER DIE DE
MOOISTE
BOEKEN
SCHRIJFT!
Uitgeverij
Van Hoikema
Warendorf
KINDERBOEKENWEEK 1992
Boekhandel Veenerick en
bibliotheek De Bloemlezer
organiseren!!!
Op zaterdag 10 oktober
komt kinderboekenschrijver
SJOERD KUIJPER
in bibliotheek De Bloemlezer,
Wilgenstraat 25 in
Roelofarendsveen
Voor groep 3-4-5-6 van 13.30 u, tot
14.45 u.
Voor groep 7 en 8 van 15.15 u. tot
17.30 u.
Hij zal o.a. een eigen lied zingen
én zijn boeken signeren,
ledereen is van harte welkom en
natuurlijk ook in onze winkel
tijdens de kinderboekenweek.
IU
i t
8 W
IZ
1 w
w
8
Boek- en kantoorvakhandel
VEENERICK
Noordplein 4
2371 DA Roelofarendsveen
Telefoon: 01713-16033
KINDERBOEKENWEEK
7 T/M 17 OKTOBER 1992
Hij noemt zichzelf 'maar een kinderboekenmannetje'. Zijn prentenboeken
evenwel gaan de hele wereld over.
In faam is hij boven zijn vader Jo Spier uitgegroeid. Peter Spier, al lang en
breed Amerikaan, vindt dat hij in het leven 'ontzettend heeft geboft'
door Jan-Hendrik Bakker
Vijftig jaar lang placht zijn vader, Jo
Spier, kerstkaarten en kalendertjes
te illustreren voor de Koninklijke
Nederlandse Reddings Maatschap
pij. Het was een vriendendienst.
Toen de bekende tekenaar en jour
nalist in 1978 stierf, nam zoon Peter
vanuit Amerika de relatie over. De
band zou ten slotte resulteren in het
boekje 'Vader, mag ik mee?', het ver
haal van twee reddingen op zee, uit
de geschiedenis van het waddenei
land Terschelling. 'Vader, mag ik
mee?' is een speciale uitgave gewor
den voor de Kinderboekenweek.
Peter Spier: „Het was Jan de Hartog
die mij de tip gaf om die twee jonge
tjes uit 'Vader, mag ik mee?' dezelf
de naam te geven. Dankzij De Har
tog is het Sietze Hemmes die in 1687
dat schip op de gronden ziet lopen,
en ook Sietze Hemmes die driehon
derd jaar later de eerste is die getui
ge is van de vastgelopen schuit met
schoolkinderen. Jan de Hartog is
mijn oudste vriend, hij is nu 78, zit
precies tussen mij en mijn vader in,
als hij nog zou leven".
Peter Spier is na de emigratie van
het gezin naar Amerika een van de
bekendste prentenboekenmakers
van de wereld geworden. In het ver
lengde van de stijl van zijn vader
heeft hij vele tekenboeken gemaakt
waarvan de bekendste zijn: 'De ark
van Noach', 'Mensen, mensen, wat
een mensen!' en de 'De koe die in het
water viel'.
Spier is nu 65, „eigenlijk te oud,
vindt mijn vrouw, om nog op tournee
te gaan". Een paar maanden per jaar
is hij de gevangene van de publici
teit. Lezingen, interviews, signeer
sessies, televisie. Hij doet het nog
graag, lijkt het. Een kleine, gulle
man. Even een anekdote:
Napoleon
„Een tydje geleden hadden ze me er
gens in een Amerikaans warenhuis
neergezet om te signeren. Ik vind
het best, maar het bleek de lingerie
afdeling te zijn. Daar was ik neerge
poot achter een soort Louis Quinze-
meubel, midden tussen de bh's en de
corsetten. Niemand heeft belang
stelling voor me. Al die vrouwen lo
pen door natuurlijk. Ten slotte, ein
delijk, blijft een echtpaar lang naar
me staan kijken, overlegt met el
kaar. Ik denk: tien, twintig boeken
misschien? Vragen ze wat dat tafel-
Peter Spier: 'Ik ben geen
kunstenaar, ik ben maar
een kinderboeken
mannetje'.
tje moet kosten".
En dan vertelt hij, over zichzelf, zijn
vader, zijn werk, Amerika.
„Toen we vertrokken naar Amerika
was ik geen klein kind meer. Vijfen
twintig was ik. Dan ben je al hele
maal gevormd. Bovendien hadden
we helemaal niet het idee dat we
zouden blijven. Het zat zo. Mijn va
der kende de Amerikaanse ambassa
deur, Chapen heette hij, geloof ik
Die bezat van die tinnen soldaatjes,
hele legers had hij. Vader tekende
dan achtergronden voor hem. Aus-
terlitz, Waterloo, Parijs waar Napo
leon zijn triomftocht hield. Die din
gen".
„Op een dag, een jaar na de oorlog,
zegt hij: Jo, je moet naar Amerika,
daar is toekomst voor jou. Hij zou
wel visa regelen, want dat was een
probleem in die tijd. We hebben er
daarna niet meer aan gedacht, glad
vergeten. Maar op een goede dag
komt Dirk Stolk, de postbode van
Broek in Waterland, aanhollen.
Briefgeheim kennen ze niet in zo'n
dorp, dus hij schreeuwt al uit de ver
te: ze benne d'r, hoor, ze benne d'r,
jullie kunnen naar Amerika!
„Toch zijn we pas in 1951 gegaan.
Maar helemaal niet met het idee om
te blijven. We hadden een oude Ford
vooruitgestuurd en daarmee zijn we
zes weken door Amerika getrokken.
We zijn gaan praten bij uitgevers.
Vader kon bij Elsevier in Houston
gaan werken. En het ging goed. Er
was veel werk. Toen pas stonden we
voor de keus: blijven of teruggaan.
We zijn gebleven".
Bayou
„Ik herinner me nog goed de eerste
tijd. We hadden een klein huis ge
huurd aan een wild stromend rivier
tje, een 'bayou'. Het gras in de tuin
werd niet gemaaid vanwege de ra
telslangen en in de bayou mocht je
niet zwemmen, gevaar voor kroko
dillen. Dat klopte wel. Want soms
hoorde je een hondje blaffen daar in
het gras en dan plotseling viel het
stil".
„Het was wennen, van Broek in Wa
terland naar Houston, een grote,
moderne stad, rijke mensen met
cowboyhoeden op en, waar ik in het
begin van stond te kijken, op cock
tailparty's zag je kerels met pistool
holsters om. Zo open en bloot een
wapen erin. Vroeg je waarom ze dat
deden, dan was het antwoord: ge
woon omdat we dat leuk vinden".
„Ik kom toch regelmatig in Neder
land terug en ik moet zeggen: de ver
schillen met Amerika worden steeds
kleiner. We beginnen meer en meer
op elkaar te lijken. Het valt me op
hoe materialistisch het hier gewor
den is, de brede snelwegen, de ver
keerspleinen. De McDonalds zie je
nu overal, wat maakt het nog uit. De
wereld is één grote erwtensoep aan
het worden. Moetje eens kijken met
hoeveel succes ze alles van de Ameri
kanen overgenomen hebben, wat ze
hen vroeger hevig verweten".
„Ja, ik heb de stijl van mijn vader ge
ërfd. Ik ben er willens en wetens in
doorgegaan, ik heb hem met de moe
dermelk ingedronken. Mijn vader
was een goede vriend van me. Nooit
behoefte gehad om me, artistiek ge
zien, tegen hem af te zetten. Ik denk
alleen wel dat ik in Amerika minder
de druk van zijn naam heb gevoeld,
dan wanneer we in Nederland waren
gebleven".
„Ik ben min of meer bewust boekil
lustrator geworden, en heb niet de
journalistieke weg van mijn vader
gevolgd. Ik had bij een uitgever een
manuscript zien
liggen over een
koe, 'Aramina,
the Dutch cow'
heette het. Het
was allerbelab
berdst, vreselijk,
met een konin
gin op klompen
om maar iets te noemen. Ze wilden
het dan ook niet uitgegeven, te
recht".
„Ik heb gevraagd: laat mij het eens
proberen. Helemaal bewerkt heb ik
het toen. En dat is 'De koe die in het
water viel' geworden. In één keer
een groot succes. Het boek is altijd in
druk gebleven, een gewelddige melk
koe, die mijn slechtste instincten
wakker riep. Want daarna kon ik
van het maken van prentenboeken
blijven leven. Ik heb ongelooflijk ge
boft".
„In Amerika hebben schrijvers nu
ook het kinderboek ontdekt. Men is
erachter dat als je een kinderboek op
je naam hebt staan dat succes heeft,
dat nog jarenlang, van generatie op
generatie, door kan lopen. Boven
dien ben je beschermd tegen inflatie,
want royalties worden uitbetaald
naar de huidige winkelprijs van een
boek".
Briefje
„Voor elk boek doe ik heel zorgvul
dig research. Het begint met wat
graaien in mijn doos. Die staat in
mijn kamer, een grote doos uit de su
permarkt waarin ik al mijn losse
ideeën heb gedeponeerd. Ik haal er
zo'n briefje uit en ga dan aan het
denken. Is het nog wat? Heb ik er zin
in? Als het me nog steeds wat lijkt ga
ik me eerst oriënteren, in de biblio
theek van ons dorp, wat er zoal over
verschenen is. Dan blijkt soms dat
die betreffende boeken allemaal uit
geleend zijn, zoals het geval was met
het onderwerp 'De ark van Noach'.
Dan weetje dus datje goed zit".
„Daarna komt het stadium van
ruwe schetsen maken. Eindeloos
schetsen. Ik ga studeren, maanden
soms. Moet ik iets over Assen ma
ken, dan wil ik precies weten wa
sen Assen maakt. Ik let overa
hé, een hondje met drie poten,
een schetsje; hé, een boompjt
door een hek heen groeit. Op
schelling hadden ze drie sot
gekke baksteentjes en de gootje
ren anders. Die gootjes en die
steentjes, dat is Terschelling".
„Het leuke is dat ik later vaak
sen krijg, die zeggen: het is zo e
ik weet waar je gestaan moet hel1S(
toen je dat tekende. Daar kwa ez
vroeger vaak, want ik moest er
dag langs. Dat klopt haast
Maar het betekent voor mij tod
ik de essentie heb getekend".
Drukpers
„Als je vijfentwintig bent, teki
nog helemaal met je hart. Als je
enzestig bent ken je je vak, je u
ver, dan weet je wat er mogeli
Er komt minder hart bij kijkei
meer hersens. Zo gaat dat
maal. Je verliest erbij, maar je
ook wat. Picasso, dat is een werk
kunstenaar, die is altijd met zijn
hart blijven werken. Maar ik
geen kunstenaar, ik ben maai
kinderboekenmannetje".
„Je moet zien, dat voordat een
gedrukt is je het zes, zeven keer
moeten tekenen. Dan gaat de
ratie natuurlijk wat weg. Het v
herkauwen. Nu ben ik wel ham
geworden. Ik weet precies bij
kleuren ik weg moet blijven,
dat wordt druktechnisch nooit
Oranje daken, groene weiden, ji
derdaad, Nederland, dat gaat
Dat wordt verschrikkelijk. Er
collega's die zeggen: ze doen n
ik schilder zoals ik het voel. Die|
geren rekening te houden ma
drukpers. Dat vind ik net zo iet)
een huisarti
een recept j
schrijft, i
weigert dal
een leea
handschrift!
doen".
De reddingboot 'Valentijn' zoals Peter Spier hem tekende voor 'Vader, mag ik mee?'
Om ver weg te gaan hoefje niet per se honderden kilometers af te leggen.
Reizen kan ook in je hoofd, zeker als een museum vol spannende
voorwerpen en tekeningen daarbij helpt.
STEDELIJK MUSEUM
Hoogstraat 112, Schiedam: 'En toch
is de aarde plat'. Geopend: di-za
10'00-17.00, zo 12.30-17.00. T/m 25
oktober.
door onze kunstredactie
Wie niet ouder is dan dertien jaar,
kan in het Stedelijk Museum in
Schiedam tijdens de Kinderboeken
week een verre reis gaan maken. Je
bepaalt eerst (in je hoofd) waar je
naar toe wilt, je kiest een vervoer
middel en vervolgens kan je op pad.
De walkman, bij de ingang te ver
krijgen, geeft je reis nog wat extra
kleur.
Langs tekeningen, verhaaltjes en
reisvoorwerpen kom je bij de pin
guïns, de wachters van het nieuwe
land. Hier gebeuren allerlei span
nende dingen en wie weet kom je wel
in een storm terecht. Als je even
geen zin meer hebt, lees je een boek
op het 'graskleed' of genietje van het
uitzicht vanaf de boot. Aan het eind
van de reis stuur je een kaart naar
iemand die je onderweg hebt ont
moet en maak je de mooiste souve
nirs.
De reis is eigenlijk een educatieve
tentoonstelling onder de eigenwijze
titel 'En toch is de aarde plat!'. Het is
een initiatief van het reizende litera
tuurmuseum BoekieBoekie, dat in
1990 werd opgezet. Aanvankelijk
jP—WBIff
foto Stephen Evenhuis
Reizen in Schiedam; een scheepsdek op de tentoonstelling
'En toch is de aarde plat'.
had het een vaste vestigingsplaats,
een kamer van zes bij vier meter.
Toen het pand gesloopt werd, ging
het museum reizen.
BoekieBoekie is een onderdeel van
de Stichting Autoped, die zich bezig
houdt met het organiseren van lite
raire en kunstzinnige projecten voor
kinderen. De stichting werkt voor
verschillende opdrachtgevers. Zo
werd enige tijd geleden het project
'Niet storen, ik lees' opgezet in op
dracht van het ministerie van WVC.
Deze actie was bedoeld om kinderen
te stimuleren meer te gaan lezen.
De stichting geeft ook zelf drukwerk
uit. Onder meer de BoekieBoekie-
krant die vier keer per jaar gratis in
boekhandels en bibliotheken te krij
gen is.
Illustraties
Autoped werd in 1988 opgericht
door Jet Manrho. „Toen was het nog
een eenmanszaak. Maar tentoon
stellingen kosten veel geld en omdat
we afhankelijk waren van subsidies,
moesten we wel een stichting wor
den", aldus Manrho. Zeifis ze nu uit
de stichting gestapt en houdt zich
voornamelijk bezig met het reizende
museum. Maar ze is nog wel direc
teur van Autoped.
'En toch is de aarde plat' wil kinde
ren leren om anders naar plaatjes in
boeken te kijken. Jet Manrho: „In
een boek kunnen kinderen niet zien
of een plaatje getekend of bij voor
beeld geschilderd is. Op deze ten
toonstelling hangen allemaal illus
traties uit kinderboeken. De ene in
olieverf, de andere met kleurpotlood
of gedeeltelijk geplakt. Zo kan het
kind kennis maken met de verschil
lende technieken. In een boek blijft
het gewoon een plaatje".
Remmingen
Manrho, afgestudeerd op kinder- en
jeugdliteratuur, was altijd al bezig
met de vraag: hoe kan je iemand iets
laten zien? Naar haar mening valt
aan kinderen veel makkelijker iets
duidelijk te maken dan aan volwas
senen. „Kinderen staan veel meer
open voor iets. Ze zijn nieuwsgierig,
willen alles weten en hebben ook nog
geen vooroordelen. Volwassenen
zeggen vaak al van te voren dat iets
niks voor hen is. Ze durven ook niets
te vragen. Een volwassene behoort
tenslotte alles al te weten. Kindf
hebben die remmingen gelukkig
niet".
Dat schijnt overigens niet voor
kinderen te gelden, In het kader
het thema 'reizen' heeft er een
wisseling plaats tussen de teke
gen van Nederlandse kinderen
die van Afrikaanse. „Aan die
ningen", aldus Manrho, „kun je
dat Nederlandse kinderen ech
een televisiecultuur leven. Ze
nen snel en onzorgvuldig, met
nig oog voor details. In Afrika
gen kinderen echt les in tekenei
Rusland, waar we eerder een uit
seling mee hadden, trouwens
'Kinderkunstles' noemen ze dat
Nederlandse scholen is daar t
baar geen tijd voor, of het ondei
zend personeel heeft er gewoon
zin in. Hier in het Stedelijk Mus
kan in elk geval wel kinderkuni
gevolgd worden".
BoekieBoekie is nog tot en mei
oktober in het Stedelijk Museui
vinden, daarna verhuist het,
tijdelijk, naar de Euromast in
terdam. De tentoonstelling zal
gekoppeld zijn aan een prijsv
met de opdracht 'ontwerp je
stad'. Kinderen mochten ontwe
inleveren voor een nieuwe sta
een bestaande stad naar eiget
zicht aanpassen. De werkstul
die daar uit zijn ontstaan, wo
door BoekieBoekie tentoongesti