Thee is eigenlijk heel erg Haags
Een gedenksteen in de eigen tuin
Vandaag De Dag
Ene H.H. Ros
Voor de verzamelaar
Drie houtsoorten
Beeldjes van opa
ANTIEK
Vanaf de foto krijg ik sterk de indruk dat uw beide
beeldjes werden vervaardigd in porselein, in de tweede
helft van de vorige eeuw.
Het is in dit geval niet aanvoudig om met zekerheid vast
te stellen waar de voorwerpen precies vandaan komen.
De door u nagetekende signatuur en nummers heb ik
niet kunnen terugvinden.
Het lijkt me waarschijnlijk dat de beeldjes in een kleine,
onbekende fabriek in Duitsland zijn g
Sinds jaren is onze familie in het bezit van twee
olieverfschilderijen, gesigneerd door ene H.H.Ros. De
afmeting van de linnen doeken zijn: 50 bij 70 cm. Het
ene schilderij laat een doorzicht zien van het Haagsche
Bos en het bekende bruggetje. Het andere is een
heidegezicht met een schaapskudde. We willen graag
iets meer weten over de schilder Ros. Het is ons niet
gelukt iets over hem te ontdekken.
Ook ik heb helaas in de bestaande
literatuur niets terug gevonden over de
schilder H.H.Ros. Maar het schilderij
is zeker niet onverdienstelijk
geschilderd, en ik kan mij dan ook niet
voorstellen dat deze schilder een
amateur is geweest.
Op grond van de stijl, waarin het
schilderij is uitgevoerd, kan ik het
dateren in het laatste kwart van de
negentiende eeuw.
Het past heel goed in de traditie van de
Haagsche School. De uitvoering bevat
echter ook elementen van het
zogenaamde Romantisme.
Dit was een stroming halverwege de
negentiende eeuw, die teruggreep op de zeventiende
eeuwse landschapsschilders. De natuur werd een middel
om weg te dromen en werd daardoor geromantiseerd.
Een onsje 'Darjeeling Jungpana 2nd flush' voor 65,70: bij Betjemanand
Barton in de Haagse Frederikstraat heeft thee weer iets van zijn koloniale
charme herwonnen.
DOOR FRAMK HlTZERT
U kunt over uw antiek of curiosa
schriftelijk vragen insturen (één per keer!),
met een goede foto erbij. Vermeldt vooral
bijzonderheden, zoals formaat, merken,
I tekens, signatuur, materiaal, enz. Een
waarde-oordeel kunnen wij helaas niet
geven. De ingestuurde foto's houden wij
voor de rubriek. U krijgt antwoord thuis.
Daarvoor moeten wij ook uw POSTCODE
weten.
Stuur uw vraag naar: Antiekrubriek,
postbus 16050,2500 AA Den Haag.
Dit apparaatje is ooit van mijn ouders geweest. Het
heeft een flink gewicht. Het materiaal is brons/
roodkoper. Het formaat is 20 bij 12 cm en het is 14 cm
hoog. Op de onderkant staat: Verlag Bei
E.G.Zimmermann in Hanau, 12002. Ik denk zelf dat het
een opwindapparaat is voor breigaren, touw of iets
dergelijks. Denkt u dat dat klopt? Ik vraag me ook af
hoe oud het is, en of het antiekwaarde heeft.
Waarschijnlijk is uw apparaat
inderdaad bedoeld voor het opwinden
van garen. Ik kan het dateren aan het
eind van de 19e eeuw.
De decoratie langs de onderzijde doet
aan de Lodewijk XTV-periode denken,
maar de uitvoering is geheel 19e
eeuws.
Het is typerend voor de 19e eeuw om
terug te grijpen op eerdere
stijlperiodes en om verschillende
elementen op een 'nieuwe' manier toe
te passen.
Ik denk dat uw voorwerp voor een
verzamelaar interessant kan zijn. Over
de waarde kan ik geen uitspraken
doen.
Wankel op de benen, maar geestelijk
nog volstrekt in evenwicht, zette lui
tenant-kolonel John Glenn, na een
recordtocht door de ruimte met z'n
Friendship 7, in 1962 weer voet op
aarde. „Zo", voegde de astronaut
zijn gehoor bij de trap toe, „en nu
lust ik wel een kopje thee".
„Thee", verklaarde in 1953 ook Sir
Edmund Hillary, nadat hij met z'n
Sherpa-klimgids Tensing de top van
de Mount Everest had bedwongen,
„schonk ons voortdurend vreugde".
Er zit meer in zo'n kopje dan wij
denken. In kleedkamers van voet
ballers, nu niet bepaald een decor
waar je verwacht de verworvenhe
den van de beschaving aan te tref
fen, heeft thee het nog altijd niet ver
loren van de moderne isotone dorst-
lessers. Vandaar het gezegde: 'Na de
thee werden de bordjes verhangen'.
„Thee geeft het lichaam kracht", zei
Shen Nung in het jaar 2737 voor
Christus, waarmee maar gezegd is,
dat men ook in het voetbal z'n klas
sieken kent.
Shen Nung was keizer van China. In
de 'Cha Ching', al in de achtste eeuw
geschreven door Lu Yu en algemeen
geaccepteerd als De Theebijbel,
staat Shen Nung te boek als de uit
vinder van thee. Toen de keizer in
afwachting van zijn diner had
plaatsgenomen naast een ketel met
kokend water, waaiden er enkele
blaadjes van de theeplant in. Hij ge
noot van de geur en proefde van het
aftreksel. Het was een toevalligheid,
waarvan men bijna vijfduizend jaar
na dato, sinds 14 augustus 1992, nu
ook bij Betjeman and Barton in de
Haagse Frederikstraat meeprofi
teert.
Veroveren
Nu heeft thee, zelfs Chinese thee,
ontegenzeglijk iets Haags. Hier, in
deze stad, is thee begonnen de Wes
terse continenten te veroveren. Dat
zat zo. In 1560, drie jaar nadat de
Portugezen op het eiland Macau aan
de monding van de Chinese Parelri
vier een handelscentrum hadden ge
opend, keerde pater Gasper da Cruz
onthutst terug in zijn moederland.
De eerste Portugese jezuïet die ginds
het katholieke geloof had verbreid,
sprak over een 'bittere, rode, ja, zelfs
medicinale drank' die hij in China
had gedronken. Waar de Portugezen
echter niet uitgepraat raakten over
de ontdekking, daar namen de Ne
derlanders haar daadwerkelijk mee
terug. Vanuit China verscheepten
zij de eerste theeladingen naar hun
eigen handelscentrum in Bantam,
Java. En daarvandaan, zo is te lezen
in het boek '5000 years of tea' van
Derek Maitland, vertrok de eerste
zending met kruiden, porselein én
thee naar Den Haag.
Er schijnen hier te stede ongelooflij
ke theeceremoniën te zijn gehouden.
Thee werd geserveerd in zilver of
porselein, met suiker en saffraan, en
ging vergezeld van zoetigheden als
rozijnen. 'Tegelijk werd heftig pijp-
gerookt, cognac gedronken en hevig
gediscussieerd over thee', schrijft
Maitland. 'Pas na vijftig kopjes was
zon feest ten einde
Thee kostte in die tijd driehonderd
gulden per pond en was slechts een
genotmiddel voor de rijken. Pas van
af 1640, nadat de Nederlanders op
Java eigen plantages waren begon
nen, drong thee door tot in alle lagen
van de bevolking. Weer tien jaar la-
foto Jacques Zorgman
De Haagse chic leeft op bij Betjeman and Barton, de theewinkel van Marion van den Blik (links) in de Frederikstraat.
ter volgde de verspreiding over de
rest van de wereld, waarbij Peter
Stuyvesant de thee introduceerde in
Nieuw-Amsterdam, het Nederland
se handelscentrum dat later New
York werd gedoopt. Pas in 1657
werd thee voor het eerst in Engeland
verkocht; laat de Britten dus niet
zeggen dat thee hun vinding is.
Biscuitjes
Je moet iets van deze geschiedenis
afweten om in de Frederikstraat de
koloniale charme van Betjeman and
Barton, theekopers sinds 1919, te
kunnen waarderen.
De jongstleden
gustus
winkel van Marion
van den Blik ont
stijgt het Pickwick-
gevoel van een jach
tige generatie. Zij is
meer de moeder die
na vieren met dam
pende thee en bis
cuitjes van Verkade
geduldig wacht op
haar gymnasiast, die
aan de keukentafel met Multatuli op
verhaal komt. Gelieve dus niet te ro
ken, het zou de geur van voorbije tij
den bederven.
Betjeman op zich klinkt al zeer kolo
niaal. Maar het was slechts een En
gelse legerofficier, die ten tijde van
de Eerste Wereldoorlog vreselijk
verliefd werd op een Parisienne en
in Frankrijk achterbleef om er zijn
geluk te beproeven. Met legermaatje
Barton opende hij in 1919 aan de
Boulevard Malesherbe 23 in Parijs
de gelijknamige theewinkel. De ne
ring bestaat nog steeds en meet nog
Betjeman and
Barton ontstijgt
het Pickwick-gevoel
van een
jachtige generatie
altijd niet meer dan veertig vierkan
te meter.
Zeventien jaar geleden werd Betje
man and Barton overgenomen door
een grote Franse thee-importeur. De
oprichters zijn inmiddels overleden,
maar hun namen bleven gehand
haafd. Nadien werden her en der op
de wereld nieuwe winkels geopend.
Den Haag herbergt thans de jongste,
na Parijs, Avignon, Lille, Genève,
Milaan, Bologna, Londen, Chicago
en Tokio.
Volgens Marion van den Blik wordt
haar initiatief in toenemende mate
op prijs gesteld.
„Eindelijk een win
kel waar je weer eens
lekkere thee kunt
kopen, zo hoor ik re
gelmatig. En zo is
het maar net. Want
Betjeman and Bar
ton is een van de
kleinste, maar wel
meest gespeciali
seerde theebedrijven
ter wereld.
Beroemd zijn de
theesooi*ten van één enkele planta
ge, te vergelijken met de chateaus in
de wijnhandel", zegt de 39-jarige
Haagse, die als secretaresse van Syl
via Toth, directeur van het uitzend
bureau Content en voormalig zaken
vrouw van het jaar, al heel wat gratis
ondernemerslessen achter de rug
heeft.
Gepassioneerd
Tijdens een eerste kopje 'Darjeeling
Makaibari 1st flush' 33,90 per 100
gram) en een tweede 'Grand Szech-
wan' 14,05) vertelt de theedetail-
liste gepassioneerd over de hobby die
haar beroep werd.
„Ik ben een groot liefhebber van
thee, van goede thee althans, en heb
bovendien een kleine afwijking: ik
verzamel theepotten in de vorm van
poezen. Toen ik weer eens in Frank
rijk verbleef en hoorde van Betje
man and Barton met z'n honderden
theesoorten en grote collectie pot
ten, dacht ik: daar moet ik zijn. Fan
tastisch was het, ik was meteen weg
van die zaak".
Van het een kwam het ander. Ma
rion van den Blik stuurde een brief
waarin zij uiteenzette graag zo'n
theewinkel te willen beginnen. Drie
dagen later al 'ik had nooit ge
dacht dat de PTT zo snel kon zijn'
had zij antwoord. 'Kom naar Parijs,
dan regelen we het contract'. Zij is
nu geheel eigen baas en mag de
naam Betjeman and Barton voeren
op voorwaarde dat zij daar wel al
haar thee inkoopt.
Naast tweehonderd, veelal exclusie
ve soorten thee, vind je bij Betjeman
and Barton natuurlijk een collectie
potten, maar ook dagelijks verse sco
nes alsmede koekjes, confitures en
marmelades; eigenlijk alles om van
gewone thee een 'high tea' te maken.
De 'high tea', die door het achterwe
ge blijven van alcohol steeds vaker
de traditionele zakenlunch ver
vangt, begint volgens Marion van
den Blik ook in particuliere klingen
aan te slaan.
„Thee versterkt het gevoel van co-
cooning; gezellig samen, ver weg van
de boze buitenwereld. Thee keert
zelfs terug aan de keukentafel waar
moeder de schoolavonturen van de
kinderen aanhoort. Steeds meer ca
fés beschikken bovendien over een
heuse theekaart. Thee is gewoon in;
goede thee tenminste".
Builtjes
Kwaliteitsthee dus. Builtjes kunnen
in dit verband best, maar dan buil
tjes van nylon of, liever nog, onge
bleekt katoen. Wie zich echter meer
moeite durft te getroosten, koopt
thee per ons uit mooie blikken. Ge
bruikt twee potten en een fluitketel.
Deponeert in de eerste pot acht tot
tien gram thee en verwarmt de twee
de alvast voor. Even het net niet ko
kende, vanzelfsprekend ontkalkte
water in de eerste pot, drie tot vier
minuten laten trekken en overgie
ten in de tweede.
Zo zet Marion van den Blik hem ook.
„Voor lekkere thee moetje nu een
maal even de tijd nemen".
Lekkere thee mag bovendien iets
kosten. Zo is de 'Darjeeling Jungpa
na 2nd flush' (tweede oogst) van
65,70 a 100 gram het summum dat
Betjeman and Barton aanbiedt.
Maar dat is ook geen thee; dat is te
gen de hellingen van de Himalaya
gemasseerd worden door fijne India
se plukhanden.
De Parijse vestiging kent in dit ver
band een Frangaise die zich op de
Boulevard Malesherbe regelmatig in
haar Rolls Royce laat voorrijden om
even een onsje 'Afternoon Dream',
'Morning Kick', of gewoon 'St. Ja
mes Fannings' van Ceylon te ver
schalken.
En zo mag je ook in de Frederik
straat best worden gezien. Maar
kom voorlopig niet om de 'Darjeeling
Jungpana 2nd flush'. „Die was al
snel uitverkocht".
door John Stael
Een muur met urnen wordt vaak te
onpersoonlijk bevonden. Ook nabe
staanden van mensen die gecre
meerd zijn willen een tastbare herin
nering aan hun dierbare hebben.
Daarom is er nu het urnament: een
gedenksteen voor in het park bij het
crematorium. Of gewoon in de eigen
tuin.
Vorig jaar stierven er bijna 130.000
mensen. Door de aanhoudende ver
grijzing zal dat aantal binnen veer
tig jaar zijn opgelopen tot 240.000.
Gouden tijden voor de uitvaartbran
che: zetten de begrafenisonderne
mers in ons land nu nog ruim 540
miljoen gulden per jaar om, dat be
drag zal oplopen tot zeker 700 mil
joen.
Nog steeds is het aantal begrafenis
sen in Nederland groter dan het aan
tal crematies: 56 tegen 44 procent.
Maar, volgens de uitvaartbranche
zal het niet al te lang meer duren
voordat het aantal crematies in Ne
derland even groot,is als het aantal
begrafenissen.
Een van de mensen die van deze op
waartse lijn wil profiteren, is H. de
Zoete van de Facultatieve Crematie
BV, een organisatie die 13 cremato
ria in beheer heeft, waaronder Oc-
kenburg in Den Haag. Met in het
achterhoofd de vorig jaar in werking
getreden nieuwe Wet op de Lijkbe
zorging ziet het bedrijf aantrekkelij
ke commerciële mogelijkheden.
Ondanks die nieuwe Wet op de Lijk
bezorging, die bij voorbeeld de moge
lijkheid biedt de as mee naar huis te
nemen, wordt nog 90 procent van de
as verstrooid. De rest wordt welis
waar bijgezet in een muur bij het
crematorium, om nabestaanden de
mogelijkheid te bieden de overlede
ne te herdenken, maar daar wordt
niet zoveel gebruik gemaakt. De
muur met urnen wordt door velen
als onpersoonlijk beoordeeld. Daar
entegen blijken wel veel mensen te
rug te keren naar de plek waar de as
is verstrooid.
Behoefte
Al denkende over deze zo gevoelige
problematiek is het urnament ont
staan. Want, nabestaanden blijken
een steeds grotere behoefte te heb
ben aan meer mogelijkheden om de
herinnering aan een dierbare in
stand te houden. Of, om de woorden
van H. de Zoete te gebruiken: „Het is
een stukje ontwikkeling die vanuit
de maatschappij is aangegeven".
Het urnament is nog onbekend in
Nederland. „Het is eigenlijk afgeleid
van monumenten", zegt De Zoete.
„Grafmonumenten kent iedereen
wel, en daar lijken de urnamenten
wel op".
Heel sjiek gezegd is een urnament
een rustpunt waar de nagedachtenis
aan de overledene in ere wordt ge
houden, een eerbetoon en een teken
van liefde en genegenheid voor een
dierbare. Of een laatste eerbetoon of
teken van liefde of genegenheid voor
de overledene. Wat plastischer uit
gedrukt is het een bescheiden uitge
vallen beeldhouwwerk van marmer
of graniet met een hoogte van maxi
maal 120 centimeter.
„Het uitgangspunt bij het ontwerp",
zegt De Zoete, „zijn de drie gevoe
lens die een rol spelen bij de dood
van een geliefde: frustratie, berus
ting en hoop en geloof. Het is een
stukje verdriet verwerken op je ei
gen manier".
Er zijn inmiddels dertien verschil
lende beeltenissen ontworpen.
Daarvoor is een industrieel vormge
ver aangetrokken. De serie urna
menten is zo opgebouwd dat de af
metingen niet alleen goed aanslui
ten bij de wensen van een crematori
um maar vooral ook bij de verlan
gens van de nabestaanden. Zo kun
nen de urnamenten met inscripties
worden geleverd. Urnamenten kos
ten tussen de 3500 en de 11.500 gul
den. Zo ongeveer hetzelfde prijsni
veau dat wordt gehanteerd voor
grafstenen.
Serie
Verwacht wordt dat het aantal ver
strooiingen door de urnamenten zal
afnemen. „We zijn er mee gestart in
het crematorium van Velzen en daar
bleek dat veel nabestaanden het ini
tiatief op prijs stelden. Daar zijn al
zes urnamenten verkocht. Toen
hebben we in samenwerking met de
industrieel vormgever een serie mo
numenten ontwikkeld", zegt De
Zoete.
„Ja, eigenlijk verschilt een urna
ment niet zoveel van een grafmonu
ment. Het is misschien wat eigen
tijdser. Alleen, een urnament komt
te staan in de tuin of het park van
een crematorium. Of gewoon in de
eigen tuin. De nabestaanden moeten
zelf weten of de urn in de grond
wordt gestopt en daarop het urna
ment wordt geplaatst. Het gaat er
om dat wij nu kunnen voorzien in
een behoefte. En natuurlijk, we zijn
ook een bedrijf'.
foto Henk van der Roest
Urnamenten die in het park bij het crematorium of in de
eigen tuin kunnen worden geplaatst.
Wat is de herkomst, ouderdom en stijl van mijn kast?
Als nadere bijzonderheid kan ik nog vermelden dat er
gebruik is gemaakt van drie houtsoorten.
Uw kast is gemaakt in de negentiende
eeuw en is geïnspireerd op de
zeventiende eeuwse linnenkast. De
indeling met twee deuren, waarop
gesneden panelen zijn bevestigd, is
typerend voor de zeventiende eeuwse
kast. Echter de indeling bij uw kast in
drie panelen op elke deur is een
negentiende eeuwse toepassing. Ook
het snijwerk met bladmotieven lijkt op
het zeventiende eeuwse
acanthusmotief, maar is hier op
negentiende eeuwse wijze uitgevoerd.
Het fronton, het halfronde gedeelte
bovenop de kast, komt pas in de
achttiende eeuw voor.
Ook deze stijlvermengeling is typerend
voor de negentiende eeuw.
Over de herkomst kan ik weinig met
zekerheid zeggen.
Ik denkt eerder aan België dan aan
Nederland, als het daarover gaat.
Deze twee beeldjes komen uit het ouderlijk huis van
mijn opa, die in 1883 in Maastricht werd geboren in een
Maastrichts/Belgische familie. De jongensfiguur heeft
onder de voet als merkteken een R, die er met een
scherp voorwerp in is gesneden. Verder twee stempels,
een met de letters ML in een cirkel, het andere de cijfers
96. De beeldjes zijn 18 cm hoog, hol en zwaar. Kunt u
iets zeggen over het materiaal en de tijd waarin ze zijn
gemaakt?