'Niet op de paden blijven'
Portugal, ver weg
van de Algarve
Zaterdag /Reizen
SPITSBERGEN
Varend naar Spitsbergen en Frans Jozefland ben je je sterk bewust van de aardse polariteit: de
schepen aan de andere kant varen met hun kiel naar boven. Op het vasteland blijkt vooral de
plantengroei kwetsbaar. Beschadiging door betreding herstelt zich traag.
door Jan Ottens
We maken de reizen zo verantwoord
mogelijk met betrekking tot veilig
heid en milieuvriendelijkheid, om
dat wij met ons produkt het besef wil
len bevorderen dat wij allen geza
menlijk verantwoordelijk zijn voor
het behoud van onze kwetsbare, leef
bare wereld.
Aldus staat het, heel goed bedoeld,
in de brochures van Wolftrail, on
derdeel van het Hengelose reisbu
reau Rottink Reizen bv. Maar het
ecotoerisme groeit als kool en in de
praktijk loert het gevaar dat fraaie
doelstellingen van binnenuit wor
den aangerand.
Ecotoerisme", zegt bij Wolftrail de
bioloog Roel Cosijn, „is een vage
kreet die te pas en te onpas wordt ge
bruikt. Sommige reisbureaus heb
ben het al over ecotoerisme zodra er
sprake is van het bezoeken van een
natuurgebied. Maar voor mij is het
belangrijkste dat je het hele pro
gramma aanpast aan de eisen van
milieuvriendelijk reizen'
Om zelf meteen ook daarvan de be
trekkelijkheid te schetsen: „Ik be
doel milieuvriendelijker reizen,
want het gaat bijna altijd per vlieg
tuig en daar kan je natuurlijk ook je
vraagtekens bij zetten".
Wolftrail is (in het spoor van de wolf,
de naam zegt het al) een van de reis
bureaus die toeristen in ongerepte
streken het gevoel van lijfelijk con
tact met de natuur willen geven. Op
het programma staan vooral de kou
de gebieden op aarde: in het noorden
Canada (naar de zeehonden, walvis
sen en ijsberen), Scandinavië (hon-
desledetochten), IJsland (terreinwa
gensafari's), Spitsbergen (voettoch
ten of 'expeditiecruises', de laatste
eveneens boven Siberië) en in het
zuiden Antarctica (pinguïns, rob
ben, walvissen en ijsbergen).
Dramatisch
Expeditiecruises worden er al een
jaar of tien veelvuldig gemaakt naar
Spitsbergen, dat door Nederlandse
walvisvaarders voor de rest van de
wereld in de zestiende eeuw werd
ontdekt. In de korte zomer trekt het
poolijs zich meestal tot benoorden de
archipel terug. Toegankelijk was
Spitsbergen dus al, maar toen er hal
verwege de jaren zeventig een vlieg
veld werd aangelegd, konden de toe
risten helemaal ongehinderd bin
nenstromen.
In Longyearbyen (de 'hoofdstad',
met een paar duizend mijnwerkers
als bewoners) is het een ongewone
drukte telkens als het vliegtuig hen
aan- en afvoert, terwijl in de haven
een schip (en soms al méér schepen)
tussen twee cruises door afgemeerd
ligt.
De Noorse onderneming, die op
Spitsbergen met slecht rendement
steenkolen delft, heeft zich nu ook
op de vakantiemarkt gestort. Flats
voor vrijgezelle mijnwerkers veran
derden reeds in een appartementen
hotel en er zijn plannen voor een
echt hotel.
Zelfs het door Russische mijnwer
kers geëxploiteerde Barentszburg,
in 1932 van de Nederlanders ge
kocht, pikt een paar graantjes mee.
Uli
Voorheen hing het van het humeur
van de directie af of de schepen er
even mochten aanleggen, nu worden
er vanuit Longyearbyen al helikop-
tervluchten naar toe georganiseerd.
„En sinds kort maakt men ook
's winters al tochten met hondesle
den", zegt Roel Cosijn. „Hoe erg dat
precies is, weet ik niet. Het zuidpool
gebied is inmiddels voor sledehon
den volledig verboden, dus ik heb zo
mijn twijfels. Ik denk dat er op Spits
bergen toch een vrij dramatische
ontwikkeling aan de gang is".
Bewegend Behang
Zestienduizend bezoekers telde
Spitsbergen dit jaar. Dat lijkt mis
schien erger dan het is, want de
meesten blijven aan boord van ech
te, luxueuze cruiseschepen en gaan
hooguit één keer van boord, om ver
wonderd rond te stappen in het pool-
museumpje van Longyearbyen of om
in een rubberboot wat dichterbij een
gletsjer te kunnen komen.
„Voor zulke mensen is de natuur
niet meer dan bewegend behang",
zegt de Groningse free-lance onder
zoeker Eduard Koopman, die zelf
niets liever doet dan er langdurig in
rondstappen. Zijn lichtelijk verweer
de kop verraadt dat het niet bij dro
men gebleven is. Zo maakte hij in
1980 deel uit van een team dat op
Spitsbergen brandganzen onder
zocht. „Hoe doen ze dat, wilden we
weten, hoe zijn ze in staat om hun
energiebudget zo te besteden dat ze
kunnen overleven en zich ook nog
voortplanten. Dat blijkt heel indivi
dueel te zijn. Als het om nestplaats-
keuze gaat en om voedselgebied, dan
doet de een 't slimmer dan de an
der".
Ook voor Eduard Koopman geldt dat
de mens zo weinig mogelijk natuur-
vredebreuk dient te plegen. Als wij
op het Russische m.s. 'Professor
Moltsjanov' Longyearbyen hebben
verlaten om op weg te gaan naar
Frans Jozefland, wijst hij naar de
kust, waar zwart-gespitste bergen
twee aan twee een machtige gletsjer
omklemmen. „Ik ken daar een plek
waar vijftien jaar geleden een expe
ditie is geweest. De sporen van de
rupsbanden zijn daar zó diep, dat
duurt tijden voor die weer weg zijn;
als ze al ooit verdwijnen".
Eduard is een van de twee reisgidsen
die de afgelopen zomer eerst het ge
bruikelijke Spitsbergen-programma
afwerkten (vier trips van een kleine
twee weken) en vervolgens voor het
eerst naar het zopas door de Russen
opengestelde Frans Jozefland togen.
Dit zijn geen luxe-cruisès, maar ex
peditiecruises. Aan boord moet het
een tikkeltje afzien wezen, want een
beetje natuurliefhebber maalt niet
om room service of een zonnedek.
Pittige prijzen
De 'Professor Moltsjanov' is een fors
uitgevallen onderzoeksschip van het
Hydrometeorologisch Instituut in
het Russische Moermansk. Het werd
verhuurd aan de Duitse bevrachter
Polar Schiffahrts-Consulting GmbH
en geschikt gemaakt voor toeristisch
gebruik. Polar zette er ook een Duit
se kok op, zodat de maaltijden voor
de toeristen min of meer (hangt van
de nationaliteit af) naar thuis sma
ken.
Polar-vertegenwoordiger Manfred
Schmidt, die op de boot ook de bar
beheert (met pittige prijzen overi
gens), denkt dat de Russen nog heel
lang geen geld genoeg zullen hebben
om alle, dertien onderzoeksschepen
voor alleen maar wetenschappelijke
doeleinden in de vaart te houden. De
behoefte aan westerse valuta is zo
groot dat Polar binnenkort ook acht
tot tien'hutten kan aanbieden op de
vrachtroute boven Siberië langs
naar Wladiwostok.
Dat althans een deel van de 36 we
tenschappers die de Moltsjanov nor
maal bevolken gewoon aan boord
zou zijn, zoals de toeristen is voorge
houden, blijkt niet waar. Zelfs het
aantal bemanningsleden is inge
krompen van 30 naar 24 om zoveel
mogelijk kooien te kunnen verko
pen. Die kosten, in een tweeper
soonshut met wastafel en gemeen
schappelijk gebruik van douche en
toilet, rond de 10.000 gulden per per
soon. Voor eigen douche en toilet en
ook voor eenpersoonshutten worden
toeslagen van ongeveer 1.000 tot
3.000 gulden berekend.
De Russische bemanning blijkt, zo
als voorspeld, hulpvaardig en be
leefd. Slechts een enkeling spreekt
een paar woorden over de grens.
archieffoto's
Voor het contact óp het schip is een
Duits sprekende tolk aanwezig, voor
het contact mét het schip (als de toe
risten voor een wandeling aan land
gezet zijn) is er de computerspecia
list die zich in het Engels verstaan
baar kan maken.
„We leerden wel talen", zegt de 38-
jarige kapitein Vladimir Maksimov,
„maar we dachten dat we ze toch
nooit zouden gebruiken. Gelukkig is
er ook nog zoiets als de taal van de
ziel, van het hart. Dat helpt bij de
omgang met passagiers
Maksimovs schip werd eind vorig
jaar voor het eerst ingezet, in het
Zuidpoolgebied. Zijn blauwe ogen
glimmen als de kapitein vertelt wat
hem sindsdien ten deel valt: „Ik
krijg brieven thuis uit de hele we
reld. Ik heb net over de telefoon met
mijn vrouw gesproken, en er blijken
nog steeds brieven te komen. Ze
zegt, men vergeet je niet. Is dat niet
mooi?"
Zo lijkt toerisme meer dan het com
munisme de mensen nader tot el
kaar te brengen. De keerzijde is
voorlopig echter dat achter de vrien
delijke glimlach van de zeelieden
grote zorgen schuil gaan. „De mees
ten van ons zijn getrouwd", zegt ka
pitein Maksimov bedroefd, „en kun
nen hun gezin door de hyperinflatie
niet of nauwelijks onderhouden".
Ongevraagd onthult hij wat men op
de Moltsjanov verdient: de matrozen
vier dollar per dag, de kapitein zelf
27 dollar per dag. „Mijn vrouw zegt
me net dat ze een paar laarzen voor
de winter nodig heeft. Die
achtduizend roebel, vijftig
Vladimir Maksimov zucht ha
Met-'de collaps van het So\
teem is hij gelukkig ('zo koni
niet blijven bestaan'), dus me'Al
nu maar hopen op betere tijde
Verplichting
Hoe anders is het met de I
gesteld. Voor zover zij al zor
ben, is zo'n trip als met de
nov een voortreffelijke man
compleet te ontspannen. Mi C
het kleine, tijdelijk op elkaar
wezen gezelschap niet met
ontschuldigend 'nou, ik g
weer es op huis aan' ontlopen
waar, maar het schip is groot
voor een minimum aan privat
Geen enkele verplichting wai I
halve op tijd aan tafel zijn. H
niet moeilijk is, want ver weg
nooit. En nooit ook is er iets w j
vlug moet, tenzij uit je hut w
dek rennen als, via de interc
passage van een grote kudde z
den wordt gemeld. Of iets derj
Met het roer op de automatis
loot, met alle tijd om zeekaai
radar te raadplegen, is er amff
om de schier onbegrensde ip'J
lijkheid op de wijd geopende
te laten werken. Hier kun je
in de nacht de zon tegeno
maan zien staan. De aardse
teit besef je hier juist wel (teg
de noordpool de zuidpool; d
pen aan de andere kant var
hun kiel naar boven) en nie
Noordzee; wie weet nou wat
cies aan de achterkant
Noordzee zit?
Zuiver Lawaai
Dit landschap zag er achti
jaar geleden al net zo uit als
kleurengamma is beperkt e
houden van aard, en precies
weet langs een smeltwaterstri
dat ene wallekantje
wend rode mossen plotseling
roeren. Alleen waar vogels,
zendtallen, de kale rotskuste
ben gekoloniseerd, is het ook
lijk lawaaiig: in zijn zuiversl
zelfs, want door geen enkel ai
ruis verstoord.
Nergens ter wereld heeft de
weinig zijn stempel op de oi
gedrukt. Moet dat niet zo
het heet toch dat de natuur
polen uitermate kwetsbaar isl
Roel Cosijn relativeert: „Het
er van af. De vogels daar zijn
aan sterke en plotselinge, klii
gische veranderingen, dus
stoor je als toerist niet zo
Maar anderzijds gaat de pi
groei bijzonder langzaam. Dat|
in dat beschadiging door bet
zich uiterst traag herstelt tei
bodem intussen bloot staat
Op de toendra is daarom de
mars taboe; op Spitsbergen ei
Jozefland moeten de ecoti
juist niet op de paden blijven.
(Dit is de vierde en laatste afle
van een serie over Frans Jozt
De vorige verhalen we?den gi
ceerd op 29 augustus en op
september).
PORTUGAL
De toerist die naar Portugal reist bedoelt in vrijwel alle gevallen dat hij naar
de zuidelijke Algarve gaat. Een veel kleiner deel gaat naar het noorden, de
streek rond Oporto. De noordelijke Portugezen begrijpen daar niets van.
!i:
en toch lekker is. Uit de regio
ook zeer goede mousserende w -
Cultuur
Cultuurliefhebbers komen 1
der aan hun trekken. Overal
landschap staan de monument EN
een ver verleden, soms wat vi JS
len, maar bijna altijd in een n j-j
veranderde omgeving. Soi 'Ui
kerken, zoals de Visigothiscl J|j
thedraal van St. Pedro de Bals tT
dateren uit de zevende eeuw
zijn er legio Keltische ruïnes,
len en kloosters uit vervlogei -
wen. De meeste zijn te bezichti
Portugals culturele erfenis is
zien in het Museu de Lamego, U
gehuisvest in een oud bisschop
paleis, dat in de achttiende 'E
werd herbouwd. Zo is er bij >k
beeld een schilder ij ententoo d;
ling, een keramiekexpositie e nc
voorbeelden te zien van meube in
ligieuze aandenkens en arche ie
sche vondsten. Lamego zelf ine
historische stad, met prachtif 'ht
bouwen en tuinen en uitzicht e c
vele wijngaarden en de Douidt
De stad, die in oorsprong weien
woond door een Grieks-Keltisc lc
volking, dateert uit 569. Er zij zei
tien religieuze gebouwen te bei [e\
gen, die zijn gebouwd tussen lijc
vende en achttiende eeuw. Ee lei
de belangrijkste is de kathedra
De kustweg tussen Oporto ric
grensplaats Viana do Costela! 1
verlaten bij. Geen mens te
maar plotseling schiet een los!
de hond de weg op. Ontwijke
niet meer. Het dier blijkt, g
dank, op slag dood. Verward 1^
we rond of er iemand verder ks M
pen. Niemand.
Later in Viana meldden we het z
val bij de politie. De agent wil
maar weten of we Hollandse si
hebben. En die hond. „Ach, mi
daar zijn er genoeg van in Porti
breed en in kilometers is de afstand
niet zo groot, maar snelwegen zijn
dun gezaaid. Het grootste deel van
de reis moet worden afgelegd via
smalle bergweggetjes, waar inhalen
levensgevaarlijk, zo niet onmogelijk
is.
Automobilisten krijgen op deze ma
nier wel de kans het prachtige land
schap tot zich te nemen. Hotels, in
de middenklasse, kosten per twee
persoonskamer tussen 100 en 150
gulden per nacht. Het kan vrijwel
overal goedkoper, maar dan moeten
concessies aan het comfort worden
gedaan. Maar ook in de goedkopere
prijsklassen is er altijd een bijna
gouden wet: het is er schoon.
Culinair staat Portugal op goed ni
veau. Specialiteiten van de Douro
zijn onder meer worstjes, gevulde fo
rel en hambrood. Wie een restaurant
binnengaat zal de enorme variëteit
aan visgerechten ontdekken. De
kwaliteit van het gebodene is over
het algemeen prima, de ambiance
vaak sober. De salades die bij de
maaltijden worden geserveerd val-
foto Portugees Verkeersbureau
len op door de verfijnde smaak.
En dan natuurlijk de wijn. Port is de
trots van de streek en van een betere
kwaliteit dan bij ons in de winkel
schappen staat. Vaak zit er in de be
tere portwijnen bezinksel in de fles,
volgens kenners het bewijs dat het
dan om een betere soort gaat die niet
wordt uitgevoerd. Uit deze omge
ving komt ook de prachtige rode
Dao-wijn, die we ooit aangelengd
met een Portugese Spa leerden ken
nen, en niet te vergeten de Vinho
Verde, de 'groene' wijn, die zo jong
den. De Portugese taal heeft welis
waar dezelfde Latijnse oorsprong als
het Frans en het Spaans, maar is ze
ker wanneer zij gesproken wordt erg
moeilijk te volgen. Zelfs iemand die
behoorlijk Spaans spreekt, ontdekt
dat al snel dat men jou wèl verstaat,
maar dat het antwoord klinkt als
een soort Russisch. Ssssjj, sssjjj,
overheerst in veel zinnen.
Opmerkelijk is - het dat Portugal
meer affiniteit heeft met de Engel
sen, met wie de Portugezen ooit de
zeeën beheersten, dan met de
Spaanse buren. Door de eeuwen
heen is er altijd een soort rivaliteit
geweest van deze volken, die teza
men het Iberisch Schiereiland bevol
ken. De afscheiding is ook deze eeuw
versterkt omdat de grenzen tussen
beide landen jarenlang vrijwel geslo
ten zijn geweest. In Spanje heerste
toentertijd dictator Franco en in
Portugal de al even autoritaire Sala-
zar. Maar ook nu de grenzen open
zijn is er geen sprake van een grote
liefde tussen beide Iberische volken.
Misschien öïndat ze wel teveel op el
kaar lijken, en omdat ze misschien
wel allebei zo trots zijn...
Wie per vliegtuig naar Portugal gaat
en landt in Oporto is, met een huur
auto, zeker twee a drie uur onder
weg naar het Douro-gebied. flemels-
De eeuwenoude kathedraal van Lamego.
door Jacques Geluk
De oude man met een doorgroefd ge
zicht kijkt ons, op zijn manier, kri
tisch aan. De weg kwijt zijn in
Noord-Portugal is niet erg, maar
toch zijn we blij na een kwartier een
levend wezen te zien. De
geïnteresseerd lijkt in de Algarve,
waar vooral zon en strand vooi* ver
tier zorgen.
Het steekt zelfs een beetje.
Noord-Portugal wordt vooral be
zocht door wat oudere mensen, die
vaak met eigen auto door het land
schap toeren. En het is waar, voor
Portugees glimlacht als we hem de jongeren die van disco's en andere
route naar Vila Real vragen. Die toe
risten toch, zie je hem denken, ter
wijl hij zijn ezel corrigeert als het
beest in de berm wil grazen. De rech
terhand wijst in de rich
ting waar we net vandaan
kwamen. Met zijn andere
hand steekt hij vier vin
gers omhoog, waar we uit
begrijpen dat ons dóel op
een evenveel kilometers
afstand ligt.
De Alto-Douro in Noord-
Portugal is een prachtig
groen gebied met glooien
de heuvels waarop de
wijnranken het prima
doen oude monumen
ten en schilderachtige
stadjes. De inwoners van
dit gebied begrijpen er
dan ook niets van dat het
gros van de toeristen die
Portugal bezoeken alleen
uitgaansmogelijkheden houden, is
er veel minder te doen dan in de Al
garve of in de hoofstad Lissabon.
Maar dat is juist het aantrekkelijke
van de streek, zeker als je
prijs stelt op contacten
met de gewone Portugees
in zo'n dorpje in het bin
nenland waar het nog lijkt
of je de eerste toerist bent.
Met wie je samen soms
met handen en voeten
zo'n boeiend 'gesprek'
kunt voeren. Dat vrijwel
altijd eindigt met een
strijdje wie de wijn mag
betalen. En veel handen
schudden.
Toch is het opvallend hoe
veel Portugezen, zeker in
de kuststrook, het Engels
redelijk tot goed beheer
sen, waardoor toeristen
toch weinig taalmoeilijk
heden zullen ondervin-