Wat je eet dat ben je Bokbier is ook lekker in de winter ...VO€< eet mens, risch. Accenten in de tuin Vandaag De Dag Slecht slapen I c Leidse Courant I donderdag 8 oktober 1992 BIER De brouwers van Nederland vinden dat bokbier in de herfst thuishoort. Waarom? Er ligt aan deze malle actie een ingewikkelde theorie ten grondslag, maar de waarheid is dat het vooral markttechnisch gesproken reuze interessant kan zijn. Kijk maar naar de jaarlijkse campagne van het zuurtjeswater Beaujolais Primeur. De verhalen en legenden over bokbier zijn legio. Zo is er het verhaal van de dondergod Donar, die erin geslaagd was om van de reus Hymis de enige brouwketel voor zwaar bier te stelen. Dat werd een groot feest in het Walhalla, toen daar voor het eerst dat bier door Germaanse vrouwen werd gebrouwen. En een naam was ook snel gevonden. Bockbier, naar de trekdieren van Donars hemelwagen. Kent u dat verhaal over de heftige liefde van een Russische grootvorst en een Beierse prinses? Op het moment dat de prinses al op weg was naar de huwelijksceremonie bedacht de Rus zich. Zij hoorde het slechte nieuws in de buurt van het stadje Einbeck, gaf zich over aan het lokale bier en vergat haar verdriet. Haar vader besloot daarop dat bier naar Beieren te halen. Een ander verhaal beweert dat bokbier afkomstig is uit hetzelfde Einbeck, bij Hannover in Nedersaksen. Daar werd in 1314 de Einbecker brouwerij opgezet, die zich specialiseerde in donker bier van hoge gisting. Het bier uit de hoofdstad van het vorstendom Grubenhagen kreeg al snel grote bekendheid, mede doordat menige graaf van Einbeck altijd een vat op reis meenam. De doorbraak kwam, zo wil dit verhaal, toen een van de brouwers met een Beiers meisje wilde huwen en het feest bij zijn schoonouders opluisterde met een wagen vol biervaten uit zijn woonplaats. De Müncheners waren èr gelijk verliefd op en de Einbecker brouwer besloot daarop in Beieren 'zijn' bier daar te gaan brouwen. Een variant daarop is nog dat graaf Albrecht de Vijfde, een verwoed drinker van het Einbock-bier, het te duur vond om steeds vaten naar Beieren te laten transporteren. Goedkoper was het een brouwer uit Grubenhagen weg te kopen en het bierproces in München op te zetten. Verbastering Daarna is het allemaal een kwestie van verbastering. De naam van het Einbocker bier werd al snel afgekort. 'Ein Ainpöklisches Bier' werd gauw 'Ein Einbock'. Hetgeen leidde tot kortweg 'Oanbock' en tenslotte 'Ein Bock'. Na de verhuizing richting Beieren is München de stad van het bokbier geworden. De ware liefhebber zal zich daar, bij voorbeeld in het Hofbrauhaus, te goed doen aan verschillende soorten van het bier. Dat daar het hele jaar door is te krijgen. Want het bier is ook heel lekker op een zomerdag. Bokbier is namelijk gewoon een speciaalbier, dat alleen op een aparte wijze wordt gebrouwen. Zo worden er moutsoorten gebruikt, die bij hoge temperatuur zijn geroosterd. Het produkt wordt zwaar ingebrouwen en gelagerd, waardoor de smaak rijp en de kleur dieprood wordt. Het bier heeft een alcoholpercentage van 6,5 en dient 'warmer' gedronken te worden dan pils van zo'n 6 graden. Al verschillen de brouwers daar wel over van mening. Oranjeboom houdt het op 10 a 12 graden, Heineken gelooft in 8 a 9 graden. Om het aroma te proeven moet bokbier in een ballonglas worden gedronken. Het bokbier is pas veel later een seizoensbier geworden. Zo wordt het nu in Duitsland op veel plaatsen korte tijd in het voor- als in het najaar gebrouwen. In Nederland is het alleen maar te koop bij het begin van de herfst. Doppelbock Dat het bier onder meer in het voorjaar werd gebrouwen heeft te maken met de Italiaanse monniken, die op basis van 'gewoon' bokbier een extra sterke versie hadden ge maakt: de Doppelbock. Dat bier noemden ze Salvator en sindsdien is het gebruikrlijk dat alle Doppelbocks een naam krijgen die eindigt op -ator. Zo kent Brand, dat als enige dezer dagen een Doppel bock op de markt brengt, al jaren een Imperator. Oor spronkelijk een Doppelbock, maar nu een zwaar bier dat het hele jaar te koop is. De Italiaanse monniken woonden in een klooster dat St. Jozef als schutspatroon had. En die had zijn naamdag op 19 maart: het begin van het Frühjahrsbierfest. Dat gebruik werd later in de tijd opgeschoven en het bokbier werd toen onderdeel van de Mei-feesten. Waarna sommige brouwerijen de Maibock introduceerden. Er zijn ook mensen die menen dat het bier bij het teken van de Steenbok behoort. En datje dat bier dus tijdens de kerstdagen moet drinken. Nederlanders met zakelijke Duitse relaties weten dat: in het kerstpakket zit veelal een fles Bo(c)kbier. In eigen land is het tegenwoordig verheven tot een exclusieve drank die alleen begin oktober in café en bij slijter is te vinden. De bokbier-campagne wordt gevoerd op ongeveer dezelfde manier als die van de Beaujolais Primeur. Menig bierbrouwer vindt namelijk dat de 'bok' in de her.fst thuis hoort omdat dan de eerste gerst van de nieuwe oogst wordt gebruikt. Dan willen de brouwers weten hoe de kwaliteit daarvan is. Dat gerst testen via het gewone pils, dat een constante smaak moet hebben, is te riskant en daarom wordt het geprobeerd met een apart bier, waarbij de smaakafwijking niet direct gemerkt zal worden. 'Zodra de bladeren vallen staat de bierliefhebber te popelen om zijn eerste slok bokbier van het seizoen te proeven', schrijft Heineken in een persbericht, waarin het volledig nieuwe Tarwebokbier wordt aangeprezen. 'En een aardige bijkomstigheid is dat het bokbier zich prima laat nuttigen bij winterse gerechten als hutspot en bruine bonen met spek'. Flauwekul natuurlijk, net als al die legenden en verhalen. Archieffoto Niet alleen andere kleuren, maar ook totaal andere glazen. v foto Spectrum Het portret van Maarten Luther siert een oud'export- merk uit Einbeck. Vlees eten mag best, maar een beetje minder kan geen kwaad. De vegetariër is geen vijand meer van de vleeseter. In de nieuwe ledenwerfcampagne wordt er zelfs volop gecommuniceerd. SPREEKUUR door John Stael Vegetariërs blijken niet meer zo zwaar op de hand en kunnen zelfs een grapje waar deren. „Vleeseters zijn geen misdadigers meer", lacht Hans van Boven van de Nederlandse Vegetariërsbond, als de frisse wind binnen zijn organisatie ter sprake komt. Om daar direct serieus op door te gaan: „Jaar lijks werken we met el kaar 1400 miljoen kilo vlees naar binnen. Daar worden iedere dag heel wat koeien, paarden, varkens en kippen voor doodge maakt. Terwijl al lang bewezen is dat veel vlees eten helemaal niet zo gezond voor je is". Van Boven laat het affi che zien dat bij de deze week gestarte actie hoort om Nederland een beetje minder vlees te laten eten en om de vegetariërsbond wat meer leden te bezor gen. 'Wil je weten hoe je ge zonder en diervriende lijker kunt eten, vraag dan de gratis folder aan' en daaronder de kreet 'Word lid van de Nederlandse Vegeta- riërsbond' en het daar- De nieuwe campagne om mensen te bewegen minder vlees te eten en lid te bij horende telefoon- wor(Jen nummer. „Verdwenen is de con frontatie. Voorop staat de vriendelij ke benadering", zegt Van Boven. „We plaatsen ons niet meer tegen over vleeseters, maar er naast. We vragen de mensen of het wel nodig is dat ze zoveel vlees eten. Ja, dat is wel een anders geweest. Vroeger ston den vleeseters en vegetariërs vaak als kemphanen tegenover elkaar, nog net geen vijanden. Nu is dat alle maal wat vriendelijker geworden". Uiterlijk Met afgrijzen wordt teruggedacht aan de jaren zeventig toen de polari satie hoogtij vierde en velen zich ve getariër gingen noemen om zich te kunnen onderscheiden. In de goede zin van het woord na tuurlijk. Van Boven nu: „Daar wil len we absoluut vanaf, vegetarisme heeft natuurlijk niets met leefwijze of overtuiging te maken, laat staan met uiterlijk". Hij wijst op de toene- mende belangstel ling voor het vleeslo ze eten: „Een dagje vlees overslaan is te genwoordig in veel gezinnen heel ge woon. En menu kaarten in restau rants vertonen bijna zonder uitzon dering een of meer vegetarische me- Vegetariërs begraven de strijdbijl gewezen uit dat 60 procent vegetari sche menu's serveert". Ook supermarkten doen er volgens Van Boven tegenwoordig alles aan om vegetarische pro- dukten aan de man te brengen. Vleesvervangers als tofuburger en soja- schijven liggen keu rig uitgestald in de schappen. „Inderdaad, niet meer tegenover maar naast het vlees. Zoals malt bier naast het vertrouwde bier met alco- nu's. Een onderzoek in wegrestau- hol staat", zegt Van Boven, rants, van oudsher toch de plek voor Maar, er moet in zijn ogen nog n een stevig stuk vlees, heeft zelfs uit- bekendheid en sympathie voor vegetarisme bewerk stelligd worden: „Vege tarisch eten moet ge koppeld worden aan een fris en gezond ge voel." De vegetariërsbond zegt met de nieuwe campagne het vegeta risme gewoon populair der te willen maken. Het moet volgens Van Boven op een makkelij ker manier aan het pu bliek zijn te verkopen. „Nee, niet meer met het opgeheven vinger tje, maar met een goed gevoel. Mensen die geen vlees eten, moeten kunnen zeggen ik voel me er goed bij". De laatste campagne die de Nederlandse Ve^ getariërsbond voerde was vorig jaar. Het motto toen luidde 'nog zoveel dagen te le ven'. Een beetje zielig, wordt nu toegegeven in Utrecht, waar het hoofdkantoor van de bond is gevestigd. Om daar direct heel op gewekt aan toe te voe gen dat ook die tijd defi nitief voorbij is. Tegenwoordig moet een groot publiek wor den bereikt en dan kom je er nu eenmaal niet alleen met ethische ar gumenten. De vegetariërs weten dat het tegenwoordig moet communiceren. En liefst met een kleine knipoog. De campagne mag, nee moet zelfs een glimlach opwekken. Zo ontstond de nieuwe kreet 'Voel je mens, eet vegetarisch'. We worden indringend aangekeken door een wezen dat weliswaar iets met de mens te maken heeft, maar de indruk wekt dat het inmiddels toch een beetje te veel dier is gewor den. Door het eten van te veel vlees natuurlijk. Zo kunnen we het varken, de koe, en de kip onderscheiden. Daaronder de tekst: 'Watje eet dat ben je'. De Nederlandse Vegetariërsbond heeft momenteel 3500 leden. De nieuwe campagne moet er voor zor gen dat binnen een jaar dit aantal is verdubbeld. Velen gaan deze week in Nederland op de knieën. Het is weer tijd om bollen te planten. Voor de vorst toeslaat moeten ze in de grond zitten, opdat de vrolijke kleuren van krokussen, tulpen, narcissen en hyacinten ons straks in het vroege voorjaar de naderende zomer kunnen aankondigen. Hoewel het nog volop genieten is van vele laatbloeiende vaste planten en heesters, is het toch alweer de hoog ste tijd om te zorgen dat er straks in het voorjaar weer voorjaarsbollen tevoorschijn komen. Van september tot en met november is het tijd om de bollen te planten. Alle bollen moeten geplant zijn voor dat de vorst in de grond komt. Het planten van bollen in het najaar is de beste garantie voor dat heerlijke len- tegevoel als je over een paar maan den weer naar je eigen stukje groen kijkt! Nu we nog een goed overzicht over de beplanting in de tuin hebben, kunnen we een mooie dag gebruiken om aantekeningen te maken van de plekken waar straks de vrolijke kleuren van narcissen, tulpen en de kleine bijzondere gewassen, zoals sneeuwklokjes, krokussen, blauwe druifjes, winterakonietjes irissen en boshyacintjes tevoorschijn moeten komen. Bollen en vaste planten, ze kunnen niet zonder elkaar. Bollen bloeien vaak al voordat het blad aan bomen en struiken zit. Daarom kunnen ze juist zo goed tussen en langs heester beplanting groeien. Er zijn vele mo gelijkheden, bij voorbeeld tussen breeduitgroeiende en grootbladige planten. De bloemen die uit de bol len komen, kunnen hier zorgen voor een geraffineerd kleuraccent. Bollen en planten vullen elkaar aan. De planten zorgen, als ze winter groen zijn of al in blad zitten, voor een mooie groene achtergrond. Niet alleen tussen de vaste planten in de border, maar ook in potten en bak ken, kunt u plekken open laten voor éénjarigen en bloembollen, zowel voorjaars- als zomerbloeiers. Zo ont staat een boeiend en wisselend beeld, waar gemakkelijk variatie in aan te brengen is. In het assortiment bloembollen zit ten alle kleuren die we ons kunnen wensen. We kunnen kiezen voor be paalde kleurcombinaties, maar het is ook leuk om uitsluitend met soor ten van één bepaalde kleur te wer ken. Om te bepalen wat we waai- zet ten, kan het best aan de hand van ca talogi een plantlijst met soorten en aantallen worden gemaakt. De bolletjes die het vroegst bloeien zetten we op een plaats waar we da gelijks langskomen, of waar we ze vanuit de kamer kunnen bewonde ren. Dus langs het pad tussen straat en voordeur, in de bloembak bij het huis of op het terras. Border De bloembollen die wat forser zijn, zoals de grote trompetnarcissen en vele tulpen kunnen een plaats in de border krijgen. De kleinere vroeg- bloeiende soorten komen voorin de borders, op opvallende plaatsen en langs paden, het best tot hun recht. De grotere soorten kunnen in alle gevallen beter iets naar achteren worden geplant. Immers als de bol len na een paar weken zijn uitge bloeid, dan kunnen andere fraaie blikvangers het werk overnemen. Ook de soorten met felle kleuren kunnen wat verder van huis en ter ras worden geplant. Deze vallen im mers op grotere afstand nog vol doende op. Veel bloembollen kunnen trouwens verwilderen en komen, mits ze niet te veel schaduw hebben, ieder jaar terug. Op balkon en terras Een tuin is pas compleet met bloei ende bollen en dat geldt ook voor de bakken op balkon en terras. Alle pot ten zijn in principe geschikt, mits ze maar minstens 15 cm diep zijn en het overtollige water kan wegvloei en. Afvoergaten zijn dus noodzake lijk en wat drainage onderin met hy- drokorrels is aanbevelenswaardig. Als grond is verpakte potgrond, eventueel vermengd met 25 tot 50% gewone tuingrond, goed bruikbaar. Het zijn vooral de bolsoorten die Archieffoto Het is weer tijd om de bollen te planten. Ze moeten in de grond zitten vóór de vorst invalt. kort blijven en die niet fe veel blad vormen, die voor bakbeplanting in aanmerking komen. Hyacinten, maar ook narcisjes zoals Tète a Tète en enkele vroege tulpen. Daarnaast zijn botanische tulpen uit de Greigii - en Kaufmannianagroep heel erg geschikt, te meer omdat hun blad ook veel decoratieve waarde heeft. Blauwe druifjes, Scilla's, crocusjes en dergelijke zijn ook goed bruik baar. Bij strenge vorst is het raadzaam om de bakken, voorzover ze hanteer baar zijn, naar minder koude plaat sen te transporteren. Lukt dit niet dan kan de bak worden ingepakt met noppenfolie (bubbeltjesfolie). Een al te forse temperatuursverandering is heel slecht voor de planten. Breng een bak echter nooit naar een warme omgeving, dan loopt alles heel snel uit en kunt u het niet meer buiten zetten. In de winter hoeven de bakken echt niet kaal te ogen, want de bollen la ten zich juist uitstekend combineren met bij voorbeeld violen, die afhan kelijk van de weersomstandigheden, in de koude periode flink lang, voor kleur kunnen zorgdragen. De grond Bij het planten van bollen moet de grond altijd van te voren goed los ge maakt worden, want in de winterpe riode verdragen bollen stagnerend water nu eenmaal niet. Op zware kleiachtige gronden wordt daarom nog wel eens wat scherp zand door de ondergrond gewerkt, dit bevor dert de wanterafvoer. Indien grote hoeveelheden bollen vlakbij elkaar geplant moeten wor den, is het meest praktische om het plantvlak op de juiste diepte af te graven, dan de grond los te maken, de bollen erin te leggen en deze ver volgens weer toe te dekken met de afgegraven grond. Kleinere hoeveelheden bollen kun nen één voor één met een klein plantschopje of speciale bollenplan- ter geplant worden. Met een stokje kunt u precies aangeven waar de bolbloemen moeten komen te staan. Het is heel belangrijk alle bollen eerst uit te leggen, omdat men an ders gauw het overzicht kwijt raakt, waar wel en waar niet geplant is. De 'dubbeldekkersmethode' a la Keukenhof is de oplossing om te zor gen voor opeenvolgende bloeiperio des. Tulpen en narcissen worden op de juiste diepte geplant en met een laagje grond bedekt. Hierop worden allerlei andere bol- of knolgewassen geplant, zoals blauwdruifjes, kro kusjes, anemoontje, Scilla's of ander klein grut. Als de eerste serie (etage) bolletjes heeft gebloeid dan kan de tweede voor het vervolg in kleur zor gen. Voor de verwildering van bollen in gazons is het heel belangrijk om, als de bolgewassen, in het gazon zijn uitgebloeid, nog zo'n vijf tot zes we ken met de eerste maaibeurt te wachten. De bollen kunnen dan weer voldoende voedingstoffen op slaan voor het aanmaken van nako melingen en de bloei in het volgende jaar. 000r drs. k.L. de k0rte-munk psycholoog De klok is een uur verzet en het ritme van dag en nacht verschu steeds meer naar de nacht, het donker. Mèt de wisseling van licht en donker verschuift het slaap-waakpatroon van de men In najaar en winter wordt er gemiddeld in ons land meer geslapen dan in lente en zomer. De meeste mensen slapen vlot i en staan zo'n acht uur later uitgerust weer op. Een toenemend aantal echter heeft last van slapeloosheid. Vrees voor de slaap en angst voi het donker steken gewoonlijk n het tweede levensjaar de kop op Dit heeft meestal te maken met de angst door de ouders verlatei te worden. „Als ik in slaap val laten ze me alleen. .".lijkt het kind te denken. Maak van deze angst geen groo probleem. Biedt het kind zekerheid door het te laten voel dat de ouders altijd van hem zullen houden. Doe voor het slapen gaan een spelletje, lees e verhaaltje voor of blijf gezellig even op de bedrand napraten. Forceer niets. Sommige kinder kunnen nu eenmaal met minde slaap toe. Slaapstoornissen bij volwassen zijn moeilijker te verhelpen dan die bij kinderen. Komen volwassenen bij de psycholoog wegens slaapklachten dan blijk die vaak het topje van de ijsberg te zijn. Om de therapie te kunn starten wordt vaak begonnen n slaapmiddelen om de patiënt w tot rust te laten komen. Een ontdekkende therapie kan vervolgens tot positieve resultaten leiden omdat de patiënt hiermee aan zijn eigen genezing meewerkt. Slaapmiddelen zonder enige vorm van therapie maken een mens zeer passief, afhankelijke! tenslotte verslaafd! Veel slaaptherapieën zijn gebaseerd op ontspanningsoefeningen. Begrijpelijk: als wij slapen zijn onze spieren ontspannen. Heeft welleens bedacht dat in het werkwoord slapén het woordje 'slap' zit? Til maar eens een slapende kleuter uit zijn bedje; het kind hangt loodzwaar en slap in uw armen. Een bekende ontspanningstherapie is de autogene training. Bedoeling hiervan is dat men gevoelens vaE warmte en zwaarte in het lichaam opwekt waardoor een 1 weldadige ontspanning in de spieren ontstaat. Ook ademhalingsoefeningen kunnen ontspannen. Er zijn vele mogelijkheden tot het volgen var cursussen. Ook zijn praktische boekjes verkrijgbaar, al dan niet met bijbehorende geluidsbandje! of videobanden. Waarom klagen zoveel ouderen over slaapproblemen? Bij het ouder worden verandert de slaap van karakter. Men slaapt lichter en meer met tussenpozen. Denk aan het bekende hazeslaapje overdag! Onwetendheid maakt dat bejaarden dit als een stoornii zien die verholpen moet worden) Het is echter normaal dat een bejaarde 'slechts' 5 a 6 uur per nacht slaapt. Problemen met inslapen komen bij senioren vee' voor omdat ze uit verveling of eenzaamheid te vroeg onder de wol kruipen terwijl ze nog niet echt moe zijn. Medicatie werkt dan averechts. De roep om aandacht en liefde kan niet met medicijnen beantwoord worden Bij de senioren zien we in grote trekken terug wat bij junioren therapeutisch zo van belang is. Logisch: hoe ouder men wordt des te afhankelijker men wederom van de volwassenen wordt. Dus ook de bejaarde moeten we - net als het kind - liefde en geborgenheid geven. Tevens moeten we hem helpen zijn zelfvertrouwen te behoudei Dit laatste door niet te kijken naar wat hij niet meer kan, maa juist naar wat bij nog wel kan! Zoals: jongeren goede adviezen geven, goed luisteren en geduld hebben. Aandacht en de wetenschap dat (klein) kinderei of andere familieleden graag bij hem of haar komen zullen het gevoel van eenzaamheid verminderen en het slaappatroi ten goede komen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 18