Eén ding nog: duim voor de ouders van Dwayne'
'Hoe konden ze dit
vliegtuig over Bijlmer
terug laten vliegen'
De ochtend breekt aan met
grimmigheid en ontzetting
j
/OETTOCHT DOOR HET RAMPGEBIED
Vliegramp
)0|
Amsterdam Verbijstering,
onbegrip en pure wanhoop. En
kele uren na de ramp kunnen
de mensen in de Bijlmer nog
niet bevatten wat er in die frac
tie van een seconde is gebeurd.
„Hoe in Godsnaam kunnen ze
een vliegtuig in moeilijkheden
over de Bijlmer terug laten vlie
gen naar Schiphol", zegt een
hevig aangedane man. Een
vrouw valt hem bij: „Zijn ze
daar wel goed bij hun hoofd?".
Een andere vrouw, die op twee
honderd meter afstand van de
getroffen flats woont, beweert
met stelligheid dat ze, voordat
het vliegtuig neerstortte, een
soort explosie zag. Ze vermoedt
dat de piloot in een poging meer
stijgvermogen te krijgen op dat
moment kerosine heeft geloosd
die onmiddellijk in brand vloog.
Pure paniek
„Ik zag het vliegtuig recht op
mij afkomen. Toen kwam de ex
plosie en boorde het vliegtuig
zich in de flats en kwam het er
aan de andere kant weer uit.
Wat er daarna gebeurde was
verschrikkelijk. Ik heb mensen
gezien die in pure paniek van
acht en negen hoog naar bene
den sprongen. Ze stonden in
brand, er was geen weg terug
voor hen".
Andere bewoners ergeren zich
aan de vele nieuwsgierigen die
als aasgieren op de plek des on-
heils zijn af gekomen.
In de loop van de avond wordt
een aantal ambulances terugge
zonden naar hun basis. „Nee,
dat is geen goed teken. Daaruit
kunt u concluderen dat er geen
gewonden meer zijn aangetrof
fen. Wat we nog vinden zijn
mensen die de ramp niet heb
ben overleefd", zegt een woord
voerder van de brandweer.
door Hans van Alphen
Amsterdam In het hartje van
de Bijlmermeer stuit de stevig
tegen de snijdende ochtend
wind opboksende bezorger van
het ochtendblad opeens op een
politiekordon. „Maar mijn
klanten wonen hier achter",
werpt hij tegen wanneer hem te
verstaan wordt gegeven rechts
omkeert te maken. „Niet meer
jongen", bast oom agent.
„Sinds gisteravond kan je de
helft van je bestand schrap
pen".
Juist wanneer tegen het och
tendgloren de verwoeste con
touren van de flats Groeneveen
en Kruitberg langzaam gestalte
krijgen, trekt aan de horizon
een richting Schiphol afdalende
Boeing 747 zijn spoor. „Pokke-
machine", scheldt een van de
omstanders.
De politie maant een ieder ach
ter de klapperende linten te
blijven. Met vaste regelmaat
melden bewoners van de belen
dende flats zich met soep, thee
en koffie voor de kleumende
hulpverleners. Schande wordt
er gesproken over de plunde
raars die, gebruik makend van
de nachtelijke chaos, hun slag
sloegen. Het verklaart ook de
grimmigheid waarmee de poli
tie lieden oppakt die door de af
zettingen proberen heen te bre
ken om van dichtbij de ramp te
aanschouwen.
Om even over zes uur vanoch
tend werd de eerste aanzet ge
geven tot de opruimingswerk
zaamheden. Inderhaast gechar
terde kraanwagens vonden via
de binnentuin de moeizame
weg naar de verwoeste flat.
Meteen bij het eerste daglicht
werden al een paar nieuwe
slachtoffers geborgen en via de
intercom van politie en brand
weer was te horen dat temidden
van de brokstukken al weer
nieuwe doden ontdekt waren.
Omzichtig
„Maar wij moeten uiterst om
zichtig te werk gaan", aldus de
Amsterdamse burgemeester
Van Thijn, vanochtend om half
zeven. „Ik heb begrepen dat er
een enorme kans op instor
tingsgevaar bestaat. Officieel
zijn er bij ons 209 personen als
vermist opgegeven. Maar ik
hoop dat dat niet wil zeggen dat
we ook zoveel doden gaan ber
gen de komende dagen. Moge
lijk dat sommigen elders waren.
Maar de kans dat wij nog men
sen levend onder het puin aan
treffen, acht ik zo goed als uit
gesloten".
Onwezenlijk
De sfeer rond het rampgebied
doet vanochtend onwezenlijk
aan. Terwijl elders in de Bijl
mermeer het leven zich zo goed
en zo kwaad herneemt, veel be
woners zich via het openbaar
vervoer naar hun werk spoe
den, blijft een groot deel van de
wijk rond het rampgebied afge
zet. Terwijl hier en daar nog
een enkele spuitgast zich bezig
houdt met nasmeulende brok
stukken, worden vanuit een
klein vliegtuigje opnames ge
maakt om de opruimingswerk
zaamheden zo gecoördineerd
mogelijk te kunnen laten verlo
pen. Identificatieteams banen
zich een weg richting de ver
woeste flat. „We kunnen maar
niet zo maar in het wilde weg
beginnen met ruimen", aldus
een hulpverlener, die even
daarvoor nog juist op tijd had
kunnen wegduiken voor een
groot stuk beton dat naar bene
den was komen zetten.
Respect
„Wanneer je dichter in de buurt
van de verwoestingen komt,
herken je steeds meer slachtof
fers. Die mensen zijn allen ge
plet onder een metershoge laag
beton. Je maag draait om wan
neer je dit ziet. Vandaai- ook dat
er gevraagd is het publiek op zo
groot mogelijke afstand te hou
den. De doden verdienen het
met respect behandeld te wor
den".
In weerwil van de ochtendkou
kijken vanaf de balkons van de
flats in de omgeving vele hon
derden toe hoe een eerste begin
wordt gemaakt met het oprui
men van de enorme chaos. Tel
kenmale wanneer de werk
zaamheden worden onderbro
ken omdat men weer op een
slachtoffer was gestuit, gaat
een golf van ontzetting door de
toekijkende massa.
™iood en verderf, plunderingen en ramptoeristen
iet videorecorders: de Bijlmer-dreven
.steravond. In een onwerkelijk decor van
st(randende flats en walmende kerosine stuitte onze
e erslaggever op het 7-jarige Surinamertje Dwayne
be ugustine. 'Heeft u mijn papa en mama gezien?'
3U
rs ior Frank Hitzert
ie
d «sterdam Dat zich hier, in
«sterdam-Zuidoost, een
mp van onwaarschijnlijke
nvang heeft voltrokken,
ordt al snel duidelijk als we de
ito hebben geparkeerd aan de
arspeldreef en ons door de
isjes richting de getroffen
"-*1 its de geur van verbrande ke-
sine tegemoet walmt,
lefjn uur nadat het vrachtvlieg-
ig van El Al met z'n moorden-
brandstof de Bijlmermeer is
etnnengewaaid, schieten de
aromen nog steeds uit de da
rn en ramen van de flats Groe-
iveen en Kruitberg. Een heli-
ipter zet de omgeving in een
heilspellend schijnsel dat het
ei?rk voor brandweer en verple-
nd personeel moet vergemak-
lijken.
ojjp een grasveldje, recht achter
plaats waar de dan al hevig
rminkte monsters van elk ne-
n verdiepingen hoog elkaar
jjiuisen, belichten bouwlampen
ej|n twintigtal lege brancards,
^lekenbroeders- en zusters
ichten op de volgende zen-
ig gewonden, maar zelfs dan
is het de vraag of er nog wel
elfwonden zullen zijn, of louter
ïebden.
dó een ter plaatse provisorisch
;ericht commando-postje
irtelt Dayenne Smolders, be-
idsvoorlichter van de brand-
ier, dat zij als bewoonster van
Leusdenhof aan de Gaasper-
las 'even over half zeven' een
■eselijke explosie hoorde, toen
in enorme rookwolk zag op-
ijgen en vervolgens direct het
mnummer 06-11 draaide,
idat het haar werk is, be
seft ook zij zich daarna met
kar vriend naar de plaats van
S ramp waar zij even voor acht
ar de eerste stand van zaken
ior geeft: acht gewonden van
ie één ernstig, 27 flats ver
pest en een voorlopige conclu-
e, op basis van berekeningen
in de burgerlijke stand, dat er
taximaal 150 mensen zouden
lannen sterven.
litte
ridertussen trekken de vlam-
ien echter nietsontziend ver-
ir en vreten het ene na het an-
ire appartement weg. Hier en
lar branden nog lichtjes, maar
/en is nergens meer te be-
•uren. De overweldigende
tte en vette rookwolken ma-
>n het beeld troebel. Zelfs de
andweer kan niet dichterbij
imen en moet maar hopen dat
het bluswater nog iets kan
dden. Uren later pas, wan-
:er op de plaats waar het vlieg-
ig insloeg alle onderliggende
rdiepingen zijn ingestort, ko
en we tot het besef dat voor-
htster Smolders haar cijfers
tgetwijfeld zal moeten bijstel-
1. Want deze ramp is geen
oment in volledigheid te over-
en.
ior onszelf dringt de ernst van
situatie in alle hevigheid
or als we met een groep bewo-
rs plaats nemen in de in aller-
opgetrommelde stadsbus, die
getroffenen naar het Bijlmer
lortcentrum zal brengen,
r, aan de Vlierbosdreef, zul-
de daklozen worden opge-
ngen en wacht, heel mis-
het grote weerzien.
zit in de bus om de 7-jarige
Dwayne Augustine naar het
sportcentrum te begeleiden.
Dwayne, een heerlijk joch met
prachtig bruine ogen, woont in
een van de appartementen
waar het vrachttoestel binnen
drong, maar speelde op dat mo
ment buiten met een van de
zoontjes van Verdies. Zijn va
der, moeder en twee zusjes wa
ren echter binnen. Dwayne lijkt
het ellendige idee niet te delen.
Vraagt slechts: „Heeft u mijn
papa en mama gezien?"
Rochelen
„Ik heb zelf op Schiphol ge
werkt", vertelt in de bus me
neer Verdies, „dus ik weet hoe
motoren moeten klinken. Ik
wist het meteen: deze motoren
klinken niet goed. Ze rochelden,
en ik hoorde hoe ze dichterbij
kwamen. Toen was er opeens
die knal, en een grote lichtflits.
Verdomme, riep ik, er stort een
vliegtuig neer. Bij mij in huis
begon iedereen hysterisch te
gillen. Ik ging naar buiten, zag
de ramp tussen die twee flats en
ben gaan helpen. En nu zit ik
hier, met Dwayne. M'n eigen fa
milie zit nog thuis".
Verhuizen
Op weg naar de sporthal zegt
Verdies, dat zo'n ramp eens
moest gebeuren. „Als er een
keer iets fout gaat, gebeurt dat
meestal bij het stijgen en lan
den. De Bijlmermeer ligt wat
dat betreft in een ongelukkige
hoek. Alle Surinamers zullen
nu willen verhuizen". De
chauffeur, ook ergens opge
trommeld, kent de weg niet. Hij
blijkt de sporthal te zijn voorbij
gereden en moet draaien. Uit
eindelijk stopt hij op een plaats
waar het nog zo'n honderd me
ter lopen is.
We wandelen met meneer Ver
dies en Dwayne naar binnen,
waar intussen de eerste daklo
zen worden opgevangen. De si
tuatie is onoverzichtelijk, een
heilssoldaat brengt warme kof
fie.
Verdies duikt met Dwayne en
een hulpverlener een kamertje
in, komt na een kwartier terug
en samen besluiten we weg te
gaan om te kijken hoe het met
zijn eigen gezin is gesteld.
„Arme Dwayne. Hij lijkt niet te
beseffen dat zich waarschijnlijk
een heel groot wonder moet vol
trekken, wil hij zijn familie ooit
terugzien. Wat moest ik hem
vertellen? Ik kon hem dat toch
niet vertellen? Dat durfde ik
niet. Dat kunnen professionele
begeleiders toch beter?"
Slecht ter been
De voettocht terug, naar de
plaats des onheils, verloopt
moeizaam. Als gevolg van een
auto-ongeluk, vorig jaar, is me
neer Verdies slecht ter been.
Hij gebruikt de tijd voor een sa
menvatting van het vooraf
gaande. „Weet u, persoonlijk
Wielen van de jumbo zijn het enige herkenbare in de smeulende resten.
vind ik dat de hulpverlening
niet vlot op gang is gekomen.
Naar mijn idee heeft het zeker
een half uur geduurd voordat
de eerste brandweerwagen arri
veerde".
„Maar nog benieuwder ben ik
naar het antwoord op de vraag
hoe het straks verder moet.
Want dit is een tragedie die op
nieuw een hele bevolking treft.
Iets ergers dan een vliegramp
kan ik mij nauwelijks voorstel
len. Ik was in Suriname toen
daar het toestel van de SLM
neerstortte. Weet u, de mensen
hier in de Bijlmer hebben dat
trauma nog niet eens verwerkt,
iedereen hier heeft daar toen
minimaal één familielid verlo
ren. Nog dagelijks werd hier
over dié ramp gesproken, onze
mensen zijn niet goed opgevan
gen; niet zo goed als de Neder
landers na de ramp met de jum
bojet op Tenerife. Terwijl wij
toch ook Nederlanders zijn?"
Opnieuw belanden we bij het
rampgebied. Maar we mogen
niet verder, ook niet als meneer
Verdies zijn verhaal heeft ver
teld. Van Dwayne die buiten
speelde, van de bus, van de op
vang en van zijn eigen gezin dat
ginds, heelhuids weliswaar
maar waarschijnlijk niet in goe
de doen, is achtergebleven. De
agent is onvermurwbaar, slaat
evenmin acht op het gebrekkig
functionerende been van me
neer Verdies en de perskaart,
en sommeert luid en duidelijk:
weg hier. We lopen om en tref
fen uiteindelijk twee agenten
van Surinaamse afkomst die
Verdies' verhaal wel belonen
met een vrije doortocht naar
zijn flat, honderd meter verder.
Behangen
Toch staan we nog even stil. En
kijken naar de vuurzee die on
verminderd dood en verderf
zaait. „Weet u, ik sprak daarnet
in het opvangcentrum met een
kennis die zojuist een flat heeft
betrokken in dat deel waar het
vliegtuig is neergekomen. Eerst
woonde daar een gezin met ze
ven kinderen. Die nieuwe bewo
ner was vanavond aan het be
hangen gegaan, maar zei het na
zessen wel welletjes te hebben
gevonden en ging weg. Zou zo
iets zijn voorbestemd?"
Bij de laatste commandopost,
die de bewoonde van de onbe
woonbare wereld scheidt,
moeten we afscheid nemen.
Een vriendelijke agent, zo be
looft hij, zal meneer Verdies de
laatste meters begeleiden naar
Kruitberg, zijn eigen flat. Of
schoon hij weinig kans maakt
zijn eigen familieleden daar nog
aan te treffen. Ook zij zouden
nu zo langzamerhand uit voor
zorg moeten zijn geëvacueerd.
Er volgt een oprechte hand
druk, alsof we in één avond
vrienden zijn geworden. „Eén
ding nog: duim voor de ouders
van Dwayne".
Op de weg terug naar onze
auto, in een gebied dat eigenlijk
elke oriëntatie onmogelijk
maakt, horen we bij een nabu
rig winkelcentrum van de eer
ste plunderingen. En we zien
ten slotte de eerste ramptoeris
ten, gewapend met videorecor
ders en Het Grote 100.000 Stra-
tenboek van Shell.
bus, met zo'n dertig mensen
n alleen buitenlandse af-
mst en van wie de meesten
'sterisch gillen of huilen, blijft
hter twintig minuten staan.
sporthal blijkt nog niet
en. Drie verplegers, met een
- wonderenswaardige inzet,
1 oberen alle inzittenden tot
t daren te brengen, en in alle
len. Bij een vader met Pakis-
ans bloed is het geduld op. Hij
aakt aanstalten naar buiten
gaan om te kijken of hij nog
milieleden kan vinden. Zijn
ouw en zoon staan op en wil-
n mee. Maar niemand mag er
t. In de kakofonie die ont-
aat, begint een Surinaams
eisje hevig te snikken en met
- lar hoofd tegen de ramen te
mken.
ïdringer
e voelen ons opeens een in-
inger, maar mogen, nadat we
is dan toch maar bij het ver
egend personeel bekend heb-
jïi gemaakt, blijven. Mits het
intekenschriftje maar niet on-
ir ieders neus wordt gehou-
in. Hoe dan ook, de verhalen
imen desondanks los. En ze
in alle tragisch.
et rustigst is nog een Surina-
er van middelbare leeftijd, die
ch introduceert als E.H. Ver-
ies. Hij woont in de flat Kruit-
erg, die uitkijkt op Klein
ruitberg en Groeneveen, en
Een slachtoffer krijgt eerste hulp.