Oude Doorsnee tussen Cor en Ischa 21 Cultuur GOING DOWN Verhalen vol zout water l Leidse Courant vrijdag 9 oktober 1992 Michiel van Kempen (35) is vier jaar leraar Nederlands geweest aan het Openbaar Atheneum in Paramaribo en heeft ook een poosje op het Surinaamse ministerie van cultuur gewerkt. Toen hij in 1987 terugkeerde in Nederland, ging hij, onder meer om de banden met de Surinaamse gemeenschap vast te houden, wonen in de flat Groeneveen in de Bijlmermeer. Kort geleden verhuisde hij naar de Bijlmerwijk Kantershof; daar gebruikte hij in een Chinees restaurant de maaltijd toen zondagavond het El Al-vrachtvliegtuig neerstortte. Tien hoog woonde ik in de Bijlmer. De naam van de flat was Groeneveen en toen ik er kwam wonen vond ik dat een goede naam: zelden heb ik in een omgeving met meer groen en met meer water gewoond. Aan de voorkant bomen en een slingerende gracht, zover als je kijken kon tot aan de grillige architectuur van de NMB bank. Aan de achterzijde een grote waterplas met een raar beeld in het midden en daaroverheen, hoog boven de grond, de metrolijn, op geweldig massieve pilaren, als een hedendaags aquaduct. En als de wind uit een bepaalde hoek kwam, zag ik, wanneer ik aan mijn keukentafel zat, hoog boven dat aquaduct de vliegtuigen komen, het een na het ander, om de drie minuten, zelfbewuste vogels in een deftige glijvlucht richting Schiphol, slowly going down. Je kon het beeldmerk op de staartvleugel zien: KLM, Lufthansa, British Airways, SLM, El Al... Als ik met de lift tien verdiepingen omlaag ging naar de binnenstraat en ik sloeg de hoek om, dan kwam ik aan het einde van de galerij bij het cafeetje van Pa Sem. Niet een echt buurtcafeetje, meer een aangepaste sociëteit bezet door één grote Surinaamse familie. Kwam je binnen, dan golfde de kaseko je om de oren en nog voor je er erg in had, schoof Pa Sem het eerste pilsje voor je neus, van de zaak. Het cafeetje lag vlak boven de gracht die zich onder de flat door wurmde. Op de galerij hingen op mooie zomeravonden Surinaamse Bijlmerbewoners over de balustrade en ze wezen over het water naar het bosje aan de overzijde waar een fuut nestelde. Die fuut is er niet meer, dat bosje is er niet meer en waar het cafeetje van Pa Sem is geweest: ik zou het niet eens meer kunnen zeggen. Kijkje vanaf de flat aan de andere zijde van de metrolijn naar de hoek waar Groeneveen eindigde en de naam van de flat veranderde in Kruitberg, dan kijkje in het kapotgeslagen gebit van een brakende reus. Er was een ruimte van twintig meter tussen de flats Kruisberg en Groeneveen en de neus van de Boeing heeft zich daar precies tussenin geboord, schreef een groot ochtendblad. Het is niet waar. Er is nooit een ruimte van twintig meter geweest, en ook niet van veertig meter. Er waren flats en in die flats woonden mensen die op mooie zomeravonden bij Pa Sem over de balustrade in het water keken, mensen die helemaal niet zo ongelukkig waren als de betweters 't graag wilden doen voorkomen, zij die nooit een stap in de Bijlmer zetten en alle vooroordelen over de Bijlmer hardnekkig herkauwen. Het nieuws over de ramp was nauwelijks tot de media doorgedrongen, of er werd over plunderingen van winkelcentra gesproken. Het ging niet om een snotaap die een pakje sigaretten jatte, nee, er brandde een nieuw Los Angeles. Met de Bijlmer is 't altijd wat; ligt die vliegramp misschien ook aan de Bijlmer, aan die tientallen nationaliteiten en huidstinten die daar verzameld zijn en gezamenlijk bel verslonden werden in de „j braakselstroom van die reus met het rotte gebit? De Bijlmer is het nationall verzamelpunt van al het angstwekkende dat de kleinzieligste rj Nederlandse geest kan verzinnen: c flats, zwarten, junks en nu dus ook: vl neerstortende vliegtuigen. Van de uitspanning van Pa Sem, een be cafeetje zoals elk dorpscafeetje, zij het' j met een wat anders gekleurde cliëntèL heeft nooit iemand gehoord. En ja' eigenlijk is dat maar goed ook. Want waarom zou je praat maken over het ro alledaagse leven, het kleine geluk? I" Maar dat het nu is weggezakt in een g. chaos die zo ontzaglijk is dat je je 11 afvraagt of die chaos ook is jj' doorgesijpeld tot in je waarnemingsvermogen, tr datje niet eens meer kunt aanwijzen: t daar was dat cafeetje, r<l datje in die paar geblakerde paaltjes geen bosje meer kunt ontwaren, Ie dat die kerosinezee iets anders is dan 'n het water waar gistermiddag nog een fuut in duikelde, n datje zülke elementen van een levend." gewone gemeenschap als die van de 01 Bijlmer niet eens meer kunt uitmetei^j dat is de andere zijde van wat een ta nachtmerrie-achtige draaitol uit de n hemel hier teweegbracht, een reusachtig transportvliegtuig waarvan niets meer te herkennen is, zelfs de j° staartvleugel niet: Going down, going down. Pa Sem, bedankt voor je gratis Pilsje. |V tl Veertig jaar nadat luisterend Nederland er voor thuis bleef is de Familie Doorsnee terug op de radio. Bij de VPRO. Met dezelfde tekst, met andere stemmen. Wim lbo, de producer van toen: 'De jongelui doen maarOf het zo moet is echter de vraag. door Bert Jansma Lezer, we voeren u terug naar een Nederlandse huiskamer anno 1953. Maandagavond. Vader zit in de blan keiken stoel. Moeder staat bij het dressoir en schenkt koffie en ranja in. Op tafel ligt een grote krant waarop pinda's. We leven in het tijd perk van vóór de chip en de wokkei. Aan tafel zitten de kinderen. De zoon in een lange korte broek, de dochter heeft een paardestaart. Ze is al in pyjama. Er worden pinda's ge peld. De radio is aan. Het groene kat- teoog staat op scherp, de VARA is in de lucht. Vader ook: „Ssst, 't be gint", ordonneert hij. Even niet kra ken met de pinda's. Stilte. En daar komt het: 'In Holland staat een huis'. Beschaafd meegezongen door publiek. Reporter Wim lbo meldt met zachte stem dat hij zich met zijn microfoon onder de tafel be vindt bij een ander Hollands huisge zin. En daar klinkt de stem van de vader. Krakend: „Mien... Zeg Mien". De familie Doorsnee. Wie afgelopen zondag om twaalf uur naar de VPRO-radio luisterde, kon het weer horen. „Mien... Zeg Mien". De familie Doorsnee is weer tot le ven gewekt door een team nieuwe acteurs. Live, vanuit theater Belle- vue. Met deels nieuwe liedjes. Een legendarische serie die tussen 1953 en 1958 vijfjaar lang de straten van Nederland op maandagavond stil hield, en het gezin in stille eendracht bij de radio, is terug. Het idee had producer Wim lbo des tijds meegenomen uit Amerika, waar een dergelijke radio-serie liep over een familie Perkins. Annie M.G. Schmidt schreef de tekst en creëerde figuren waarvan vele Ne derlanders dachten dat ze echt be stonden. De familie Doorsnee leefde. Hun huiskamer sloot naadloos aan bij die van miljoenen luisteraars. Kwaliteit Op de maandagavond werd in die ja ren de visite in de wachtkamer ge zet, werden zakenafspraken ver plaatst. Of dat nu weer gaat gebeu ren? Als het aan VPRO-regisseur Jet van Boxtel ligt wel. Voor haar is het geen zaak van nostalgie, maar van pure kwaliteit: „Je merkt nog hoe goed die teksten zijn. Hoe direct. En hoe snel. Er is niets wezenlijks ver Verantwoordelijk voor de nieuwe 'Familie Doorsnee': achter Nora Romanesco, Arjan Ederveen; voor Ottelien Boeschoten, Annie M.G. Schmidt, Rijk de Gooijer en Olga Zuiderhoek. ouderd, alleen wat toespelingen". Zij zal de komende twaalf weken elke zondagmiddag in theater Belle- vue aan de Amsterdamse Leidseka- de (publiek is welkom) met een groepje acteurs en pianist Jacob Klaasse aanwezig zijn met een keuze uit de scripts van Annie M.G. Schmidts serie. Aflevering veertien wordt een collage uit de historische opnamen van de Doorsnee's. Bij de aankondigingen van de VPRO-plannen ontlook er in media land zelfs een klein polemiekje over 'of het wel kon'. Kon je Annie Schmidts legende wel uit de tijd lich ten en zomaar plompverloren op vandaag loslaten? Heeft de Door- snee-familie van nu nog wel iets ge meen met de Familie Doorsnee van toen? En waren al die banden van toen echt niet meer te vinden voor een echte herhaling? De VPRO vond dat wanneer je to neelstukken heropvoert, je dat ook met een goede radio-serie kunt doen: „Die oude Shakespeare wordt toch ook nog steeds gespeeld?" Produ cent Wim lbo vond het niks: „De jon gelui doen maar, ik denk dat het een mislukking wordt". Hij dacht dat de stemmen van toen zo in de herinne ring van oudere luisteraars zaten geëtst, dat het voor hen wel minder móest worden. En dat een jong pu bliek er al geen boodschap meer aan had. Die stemmen, dat waren toen: Cees Laseur als vader, Sophie Stein als moeder Doorsnee, Kees Brusse en Lia Dorana als de kinderen Door snee, Hetty Blok en Jo Fischer ju nior als de werkster Sjaan en haar Willem. Laseur-touch Rijk de Gooijer speelt nu de vader. Hij geeft zijn pantoffelheld, winke lier en brommende mopperaar, een licht-krakende Laseur-touch mee. „Ik heb geen idee of de mensen het nog leuk vinden" zegt hij na de eer ste sessie. „Maar in feite is het wel een voorloper van 'Zeg 'ns AAA'. Toen het gezin van een winkelier, nu van een dokter. Toen had je Sjaan, de Amsterdamse werkster. Nu heb je Mien Dobbelsteen". De Sjaan van toen - Hetty Blok met Mokumse uithalen - wordt nu ge speeld door Nora Romanesco, maar die heeft een Brabantse zachte g. De wijze, relativerende moeder Door snee kwam destijds van Sophie Stein. Nu van Olga Zuiderhoek: Annie Schmidt heeft me gezegd dat ik vooral niet moest proberen op Sophie Stein te lijken. Die had een manier van intoneren waarmee ze voortdurend 'scoorde' bij het pu bliek. Daar hoef ik gelukkig niet zo hard aan te trekken. Ik hoop maar dat Annie Schmidt't inderdaad geen imitatie-Sophie Stein vindt". Zij kent de Doorsnees wel van toen, maar vaag. Ze was net tien in 1953. Rijk de Gooijer zat toen al jaren in het vak: „In de tijd van de familie Doorsnee begon ik samen met John ny Kraaijkamp een komisch duo te vormen. Kobus Rarekiek had ik al achter de rug. 'Mimosa' moest nog komen". Meneer Plesman Over één ding zijn ze het eens: tek sten van toen kabbelden meer, wa ren zachter, hoefden minder vaak een lach te krijgen dan vandaag de dag zou moeten. Olga Zuiderhoek: „We hebben samen naar een van de oude opnamen geluisterd. En ik moet bekennen, dat viel toch niet mee". De eerste aflevering van nu heeft de vage charme van herkenning. Annie Schmidts teksten hebben haar be faamde naturel gehouden, sommige grappen werken nog. Een aantal is onder de voet gelopen door de tijd. Vader Doorsnee mopperend over zijn dochter die bij meneer Plesman werkt (de KLM dus), en een zoon die bij de radio begint: ,,'t Is me wat. Een zoon in de ether en een dochter in de lucht". Daar komt een knallen de lach op. Maar de familie-proble men (Sjaan zoekt een huis en zal bij de Doorsnees gaan inwonen, een vriendin van moeder Doorsnee doet feministisch, in de winkel van Pa is het stil) zijn verbale minimal music geworden. De opmerking van moe der Doorsnee dat ze wel 25 gulden kwijt is aan het eten, is door de infla tie gladgestreken. Veranderen in de tekst van Annie M.G. Schmidt wilde niemand. De be faamde liedjes van Cor Lemaire ('Ali Cyaankali', 'Als moeder jarig is', 'Will you have a cup of tea') zijn merkwaardigerwijs maar deels be waard gebleven. Jacob Klaasse, com ponist van Filmmuziek, maakte daarvoor wel een aantal nieuwe. De familie Doorsnee veertig jaar la ter is radio-historie. En wat zal een nieuwe generatie ervan vinden? Al weer zo'n legende van die oude, die doorgeprikt wordt? Platgedrukt tus sen het barokke stemgeluid van Cor Galis en de scherpe vragen van Ischa Meyer op de VPRO-zondagmiddag? Soms is het goed om oude dingen oud te laten. Voorkomt teleurstellin gen. Bij de tv zullen ze 'Pension Hommeles' toch ook niet gaan over doen? vervolg van voorpagina cultuur Of dat alleen maar nostalgie isj ouders die hun kinderen zo willen opzadelen met grijsgewfo. scheepsjongens, de helden uiig eigen jeugd? Een feit is dat hetv meen van de boeken over de van Jacob Roggeveen, de onbek] eilanden in duistere verten, de j barijse zeerovers, de piraten^ ooglap en houten been in de mig heid zijn geraakt. Het meest gevaren werd er u oorlog, vanaf 1948, in de zestigr tjes tellende Kameleon-serie tien miljoen exemplaren verty van H. de Roos. De Roos is oh den; onder het pseudoniem Roos werd zijn werk voortgezet deeltje 61. Maar de woelige bi( zeeën waren bij hem de Holli, binnenwateren geworden. L nend detail. Schrijvers als Henk van Kerkwj Frank Herzen halen nog wel ees raten en hoge zeeën binnen, ma hausse is allang voorbij. Kinl van vandaag kennen die vt waarvan ouderen nog droomda lang als hun broekzak. Ameril' je dagelijks op de tv. Heeft da' ooit niet-bestaan? Ze reizen nj, boot van eiland naar eiland Griekse archipel. Ze hebben, scheepsjongens meer nodig onj een schateiland geleid te word( vinden het zelf wel. Misschien was Ivo de Wijs' berj piratenparodie in de jaren q wel een aankondiging van de z| dood van een genre: De domste kaper van de zeeën,, - en de zeeën zijn erg groot - was een stuntel uit Enkhuizen^ Zwarte Jan de Houtepoot. Zijn zeerover was geen held maar een anti-heldje. Een ona lijk knullige piraat die aan het voor zijn oog kwam omdat 1 woon niet behoorlijk met vork kon eten. En die zijn 1 poot niet in barre strijd ver< maar te danken had aan een huiselijke val uit de hangmat, neer we gaan lachen om onze lj is het definitief met ze afge' LETTERKUNDIG MUSEUM Prinses Irenepad 10, Den Ha; zeegat uit'. Geopend: di-za I 17.00, zo 13.00-17.00. T/m 3lj ri. SCHEEPVAARTMUSEUM Kattenburgplein 1, Amste 'Boek Ahoyü'. Geopend: di-z; 17.00, zo 12.00-17.00. T/m 3 jai

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 18