Jean Guitton: 'Ik heb altijd de totaliteit willen omvatten Roemenen laat het koud wat er met zigeuners gebeurt 2d Zaterdag l Leidse Courant zaterdag 3 oktober 1992 Gert van Wijland Op het stoffige onoverzichtelijke plein voor het station Noord in Boekarest valt het bijna handgemeen tussen de twee zigeunerkinderen en de inzittenden van de dikke Mercedes nauwelijks op. De jongens hebben de ramen van de wagen gewassen, maar de met geelgoud omhangen bestuurder weigert hen te betalen. Hij draait zijn raampje dicht en rijdt de met hun vuisten op de motorkap timmerende kinderen eenvoudig omver. De kooplieden achter hun kraampjes met goedkope waar en de haastig naar de trein rennende passanten hebben wel wat anders te doen dan zich druk te maken over een alledaags voorval. Er zijn geen doden gevallen, toekijkende politieagenten stoppen de langsrijdende Dacia's om de Mercedes te laten invoegen. De armoedig geklede peuters wassen alweer een nieuwe wagen. Alleen het handjevol toevallig aanwezige-buitenlanders ziet het incident als zoveelste bewijs dat het de meeste Roemenen volstrekt koud laat wat er met de zigeuners in hun land gebeurt. Een meer algemene aanwijzing geeft de reactie op het vorige week ondertekende Duits/Roemeense verdrag over de verplichte terugkeer van tienduizenden Roemeense asielzoekers (meest zigeuners) naar hun land van herkomst. Mag het Duitse voornemen in Nederland en Duitsland zelf tot grote' woede hebben geleid, zo niet in Roemenië. „Laat ze maar terugkomen, het is hun verdiende loon. Waarom moesten ze zo nodig vluchten. Deze gelukszoekers bezorgen de nette Roemenen alleen maar een slechte naam", vertolkt de werkloze bouwvakker Mihai uit Moldavië het algemene gebrek aan medeleven Minister van binnenlandse zaken Victor Babiuc toont zich zelfs trots op de overeenkomst waaronder zijn land zich verplicht de asielzoekers terug te nemen, ook als ze geen identiteitspapieren hebben waaruit blijkt dat het om Roemenen gaat. „Een eerste stap op weg naar verdere samenwerking tussen ons land en Duitsland", verklaart hij tijdens de ondertekening van het verdrag. Zijn Duitse collega maakt tegelijkertijd bekend 30 miljoen D-mark beschikbaar te stellen voor scholing van de gedwongen spijtoptanten. Op diverse plaatsen door heel Roemenië zullen bouw-, hout- en metaal opleidingen worden gestart. Onverschilligheid Maar daar zullen de terugkerende Roemenen het ook mee moeten doen. Van de Roemeense autoriteiten hebben ze niets te verwachten, maakt Babiuc duidelijk: „Er zijn genoeg Roemenen die niet zijn weggelopen die zonder huis zitten", luidt het antwoord op de vraag of er voor huisvesting gezorgd zal worden. De vraag moest worden gesteld door een buitenlandse journalist, Roemeense verslaggevers vonden het antwoord nauwelijks de moeite van het opschrijven waard. Toch hoeven de zigeuners ondanks de onverschilligheid van de bevolking niet onmiddellijk te vrezen voor fysiek geweld, zo verzekeren de meeste over het onderwep aangesproken Roemenen. Plaatselijke correspondenten van westerse media of westerse waarnemers hebben niet de indruk dat het geweld is toegenomen. „Er zijn incidenten genoeg te noemen, maar dat is al jaren zo", aldus een van hen. Er is volgens haar geen nieuwe explosie te verwachten als de zigeuners uit het westen terugkeren. Eugen Radu, inwoner van het dorp Bolontin bevestigt dit verhaal min of meer. „Als een aantal van de teruggestuurde zigeuners hier zouden komen dan zal niemand ze iets in de weg leggen", verzekert hij. Juist zijn woonplaats kwam echter vorig jaar negatief in het nieuws nadat de bewoners 24 zigeuner families het dorp uitjoegen. Meer dan duizend man oproerpolitie uit het dertig kilometer verderop gelegen Boekarest konden niet voorkomen dat de huizen van de verdreven zigeuners werden platgebrand. „Een van hen had een Roemeen neergestoken. De volgende dag hebben we de alarmklok geluid en kwamen de dorpelingen bij elkaar. De zigeuners waren toen al gevlucht, we hebben hun huizen iq brand gestoken om te voorkomen dat ze terug zouden komen", vertelt Eugen Radu. Niet alle zigeuners waren doelwit. „Alleen de ongeciviliseerde onder hen hebben we eruit gezet. Degenen die zich hebben aangepast en geen moeilijkheden maken mogen blijven, zolang ze zich maar beschaafd gedrdragen. Ik ben zelf zigeuner, maar heb driftig meegdaan, het leek de beste oplossing", legt Radu uit. De verbijsterde reactie van zijn toehoorders ontgaat hem volkomen. Op de terugweg naar Boekarest worden een aantal „niet aangepaste zigeuners" ingehaald. Op de een of andere manier ogen de donkerbruine huiven van hun kleine met takkenbossen en kroost behangen karren niet half zo romantisch als de gemiddelde B-film wil doen geloven. Geen violen, geen dansende schonen, slechts stuurse blikken vallen de vreemdelingen die aanstalten maken om te stoppen ten deel. Het lijkt geen goed idee om mensen in de stoet te vragen „hoe onaangepast ze wel niet zijn". Gheorghe Nicolae, secretaris van de Etnische federatie voor Zigeuners in Roemenië, tevens vice-voorzitter van de Internationale Unie van Zigeuners, is gestoken in een keurig Roemeens pak als hij op de afgesproken tijd het pizzarestaurant in Boekarest binnenkomt. Als socioloog houdt hij zich al jaren bezig met de problemen van zijn volkgenoten. Ook hij maakt verschil tussen aangepaste en niet aangepaste zigeuners. De eerste wonen in keurige huizen en leven met de Roemenen onder de Roemenen, de tweede categorie leeft nomadisch en trekt in de huifkar rond. Zij bepalen vaak het negatieve beeld. Zigeunerziel Anders dan de inwoners van Bolontin vindt Nicolae dat beide groepen recht op hun eigen manier van bestaan hebben. „Er moet plaats zijn voor diferentiatie, de verschillende culturen zouden zonder problemen naast elkaar moeten kunnen bestaan", stelt hij. Zelf trekt hij niet rond, maar de zigeunerziel is hem niet vreemd: „Diep van binnen zijn we anders, ook al voelen, horen en zien we hetzelfde als de Roemenen". Nicolae is niet optimistisch over de toekomst van de zigeuners, maar verwacht niet dat de mensen die uit Duitland terug komen slechter af zullen zijn dan de andere inwoners van Roemenië. „De meesten vinden hun plekje wel weer, die redden zich wel". Voor een golf van geweld tegen zigeuners ziet hij geen aanwijzingen. Het is volgens hem meer een Duits probleem dan een Roemeens. „Ze kunnen de gelukszoekers toch niet tegenhouden. Zolang Roemenië niet de beste plaats ter wereld is om te leven, zo lang zullen zowel Roemenen als zigeuners proberen weg te komen om zich elders te verbeteren". Het beeld van zwarthandelaren en dieven dat de Roemenen van zigeuners hebben is volgens de socioloog slechts gedeeltelijk terecht. „Arabieren en anderen handelen meer maar wij doen het openlijk op straat. Iedereen kan het zien, iedereen praat erover en veracht ons. Wèl aangepaste zigeuners hebben na de revolutie vaak hun werk verloren, ik heb familie die met vrije handel veel meer verdient dan ik met mijn baan van acht tot vijf. Waarom zouden zij dat op moeten geven?" Geloof en wetenschap lijken verder uit elkaar te zijn gegroeid dan ooit te voren. Niet echter voor de 91-jarige nog immer vitale katholieke denker Jean Guitton, de eminence grise onder de Franse filosofen. Hij schreef een boek over deze verhouding waarvan alleen al in Frankrijk vierhonderdduizend exemplaren werden verkocht. Jean Guitton door Paul van Velthoven Vanuit zijn werkkamer in zijn Parij- se appartement heeft Jean Guitton uitzicht over de Jardin du Luxem bourg, gelegen tegen het Quartier Latin waar hij jaren lang heeft gedo ceerd. De kamer is bezaaid met boe ken die liggen op stoelen en tafels en aan de muur hangt te midden van andere schilderijen een groot ge schilderd portret van zijn overleden vrouw met wie hij op latere leeftijd trouwde. Guitton is een overtuigd katholiek die tijdens het gesprek bij tijd en wijle zijn woorden onder streept met het slaan op zijn wandel stok. Hij voelt zich zeer betrokken bij het wel en wee van de katholieke kerk en heeft zowel voor zijn huwe lijk als daarna overwogen priester te worden. Twee prelaten raadden het hem dat echter absoluut af. „Kardi naal Montini (de latere paus Paulus VI) vond dat mijn roeping daar niet lag en kardinaal Mercier de vroe gere aartsbisschop van Mechelen zei een halve eeuw eerder hetzelfde. Ik ben dus leek gebleven, niet zozeer uit roeping als wel uit gehoorzaam heid". Guitton was jarenlang professor in de filosofie, eerst in Dijon later aan de Sorbonne in Parijs. Hij is echter geen typische kamergeleerde, ook al tellen zijn verzamelde studies ruim zesduizend pagina's. Zij gaan vooral over filosofische onderwerpen en de vele ontmoetingen met mensen die hem beïnvloed hebben of die hij be ïnvloed heeft. Kenmerkend voor zijn werk is de spreekwoordelijke Franse clarté (helderheid). Ze vereist geen bijzondere specialistische .kennis. Moderne filosofen liggen hem niet zo omdat ze zich vaak op zo'n duistere wijze uitdrukken. Hij is vele jaren ten nauwste be vriend geweest met Paulus VI. In de oecumene die hem na aan het hart lag— heeft hij zijn sporen in de jaren dertig verdiend door contacten te helpen leggen tussen anglicanen en katholieken. Als enige leek mocht hij op het tweede Vaticaanse Conci lie daarover het woord voeren. Hij is al meer dan dertig jaar lang lid van de Academie Frangaise, het ge zelschap dat waakt over de zuiver heid van de Franse taal. Aanvanke lijk wilde Guitton schrijver worden maar de kennismaking met de voor oorlogse joodse filosoof Bergson deed hem van richting veranderen. Sindsdien is een van zijn voornaam ste bekommernissen geweest geloof en wetenschap met elkaar te verzoe nen. De kennismaking met twee jon ge Oosteuropese natuurkundigen Igor en Grichka Bogdanov twee jaar geleden bood hem daartoe opnieuw de gelegenheid. Onder de titel God en de wetenschap beschrijft dit boek de gesprekken die zij en Guitton met elkaar voerden. Het succes van het boek in Frankrijk bewees dat de be langstelling voor het oude debat tus sen geloof en wetenschap in het land van de rede nog steeds leeft. Als student filosofie in Parijs in de jaren twintig was u omringd door mensen die zich passioneerden voor de vraag hoe christendom en weten schap met elkaar waren te verenigen. Hoe is het mogelijk om die zaken op nieuw met elkaar te verbinden? U zegt dat het debat over de relatie tussen God en de wetenschap in feite voorbij is. Ik heb geprobeerd aan te tonen dat, nadat men sinds de Re naissance had gezien dat het geloof geleidelijk aan vernietigd werd door de vooruitgang van de wetenschap, de vorderingen van de wetenschap sedert een vijftigtal jaren gaan in de richting van het bestaan van God. Dat is het fundamentele idee achter mijn boek. De wetenschap stelt van daag de vragen die nog niet zo lang geleden behoorden tot het domein van de theologie en de metafysica. Er is in Frankrijk een hele nieuwe generatie opgekomen die getroffen is door het idee dat ik heb proberen uit te werken in mijn boek, te weten dat de wetenschap zoals ze zich nu ontwikkelt gaat in de richting van een soort computer die de christe nen tot nu toe God hebben genoemd. Er is sprake van een totale verande ring van denken over de betrekkin gen tussen wetenschap en geloof. Hoe hebben de wetenschappers op uw De meningen zijn verdeeld. Er zijn mensen die me gezegd hebben: ik ben christen op grond van het geloof, niet op grond van de rede. U gelooft, zoals Pascal zegt, in de God van Abraham, Isaac en Jacob, niet in die van de filosofen en vah de geleerden. Met dat laatste ben ik het niet eens: ik heb mijn leven lang als filosoof, als geleerde het geloof in God willen aantonen. Andere wetenschappers hebben me gezegd: de wetenschap staat onverschillig, ze is niet voor of tegen. U gebruikt de wetenschap voor een redenering die niet weten schappelijk is, die filosofisch is, me tafysiek. Als geleerden willen ze daar niets over zeggen omdat de we tenschap neutraal is. Er is weer een andere type weten schappers die zich tegen mij gekeerd hebben, die gezegd hebben: de we tenschap ontwikkelt zich eerder in de richting van een ontkenning van het bestaan van God, omdat de God waarvan ik denk dat hij bestaat zich noch nimmer heeft gemanifesteerd jegens de mensen. Als die werkelijk bestond zou die zich kenbaar hebben gemaakt door wonderen, door open baringen, enzovoort. Welnu dat soort manifestaties hebben nooit plaats gehad, zeggen ze en daarom blijven ze vanuit de wetenschap ge redeneerd ongelovig. Dat zijn wel zo ongeveer de richtingen in denken geweest die zich tegen mij gekeerd hebben. U hebt Teilhard de Chardin heel goed gekend. Ook hij probeerde een synthese te bewerkstelligen tussen geloof en wetenschap. In uw autobio grafie schrijft u dat u het met hem niet eens bent. Waarom niet Ik heb Teilhard de Chardin heel goed gekend. Hij kwam mij vaak in Parijs opzoeken en zat dan op de plek waar u nu zit. Twee broers van mijn vader waren jezuïet net als hij en waren bevriend met hem. Ik had een zeer grote bewondering voor hem. Ik stond heel positief tegen over zijn werk dat eruit bestond aan te tonen dat er een fundamentele overeenstemming bestaat tussen de evolutie en de christelijke gods dienst. Hoe meer aanhanger van de evolutietheorie, hoe meer christen men zou kunnen zijn en omgekeerd. Pater Teilhard de Chardin dacht dat hij voor altijd wetenschap en geloof met elkaar had verzoend. En hij dacht dat de ultieme vereniging zou plaats hebben in wat hij noemde het punt Omega, het einde van de ge schiedenis. Ik kon die overtuiging niet delen. Teilhard de Chardin was voor alles een specialist in de geolo gie. Hij had een meetlat die hemels breed verschilde van de mijne. Ik mat hooguit in tweeduizend jaar, hij in miljoenen jaren. Het christendom was voor hem een zeer recent ver schijnsel. Ik die me bezig hield met bijbelexegese en de figuur van Chris tus vond de geschiedenis van het christendom al breed genoeg, voor hem was het niks, slechts een stipje op een eindeloos lijkende weg. Ik had moeite met de vaak duistere stijl van Teilhard de Chardin. Wat hij onder woorden wilde brengen was moeilijk te begrijpen. In de hoofdzaken van het christendom verschilde hij aanzienlijk van mij. Zijn interpretatie van de erfzonde, van de menswording, van de verlos sing, van veel katholieke dogma's had iets origineels, iets zeer origi neels zelfs. Maar ik vroeg me af of zij in overeenstemming waren met het katholieke geloof. In de jaren vijftig en zestig genoot het katholicisme nieuw aanzien door het concilie, door de bijdragen van tal van filosofen, theologen en schrij vers. Het aggiormamento van Jo hannes XXIII schiep grote verwa- chingen. Nu is het christendom meer dan ooit gemarginaliseerd. Alle po gingen tot aanpassing aan de nieuwe realiteit hebben schipbreuk geleden. U snijdt een essentiele kwestie aan waarover de meeste mensen prefere ren te zwijgen. De grote hoop van de concilievaders, het bij de dag bren gen van het christendom, is niet be waarheid geworden. De kerk ver keert in volle crisis, voor iedereen zichtbaar. De karakteristiek bij uit stek van onze tijd is naar mijn me ning het echéc van het oecumenisch concilie en wel in'die zin dat het ge loofde dat het het geloof in de wereld zou vernieuwen. Toch heb ik als ka tholiek de diepe overtuiging dat de kerk niet ten onder zal gaan, dat zij een nieuwe start zal maken. Ik ba seer me daarvoor op mijn geloof en op de geschiedenis. De crisis waarin ze nu verkeert is niet typisch voor de kerk, zij is zicht baar bij heel de mensheid, op heel de planeet. Alle grote staten bevinden I mm zich in een crisis. De katholieke kerk maakt deel uit van een groot geheel dat men de mensheid noemt. De mensheid is bezig gek te worden. In de Verenigde Staten schieten kinde ren hun ouders dood omdat ze iets niet krijgen. De katholieke kerk is in crisis, maar de wereld is het nog meer. Een tweede reden voor die cri sis: katholiek zijn is niet gemakke lijk. Men moet afzien van veel zaken, het bezit verachten, de armoede be minnen, enzovoort. Waarschijnlijk is het gemakkelijker boeddhist te zijn in China dan christen in het westen De schrijver Aldous Huxley heeft ooit gezegd dat de katholieke kerk nooit slaapt en dat dit haar grootste gebrek is. Zij kan niet vergeten en zich daar om niet aanpassen. lucl oor Men heeft hem zijn besluiteloost s verweten. ene •pzi Hij woog zoals het geval is met zoac intelligente mensen lang het vooral a het tegen van een bepaalde besjjj sing tegen elkaar. Hij was in rrjte i ogen te intelligent om paus te zfcjn want als je een leger aanvoert mïaa je niet eindeloos dubben. Dan jot beurt er niks. Maar als hij eenmjen een beslissing genomen had vieljur niets meer aan te veranderen. ?es was dan zeer absoluut. pez jelk Rond de encycliek Humanae Vilfi01 uit 1968 over de anti-conceptie hiij een internationale commissie d door Paulus VI zelfwas ingesteld f adviseerd in een meer liberale rio ting. U was het daar mee eens, u;ad om besliste hij toch anders Ik denk dat hij er volledig naast zit want wat me nou juist frappeert is dat de kerk tijdens mijn leven gewel dig is veranderd. Tussen de kerk van mijn jeugd en die van vandaag is zo'n groot verschil dat ik me afvraag of. het wel dezelfde kerk is. U hoeft maar te kijken naar de sacramenten, naar de houding van de clerus tegen over de niet-katholieken, de taal, de manier waarop men de mis leest. Die zijn compleet veranderd. Hoe kunt u zo'n opmerking serieus nemen, het is helemaal niet waar. Wat de kerk het meest bedreigt is onverschilligheid. De mensen inte resseren zich voor hun leven hier en nu maar voor de toekomst hebben ze geen enkele-belangstelling. Doordat de priesters als maar preken over de sociale plichten van de katholieken maar het nooit over de eeuwigheid hebben, worden ze onverschillig. Ty perend voor het huidige christen dom is zijn onverschilligheid jegens de problemen die het geloof stelt. Wat dat betreft zijn de parallellen met de omstandigheden waarin de vroege kerk verkeerde frappant. De Engelse journalist Peter Hebble- waithe die binnenkort een boek over Paulus VI publiceert zegt dat hij de' eerste moderne paus is geweest. Die beslissing is voor hem een wa lijdensweg geweest. De vraag d hem in deze kwestie bezig hield wa wat is inzake de anti-conceptie ov40( eenkomstig de natuur en wat is h niet? Was de pil niet natuurlijk en Re periodieke onthouding wel? Hij kDe kiezen voor de ruime oplossing aH de Anglicaanse kerk tot de hare hfn gemaakt. Hij realiseerde zich zeKt wel dat hij als hij voor een ruiite aanpak van de anti-conceptie z<?tf kiezen hij enorm populair zou w®e den, dat hij gezien zou worden als pa paus die de vrouw bevrijd zou hein ben. Maar hij heeft het tegenovergn: stelde gedaan, zich daarbij wel reafer serend dat hij zijn populariteit voj'e altijd zou verliezen. Nadat de beslpe sing genomen was zei hij: ik heb vu. spijt, maar geen wroeging. Hij dacN door deze keuze te maken de topt komst van de mensheid te redde?' Hij meende dat hij deze vooral vep plicht was tegenover de vrouwen dpi hij met een ruime benadering van P anticonceptie te schande zou zette X Er was in zijn ogen een immens veil schil tussen 'wat men doet' 'w bi men goed doet', 'wat allen doen' ap 'wat men moet doen'. Hij dacht dl" ook wanneer het ideaal nimmer gii< realiseerd zou worden, het goed wad om er aan vast te houden Ik geloof dat dat waar is. Ik zou eerder zeggen dat hij de eerste paus is geweest die zich op de wereld van de leken heeft georiënteerd, terwijl de pausen voor hem eerder uitslui tend in de kerk waren geïnteres seerd. Ik heb hem in 1950 leren ken nen en we hebben toen de afspraak gemaakt dat ik hem elk jaar op de achtste september zou ontmoeten. Hij hield erg van het feest van Maria Geboorte. Sindsdien ging ik zeven twintig keer naar hem toe rond de achtste september. Ik was zeer be vriend met hem. Hij was modern in die zin dat hij zeer sterk beïnvloed was door de moderne cultuur. Hij was weliswaar geen wetenschapper wel heel goed thuis in de wereld van de wetenschap en de kunsten. Hij had zelf ook het idee dat hij de eerste moderne paus was. Hij hield veel van de kunstenaars, hij was zelf ook erg artistiek. Wat is het kruis in uw eigen leven g s weest t Na een stilte: Er is een verhaal ov<1 de heilige Theresia waar ik erg op gi1 steld ben. Haar vader neemt hai mee naar een winkel waar ze eet stuk speelgoed mag uitkiezen. 2 huilt en zegt: ik kies alles. Het kru in mijn leven is geweest dat ik all< heb willen kiezen. Ik zou schildf hebben kunnen worden of musicui Maar je moet een keuze maken. 1 ben slechts in een paar landen weest. Maar ik zou best naar Chin hebben willen gaan. Anders gezeg* er heeft bij mij altijd een wens naa totaliteit bestaan, naar synthese al' u wil, naar oecumene in de brede zij van het woord. God en de wetenschap. Jean Guit ton. Uitgave Ambo, Baarn. Prij 27,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 26