't Wachten is op een
weekeindje Bangkok
Met het tere groen van varens op het netvlies
'Objekt' tussen boek en blad
Vandaag De Dag
WOORDENLOZE
SIGNALEN
C I O
Leidse Courant „-i
donderdag 24 september 1992 i lf
||A SCHUURHUIZEN
fotograaf Hans Fonk maakte
- ns foto's van interieurs en de-
r^^eubelen.
ind hij een leuke afwisseling
iet werken met modellen en
stilisten in hun opgeblazen
lie vol kleren. Daarnaast keek
jfc verlekkerd naar alle prach-
iuitenlandse tijdschriften op
bied van binnenhuis-architec-
design.
J in Nederland op de markt
fcn, dat zou toch eigenlijk wel
Junt zijn. Was Nederland ech-
jet te klein voor nog meer bla-
Idit gebied?
■toeval kwam Hans Fonk in
It met mensen van de Uitgeve-
|nar in Rijswijk.
|n de kortste keren rolden daar
Jeën over tafel en in een hele
■tijd verscheen het eerste num
mer van het blad 'Objekt'.
Dat was vorig jaar november en in
Nederland en Belgie werden zo'n
15.000 exemplaren verkocht. Voor
19,95 gulden.
„En dat wil ik ook zo proberen te
houden. Het moet geen 60 of 70 gul
den gaan kosten, dan schiet het z'n
doel voorbij. Dit is een leuke prijs
voor iets dat het midden houdt tus
sen een blad en een boek. Vorig jaar
240 pagina's en dit keer zullen dat er
al 300 zqn", aldus Hans Fonk die
zich naast de fotografie ook bezig
houdt met inhoud en lay-out.
Dat Objekt is aangeslagen blijkt wel
uit het feit, dat er heel wat telefoon
tjes zijn binnengekomen wanneer
het tweede nummer verschijnt. Wel,
dat is snel: volgende week bij alle
boekhandels en kiosken. En inder
daad, opnieuw voor de prijs van
ƒ19,95.
Naast verhalen, interviews en
prachtige foto's, bevat Objekt een
liefst vijftig pagina's tellend katern
met adressen van fabrikanten en
winkeliers op het gebied van
woninginrichting en design in zowel
Nederland als België.
„Dat is een belangrijk onderdeel van
het blad. Men vindt er bruikbare in
formatie in en het katern kan heel
goed apart worden bewaard", aldus
Hans Fonk.
In het nieuwe nummer staan onder
meer artikelen over diverse Neder
landse stijlen, over open haarden,
tuinen en over Marokkaanse en me
diterrane invloeden en stoffen.
Voorts biedt Objekt een fotoreporta
ge over de bierhal die Philip Starck
in Japan heeft gebouwd en vraagge
sprekken met ontwerper Scolari uit
Italië en met museumdirecteur Wim
Crouwel. Met Jan des Bouvrie tot
slot wordt gepraat over het gebruik
en de toepassing van kleuren.
Iedereen die deze zomer wat tijd voor de buis heeft
doorgebracht heeft het zelf kunnen zien: topsporters
zijn zich bewust geworden van hun sekse. Niet
alleen hun atletische lichamen worden in de strijd
geworpen, maar ook make-up, ingewikkelde kapsels
en opzienbarende kledij vormen wapens in de strijd
om de gunst van de camera en de gunst van de kijker.
In tegenstelling tot het conservatieve Wimbledon,
eenvoudig wit nog steeds de boventoon voert en
de dames het saaie rokje nog immer verplicht is,
snellen olympische sporters over de baan in kleuren die een
paradijsvogel zouden doen verstommen. De felle tinten
lijken de atleten nog meer vaart en allure te geven. Het is
buiten kijf: glamour heeft zijn intrede gedaan in de
sportwereld. Florence Griffith gaf vier jaar geleden met
haar sensationele sprintpakjes en ijzingwekkend lange
voorzet die velerlei navolging
vond. Ook buiten het stadion. Woordenloze signalen die
iedereen verstond.
Sportkleding is inmiddels een dagelijkse dracht
geworden, maar met sportieve activiteiten heeft dat
weinig van doen. Er spelen andere, veel belangrijker
factoren mee. In onze cultuur lijken eeuwige jeugd en
vitaliteit soms de enig geldende criteria. Sportieve
mensen bezitten, zo op het oog, beide in overvloed. En
sportieve mensen herken je eenvoudig aan hun
glimmende polyester trainingspakken. Is dat even
gemakkelijk? En niet duur ook.
Erg veel maatschappelijke status levert een en
ander niet op. Voor sollicitatiegesprekken is het
joggingpak (minachtend 'camping-smoking"
genoemd) echt niet aan te raden, en zelfs in de
meeste casino's ben je met zo'n knots van een
witte gymp aan je voet niet welkom. Maar
gelijkgestemde zielen hebben maar een half
woord nodig. Daarom spannen sporty
boxershorts zich om dikke derrières.
)aarom worden glimmende joggingpakken
met torenhoge pumps gedragen.
Woordenloze signalen, net als die
Florence Griffith. Maar dan
Toeristen zoeken 's zomers graag stilte en rust. Maar in andere seizoenen willen
ze juist de drukte van de grote stad, slapen ze bijvoorbeeld maar wat graag boven
een rumoerig café. Parijs en Londen varen er wel bij. Zo ook steden als Leipzig en
Göteborg.
DOOR RlENVAN DENANKER
Samen met culturele reizen zijn ste:
dentripjes de oudste vormen van
toerisme. Vroeger alleen weggelegd
voor welgestelden, die op het platte
land veelal niet de luxe vonden die ze
thuis gewend waren en die daarom
graag het comfortabele, maar vooral
de levendigheid van een andere stad
verkozen. Bovendien'was het 'tus
sen de boeren' vaak lastig om het ei
gen merk sherry te vinden.
In die tijd dat gewone burgers vrij
wel geen vrije dagen hadden, laat
staan geld om erop uit te trekken,
stapten de rijken met hun bedienden
in koets of trein om in een vreemde
stad hun stem en geld te laten klin
ken. Later, bij de opkomst van het
massa-toerisme gingen de arbeiders
linea recta naar de zonnige stranden
en waren het nog steeds alleen de rij
ken die zich een tweede reis naar een
stad of streek konden veroorloven.
Sinds een jaar of tien is dat veran
derd en gaat iedereen naast de gewo
ne vakantie ook wel eens 'eventjes
weg' naar een bij voorkeur buiten
landse stad. De laatste jaren is er
zelfs sprake van een 'boom', want
binnen de reiswereld zijn de steden-
vakanties hèt grote succes.
Eerst waren het de grote Europese
metropolen, die voor een weekeindje
werden aangedaan. Maar wie nu de
stedengidsen doorbladert krijgt al
meer dan honderd bestemmingen
aangeboden. Los Angeles of New
York is geen onhaalbaar weekend-
plezier meer en de vraag is nu wan
neer de reisbureaus het Verre Oos
ten in hun programma zullen opne
men.
„Tja, een weekeindje Bangkok, dat
zit er de komende jaren wel in", zegt
John Bernaert van Astrea Reizen, de
gespecialiseerde steden-dochter van
Arke Reizen in Rotterdam. Hij voegt
er overigens ironisch aan toe:.
„Maar dan moet je wel rekening
houden met een jet lag die een week
einde lang kan duren".
Hij herinnert zich nog goed dat in
eerste instantie alleen Londen en
Parijs dé reisbestemmingen waren.
Qua afstand en reismogelijkheiden
uitstekende metropolen, waar zo
veel te zien en te beleven is dat je
daar best meerdere malen naartoe
kunt gaan. „Vanaf het begin hebben
we ook al snel steden als Berlijn, We
nen, Rome en Boedapest opgeno
men, maar dat was in feite margi
naal. Negentig procent ging automa
tisch naar de Engelse of Franse
hoofdstad", aldus de Astrea-direc-
teur.
Euro Disney
Die verhouding is nu iets veranderd.
Nog steeds zijn Londen en Parijs fa
voriet, waarbij de eerste jarenlang
bovenaan de ranglijst heeft gestaan
en dit jaar voor het eerst is verdron
gen door de Lichtstad. Niet moet
worden uitgesloten dat veel Parijs
toeristen een bezoek combineren
met Euro Disney.
Inmiddels hebben de twee metropo
len forse concurrentie gekregen van
andere steden en dorpen. „Uit
gangspunt moet zijn", zo verduide
lijkt Bernaert, „dat plaatsen opval
De Place du Tertre in Parijs is al decennia lang een attractie voor de stedenreiziger.
len door bij voorbeeld aantrekkelijke
musea of andere culturele zaken. Ze
moeten uitstraling hebben".
Brugge in België, York in Engeland
of het Ierse Dublin zijn daar mooie
voorbeelden van, maar ook 'klein
tjes' als het Franse Colmar en het
Britse Chester vallen daar volgens
hem onder.
„We weten dat veel mensen graag
meerdere keren per jaar eventjes
weg willen. En dan willen ze iets
zien of beleven. Als het maar anders
is dan thuis; de
afstand daarbij
is niet het aller
belangrijkste.
Tot voor enkele
jaren terug
dacht ik dat men
Brussel of Ant
werpen te dicht
bij vond. Fout,
meneer. Daar
wil men wel
heen, en ook naar Maastricht, Luik
of Aken".
Het is onduidelijk om hoeveel ste
den-toeristen het gaat in Nederland.
Dat komt omdat veel mensen, on
zichtbaar voor statistieken, geheel
op eigen gelegenheid naar zo'n stad
afreizen en zelf een hotel zoeken.
Daarbij zijn er ook nog veel Neder
landers, die in groepsverband onder
leiding van een gids met de trein en
Steden raken
steeds meer
in trek bij
de toerist
der leiding naar een stad zijn ge
weest, later zelf alleen gaan. Wel ziet
de meerderheid het dan als een ge
mak dat in ieder geval het hotel
thuis is gereserveerd".
Bovendien kan de steden-consu
ment profiteren van relatief lage
prijzen in veelal dure zakenhotels,
die in het weekeinde vaak leeg staan.
En vliegtoeristen profiteren extra
van zo'n kort uitje, omdat de zater-
dag-zondag-overnachting een kor
ting van zo'n dertig procent op het
vliegticket in-
houdt.
Inmiddels is vrij
wel geheel Euro-
„Zeker is wel dat velen die eerst on
?a
in de steden-gid-
sen. Alle be
woonde uithoe
ken, zoals Athe
ne, Lissabon en
Helsinki zijn er
in te vinden.
Maar ook buitenplaatsen als Istan-
boel, Kairo, Tel Aviv en Casablanca.
Balans
Aanvankelijk dacht de reisbranche
dat het daarmee ophield. Tot haar
verbazing bleek er ook belangstel
ling te zijn voor bij voorbeeld New
York. „Maar dan praat je al gauw
over een reis van een dag of vier, vijf,
wantje moet dan wel het tijdverschil
van zo'n vijf uur meetellen. Datzelf
de zou je natuurlijk ook krijgen als
we Bangkok in Thailand zouden op
nemen. Heb je eerst een dag nodig
om van de reis bij te komen, en die
tijd heb je hard nodig bij zo'n kort
bezoek. Je moet natuurlijk wel de
balans reistijd/verblijf in de gaten
houden".
Vooralsnog gaat hij er daarom van
uit dat de komende jaren de 'nieuwe
steden' vooral in het nu bereikbare
Oost-Europa zullen liggen. Dresden
zit er al in, Kiev zal waarschijnlijk
volgen.
Verbaasd is Bernaert steeds weer
over de reacties die hij van zijn klan
ten krijgt. Sommigen gaan naar Pa
rijs en hebben de Eiffeltoren niet ge
zien, anderen zien alleen maar mu
sea of theaters en een laatste groep
stort zich fanatiek op eten, drinken
en vooral winkelen. Hij vertelt dat
steeds meer mensen bewust voor
'iets' naar een bepaalde stad afrei
zen. „Nu is dat voor winkelend pu
bliek geen probleem, want die hoefje
alleen de openingstijden te geven".
Om die reden heeft hij voor mensen
die naar een theater willen, of die
een show willen bezoeken, sinds vo
rig jaar ook reserveringsfaciliteiten
ingevoerd. Zodat ze bij aankomst
ook het theaterkaartje bij de kassa
vinden.
„Voor de rest wil men niets, vrijwel
iedereen wil vrijheid-blijheid. Mis
schien is dat wel de meest belangrij
ke karaktertrek van een stedenva-
kantie".
OENE VINGERS
igne
wen
ieeld
it de
itiat
door Florentine
van Eeghen
varens in de tuin is
bijzonders aan de
d. Het is een plant die
laakt geschapen is
de lente,
ze in augustus al
jnig worden deert
er niet: het
!èn !ebeeld wil maar niet
'agen.
1 ar er zijn natuurlijk ook
of Etterende
öks {tervarens.
Groeien er varens in uw tuin? Dan
zijn het vrijwel zeker de
bekervarens. Het tere, doorzichtige
groen van deze varens is bijna
zinnebeeldig voor de lente. In het
■voorjaar ontrollen de bladveren zich
heel langzaam en waaieren van het
midden uit tot een volmaakte
bekervorm. Ook in een groep
behoudt iedere varen afzonderlijk
zijn eigen gestalte en het lichte
groen blijft een tijdlang spectaculair.
Dat het daarna snel bergafwaarts
gaat met de bekervarens en dat ze al
vanaf augustus een bruin of
vergelend beeld vertonen kan
kennelijk niet deren. Het lentebeeld
van deze varen blijft op het netvlies
gebrand, en het is geen wonder dat
het soms lijkt alsof dit de enige varen
is voor de tuin.
Niets is minder waar. Ik wil u een
aantal wintergroene varens
aanraden. Deze gaan langer mee dan
de bladverliezende varens en zijn
minstens even mooi. Mooier hoort u
mij niet zeggen, want het bijzondere
effect datje krijgt bij
bladverliezende varens wanneer alle
bladveren zich tegelijkertijd
ontvouwen heb je bij wintergroene
varens niet. De wintergroene varens
vormen tijdens de gehele
groeiperiode van april tot in
september nieuwe bladeren. Je ziet
dus altijd wel een paar witdonzige of
roestbruine bladkrullen zitten. Dat
roept zo herhaaldelijk een tevreden
gevoel op dat het wat mij betreft
opweegt tegen die korte periode van
intens genieten op het hoogtepunt
van de bekervarens.
De drie wintergroene varensoorten
beginnen alle drie met een P:
Phyllitis, Polypodium en
Polystichum. Phyllitis
scolopendrium, de tongvaren, soms
Asplenium genoemd - ook bij varens
struikel je vaak over de steeds
veranderende naamgeving - is een
letterlijk glanspunt tussen de
overige varens. Het is een glanzend
groene varen met gaaf blad dat een
goed contrast vormt met de fijn
gedeelde bladeren van de andere
varensoorten.
Bodembedekkers
De Polypodiums zijn de inheemse
eikvarens die gewoon in het wild
voorkomen op beschaduwde
plekken, bij voorbeeld op houtwallen
of langs oude muren. Het zijn vrij
lage varens (30 cm) die woekeren en
goede bodembedekkers zijn. Er zijn
mooie ondersoorten van, zoals
Polypodium vulgare 'Cornubiense'
met helder groen, heel fijn gedeeld
blad. In de tuin zijn dit ideale
planten om de beschaduwde strook
langs de voet van een heg te
bedekken.
De laatste P is van de Polystichums,
de naaldvarens. De oersoort kwam
wel in Holland voor, maar is
verdwenen. In de Pyreneeën groeien
ze wel nog in de beukenbossen en
worden daar enorm, soms meters in
doorsnee. Vooral Polystichum
setiferum is een populaire plant door
de fijne bladstructuur. De bladveren
van deze varen zijn overlappend aan
het middelpunt gezet en richten zich
met een langzame draai omhoog.
Van deze naaldvarens zijn er
eindeloos veel prachtige
ondersoorten. Dit is echt
specialistenwerk, want de typische
kenmerken van de verschillende
varens zijn pas te zien als ze
volwassen zijn. Bij de kweker, in een
potje, zien ze er allemaal hetzelfde
uit. Ik heb mij daarom tot een
specialist gewend, en wel Hans
Kramer, eigenaar van kwekerij 'De
Hessenhof in Ede (bij Rob Herwig
om de hoek). Van twee op het eerste
gezicht identieke Polystich ums
beschreef Hans de ene, Polystichum
setiferum 'Herrenhausenals nogal
plomp en veel groter en breder, tot
130 cm breed, dan de tweede,
Polystichum setiferum 'Wollastonii
een sierlijke, lage variëteit.
Polystichum munitum is de
eikebladvaren, goed glanzend
wintergroen, met van die typische
inhammen zoals sommige eiken ze
ook hebben.
Mengen
Als het om groepen met varens gaat
vindt Hans Kramer het mooiste om
bladverliezende en bladhoudende te
mengen. Een voorbeeldgroep
beschrijft hij als volgt. Achteraan de
'gewone' manvaren, Dryopteris
borreri, die ongeveer 80 cm hoog
worat en half wintergroen is. Dat wil
zeggen dat het blad bij lange vorst
bruin verkleurt. De vrij steile
groeiwijze van deze plant valt extra
op met de plat groeiende
Polystichum setiferum
'Herrenhausenervoor als contrast.
Deze is in de winter de blikvanger
van de groep. Schuin daarnaast
komt de bladverliezende
vrouwtjesvaren, Athyrium flix
foto Ben Biumers
De varens in de tuin zijn in negen van de tien gevallen
bekervarens.
femina. De mooiste is A.f.f.
'Plumosum(50 cm) die heel fijn en
luchtig opkomt in het voorjaar.
Vooraan is dan nog plaats voor de
eikvarens, Polypodium, die groen
blijven in de winter en uitgroeien tot
flinke pollen.
Kwekerij 'De HessenhoF is een
zeldzaam gedegen kwekerij waar
naast een bijzonder assortiment
varens en vaste planten ook altijd de
juiste informatie te krijgen is (tel:
08380-17334). Verder wil ik u twee
boeken noemen waarin u de
hoofdstukken over varens eens na
kunt slaan en mooie afbeeldingen
kunt zien. Heel bijzonder is het boek
van de Engelse kweekster Beth
Chatto 'The Green Tapestry(ISBN
0-00-410448, importeur Nilsson
Lamm). De tekst beschrijft haar
eigen tuin en het verschil in groei-
omstandigheden daarbinnen: droog
en zonnig, schaduwrijk en vochtig,
droge schaduw enz.. Handige
tussenstukken tonen foto's bij
elkaar van de verschillende varens,
Hosta's en Bergenia's die zij het
meest bruikbaar vindt voor de tuin.
Tot nu toe is het helaas niet
vertaald. Een degelijk Nederlands
boek is 'De Groene Tuin' vah Daan
Smit (Zomer en Keuning).
De meeste varens stellen dezelfde
eisen. Ze hebben zonder
uitzondering een hekel aan
uitdrogende omstandigheden. Dat
zijn ten eerste kale vorst, oftewel
vorst zonder sneeuw of blad als
voetbedekking, en ten tweede droge,
schrale wind. Vooral de tere soorten
zoals de bekende Venushaar hebben
daar last van. Geef varens een
beschutte plaats waar het vooral 's
middags schaduwrijk is. Voeg daar
vochthoudende, humusrijke grond
aan toe en de standplaats is ideaal.
Toch is het met varens net zoals met
grassen: het wordt al gauw teveel
van hetzelfde. Al dat fijngedeelde
blad gaat vervelen als er niet iets
stevigs tegenover staat.
Goed contrast
Er zijn massa's planten die van de
zelfde vochtige, halfbeschaduwde
groei-omstandigheden houden en
qua bladvorm een goed contrast op
leveren. Mansoor, Asarum euro-
paeumheeft rond, donkergroen
blad van ongeveer 5 cm doorsnee dat
er zomer en winter vrolijk glimmend
bijstaat. Het is de vaste plant om va
rens mee te combineren omdat je
naast het vormcontrast het hele jaar
door ook 's zomers nog het verschil
in groentinten krijgt: de lichte va
rens en het donkere van het man
soor. Epimediums en Bergenia's zijn
ook wintergroen en samen met Salo
monszegels en een palet van ver
schillende hosta's heb je een scha-
duwborder zo vol. De natuurlijkste
bodembedekking onder bomen is
een combinatie van klimop en va
rens. Voeg daar dan nog vroeg bloei
ende bolletjes zoals scilla's en
sneeuwklokjes aan toe en je geniet
het hele jaar.
•ftwtoï