Manager in de jungle van het wielrennen
Landman, de enige
echte
zwarte panter
Enge man
10 I Leidse Courant i
_L \J I maandag 5 oktober 1992 kJ 1 IV 1
Zekerheden bestaan nauwelijks meer. De tijd dat
een arbeidscontract een overeenkomst voor het
leven was, is voorbij. Niet alleen in de gewone
maatschappij, want in de weerspiegeling daarvan,
in de topsport, is het vaak nog erger.
doorGuido Bindels
Borger Langzaam maai- ze
ker begint er een beetje orde te
komen in de dit seizoen zo chao
tische wereld van de wieler
sport. Waar doorgaans altijd in
het begin van het seizoen de
contractonderh andel i ngen
werden gevoerd voor het jaar
erop, daar zijn renners en
ploegleiders nu nóg in de weer
met besprekingen, onderhan
delingen en een politiek getint
steekspel. De betrokkenen heb
ben enerverende maanden ach
ter de rug, waarin onzekerheid
de boventoon voerde.
Ruim dertig Nederlandse prof
wielrenners staan momenteel
op straat. André Boskamp, dui
zendpoot èn wielermanager,
heeft het drukker dan ooit. Bos
kamp is een ambitieuze man
met watje zou kunnen noemen
een rijk gemeubileerde geest.
Hij studeerde voor sportleraar,
volgde diverse management-
cursussen, was socio-thera-
peut, psychomotorisch thera
peut en tien jaar bondscoach bij
de wielerbond, de KNWU. Als
wielermanager -is hy blijkbaar
voor velen een bedreiging.
Want, in de jungle van het cy-
clisme, in die zo conservatieve
wereld waarin de werkgever
het vaak alleen voor het zeggen
heeft, vertegenwoordigt Bos
kamp de belangen van de ren
ner. En hij schroomt niet om
daarbij met de rechter te drei
gen.
Concurrenten
De telefoon rinkelde de laatste
tijd nog vaker dan normaal.
Renners die notabene bij zijn
concurrenten onder contract
staan, belden Boskamp voor ad
vies. Ook dit gesprek wordt re
gelmatig onderbroken. In vier
uur tijd turven we acht cou
reurs en één kandidaat-sponsor
uit Washington DC, die een af
spraak maakt om op 19 oktober
met Boskamp in Amerika te
praten over een nieuwe ploeg.
Aan het einde van een lange
sessie verzucht de manager ten
slotte dat dit werk eerrstuk ge
compliceerder is geworden dan
vier jaar geleden, toen hij ermee
begon, maar dat hij het nog
steeds een uitdaging vindt.
Over de hoed en de rand van al
les waarmee hij momenteel be
zig is wil hij niet al te zeer uit
wijden. Elk geschreven woord
kan vandaag de dag immers te
gen je worden gebruikt. Er zijn
bij voorbeeld enkele bedrijven
die graag nog doorlopende con
tracten met renners willen ver
breken. En in de schimmige we
reld van de wielercontracten is
blijkbaar van alles mogelijk.
Wil je niet onder de voet worden
gelopen of worden afgeslacht,
dan moet je constant op je hoe
de zijn en je wapenen.
Boskamp staat dus aan de kant
van de renners, die, het spreekt
voor zich, ook niet altijd on
schuldige engelen zijn. Horzel,
luis, vooral tijdens dit zo hecti
sche najaar, wordt Boskamp
door zijn tegenstanders weer
met menig lastig diersoort ver
geleken. Het komt, denkt hij,
ook doordat het woord manager
in Nederland zo'n beladen bete
kenis heeft. Boskamp: „Maar
het omvat slechts een klein deel
van mijn werk. En ik heb er niet
om gevraagd. De renners zijn
naar mij toe gekomen, niet an
dersom. Niet alleen met hun za
kelijke beslommeringen. Blijk
baar kunnen ze ook nergens
met hun sociale en privé-pro-
blemen terecht".
Geen tijd
„Bij een ploeg is het alleen
maar van: 'oké jongens, morgen
zo en zo laat daar en daar verza
melen', dan naar de koers en
vervolgens weer snel naar huis.
Een ploegleider heeft absoluut
geen tijd meer voor zijn ren
ners. Een trainer aanstellen,
een jonge coureur opleiden?
Laat me niet lachen, daar wordt
totaal niets aan gedaan. De wie
lersport heeft de afgelopen ja
ren een enorme ontwikkeling
doorgemaakt, maar de mensen
die erbij betrokken zijn, zijn
daar niet in meegegroeid. In het
wielerwereldje zijn ze gewend
om de renners als kleine kinde
ren te behandelen, om ze bij het
minste of geringste de oren te
wassen. Dan komt opeens die
Boskamp en neemt het voor ze
op, maakt ze mondig. Die zorgt
dat de contracten gecompliceer
der worden, dat de coureurs een
betere rechtspositie krijgen. En
SWA
lad de Mos weet met gi
stelligheid altijd alles bet
en heeft deze week alle
brandende kwesties ront
Oranje ook in een
handomdraai opgelost.
Niemand anders kan dat
Ik zal die gave verklaren
is behekst. Veertigjaar
geleden ging hij als kind
het Scheveningse Bos op
zoek naar Eucalypta.
Niemand vond haar. Hij
Het ergste is: daarna ginj
óók nog op haar lijken. Ikl
dus ook een spookachtig*
analyse over Oranje, wa«
Aad de Mos zei ernstig
teleurgesteld te zijn in Mi
van Basten. Bovendien hi
hij tegen de Noren het
avontuur gemist. De
voorhoede was geïsoleer*
geweest. Daardoor was, li
op, de lange pass er niet
uitgehaald. Hij had
misvorming ontdekt, enl
hier sprak een mond met
fractie te veel aan gebit,
waaruit bij schier goddelil
verrassing wel meteen del
oplossing kwam voor allef
vraagstukken. Niemand
droeg die aan. Hij wel.
Aan zijn suggestie had oo
nog niemand gedacht.
Nederland hing aan zijn
lippenAlles hing af van z
oordeel. En daar was het i
De wachtgeldkoning van
België zou, indien hij
bondscoach was, met een
broodmes in Oranje gaan
snijden.
Een hele geruststelling.
voor Dick Advocaat, die n
zal hebben geweten hoe
sterk zijn stadgenoot met
zijn lot was begaan.
Ik vind het knap wanneei
voetballers, die zelf zijn
mislukt, zich op deze wijz
als trainer uit hun
Dan kan Jean-Paul in elk geval
terugvallen op zijn contract
met PDM. Want dat was er al.
Jean-Paul heeft deze situatie
niet veroorzaakt. PDM is con
tracten aangegaan voor twee
jaar, terwijl ze er één jaar later
mee stoppen. Van Poppel hoeft
daarvoor toch zeker niet de ex
tra risico's te dragen"?
Cordes
tijd. Het werd 0-0, want in z'n
eentje hield Landman heel
West Ham tegen. De Engelse
kranten waren verrukt over
hem. 'Zo'n fantastische doel
man hebben we nog nooit ge
zien', schreven ze, 'Landman
moet de beste keeper van de we
reld zijn'. Hij was ook beter dan
Piet Kraak. In elk geval heel an
ders. Bij een voorzet plukte
Landman de bal stijlvol uit de
lucht, terwijl Kraak je kop eraf
sloeg. Bij SHS keken wij ook
buiten het veld tegen Wim op.
Hij stond bóven ons. Landman
was altijd keurig gekleed, per
fect verzorgd, had in de strop
dassen een uitstekende baan.
Toch was hij ook een fijne ka
meraad, een goed collega".
De toen inmiddels in Rijswijk
wonende Landman keepte ove
rigens op het laatst met negen
vingers. De tiende verspeelde
hij in 1957 toen hij na de trai
ning op Houtrust het hek geslo
ten vond en besloot eroverheen
te klimmen. Z'n trouwring
bleef achter een spijl haken.
Nadat Landman de voetballerij
had verlaten, werd het snel stil
om hem heen. De vedette miste
de verering; kon niet wennen
aan het feit dat niemand hem
op straat meer herkende. Er
ontstond een levensgroot ver
schil tussen de wereld zoals die
er ooit had uitgezien en zoals
die plotseling in werkelijkheid
was. De individualist Landman
vereenzaamde, liet zich niet
meer op een voetbalveld zien.
Nog één keer trok hij de
keeperstrui aan. In 1973 was er
een reünie bij Neptunus. Op het
veld dat hij in 1949 met zoveel
tumult had verlaten, keepte de
52-jarige Landman nog altijd
lenig, geen kilo te vet eerst
een formidable wedstrijd, waar
op hij Theo Eerdmans opzocht,
die hij 24 jaar niet had gezien.
Landman haalde een vergeeld
artikel uit een Neptunus-club-
blad tevoorschijn. Op de kop af
240 regels vol venijn. Beiden
moesten er hartelijk om lachen,
onbewust van het feit dat zij die
avond de laatste keer bij hun
vereniging te gast waren. Twee
jaar later overleed Landman, in
1977 stierf Eerdmans. Land-
mans weduwe Lyda Piket is nog
altijd lid van Neptunus.
mislukking bevrijden. Zij
tikken een ieder duchtig*
de vingers en
overschreeuwen daarmet
hun eigen beperking en
onzekerheid. Dat moetje
kunnen. Niemand anders
kan dat. De Mos wel.
De Mos vindt doceren
eenvoudig, maar niemanc
doet het goed. Hij is
praktisch de enige, die no*
fouten maakt. Bij Oranje
knoeit Dick Advocaat er
maar op los en die Van
Basten, nogmaals, voor h<
zou hij toch heel graag eei
keer het zwaard uit de
schede willen trekken.
Niemand anders doet dat.
Het moet toch een schok z
voor Van Basten om in VI
lezen dat de vroegere
verdediger van Excelsior,
met die lullige lange witte
melkbenen in een veel te 1*
broekje als een versierde
paashaas op een bezem
iedereen op Woudestein d*
stuipen op het lijf joeg, hetl
moet toch een schok zijn
de mooiste spits na Faas
Wilkes en Johan Cruijff oi
uit die aanmatigende grot
mond van deze windbuil t(
vernemen, dat het
verstandiger zou zijn
wanneer hij in het vervolg
Oranje niet langer meer d
tactiek bepaalde.
Zou Marco van Basten we
welk een briljant voetballe
De Mos ooit was? Of zou dj
De Mos dit zelf vergeten z\
Ik zie hem wel eens een
enkele keer in een
voetbalstadion en dan stas
hij altijd te flikflooien met
zijn collega's, in de hoop dl
ze ook de volgende keer w(
een vrijkaartje voor hem
ritselen, en denk ik, ach Gi
ze vinden hem wellicht
allemaal toch aardiger dar
vermoed, maar eenmaal
terug in de veiligheid van i
isolement opent hij promp
weer die mond en spreekt'
sadisme zijn afkeuring uit
over hetgeen hij die midda
heeft'ervaren, alsof er noo:
collega's of vrienden voor
hem hebben bestaan.
Moeilijker ligt het nog met Tom
Cordes, die in zijn eerste prof
jaar bij Raas enkele leuke etap
pewedstrijden won en opeens
een veelgevraagd renner werd.
Hij vertrok naar PDM, waar
een driejarige carrièreplanning
voor hem werd uitgestippeld.
Door allerlei omstandigheden
liep dat fout. Boskamp: „De
stichting van PDM ging hem
zelfs tegenwerken. Voor som
mige belangrijke wedstrijden
werd hij ook niet meer geselec
teerd, waardoor hij nog meer
uit beeld verdween. Het Spaan
se Amaya wilde hem 'deson
danks graag hebben. Maar wel
voor de helft van het bedrag,
waarop hij bij PDM contrac
tueel ook volgend jaar nog recht
heeft. De stichting van PDM is
niet bereid die schade te dek
ken. Ze spelen het vrij hard. Ze
hebben hem een aanbod gedaan
dat van geen enkel respect ge
tuigt. Qver en weer worden nu
wat briefjes geschreven. De
zaak ligt bij de advocaat".
Aan werk heeft Boskamp dus
geen gebrek. Toch ziet het er
naar uit, dat de manager straks
zijn arbeidsterrein gaat verleg
gen. Samen met ex-prof Teun
van Vliet is hij van plan om een
eigen wielerploeg op te starten,
om te laten zien dat het ook an
ders, beter, kan. „De sponsors
zijn er al. Multinationals, die
met een jeugdig, dynamisch en
energiek team aan de slag wil
len, die een nieuw produkt wil-
n len promoten en die dat liever
via een nieuwe ploeg, waar nog
geen hele geschiedenis aan vast
zit, doen. We hebben echter mo
menteel de tijd een beetje tegen,
het is een gekke, aparte markt,
die moeilijk is te overzien.
Daarom hebben wij de sponsors
waarmee wij overleggen ook ge
adviseerd om tot 1994 te wach
ten. Als het zover is stop ik met
een met dit werk. Er zijn in de
wielersport al genoeg mensen
met verschillende petten op. Ik
hoop alleen dat een ander het
dan van mij over neemt. Want
er is vraag naar een zaakwaar
nemer als ik. De coureurs geven
dat zelf aan".
die dreigt dan ook nog eens met
een rechtszaak als de tegenpar
tij zich niet aan z'n afspraken
houdt".
„Dat hebben ze natuurlijk lie
ver niet. Liever houden ze de
coureurs monddood, gaan ze
verder met manipuleren, niet
alleen middels de contracten,
maar ook middels wedstrijd-
schema's. Je doet zus of zo of je
rijdt geen Tour, dat werk. Ik
mis vooral de eerlijkheid en de
bespreekbaarheid van sommige
zaken in de sport, bij leidingge
vende figuren die soms uit een
heel andere wereld komen en
dus weinig affiniteit met het
wielrennen hebben".
De opnamerecorder moet dan
uit. André Boskamp neemt ons
mee naar zijn kantoor en laat
voorbeelden zien die zijn
woorden meer kracht moeten
bijzetten. Dreigbrieven, ont
slagbrieven op dubieuze gron
den, brieven over dopingge-
bruik, de taal is niet alleen kei
hard en zakelijk, maar soms
ook ronduit beledigend richting
zijn persoon. Soms ook moet je
een en ander meer dan één keer
lezen, om de valkuilen te ont
dekken, die erin zitten.
De contracten zijn van simpele
A4-velletjes tegenwoordig uit
gegroeid tot heuse boekwerken,
de werkgevers zijn steeds in
ventiever geworden in het ont
duiken van allerlei aangegane
verplichtingen. Vertrouwen,
daar zou het om moeten gaan.
maar wantrouwen voert veelal
de boventoon.
Hoe groot de rechtszekerheid
van de renners in die contrac
ten is, hangt sterk af van de
mate waarin zo'n renner is ge
vraagd. Neem nou bij voorbeeld
Michel Zanoli, de man die bij
het Amerikaanse Motorola vo
rige week werd ontslagen. Za
noli is niet bepaald een man die
bij problemen een blad voor zijn
mond neemt. Hij is het recht
door-zee-type, maakt zich daar
door niet bij iedereen populair.
Maar hij heeft wel nog een con
tract voor volgend jaar. Dat is
nu dus eenzijdig opgezegd. Zon
der opgaaf van redenen. Bos
kamp vermoedt omdat, nu de
prijzen van middelmatige cou
reurs zo sterk zijn gedaald, de
sponsor denkt voor de prijs van
één Zanoli momenteel tien an
dere renners van hetzelfde kali
ber te kunnen krijgen. Hij on
derzoekt de mogelijkheid om
een en anders middels gesprek
ken in der minne te schikken en
indien dat niet lukt moet het
probleem voor Zanoli desnoods
via de Amerikaanse rechtbank
worden opgelost.
Voor Jean-Paul van Poppel,
naar wie veel meer vraag was,
heeft Boskamp overigens in het
contract met het Spaanse Lo
tus/F estina bedongen dat bij
een eventueel geschil tussen
werkgever en werknemer het
Nederlandse recht van toepas
sing is. Die nieuwe overeen
komst is er trouwens eentje
waaraan nog altijd een zoge
naamde 'opschortende voor
waarde' vast zit. PDM heeft im
mers nog een overeenkomst
met de sprinter voor volgend
seizoen. De stichting van deze
sponsor wil die graag ontbin
den, maar Van Poppel en Bos
kamp willen een en ander als
stok achter de deur houden.
De manager: „We hebben een
keurig contract bij Lotus/Festi-
na, we denken ook dat het wel
goed zit, maar toch, je weet het
in Spanje maar nooit. In het
verleden zijn er al meer de mist
in gegaan. In principe is er niets
aan de hand. Van Poppel kan er
nagenoeg hetzelfde verdienen
als bij PDM, het salaris en het
bonificatiesysteem lijken op el
kaar. Maar wat als straks
opeens die sponsor zegt: ik stop
ermee? En wat als straks de be
talingen vanuit Spanje ondanks
dat het er allemaal zo goed uit
ziet toch achterwege blijven?
OUDE GLORIE
Wim Landman
Hij zou dit jaar 71 zijn
geworden: Wim
Landman, slechts zeven
interlands, maar
verreweg de mooiste
doelman die ooit op de
Nederlandse velden viel
te bezichtigen. Maar de
zwarte panter, die bij
het Rotterdamse
Neptunus opgroeide, op
het Spartaanse Kasteel
zijn glorietijd beleefde
om z'n loopbaan op 39-
jarige leeftijd bij
Scheveningen Holland
Spört op Houtrust
beëindigen, die
showman, die playboy,
die grote individualist
werd slechts 54 jaar. In
1975 verongelukte de
legende Landman.
door Rob Vente
Wim Landman, die imponerend
charmante man met dat zeer
zwarte haar, was veelzijdig.
Hij bleek een opmerkelijk pen
tekenaar, was een goed honk
baller (Neptunus), uitstekend
schaatser (driemaal de Elfste
dentocht), knap biljarter (tien
over rood in één keer uit), maar
vooral een atletische, stijlvolle
doelman, die een heel voetbal
stadion in de ban van zijn beto
vering kon brengen.
Toen de goodlooking boy in
z'n doel lag naast de mascotte
altijd een kam na de invoe
ring van het betaalde voetbal
bij Scheveningen Holland Sport
belandde, raakte zelfs de door
gaans zo nuchtere Haagse
sportpers in vervoering. Her
man Kuiphof liet uit zijn pen
vloeien: „Als je het Nederland
se voetbal mag vergelijken met
een eenpansmaaltijd van aard
appelen-groente-vlees, dan zijn
spelers als Wim Landman de
café crème, waarmee je de alle
daagsheid van dat brave ge
recht even kunt wegspoelen".
Ir. Ad van Emmenes schreef:
„Toen Wim Landman voor het
eerst met SHS meespeelde, wa
ren er supporters op Houtrust
met spandoeken waarop met
grote letters 'Leve Landman'
stond. Kenmerkend voor de po
pulariteit van deze in Den Haag
voetballende Rotterdammer,
een populariteit die hij maar
met weinig voetballers in ons
land zal behoeven te delen. Het
is voor Den Haag te hopen dat
SHS nog lang van de uitzonder
lijke capaciteiten van deze spec
taculaire doelman zal mogen
genieten".
Den Haag zou een kleine vier
jaar plezier beleven aan de eni
ge echte zwarte panter, zoals de
dichter Jules Deelder de doel
man nog steeds betitelt, 'want
die zwarte De Munck kwam
mooi pas veel later kijken'.
Rond 1960 beëindigde Land
man op 39-jarige leeftijd zijn
loopbaan. Ontnuchterd door de
nasleep van de BW-omko-
pingsaffaire, waarbij de grote
vraag was óf hij wel of niet met
opzet een bal door zijn benen
had laten gaan. Ontgoocheld
ook omdat hij het nooit had
kunnen verkroppen dat zijn
aantal interlands tot zeven
bleef beperkt. Zijn Oranje-loop-
baan werd vooral beïnvloed
door de autoritaire KNVB-
voorzitter Karei Lotsy, die over
het Nederlands eftal te veel te
vertellen had. En Wim Land
man was in Rotterdam verte
genwoordiger in stropdassen,
terwijl de grote concurrent Piet
Kraak werkte bij de Dordtse
verzekeringsmaatschappij van,
jawel, van de weledele heer Ka-
rel Lotsy himself. Zodoende.
Neptunus
Wim Landman werd in 1921 in
het Rotterdamse Spangen ge
boren, dé Sparta-wijk. Maar hij
voelde zich niet aangetrokken
tot de toenmaals zo sjiekè Kas
teelheren en meldde zich aan
bij het eenvoudiger Neptunus.
Tot voldoening van de grote
Neptuniaan Theo Eerdmans,
de journalist van Het Vrije
Volk, die als VARA-quizmaster
(met assistente Maud) grote be
kendheid kreeg. Eerdmans was
geen Sparta-fan. „Bij Sparta
mocht ik geen lid worden, om
dat mijn vader PTT'er was. Dat
is altijd blijven prikken",
schreef hij ooit.
Overigens piekerde Wim Land
man er in de Neptunus-jeugd
nog niet over om in het doel te
gaan staan. Hij was veel liever
stopperspil of middenvoor. In
die hoedanigheden doorliep hij
anoniem de jeugdelftallen. Een
maal senior geworden in
1939 viel hem slechts een
simpele veldspelerspositie ten
deel in het vierde elftal. Op de
training werden evenwel zijn
keeperstalenten ontdekt. Als
sierlijke doelman bereikte hij
vlot het eerste elftal van Neptu
nus, dat in 1944 op een afgela
den Kasteel in een beslissings
wedstrijd tegen HVV moest uit
maken wie er naar de eerste
klasse zou promoveren. En al
bezat ook de Haagse formatie
een klassedoelman, de latere
Haagse wethouder Jeroen Dan-
kelman, na het duel (3-1 voor
Neptunus) werd Wim Landman
zowel letterlijk als figuurlijk op
handen gedragen. Hij genoot er
intens van. Zoals de reserve
doelman van het Nederlands
elftal Piet Kraak was uiter-
foto Fotobureau Kramer
Na het bereiken van de eerste klasse met Neptunus na een 3-1 zege op HW (met
oud-wethouder Dankelman in het doel) in de zomer van 1944 gaat Wim
Landman op de schouders.
aard weer dé man in 1948 ge
noot toen hij bij de Olympische
Spelen van Londen de Neder
landse vlag Wembley mocht
binnendragen.
Bij Neptunus was Wim Land
man al enorm pqpulair. Cock
Luyten, later prof bij NAC en
Feyenoord: „Toen ik Neptu-
nus-junior was en zondags voor
een stuiver met het pontje over
de Schie voer, wachtte ik net zo
lang totdat Wim Landman ook
op het pontje stapte. Kon ik
hem van dichtbij zien. En
maakte hij een praatje met je,
dan wasje in de wolken".
Na acht jaar doelman van het
eerste elftal van Neptunus- te
zijn geweest, meldde Landman
eind 1948 plotseling dat hij het
seizoen er op voor de vijand,
voor aartsrivaal Sparta, zou
gaan spelen, dat ernstige degra-
datiezorgen kende. Behalve de
trots van Neptunus trok het rij
ke Sparta eveneens internatio
nal Rien Terlouw aan, de rots
van DCV. Bij de KNVB, door
gaans zo alert op de naleving
van de amateurrégels, rook dit
keer geen bobo onraad, maar in
Rotterdam ontstond meteen
het rijmpje: Sparta in het nauw
koopt Landman en Terlouw.
Neptunus was verbijsterd over
Landmans daad. Redacteur
Theo Eerdmans doopte voor
'De Neptuniaan' zijn pen in het
vitriool en schreef welgeteld
240 nijdige regels, waarbij het
opmerkelijke was dat hij daar
bij niet één keer de naam Land
man noemde. Een citaat: 'Wie
na tien, of veertien, of hoeveel
jaren ook, zomaar uit een vere
niging kan stappen omdat hij de
kleur van het shirt van een an
dere vereniging toevallig mooi
er vindt, die kan gemist wor
den. De sport is in zijn benen
gebleven en heeft het verstand
èn het gevoel nooit bereikt'.
Vooral dankzij Landmans grote
aantrekkingskracht werd het
Kasteel het drukst bezochte
stadion van Nederland met een
gemiddelde van 19.150 kijkers.
In 1953 speelde Wim Landman
zich dan toch eindelijk in het
Nederlands elftal. In dat jaar
ontkiemden in Nederland even
wel de eerste profvoetbalplan
nen en ontstond een wilde, ver
boden bond. Wim Landman
zwichtte voor een aanbod van
de Profclub Rotterdam. Onmid
dellijk schorste de KNVB Land
man voor het leven. Het levens
lang duurde één jaar. Toen had
den de KNVB en de wilde bond
elkaar gevonden. Landman
keerde op 1 mei 1955 als doel
man van Scheveningen Holland
Sport terug in het Nederlands
elftal. Om op 35-jarige leeftijd
in Kopenhagen (4-11-'56) zijn
zevende en laatste interland af
te werken.
Grat^
In zijn "nadagen op Houtrust
bleek Wim Landman nog niets
aan klasse, aan gratie, te heb
ben'ingeboet. Herman Kuiphof
schreef: 'Willem Landman is de
stijlvolste, meest atletische
doelman die er op 38-jarige leef
tijd in Europa te vinden is'.
De thans 60-jarige Henk Schou
ten vertelt: „Wij speelden met
SHS eens in Londen tegen een
West Ham United in zijn glorie
foto Jacques Zorgman
André Boskamp, duizendpoot én wielermanager: 'Blijkbaar kunnen de coureurs ook nergens met hun sociale
en privé-problemen terecht'.