Duitsland ontwaakt met een kater
Het aanzien van de bankier
Welke ongeschreven regels gelden in het bankwezen? Gaat het met de
onoirbaarheden, die de laatste tijd aan het licht komen om incidenten, of is
er meer aan de hand? Volgens de hoogleraar bedrijfsethiek Van Luijk is er in
de eerste plaats sprake van een grote mate van openbaarheid.
dook Kees M. Paling
Nadat ministers, captains of indus
try, accountants en notarissen hen
waren voorgegaan, lijken nu ook de
bankiers voorgoed van hun on
kreukbare imago te zijn beroofd. De
afgelopen weken kwamen de media
regelmatig met nieuwe onthullingen
over het 'moreel laakbaar handelen'
van bestuurders van gerenommeer
de banken.
Ging het de ene keer om het manipu
leren van beurskoersen, de andere
keer betrof het een lucratieve prive-
handel in aandelen. In vrijwel alle
gevallen stapten de betreffende be
stuurders op. Welke ongeschreven
regels zijn hierbij in het geding?
En gaat het hier om incidenten, of is
er meer aan de hand?
Volgens prof. dr. H. J. L. van Luijk,
hoogleraar bedrijfsethiek, verbon
den aan de universiteit Nijenrode en
de universiteit van Groningen is er
niet zozeer sprake van een golf van
onoirbare praktijken, als wel van
een grotere mate van openbaarheid.
In dat opzicht lijken we langzaam
maar zeker in de richting van het
Amerikaanse systeem te gaan, waar
men veel rechtstreekser is in het aan
de kaak stellen van bepaalde praktij
ken. Denk bijvoorbeeld aan de hele
Milken-affaire, waarbij de controle
commissie voor het bank en beurs-
wezen een belangrijke rol heeft ge
speeld.
Van Luijk: „Het heeft onder meer te
maken met het verdwijnen van het
exclusieve karakter van de dienst
verlening van de bank. De bank
wordt in feite één grote kantoortuin
en men kan zich niet langer achter
dikke, gecapitonneerde deuren ver
schuilen.
De fusies in het bank- en verzeke
ringswezen leiden tot grote conglo
meraten, waarin veel gebeurt en
waarin zich dus ook regelmatig inci
denten zullen voordoen. Dat bete
kent niet dat de beroepsgroep als zo
danig aan het afglijden is, maar dat
deze gevarieerder van samenstelling
wordt, met alle gevolgen van dien."
Interne regels
„Om dit soort incidenten tegen te
gaan hebben veel bankinstellingen
interne regels opgesteld. Daarnaast
oefent de Nederlandse Bank toe
zicht uit. Maar de regels genieten
vaak geen grote bekendheid en zijn
ook niet geheel uitgeschreven.
Dat is eigenlijk ook niet zo vreemd,
wanneer je bedenkt dat de grenzen
van wat juridisch en moreel laak
baar is, moeilijk eenduidig zijn vast
te stellen."
Volgens prof. Van Lijk is in het geval
topondernemer Scherpenhuizen
Rom bij voorbeeld sprake van zaken
die juridisch niet geregeld zijn, maar
die kennelijk wel op morele gronden
kunnen worden veroordeeld. Wet
en regelgeving lopen nu eenmaal per
definitie achter de ontwikkelingen
aan: daarin legt men immers vast
waarover in morele zin overeen
stemming is gegroeid.
„Sommige zaken - zoals abortus en
euthanasie - blijken nauwelijks defi
nitief in wetgeving vast te leggen. En
toch hebben we in onze samenleving
een zeker evenwicht weten te berei
ken, een zekere overeenstemming
over de wijze waarop we hiermee om
moeten gaan. Ik vind het heel mooi
dat dat kan: het is een verworven
heid van onze samenleving. Verge
lijk dat eens met Amerika, waar de
standpunten bij juist dit soort ingrij
pende zaken zich enkel verharden.
Het geeft mij vertrouwen in een sa
menleving, die niet alles van boven
wil regelen en die kans ziet om in
alle redelijkheid tot een toereikende
overeenstemming te komen.
Iets dergelijks zie ik zich ook vol
trekken rond de wet gelijke behan
deling: er groeit overeenstemming
over de wijze waarop met het ver
schijnsel discriminatie moet worden
omgegaan, ook zonder dat we het
eenduidig in een wet weten vast te
leggen."
Zal de internationalisering van het
bedrijfsleven niet een verdere ver
schuiving van normen tot gevolg
hebben
Van Luijk: „De internationalisering
is nu al een feit, en in andere cultu
ren hanteert men inderdaad andere
normen. De Italiaanse belasting
praktijk heeft nu eenmaal iets ope-
rette-achtigs in vergelijking met die
in Nederland en het Verenigd Ko
ninkrijk.
Maar dat betekent nog niet dat we
na Europa '93 in ons land opeens
Italiaanse normen gaan hanteren.
Waar we wel op moeten letten is dat
er niet zoiets als een moreel kleinste
veelvoud gaat ontstaan. We moeten
een morele alertheid zien te bewa
ren.
Daarnaast dienen Europese onder
nemers zich te realiseren dat zij
FOTO ANP
Scherpenhuijsen Rom,
gevallen topbankier.
steeds vaker te maken zullen krijgen
met de morele implicaties van hun
bedrijfsuitoefening. Zo zal een
Spaanse verzekeraar zich moeten af
vragen welke voorwaarden hij toe
komstige Nederlandse cliënten zal
mogen stellen. Daar kunnen zich
wel degelijk culturele en morele
spanningen gaan voordoen.
Stappen ondernemers eerder op dan
bijvoorbeeld ministers
Van Luijk: „Ik denk van wel, en daar
zijn ook voor de hand liggende rede
nen voor. Ondernemers die onder
druk hun hoge positie verlaten, ver
trekken over het algemeen niet met
lege handen.
In de politiek is dat veel minder het
geval, of in ieder geval veel meer ver
huld - je moet maar afwachten of er
nog een ander baantje voor je komt.
Daarbij komt dat politici dankzij de
verkiezingen een mandaat hebben
meegekregen. Dat mandaat fun
geert als een buffer tot de volgende
verkiezingen; niets belet de politicus
om te zeggen: zie maar datje me weg
krijgt. Het geval Van Aardenne is
wat dat betreft illustratief. De man
had de Kamer willens en wetens
misleid, erkent zijn fout en wacht
vervolgens af of een kamermeerder
heid bereid is hem weg te sturen.
Hoge ambtenaren
„Een nog beschermder positie heb
ben de hogere ambtenaren. Hun
functies zijn in feite veel meer gepo
litiseerd dan men eigenlijk wil toege
ven. Het gebruik dat de minister
moet opstappen wanneer zijn amb
tenaren falen, is dan ook volstrekt
niet meer van deze tijd. Ook hogere
ambtenaren zouden op hun verant
woordelijkheden aangesproken
moeten kunnen worden, en dus ook
consequenties moeten trekken uit
hun eigen falen."
Doet de bedrijfsethiek uitspraken
over de grenzen van het moreel laak
bare handelen
Van Luijk: „De bedrijfsethiek heeft
geen koffertje klaar met de juiste
normen en waarden. Dat zou wel erg
pretentieus zijn; we kunnen en wi
len niet de vervanger van de doni
nee spelen. Wat we wel kunnen doe
is het aangeven van de reële dilen
ma's waarvoor men komt te staai
erop toezien dat de discussie zo zorj
vuldig mogelijk en met respect voo
alle betrokkenen wordt gevoerd.
Dat resulteert dan niet noodzakeli
kerwijs in een set gemeenschappeli
ke normen en waarden, maar i
meer duidelijkheid over de grenze
die bewust of onbewust gehanteer
worden. Daarbij wordt vaak gebrui
gemaakt van de 'Socratische meth(
de', het aan de hand van concrete d
lemma's aftasten van de morel
grenzen, zoals Marcel van Dam di
ooit deed in zijn beroemde tv-pr(
gramma 'De Achterkant van het G<
lijk'.
Maar vergis je niet: Socrates - e
waarschijnlijk ook Van Dam - wis
precies waar hij heen wilde, en da
weet de bedrijfsethiek per definiti
niet. Als ik met accountants of vei
zekeraars een discussie inga, weet il
op voorhand niet waar het zal eindi
gen.- Bij het bedrijfsleven lijkt e
trouwens een groeiende behoefte t
bestaan aan inzicht in de morele as
pecten van het ondernemerschap
Dat uit zich in een toenemde vraa
naar adviezen, maar ook naar oplei
dingen en trainingen van personef
en onderzoek naar het morele kli
maat binnen een organisatie. Er i
overigens geen sprake van een spe<
taculaire groei; gelukkig maar, wan
anders zou het niet meer dan eei
modegril zijn."
4 Leidse Courant I A ATFR n AG
i zaterdag 3 oktober 1992 JU .TV -L LillLEilU
Vandaag is het twee jaar geleden dat de beide Duitslanden samensmolten. Van de euforie van het eerste uur is bitter weinig
overgebleven. Cynisme en wantrouwen overheersen. Duitsland wacht met smart op een interne Wiedergutmachung.
Correspondent Frans Wijnands ging kijken in het stadje Halle. De geboortestad van Handel en Genschermaar desondanks
lelijk en verpauperd.
door Frans Wijnands
'Geen wonder dat de Chinezen zo
graag lachen. Die hebben hun Muur
nog!' Satirische grappen op de twee
de verjaardag van de Duitse hereni
ging, 3 oktober. Als bondskanselier
Helmut Kohl de jongste werkloos
heidscijfers onder ogen krijgt, rea
geert hij optimistisch: Gelukkig is
alles maar half zo dubbel...". Oók
een grap uit het Oostduitse repertoi
re, maar de kanselier, die twee jaar
geleden met meer hartelijkheid dan
gezond verstand de zestien miljoen
Oostduitsers binnen enkele jaren
'een bloeiend landschap' beloofde,
met werk, welvaart en welzijn, ma
tigt de laatste tijd zijn profetische
woorden.
En hij is niet de enige. Twee jaar na
de hereniging heeft de euforie plaats
gemaakt voor cynisme. De Bondsre
publiek wemelt van onheilsprofeten,
doemdenkers en zwartkijkers. Het
gaat bar slecht met de nieuwe deel
staten in de vroegere DDR, en soms
lijkt het alsof achter die algemene
opmerking een spoor van rancuneu
ze tevredenheid schuilgaat.
Het 'enige' wat vandaag te vieren
valt, is weliswaar het allerbelang
rijkste, maar intussen ook al weer
het meest vanzelfsprekende, name
lijk de herwonnen vrijheid van doen
en laten, van woord en geschrift.
Van geleide dictatuur naar geleide
democratie. Een verschil van dag en
nacht, en desondanks hebben veel
Oostduitsers het idee dat op de dag
van die herwonnen vrijheid meteen
het licht werd uitgedraaid.
Althans in talloze bedrijven en fa
brieken, waar met westerse manage
ments- en bedrijfskundige ideeën de
inventaris werd opgemaakt. Wat
niet aan de moderne industriële
maatstaven kon beantwoorden,
werd te koop gezet, gesaneerd, inge
krompen of gewoon gesloten.
Die saneringen kostten honderddui
zenden hun baan; voor velen het
tastbare begin van een totaal ander
leven. De oude DDR-'vrijheid', vol
gestopt met zacht verdovende socia
le zekerheden als werk, onderdak,
onderwijs, geneeskundige verzor
ging en een plaatsje in de Kindergar
ten voor de allerkleinsten, zodat ook
moeder aan het arbeidsproces kon
deelnemen, is vervangen door een
democratische vrijheid, maar zonder
werkgarantie en andere maatschap
pelijke zekerheden; een leven met
stijgende huren en prijzen.
Wie het oosten van Duitsland door
kruist, per auto, met de trein of te
voet, merkt dat veel van de verande
ringen in de afgelopen twee jaar zich
op ooghoogte voltrokken hebben:
langs de uitvalswegen van steden en
dorpen rijgen zich de gloednieuwe
minibedrijfjes zich aan elkaar. Voor
al moderne tankstations markeren
dit soort vernieuwing. In de winkel
straten zijn puien vervangen, oude
namen overgeschilderd, in de etala
ges ligt het volledige, vertrouwde
westerse aanbod. In de dorpen wordt
vlijtig gebouwd, geschilderd, opge
knapt.
Ook Halle biedt dat beeld van voor
uitgang, of, om het Oostduitse
woord te gebruiken: verandering.
„Maar ik heb teleurgestelde arbei
ders het afgelopen jaar keer op keer
moeten vertellen dat ze niet kunnen
verwachten dat ze nog concurrerend
kunnen produceren met een machi
neparkje uit 1916".
Er klinkt lichte vertwijfeling door in
de stem van Klaus-Peter Rauen,
sinds juni vorig jaar Oberbürger-
meister van de Oostduitse stad Hal
le. Rauen is 56, jurist, geboren Düs-
seldorfer. „Rijnlander", zegt hij zelf.
Hij heeft een ruim 25-jarige gemeen
telijk-regionale bestuurservaring,
voornamelijk opgedaan in Bonn,
waar hij alle rangen en afdelingen
doorliep, om tenslotte Stadtdirektor
te worden.
Om ook zoveel mogelijk Oostduitse
CDU-afdelingen voor Bonn te win
nen als blijvende regeringszetel in
plaats van Berlijn, reisde hij vorig
jaar voor zijn partij als een politieke
standwerker langs een aantal Oost
duitse steden. Ook Halle. Hij maakte
er indruk door zijn optreden, zijn
manier van praten en bestuurlijke
ervaring. Toen kort daarna de bur
gemeester van Halle moest aftreden
onder verdenking van al te enthou
siaste Stasi-activiteiten, herinner
den de CDU-bestuurders in Halle
zich hun Bonner collega. Kort daar
na werd Rauen benoemd.
Halle wordt ook wel de lelijkste stad
van Oostduitsland genoemd. Ruim
300.000 inwoners, een handvol his
torische gebouwen, een niet eens zo
onaantrekkelijke hoofdwinkel
straat, maar verder een onthutsend
verwaarloosd, vervallen en onbe
woond centrum. Aan de stadsrand
staan de afstotelijke DDR-flatgebou-
wen in strak fantasieloos gelid tot
aan de verre horizon.
Bestuursprofi
Waarom verlaat een verstandig,
deels zelfs verwend mens de Rijn om
het Westerse comfort in te ruilen te
gen het Oostduitse surrogaat daar
van? „Omdat je niet alleen maar
hoogdravende en idealistisch-poli-
tieke doeleinden kunt hebben zon
der er ooit de persoonlijke conse
quenties uit te trekken. Ik ben de
enige bestuurlijke profi", zegt hij
neutraal. Het is zondagmiddag. We
zijn, met de portier, de enige aanwe
zigen in het vierkante, drie verdie
pingen tellende, volledig in restaura
tie zijnde nieuwe stadhuis. Het oude
stadhuis staat aan dezelfde Markt-
platz. Ook dat gebouw wordt met
privégeld opgeknapt. Op de boven-
week nog", vertelt Rauen, „werdf
op het plein, hier voor het stadhui
aangesproken door een oudere mf®"
die me bestraffend zei dat ik de bij
gers teleurgesteld had. Dat ik i
bereikt had wat ze van me hadd|eP
gehoopt en verwacht. Ik heb hem »we
zegd dat het zijn verwachtingspf"
troon was, niet het mijne."
Burgemeester Klaus Rauen mag d
zeggen, sinds hij meer dan een jai
de lasten van de wederopbouw,
agressieve twijfel van veel Oostdui
sers, het explosieve ongeduld van
jeugd en de berusting bij de verwal
de oudere generatie beleeft en mefiz
draagt. Hij is een beetje OostduitsT
geworden, en mag daarom ook met®®
zeggen dan al die andere arroganj
'Wessies' die in het oosten
Duitsland worden uitgekotst,
neemt U van mij aan: wij Duitser1
kunnen arrogant zijn", snijdt Rauf
De straten verpauperen en de bevolking verarmt, maar in de winkels ligt inmiddels hetzelfde aanbod als in het Westen.
ste verdieping komt een Chinees res
taurant. Een hoopvol teken in een
stad waar asielzoekers en vluchte
lingen verre van welkom zijn, en de
vroegere werkkameraden uit Viet
nam worden weggejaagd.
„Ik heb moeten knokken om een
verdieping van dat historische pand
voor gemeentelijk-representatieve
doeleinden te mogen gebruiken".
Mensen met geld hebben het in Hal
le nu eenmaal meer voor het zeggen
dan een burgemeester die met een
failliete boedel en een lege kas zit.
Hoewel hij geen middel onbenut laat
om betrouwbare investeerders naar
Halle te halen, heeft hij in die korte
tijd een bloedhekel gekregen aan
speculanten, louche projectontwik
kelaars en huisjesmelkers, die - zo
lang het nog kan - gebruikmaken
van de schadeloosstellingswetten
die voor de ex-DDR zijn afgekon
digd. „Teruggave vóór schadeloos
stelling, is het wettelijk grondprinci
pe."
Het is de voorlopige doodsteek voor
veel investeringen, want niemand
die zijn goede geld durft steken in
panden waarvan de eigendomsrech
ten nog niet geregeld zijn. Tot 1 ja
nuari duurt die wettelijke onzeker
heid nog. Dan moeten alle eigen
domclaims gedeponeerd zijn. Wie na
daarmee belast waren, volledig ge
faald in hun rapportages aan de re
gering. Een aantal uiterlijkheden
werd redelijk ingeschat, maar zelfs
een middelbare scholier had kunnen
vaststellen dat het met woning
bouw, de industrie, het milieu, be
labberd gesteld was.
die datum nog komt om zijn eigen of Waar volgens Rauen iedereen - ook
geërfd bezit op te eisen, krijgt dat
niet terug maar wordt financieel
schadeloos gesteld.
De burgemeester als enige bestuur
lijke professional temidden van
11.000 ambtenaren. „Het dubbele
van wat een even grote stad als Bonn
in dienst heeft. Ik heb nu sinds enke
le maanden assistentie van een paar
ervaren ambtenaren uit het westen,
die hier tijdelijk zijn om mijn ambte
naren op te leiden in onze democra-
tisch-bestuurlijk-administratieve
processen. Om ze te leren initiatie
ven te nemen, besluiten te durven
nemen. Zaken die ze in het DDR-ver
leden nooit mochten doen, of hoef
den te doen."
Vals voorgelicht
Oud-bondskanselier Helmut
Schmidt noemde de regering-Kohl
onlangs een stelletje amateurs, dat
de financiering van de Oostduitse
wederopbouw schromelijk onder
schat heeft en de mensen te veel be
loofde. De christendemocraat heeft
geen moeite om die opmerking van
hijzelf - volkomen verkeerde
schattingen heeft gemaakt, is over
het personele apparaat van overheid
en bedrijven; het intellectuele pres
tatievermogen van mensen. „Maar
te gemakkelijk wordt
dan vergeten dat veel
mensen in de DDR twee
cultuurschokken heb
ben meegemaakt. Van
een behoorlijke verwer
king van het oorlogsver
leden kon geen sprake
zijn. Vanaf het moment
dat de DDR werd gepro
clameerd, hield het
Duitse verleden op te
Hereniging
precies
twee jaar
geleden
In Halle is de tegenstelling met c
andere Duitsland inderdaad
schrijnend om op te koop toe ook n|?
enige hoogmoed te kunnen verdij
gen. Er heerst 30 procent werklooF1
heid; het rioleringsstelsel is hopfc
loos verouderd, de waterleiding a
vervanging toe; meer dan 11.0(j!
binnenstadswoningen zijn onbf
woonbaar verklaard; 15.000 ander0
huizen zo slecht, dat de bewoners
voor de halve huurprijs mogen a
nen.
Het is niet verwonderlijk dat Klaii0
Rauen een andere kijk op de Wesp
duitse politiek heeft gekregen. Ve er
grote woorden, op grote afstand,
allereerste dag dat hij als burgj
meester in dienst was, kreeg hij
Bondskanselier op bezoek.
gedenkwaardige dag, want een v^
kwaadheid rood aangelopen, bijif'
vuur spuwende Kohl werd op eierd0*
getracteerd. Niet gepocheerd, op e
zilveren schaaltje, maar rauw; tref1
zeker uit de menigte voor het staf8
huis gegooid. [ai
Trams er
Over de Marktplatz knarsen oorvefe
dovend drie massieve tramwagoifv
voorbij. Bijna leeg. Waarom begiijP
een burgemeester in een stad ar?'
Halle niet met de verbetering va"
het openbaar vervoer? Burgemeee'
ter Rauen kijkt me een ogenbKe
zwijgend aan. „Er rije®
al nieuw materiaal, naf8
de verre buitenwijker
Er zijn veel nieuwe r
gelegd, nieuwe halti
plaatsen met overkaj
pingen en zitplaatsen d
bouwd. Maar er rijden!
Halle 500 trams. E$
nieuwe wagon kost c
miljoen Mark. Totale ii
vestering 1,5 milja
bestaan, of het werd in een socialisti- Modernisering kost maar 1 miljoef
werden gedwongen in een socialisti
sche staat te leven en daar trots op te
zijn. De DDR werd het tiende indus
trieland op de wereldranglijst; het
land grossierde in kampioenschap
pen en Olympische medailles; het
stond economisch-maatschappelijk
op een hoger niveau dan welk van de
andere socialistische staten, de Sov-
de socialistische oud-kanselier te on- jetunie inbegrepen, ook. Nu plotse-
Het Oosten is met het grote Duitsland herenigd, maakt de tegenstelling blijft. De industrie
is sterk verouderd; de aanblik troosteloos.
derschrijven. Rauen constateert dat
men in Bonn, in de jaren voor de her
eniging, een volkomen verkeerde in
druk heeft gekregen van de situatie
in Oostduitsland. Volgens Rauen
hebben de overheidsambtenaren die
sche visie herschreven. De mensen -Mark per tram. Danbenjedusgauj
klaar met rekenen. Het zijn ver!
len die je in alle grote(re) Oostdui'
steden kunt optekenen".
Burgemeester Rauen brengt
naar de Stadtgottesacker;
prachtig in dromen verzonken kerl
hof. Een Italiaans campo-santo,
ledig omsloten door een kapelletjes
muur. Een jaar geleden stond h(
onkruid achter het doorgaans geslt'J
ling blijkt dat alles niets waard te
zijn geweest. En de wonderdokters
uit het tientallen jaren vijandige
Westen blijken geen wonderen te
kunnen verrichten."
Geen opwekkende analyse. „Vorige
ten hek nog bijna manshoog. N
wordt er zorgzaam gerestaureerd
gered wat er nog te redden valt. F;1
milieleden zijn weer begonnen mt'
het schoonmaken en verzorgen va
de lange tijd verwaarloosde graven.