Manager in de jungle van het wielrennen Landman, de enige echte zwarte panter Enge man 10 I Leidse Courant i _L \J I maandag 5 oktober 1992 kJ 1 IV 1 Zekerheden bestaan nauwelijks meer. De tijd dat een arbeidscontract een overeenkomst voor het leven was, is voorbij. Niet alleen in de gewone maatschappij, want in de weerspiegeling daarvan, in de topsport, is het vaak nog erger. doorGuido Bindels Borger Langzaam maai- ze ker begint er een beetje orde te komen in de dit seizoen zo chao tische wereld van de wieler sport. Waar doorgaans altijd in het begin van het seizoen de contractonderh andel i ngen werden gevoerd voor het jaar erop, daar zijn renners en ploegleiders nu nóg in de weer met besprekingen, onderhan delingen en een politiek getint steekspel. De betrokkenen heb ben enerverende maanden ach ter de rug, waarin onzekerheid de boventoon voerde. Ruim dertig Nederlandse prof wielrenners staan momenteel op straat. André Boskamp, dui zendpoot èn wielermanager, heeft het drukker dan ooit. Bos kamp is een ambitieuze man met watje zou kunnen noemen een rijk gemeubileerde geest. Hij studeerde voor sportleraar, volgde diverse management- cursussen, was socio-thera- peut, psychomotorisch thera peut en tien jaar bondscoach bij de wielerbond, de KNWU. Als wielermanager -is hy blijkbaar voor velen een bedreiging. Want, in de jungle van het cy- clisme, in die zo conservatieve wereld waarin de werkgever het vaak alleen voor het zeggen heeft, vertegenwoordigt Bos kamp de belangen van de ren ner. En hij schroomt niet om daarbij met de rechter te drei gen. Concurrenten De telefoon rinkelde de laatste tijd nog vaker dan normaal. Renners die notabene bij zijn concurrenten onder contract staan, belden Boskamp voor ad vies. Ook dit gesprek wordt re gelmatig onderbroken. In vier uur tijd turven we acht cou reurs en één kandidaat-sponsor uit Washington DC, die een af spraak maakt om op 19 oktober met Boskamp in Amerika te praten over een nieuwe ploeg. Aan het einde van een lange sessie verzucht de manager ten slotte dat dit werk eerrstuk ge compliceerder is geworden dan vier jaar geleden, toen hij ermee begon, maar dat hij het nog steeds een uitdaging vindt. Over de hoed en de rand van al les waarmee hij momenteel be zig is wil hij niet al te zeer uit wijden. Elk geschreven woord kan vandaag de dag immers te gen je worden gebruikt. Er zijn bij voorbeeld enkele bedrijven die graag nog doorlopende con tracten met renners willen ver breken. En in de schimmige we reld van de wielercontracten is blijkbaar van alles mogelijk. Wil je niet onder de voet worden gelopen of worden afgeslacht, dan moet je constant op je hoe de zijn en je wapenen. Boskamp staat dus aan de kant van de renners, die, het spreekt voor zich, ook niet altijd on schuldige engelen zijn. Horzel, luis, vooral tijdens dit zo hecti sche najaar, wordt Boskamp door zijn tegenstanders weer met menig lastig diersoort ver geleken. Het komt, denkt hij, ook doordat het woord manager in Nederland zo'n beladen bete kenis heeft. Boskamp: „Maar het omvat slechts een klein deel van mijn werk. En ik heb er niet om gevraagd. De renners zijn naar mij toe gekomen, niet an dersom. Niet alleen met hun za kelijke beslommeringen. Blijk baar kunnen ze ook nergens met hun sociale en privé-pro- blemen terecht". Geen tijd „Bij een ploeg is het alleen maar van: 'oké jongens, morgen zo en zo laat daar en daar verza melen', dan naar de koers en vervolgens weer snel naar huis. Een ploegleider heeft absoluut geen tijd meer voor zijn ren ners. Een trainer aanstellen, een jonge coureur opleiden? Laat me niet lachen, daar wordt totaal niets aan gedaan. De wie lersport heeft de afgelopen ja ren een enorme ontwikkeling doorgemaakt, maar de mensen die erbij betrokken zijn, zijn daar niet in meegegroeid. In het wielerwereldje zijn ze gewend om de renners als kleine kinde ren te behandelen, om ze bij het minste of geringste de oren te wassen. Dan komt opeens die Boskamp en neemt het voor ze op, maakt ze mondig. Die zorgt dat de contracten gecompliceer der worden, dat de coureurs een betere rechtspositie krijgen. En SWA lad de Mos weet met gi stelligheid altijd alles bet en heeft deze week alle brandende kwesties ront Oranje ook in een handomdraai opgelost. Niemand anders kan dat Ik zal die gave verklaren is behekst. Veertigjaar geleden ging hij als kind het Scheveningse Bos op zoek naar Eucalypta. Niemand vond haar. Hij Het ergste is: daarna ginj óók nog op haar lijken. Ikl dus ook een spookachtig* analyse over Oranje, wa« Aad de Mos zei ernstig teleurgesteld te zijn in Mi van Basten. Bovendien hi hij tegen de Noren het avontuur gemist. De voorhoede was geïsoleer* geweest. Daardoor was, li op, de lange pass er niet uitgehaald. Hij had misvorming ontdekt, enl hier sprak een mond met fractie te veel aan gebit, waaruit bij schier goddelil verrassing wel meteen del oplossing kwam voor allef vraagstukken. Niemand droeg die aan. Hij wel. Aan zijn suggestie had oo nog niemand gedacht. Nederland hing aan zijn lippenAlles hing af van z oordeel. En daar was het i De wachtgeldkoning van België zou, indien hij bondscoach was, met een broodmes in Oranje gaan snijden. Een hele geruststelling. voor Dick Advocaat, die n zal hebben geweten hoe sterk zijn stadgenoot met zijn lot was begaan. Ik vind het knap wanneei voetballers, die zelf zijn mislukt, zich op deze wijz als trainer uit hun Dan kan Jean-Paul in elk geval terugvallen op zijn contract met PDM. Want dat was er al. Jean-Paul heeft deze situatie niet veroorzaakt. PDM is con tracten aangegaan voor twee jaar, terwijl ze er één jaar later mee stoppen. Van Poppel hoeft daarvoor toch zeker niet de ex tra risico's te dragen"? Cordes tijd. Het werd 0-0, want in z'n eentje hield Landman heel West Ham tegen. De Engelse kranten waren verrukt over hem. 'Zo'n fantastische doel man hebben we nog nooit ge zien', schreven ze, 'Landman moet de beste keeper van de we reld zijn'. Hij was ook beter dan Piet Kraak. In elk geval heel an ders. Bij een voorzet plukte Landman de bal stijlvol uit de lucht, terwijl Kraak je kop eraf sloeg. Bij SHS keken wij ook buiten het veld tegen Wim op. Hij stond bóven ons. Landman was altijd keurig gekleed, per fect verzorgd, had in de strop dassen een uitstekende baan. Toch was hij ook een fijne ka meraad, een goed collega". De toen inmiddels in Rijswijk wonende Landman keepte ove rigens op het laatst met negen vingers. De tiende verspeelde hij in 1957 toen hij na de trai ning op Houtrust het hek geslo ten vond en besloot eroverheen te klimmen. Z'n trouwring bleef achter een spijl haken. Nadat Landman de voetballerij had verlaten, werd het snel stil om hem heen. De vedette miste de verering; kon niet wennen aan het feit dat niemand hem op straat meer herkende. Er ontstond een levensgroot ver schil tussen de wereld zoals die er ooit had uitgezien en zoals die plotseling in werkelijkheid was. De individualist Landman vereenzaamde, liet zich niet meer op een voetbalveld zien. Nog één keer trok hij de keeperstrui aan. In 1973 was er een reünie bij Neptunus. Op het veld dat hij in 1949 met zoveel tumult had verlaten, keepte de 52-jarige Landman nog altijd lenig, geen kilo te vet eerst een formidable wedstrijd, waar op hij Theo Eerdmans opzocht, die hij 24 jaar niet had gezien. Landman haalde een vergeeld artikel uit een Neptunus-club- blad tevoorschijn. Op de kop af 240 regels vol venijn. Beiden moesten er hartelijk om lachen, onbewust van het feit dat zij die avond de laatste keer bij hun vereniging te gast waren. Twee jaar later overleed Landman, in 1977 stierf Eerdmans. Land- mans weduwe Lyda Piket is nog altijd lid van Neptunus. mislukking bevrijden. Zij tikken een ieder duchtig* de vingers en overschreeuwen daarmet hun eigen beperking en onzekerheid. Dat moetje kunnen. Niemand anders kan dat. De Mos wel. De Mos vindt doceren eenvoudig, maar niemanc doet het goed. Hij is praktisch de enige, die no* fouten maakt. Bij Oranje knoeit Dick Advocaat er maar op los en die Van Basten, nogmaals, voor h< zou hij toch heel graag eei keer het zwaard uit de schede willen trekken. Niemand anders doet dat. Het moet toch een schok z voor Van Basten om in VI lezen dat de vroegere verdediger van Excelsior, met die lullige lange witte melkbenen in een veel te 1* broekje als een versierde paashaas op een bezem iedereen op Woudestein d* stuipen op het lijf joeg, hetl moet toch een schok zijn de mooiste spits na Faas Wilkes en Johan Cruijff oi uit die aanmatigende grot mond van deze windbuil t( vernemen, dat het verstandiger zou zijn wanneer hij in het vervolg Oranje niet langer meer d tactiek bepaalde. Zou Marco van Basten we welk een briljant voetballe De Mos ooit was? Of zou dj De Mos dit zelf vergeten z\ Ik zie hem wel eens een enkele keer in een voetbalstadion en dan stas hij altijd te flikflooien met zijn collega's, in de hoop dl ze ook de volgende keer w( een vrijkaartje voor hem ritselen, en denk ik, ach Gi ze vinden hem wellicht allemaal toch aardiger dar vermoed, maar eenmaal terug in de veiligheid van i isolement opent hij promp weer die mond en spreekt' sadisme zijn afkeuring uit over hetgeen hij die midda heeft'ervaren, alsof er noo: collega's of vrienden voor hem hebben bestaan. Moeilijker ligt het nog met Tom Cordes, die in zijn eerste prof jaar bij Raas enkele leuke etap pewedstrijden won en opeens een veelgevraagd renner werd. Hij vertrok naar PDM, waar een driejarige carrièreplanning voor hem werd uitgestippeld. Door allerlei omstandigheden liep dat fout. Boskamp: „De stichting van PDM ging hem zelfs tegenwerken. Voor som mige belangrijke wedstrijden werd hij ook niet meer geselec teerd, waardoor hij nog meer uit beeld verdween. Het Spaan se Amaya wilde hem 'deson danks graag hebben. Maar wel voor de helft van het bedrag, waarop hij bij PDM contrac tueel ook volgend jaar nog recht heeft. De stichting van PDM is niet bereid die schade te dek ken. Ze spelen het vrij hard. Ze hebben hem een aanbod gedaan dat van geen enkel respect ge tuigt. Qver en weer worden nu wat briefjes geschreven. De zaak ligt bij de advocaat". Aan werk heeft Boskamp dus geen gebrek. Toch ziet het er naar uit, dat de manager straks zijn arbeidsterrein gaat verleg gen. Samen met ex-prof Teun van Vliet is hij van plan om een eigen wielerploeg op te starten, om te laten zien dat het ook an ders, beter, kan. „De sponsors zijn er al. Multinationals, die met een jeugdig, dynamisch en energiek team aan de slag wil len, die een nieuw produkt wil- n len promoten en die dat liever via een nieuwe ploeg, waar nog geen hele geschiedenis aan vast zit, doen. We hebben echter mo menteel de tijd een beetje tegen, het is een gekke, aparte markt, die moeilijk is te overzien. Daarom hebben wij de sponsors waarmee wij overleggen ook ge adviseerd om tot 1994 te wach ten. Als het zover is stop ik met een met dit werk. Er zijn in de wielersport al genoeg mensen met verschillende petten op. Ik hoop alleen dat een ander het dan van mij over neemt. Want er is vraag naar een zaakwaar nemer als ik. De coureurs geven dat zelf aan". die dreigt dan ook nog eens met een rechtszaak als de tegenpar tij zich niet aan z'n afspraken houdt". „Dat hebben ze natuurlijk lie ver niet. Liever houden ze de coureurs monddood, gaan ze verder met manipuleren, niet alleen middels de contracten, maar ook middels wedstrijd- schema's. Je doet zus of zo of je rijdt geen Tour, dat werk. Ik mis vooral de eerlijkheid en de bespreekbaarheid van sommige zaken in de sport, bij leidingge vende figuren die soms uit een heel andere wereld komen en dus weinig affiniteit met het wielrennen hebben". De opnamerecorder moet dan uit. André Boskamp neemt ons mee naar zijn kantoor en laat voorbeelden zien die zijn woorden meer kracht moeten bijzetten. Dreigbrieven, ont slagbrieven op dubieuze gron den, brieven over dopingge- bruik, de taal is niet alleen kei hard en zakelijk, maar soms ook ronduit beledigend richting zijn persoon. Soms ook moet je een en ander meer dan één keer lezen, om de valkuilen te ont dekken, die erin zitten. De contracten zijn van simpele A4-velletjes tegenwoordig uit gegroeid tot heuse boekwerken, de werkgevers zijn steeds in ventiever geworden in het ont duiken van allerlei aangegane verplichtingen. Vertrouwen, daar zou het om moeten gaan. maar wantrouwen voert veelal de boventoon. Hoe groot de rechtszekerheid van de renners in die contrac ten is, hangt sterk af van de mate waarin zo'n renner is ge vraagd. Neem nou bij voorbeeld Michel Zanoli, de man die bij het Amerikaanse Motorola vo rige week werd ontslagen. Za noli is niet bepaald een man die bij problemen een blad voor zijn mond neemt. Hij is het recht door-zee-type, maakt zich daar door niet bij iedereen populair. Maar hij heeft wel nog een con tract voor volgend jaar. Dat is nu dus eenzijdig opgezegd. Zon der opgaaf van redenen. Bos kamp vermoedt omdat, nu de prijzen van middelmatige cou reurs zo sterk zijn gedaald, de sponsor denkt voor de prijs van één Zanoli momenteel tien an dere renners van hetzelfde kali ber te kunnen krijgen. Hij on derzoekt de mogelijkheid om een en anders middels gesprek ken in der minne te schikken en indien dat niet lukt moet het probleem voor Zanoli desnoods via de Amerikaanse rechtbank worden opgelost. Voor Jean-Paul van Poppel, naar wie veel meer vraag was, heeft Boskamp overigens in het contract met het Spaanse Lo tus/F estina bedongen dat bij een eventueel geschil tussen werkgever en werknemer het Nederlandse recht van toepas sing is. Die nieuwe overeen komst is er trouwens eentje waaraan nog altijd een zoge naamde 'opschortende voor waarde' vast zit. PDM heeft im mers nog een overeenkomst met de sprinter voor volgend seizoen. De stichting van deze sponsor wil die graag ontbin den, maar Van Poppel en Bos kamp willen een en ander als stok achter de deur houden. De manager: „We hebben een keurig contract bij Lotus/Festi- na, we denken ook dat het wel goed zit, maar toch, je weet het in Spanje maar nooit. In het verleden zijn er al meer de mist in gegaan. In principe is er niets aan de hand. Van Poppel kan er nagenoeg hetzelfde verdienen als bij PDM, het salaris en het bonificatiesysteem lijken op el kaar. Maar wat als straks opeens die sponsor zegt: ik stop ermee? En wat als straks de be talingen vanuit Spanje ondanks dat het er allemaal zo goed uit ziet toch achterwege blijven? OUDE GLORIE Wim Landman Hij zou dit jaar 71 zijn geworden: Wim Landman, slechts zeven interlands, maar verreweg de mooiste doelman die ooit op de Nederlandse velden viel te bezichtigen. Maar de zwarte panter, die bij het Rotterdamse Neptunus opgroeide, op het Spartaanse Kasteel zijn glorietijd beleefde om z'n loopbaan op 39- jarige leeftijd bij Scheveningen Holland Spört op Houtrust beëindigen, die showman, die playboy, die grote individualist werd slechts 54 jaar. In 1975 verongelukte de legende Landman. door Rob Vente Wim Landman, die imponerend charmante man met dat zeer zwarte haar, was veelzijdig. Hij bleek een opmerkelijk pen tekenaar, was een goed honk baller (Neptunus), uitstekend schaatser (driemaal de Elfste dentocht), knap biljarter (tien over rood in één keer uit), maar vooral een atletische, stijlvolle doelman, die een heel voetbal stadion in de ban van zijn beto vering kon brengen. Toen de goodlooking boy in z'n doel lag naast de mascotte altijd een kam na de invoe ring van het betaalde voetbal bij Scheveningen Holland Sport belandde, raakte zelfs de door gaans zo nuchtere Haagse sportpers in vervoering. Her man Kuiphof liet uit zijn pen vloeien: „Als je het Nederland se voetbal mag vergelijken met een eenpansmaaltijd van aard appelen-groente-vlees, dan zijn spelers als Wim Landman de café crème, waarmee je de alle daagsheid van dat brave ge recht even kunt wegspoelen". Ir. Ad van Emmenes schreef: „Toen Wim Landman voor het eerst met SHS meespeelde, wa ren er supporters op Houtrust met spandoeken waarop met grote letters 'Leve Landman' stond. Kenmerkend voor de po pulariteit van deze in Den Haag voetballende Rotterdammer, een populariteit die hij maar met weinig voetballers in ons land zal behoeven te delen. Het is voor Den Haag te hopen dat SHS nog lang van de uitzonder lijke capaciteiten van deze spec taculaire doelman zal mogen genieten". Den Haag zou een kleine vier jaar plezier beleven aan de eni ge echte zwarte panter, zoals de dichter Jules Deelder de doel man nog steeds betitelt, 'want die zwarte De Munck kwam mooi pas veel later kijken'. Rond 1960 beëindigde Land man op 39-jarige leeftijd zijn loopbaan. Ontnuchterd door de nasleep van de BW-omko- pingsaffaire, waarbij de grote vraag was óf hij wel of niet met opzet een bal door zijn benen had laten gaan. Ontgoocheld ook omdat hij het nooit had kunnen verkroppen dat zijn aantal interlands tot zeven bleef beperkt. Zijn Oranje-loop- baan werd vooral beïnvloed door de autoritaire KNVB- voorzitter Karei Lotsy, die over het Nederlands eftal te veel te vertellen had. En Wim Land man was in Rotterdam verte genwoordiger in stropdassen, terwijl de grote concurrent Piet Kraak werkte bij de Dordtse verzekeringsmaatschappij van, jawel, van de weledele heer Ka- rel Lotsy himself. Zodoende. Neptunus Wim Landman werd in 1921 in het Rotterdamse Spangen ge boren, dé Sparta-wijk. Maar hij voelde zich niet aangetrokken tot de toenmaals zo sjiekè Kas teelheren en meldde zich aan bij het eenvoudiger Neptunus. Tot voldoening van de grote Neptuniaan Theo Eerdmans, de journalist van Het Vrije Volk, die als VARA-quizmaster (met assistente Maud) grote be kendheid kreeg. Eerdmans was geen Sparta-fan. „Bij Sparta mocht ik geen lid worden, om dat mijn vader PTT'er was. Dat is altijd blijven prikken", schreef hij ooit. Overigens piekerde Wim Land man er in de Neptunus-jeugd nog niet over om in het doel te gaan staan. Hij was veel liever stopperspil of middenvoor. In die hoedanigheden doorliep hij anoniem de jeugdelftallen. Een maal senior geworden in 1939 viel hem slechts een simpele veldspelerspositie ten deel in het vierde elftal. Op de training werden evenwel zijn keeperstalenten ontdekt. Als sierlijke doelman bereikte hij vlot het eerste elftal van Neptu nus, dat in 1944 op een afgela den Kasteel in een beslissings wedstrijd tegen HVV moest uit maken wie er naar de eerste klasse zou promoveren. En al bezat ook de Haagse formatie een klassedoelman, de latere Haagse wethouder Jeroen Dan- kelman, na het duel (3-1 voor Neptunus) werd Wim Landman zowel letterlijk als figuurlijk op handen gedragen. Hij genoot er intens van. Zoals de reserve doelman van het Nederlands elftal Piet Kraak was uiter- foto Fotobureau Kramer Na het bereiken van de eerste klasse met Neptunus na een 3-1 zege op HW (met oud-wethouder Dankelman in het doel) in de zomer van 1944 gaat Wim Landman op de schouders. aard weer dé man in 1948 ge noot toen hij bij de Olympische Spelen van Londen de Neder landse vlag Wembley mocht binnendragen. Bij Neptunus was Wim Land man al enorm pqpulair. Cock Luyten, later prof bij NAC en Feyenoord: „Toen ik Neptu- nus-junior was en zondags voor een stuiver met het pontje over de Schie voer, wachtte ik net zo lang totdat Wim Landman ook op het pontje stapte. Kon ik hem van dichtbij zien. En maakte hij een praatje met je, dan wasje in de wolken". Na acht jaar doelman van het eerste elftal van Neptunus- te zijn geweest, meldde Landman eind 1948 plotseling dat hij het seizoen er op voor de vijand, voor aartsrivaal Sparta, zou gaan spelen, dat ernstige degra- datiezorgen kende. Behalve de trots van Neptunus trok het rij ke Sparta eveneens internatio nal Rien Terlouw aan, de rots van DCV. Bij de KNVB, door gaans zo alert op de naleving van de amateurrégels, rook dit keer geen bobo onraad, maar in Rotterdam ontstond meteen het rijmpje: Sparta in het nauw koopt Landman en Terlouw. Neptunus was verbijsterd over Landmans daad. Redacteur Theo Eerdmans doopte voor 'De Neptuniaan' zijn pen in het vitriool en schreef welgeteld 240 nijdige regels, waarbij het opmerkelijke was dat hij daar bij niet één keer de naam Land man noemde. Een citaat: 'Wie na tien, of veertien, of hoeveel jaren ook, zomaar uit een vere niging kan stappen omdat hij de kleur van het shirt van een an dere vereniging toevallig mooi er vindt, die kan gemist wor den. De sport is in zijn benen gebleven en heeft het verstand èn het gevoel nooit bereikt'. Vooral dankzij Landmans grote aantrekkingskracht werd het Kasteel het drukst bezochte stadion van Nederland met een gemiddelde van 19.150 kijkers. In 1953 speelde Wim Landman zich dan toch eindelijk in het Nederlands elftal. In dat jaar ontkiemden in Nederland even wel de eerste profvoetbalplan nen en ontstond een wilde, ver boden bond. Wim Landman zwichtte voor een aanbod van de Profclub Rotterdam. Onmid dellijk schorste de KNVB Land man voor het leven. Het levens lang duurde één jaar. Toen had den de KNVB en de wilde bond elkaar gevonden. Landman keerde op 1 mei 1955 als doel man van Scheveningen Holland Sport terug in het Nederlands elftal. Om op 35-jarige leeftijd in Kopenhagen (4-11-'56) zijn zevende en laatste interland af te werken. Grat^ In zijn "nadagen op Houtrust bleek Wim Landman nog niets aan klasse, aan gratie, te heb ben'ingeboet. Herman Kuiphof schreef: 'Willem Landman is de stijlvolste, meest atletische doelman die er op 38-jarige leef tijd in Europa te vinden is'. De thans 60-jarige Henk Schou ten vertelt: „Wij speelden met SHS eens in Londen tegen een West Ham United in zijn glorie foto Jacques Zorgman André Boskamp, duizendpoot én wielermanager: 'Blijkbaar kunnen de coureurs ook nergens met hun sociale en privé-problemen terecht'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 26