'Europa wordt nooit schoon'
Er zit een kras op m'n nieuwe ketel
Film over tropische regenwouden
Weten Werken
Ruimte-meetlat
c O
LEIDSE COURANT
DINSDAG 29 SEPTEMBER 1992 I
RUIMTE
etreli
griteii
nten.l
bedrj
Snd. I
die d
estur
vs. D
Wim
Naasi
dertij
jaar
open
iand&
Archie
at de
ïrin z
in zie
iten
keerd
jlikka
Lltlooj
rvoon
/ereis
tiend
door Eddy Echternach
Sinds ruim twee jaar draait op zeshonderd kilometer
een forse telescoop in een baan om de aarde: de Hubble
Ruimtetelescoop. Vanuit zijn positie buiten de
dampkring heeft de ruimtetelescoop een onbelemmerd
uitzicht op de verst verwijderde objecten in het heelal.
Zo wordt het instrument momenteel onder andere
gebruikt als 'kosmische meetlat'.
Afstandsbepaling is heel belangrijk voor de moderne
sterrenkunde. Het is niet mogelijk om het heelal te
begrijpen, zonder dat men weet hoe ver objecten als
sterren en sterrenstelsels verwijderd zijn. Maar het
meten van afstanden in het heelal is geen eenvoudige
zaak.
Sterrenstelsels, zoals ons Melkwegstelsel er ook één is,
zijn de bouwstenen van het heelal. Stuk voor stuk zijn ze
opgebouwd uit vele tientallen miljoenen, vaak zelfs
miljarden sterren.
Door de telescoop is zo'n stelsel niet meer dan een klein,
vaag vlekje. Het is dan ook niet zo gek dat veel
sterrenkundigen aan het begin van deze eeuw nog
dachten dat de sterrenstelsels gewoonweg gaswolken in
ons eigen Melkwegstelsel waren. Andere
sterrenkundigen waren echter van mening dat de
sterrenstelsels zich veel verder weg bevonden.
Het duurde nog tot 1924 voordat men het er over eens
was dat de vage nevelvlekjes daadwerkelijk uit ontelbare
sterren bestonden. Dat was de verdienste van Edwin
Hubble, de
Amerikaanse
sterrenkundige
wiens naam bijna
zeventigjaar later
aan de
ruimtetelescoop
werd gekoppeld.
Hubble ontdekte in
een van de
sterrenstelsels, de
Andromedanevel
een bepaald soort
sterren waarvan
eerder was
vastgesteld dat ze
met grote regelmaat
helderheids
wisselingen
vertoonden.
In de loop van
enkele dagen of
weken worden deze
sterren, die
cepheïden worden
genoemd, helderder om vervolgens weer af te zwakken.
Het bijzondere aan de cepheïden is dat hun periode de
tijd die verstrijkt tussen twee opeenvolgende
helderheidsmaxima nauw samenhangt met de
gemiddelde werkelijke helderheid van de ster.
Zo'n 'vuurtoren-ster' knippert het snelst als hij niet zo
erg veel licht geeft en het traagst als hij juist heel helder
is. De sterrenkundige hoeft dus slechts het
knippertempo van een cepheïde te bestuderemom
erachter te komen hoe helder de ster in werkelijkheid is.
Met de werkelijke helderheid van de ster en de
helderheid zoals die aan onze nachthemel wordt
waargenomen, kan zijn afstand worden bepaald. Met
behulp van decepheïden bepaalde Hubble de afstand van
de Andromedanevel op 490.000 lichtjaar (de afstand die
het licht in een jaar aflegt; dit komt overeen met
tienduizend miljard kilometer).
Deze uitkomst was echter veel te laag; uit later
onderzoek bleek dat dit sterrenstelsel ruim twee miljoen
lichtjaar van de aarde verwijderd is. Toch kan Hubble's
ontdekking worden gezien als een doorbraak: plotseling
bleek het heelal vele malen groter te zijn dan men
voordien dacht.
Vanaf de aarde zijn cepheïden op afstanden groter dan
enkele tientallen miljoenen lichtjaren echter niet meer
zichtbaar. Het is dan ook niet mogelijk om, met behulp
van de cepheïden-methode, de afstanden tot verder weg
gelegen sterrenstelsels te bepalen.
De Hubble Ruimtetelescoop biedt mogelijk uitkomst.
Het eerste succesje is zelfs inmiddels binnen. Onlangs
werden in het sterrenstelsel IC 4182 liefst 27 cepheïden
ontdekt. Daarmee kon de afstand tot het stelsel
nauwkeurig worden bepaald; IC 4182 blijkt zich op 16
miljoen lichtjaar van de aarde te bevinden.
Leeftijd
Het sterrenstelsel IC 4182 was niet zomaar uitgekozen
voor de zoektocht naar cepheïden. Ruim vijftig jaar
geleden hebben sterrenkundigen in ditzelfde stelsel
namelijk een bepaald type supernova, een ontploffende
ster, waargenomen. En ook met dergelijke supernova's
kunnen afstanden in het heelal worden gemeten.
Omdat ze veel helderder zijn en dus over veel grotere
afstanden gezien kunnen worden, zijn ze eigenlijk nog
beter geschikt dan de cepheïden. Het probleem was
echter dat niet goed vaststaat hoe helder de betreffende
supernova's tijdens hun explosie precies worden. Nu de
afstand tot IC 4182 nauwkeurig bekend is, kunnen
sterrenkundigen achteraf vaststellen hoe helder de
supernova van destijds is geweest.
Hoe reëel ook, voor de wetenschap is de vervuiling van het milieu in Oost-
Europa nog een witte vlek. Veertien studenten mijnbouwkunde van de TU
Delft keerden geschrokken terug van een verkenning.
door Rob van Til
Dat zich in Oost-Europa onder het
communisme een ecologische ramp
heeft voltrokken, is geen nieuws
meer. De maanlandschappen rond
de bruinkoolmijnen, de verwoesten
de werking van de zwavelwalmen op
de bossen, en de ongelimiteerde lo
zingen van zware metalen en chemi
caliën zijn in de media uitgebreid be
commentarieerd
Maar, concludeert een groep mede
werkers en studenten van de Tech-
nishe Universiteit Delft, voor de we
tenschap vormen de rampgebieden
nog een witte vlek. De aard, omvang
en ernst van de vervuiling zijn nog
niet geïnventariseerd.
Om de aarzelende aanzetten daartoe
een duwtje in de rug te geven legde
een groep van veertien studenten
mijnbouwkunde deze maand een be
zoek af aan een twintigtal notoire
rampgebieden in Polen, Tsjechië en
Hongarije. Daarbij werd dankbaar
gebruik gemaakt van de weten
schappelijke contacten van dr.ir. N.
Rengers van het International Insti
tute for Aeral Survey and Earth
Sciences (gevestigd te Delft en En
schede).
Namens de TU Delft nam dr.ir. P.
Maurenbrecher van de faculteit voor
mijnbouwkunde aan de reis deel.
Ook het ingenieursbureau Iwaco
had een deelnemer afgevaardigd.
De studenten van Rengers worden
opgeleid tot ingenieur-geoloog, een
sinds 1974 bestaand specialisme. In
genieurs-geologen onderscheiden
zich van klassieke mijnbouwtechno-
logen door een grotere aandacht
voor de gevolgen van menselijke in
grepen in de omgeving.
Mijnen
De ervaringen tijdens de tiendaagse
reis waren verre van vrolijk. De
zink-, lood- en kolenmijnen, de
bruinkoolafgravingen, elektrici
teitscentrales, stortplaatsen en
stuwmeren hebben het landschap in
een wijde omgeving aangetast.
„Wij hebben de objecten bekeken
door de bril van de ingenieur-geo
loog. We wisten dat de ecologie er in
veel gebieden slecht voor stond,
maar het is voor het eerst dat men
sen met onze achtergrond daarnaar
gekeken hebben", aldus reiscoördi-
nator P. Ammerlaan.
In de top tien van smerige gebieden
staat het Poolse Opper-Silezië (Po
len) hoog genoteerd. Op een opper
vlak van zestig bij dertig kilometer
bevinden zich tachtig mijnen, die be
halve kolen ook zand, grind, lood en
zink bevatten. De winning geschiedt
in drie lagen. Op twintig meter diep
te begint de grind- en zandlaag, op
tweehonderd meter zitten de lood-
en zinkertsen en op achthonderd tot
duizend meter bevindt zich een dik
ke afzetting van steenkool.
Zink, lood, maar ook de zwavel en de
Bij deze opslagplaats van assen en slakken bij het Tsjechische Handlova ontstond vorigjaar
worden er alweer landbouwgewassen geoogst.
foto Tu Delft
een dambreuk. Dit jaar
zware metalen uit de kolen komen
nog steeds via lozingen in het opper
vlaktewater. Hoeveel, waar en in
welke concentraties blijft voorlopig
onbekend. Geschat wordt dat 68
procent van het rivierwater zeer
ernstig is vervuild. Daarmee valt het
in de kwaliteitscategorie 'riool'.
Bodemdaling
Ook op de bodemdaling werd nooit
acht geslagen. Ammerlaan: „In Gro
ningen daalt de bodem door de gas
winning één meter. Daar wordt heel
veel over gepraat. In Opper-Silezië is
de bodem twintig tot dertig meter
gedaald. Het eens vlakke land is een
heuvellandschap geworden".
Met de opslagmethodes voor slakken
en assen (met daarin hoge concen
traties zware metalen) is het niet be
ter gesteld. Gebruikelijk is een dam-
wand met op de bodem een kleilaag,
die is bedekt met een kunststof folie.
Ammerlaan: „De normen die men
heeft aangehouden, zijn niet te ver
gelijken met de onze. De folies die
- Iwaco aanlegt, zijn dubbel uitvoerd.
De lagen overlappen elkaar honderd
procent. De folies die wij zagen, had
den op de naden een overlap van
maar twintig centimeter".
In het Tjechische Handlova bezocht
men een stortplaats, waar in het ge
heel geen folie werd gebruikt. Vorig
jaar gebeurde waar milieudeskundi
gen van gruwen. De dam brak door,
waarna de assen en slakken over de
vruchtbare akkers in het nabijgele
gen dal spoelden. De reactie was ty
pisch Oosteuropees. De landbouw
gewassen werden vernietigd, maar
dit jaar is het verbod al weer opgehe
ven. Zonder dat er gedegen onder
zoek is verricht.
De slakken en assen van de met
bruinkool gestookte elektriciteits
centrale te Most liggen opgeslagen
aan de oever van een meer. De vrije
verbinding met het water moet een
meetbare vervuiling hebben opgele
verd, is de overtuiging bij de delega
tie. De fabriek ontkent. Er zou ge
meten zijn, maar niets gevonden.
Waarmee is gemeten, blijft in het
vage.
De centrale zelf blaast negen ton
zwavel per uur in de lucht. In de om
geving is dan ook geen naaldboom
meer over. Most zelf is een grauwe
betonstad die in zijn geheel in ver
band met de bruinkoolwinning is
verplaatst. De bodem is plaatselijk
gedaald met 220 meter Het bo
demwater vloeide weg en de vegeta
tie verdween.
Een depressieve ervaring was ook de
toevallige ontdekking van een meer
tje (omtrek: enkele kikometers) bij
Ostrava, dat was bedekt met een
tien centimeter dikke smurrie van
slakken en assen.
In Tusimice bevindt zich eveneens
een centrale die wordt gestookt met
bruinkool. De uitstoot wordt al ja
renlang elke dag bemonsterd. Toen
de delegatie ernaar vroeg, was het
antwoord: nee. De resultaten waren
en zijn geheim.
Vermoedens
Ook over een uraniummijn in
Noord-Bohemen (ten noorden van
Praag) had men boze vermoedens.
Het bezoek ging echter niet door,
omdat er twee vrouwelijke studen
ten in de groep zaten. Vrouwen wor
den om gezondheidsredenen niet
toegelaten.
De voorlopige conclusie: „We gaan
Met steun van de Amerikaanse Aca
demie van Wetenschappen en de
John D. en Catherine T. MacArthur-
stichting heeft het Wetenschappe
lijk Museum van Minnesota een po-
pulair-wetenschappelijke film ge
produceerd over de verdwijning van
de tropische regenwouden. De beel
den van de laatste stukken oergebie-
den, de longen van de wereld, wer
den vastgelegd door regisseur Ben
Shedd, in 1978 Oscar-winnaar met
de documentaire 'The Flight of the
Gossamer Condor'.
Het Omniversum in Den Haag zal de
film morgen voor het eerst vertonen.
Overmorgen zou er een galavoor
stelling ten behoeve van het Wereld-
natuur Fonds zijn, maar die gaat we
gens te geringe belangstelling niet
door.
Ben Shedd, die ruim dertig kilome
ter film verschoot in Australië, Cos
ta Rica, Frans Guyana en Maleisië,
toont hoe een biologische evolutie
van miljoenen jaren in minder dan
tweehonderd jaar door menselijk in
grijpen aan het verdwijnen is. Te
vens laat de regisseur zien welke in
spanningen de wetenschappers ver
richten om de tropische regenwou
den te doorgronden.
Dr. Nalini Nadkarni, een van de we
tenschappelijke adviseurs van de
produktie, laat in de film iets zien
van zijn onderzoek naar enkele van
de meer dan 28.000 soorten planten
die leven in de toppen van de bomen
.van het regenwoud in Costa Rica.
drie dingen doen. Ten eerste een uit
wisseling tot stand brengen met stu
denten en stageplaatsen creëren.
Daarvoor gaan we gebruik maken
van de lijst met contacten. Ten twee
de de eindresultaten publiceren en
ten derde actie ondernemen", aldus
Ammerlaan.
Voor het Nederlandse bedrijfsleven
ziet de groep alleen een passieve rol
weggelegd: het leveren van kennis
en het geven van advies. Want isole
ren, beheersen en controleren van
vervuilde objecten (saneren is onmo
gelijk) moeten de Oosteuropeanen
zelf doen. „Buitenlandse ingenieurs
en technologie kunnen ze niet beta
len", zegt Ammerlaan.
Ook trekt men een conclusie die nog
niet echt in het westen is doorge
drongen: schoon wordt Europa nooit
In 'Tropical Rainforest' klinkt vol
gens woordvoerster Birgit Eeckman
van Omniversum de waarschuwing
door dat er een einde moet komen
aan het verstoren van het natuurlijk
evenwicht.
Na zijn reis door het tropisch regen
woud is de regisseur toch niet pessi
mistisch. „Redding van de natuurge
bieden zal wel lukken. Hij voegt er
echter aan toe dat de mens wel moet
willen", aldus de woordvoerster.
Op deze pagina willen wij we
kelijks in de rubriek 'De Kwestie'
aandacht besteden aan vragen
van lezers. Vragen over bij
voorbeeld natuurkundige ver
schijnselen. In samenwerking
met de Wetenschapslijn van de
stichting Publieksvoorlichting
Wetenschap en Techniek zor
gen wij ervoor dat al die vragen
worden beantwoord. De mees
te schriftelijk, een aantal ervan
in de bijlage.
Heeft u vragen (ook vragen
naar aanleiding van artikelen
in deze bijlage zijn welkom),
schrijft u dan aan:
Redactie Weten Werken.
Rubriek 'de Kwestie'
SijthoffPers
Postbus 16050
2500 AA Den Haag
„"CONSUMENT
i drin
n dat
ilijke
i. Eei
zou
iierei
uurli
swij
„Ma
>r din
verle
leren
e inn
'Wati|wie wil weten wat hij
vrijval van
efdU'd1umentenleed moet
is er nu een
ünkslhtig boek: Het nieuwe
'"'enrecht.
door Els Kemper
„Ik heb gisteren een waterketel
gekocht, een bijzonder ontwerp, heel
duur, en nu ontdek ik ineens dat er
een kras op zit. In de winkel zeggen
ze dat zij daar ook niets aan kunnen
doen. Moet ik daar genoegen mee
nemen?"
„Ik heb een horloge gekregen, en nu,
na drie maanden, breekt het
opwindknopje er af. In de winkel
zeggen ze dat die dingen uit Hong
Kong komen, en dat ze er geen
nieuw knopje op kunnen zetten.
Moet ik het nu weggooien?
Schandalig vind ik het'
Dit zijn maar een paar voorbeelden
van consumentenleed, die je
dagelijks om je heen kunt horen.
Voor wie wil weten wat hij in zulke
gevallen moet doen is er nu een
prachtig boek van de
Consumentenbond, dat Het nieuwe
klantenrecht heet. Het is de
vervanger van de oude pocket
Klantenrecht. In de nieuwe uitgave
zijn de veranderingen van het
Nieuw Burgerlijk Wetboek 1
januari van kracht geworden)
verwerkt.
Het nieuwe klantenrecht is een
onmisbaar boek voor iedereen die
serieus iets wil doen aan zijn eigen
consumentenklachten. Dat kunnen
problemen zijn die optreden in de
winkel, bij het kopen of verbouwen
van huizen, bij dokters, bij de
belasting, bij vakanties, met
schuldeisers, enz.
Vlerken
Als er iets in dit boek duidelijk wordt
dan is het dit: als je echt denkt datje
bent benadeeld, maak dan je borst
maar nat.
Er zijn genoeg winkels waar
problemen geruisloos worden
opgelost. Als je een beetje vriendelijk
blijft, niet meteen gaat schreeuwen,
maar duidelijk vertelt watje
probleem is en watje van de
winkelier verwacht, dan zijn er nog
steeds winkels waar ze ruimhartig
reageren. In de trant van: „Is die
steen nu al uit uw ring gevallen?
Dan herstellen we dat op onze
kosten".
Maar vaak zijn winkels, banken,
huisbazen, energiebedrijven,
wasserijen, autodealers of gasfitters
niet erg bereidwillig. Ze ontaarden
soms in onbeleefde vlerken. Ze
vinden klanten veeleisend en
onredelijk. Ze vinden ook dat de
kosten, die ze zouden moeten maken
voor het oplossen van de klacht, niet
hun risico zijn. Dus sturen ze je weg
met de mededeling dat zij er ook
niets aan kunnen doen, datje zelf
HET NIEUWE
KLANTENRECHT
JRf CONSUMENTENBOND
wel iets fout zal hebben gedaan, dat
het hun schuld niet is. En dan begint
het pas. Want dat is het moment
waarop jij als klant in actie moet
komen. Dat is het recht datje hebt.
Maar zelfs als je gelijk hebt, dan
betekent dat niet automatisch datje
ook gelijk krijgt. Dat staat ook heel
nadrukkelijk in Het Nieuwe
Klantenrecht. Het gaat niet zomaar.
Het kan te veel geld en te veel
inspanning kosten. „U moet nagaan
of uw belang opweegt tegen de door
u te nemen moeite om uw recht te
halen".
Dat is een mooi advies. Daar staat
datje ook als consument niet moet
veranderen in een scheeuwerig type,
dat de winkeljuffrouw wel eens even
de waarheid zal vertellen. Nee, er
wordt van je verwacht datje
's avonds de televisie uitzet en je
rustig nadenkt over de vraag of je de
strop niet domweg moet nemen.
Daar zit natuurlijk iets heel
onrechtvaardigs in. Je bent ervan
overtuigd datje gelijk hebt, maar er
is geen enkele instantie die het
varkentje voor je wast. Als je besluit
de zaak aan te pakken, dan moet er
heel wat gebeuren. Eerst gaan
praten, desnoods via iemand die het
namens jou wil doen. Als dat niet
lukt, brieven schrijven, en dat is
lastig, want wat zetje er in?
Daar is dit nieuw boek ook goed
voor, want er staan een heleboel
voorbeeldbrieven achterin, met
precies de argumenten die je nodig
hebt. Daarbij krijgje zinnen zoals
deze: „Volgens het nieuwe
Burgerlijk Wetboek moet een zaak
voldoen aan de overeenkomst. Dat
wil zeggen dat ik mag verwachten
dat hij alle eigenschappen bezit die
voor normaal gebruik daarvan nodig
zijn. Van mijnmag ik derhalve
verwachten dat deze de eerste jaren
na aankoop probleemloos
functioneert". Zo gaat dat nog even
door. En laten we eerlijk zijn, dit is
nou niet direct een tekst die je zelf
zou verzinnen.
Aan de andere kan heeft dit boek
hierdoor ook bezwaren. Niet overal
staat gewone mensentaal. Je moet
het als een soort naslagwerk zien. Er
staat bijvoorbeeld in hoe je moet
klagen over de juridische
raadgevers, bij wie je hulp bent gaan
zoeken. Nou, daar moetje helemaal
niet aan denken. Eerst een kwestie
hebben waar je een advocaat voor
inschakelt, en daarna weer ruzie
krijgen met de advocaat.
Dit boek is heel erg vanuit juridisch
denken geschreven. Dat kan
misschien moeilijk anders, maar het
leidt soms tot onbegrijpelijke
mededelingen. Wat te denken van
het volgende. Als een winkelier
adverteert, dan doet hij een
'aanbod'. Als je dat 'aanbod
aanvaardt' (dus iets koopt), dan
breng je een overeenkomst tot
stand, maar de leverancier kan zijn
aanbod herroepen. Wie dit begrijpt
mag het zeggen. Misschien staat er
gewoon dat de winkel mag zeggen,
dat hij heeft geadverteerd, maar dat
de voorraad op is. Zoiets zou je als
lezer graag uitgelegd willen zien.
Deze pocket (272 pagina's) kost
26,50.
Schadevergoeding
voor treinstaking
De Nederlandse Spoorwegen zeggen
altijd dat zij niet aansprakelijk zijn
voor treinvertragingen, stakingen
en dergelijke. Bij de treinstakingen
van 6, 7 en 8 april was dat niet
anders.
Maar in de Consumentengids is nu
te lezen dat de NS toch heeft
besloten gedupeerde klanten, die op
die dagen onkosten hebben moeten
maken om hun bestemming te
bereiken, tegemoet te komen. De
vele brieven die binnenkwamen
hebben voor deze ommezwaai
Volhouders, die in april al
vergoeding hebben gevraagd, zijn
inmiddels ingelicht. Verdere
ruchtbaarheid wordt er niet aan
gegeven, aldus de NS. Maar je kunt
dus nu als gedupeerde alsnog om
schadevergoeding vragen. Dat moet
bij de NS Klantenservice, postbus
2025,3500 HA in Utrecht.
Je krijgt dan aan aanvraagformulier
thuisgestuurd. De NS wil wél een
bewijs van je onkosten zien.
Eventueel krijgje 35 cent per km als
je de auto hebt moeten gebruiken.
Maand- en jaarkaarthouders, die
thuis moesten blijven, kunnen ook
kleine vergoedingen krijgen.