'We kunnen het gezicht van de wereld veranderen' stil, en dromen van een hemel Hliar zwakste overwint. ran een wereld zó ontzind Sonia geeft Gandhi- aanhang hoop Zaterdag D I ET Leidse Courant fl zaterdag 12 september 1992 i <lt \'chru/Gandhi-dynastie die India bijna zonder ierbreking vanaf 1947 heeft bestuurd, begon rzaam te vervagen in het publieke geheugen in vijftien maanden na de bomaanslag op Rajiv indhi. Maar de speculaties dat de dynastie zal jrugkeren in de persoon van Rajivs weduwe lonia steken na de publikatie van haar boek 'Rajiv' steeds meer de kop op. door Tavleen Singh Nadat ze het aanbod had afgewezen om premier te wor den na de moord op haar echtgenoot tijdens de verkie zingscampagnes, hield ze zich schuil achter de hoge, zwaar bewaakte muren van haar witgepleisterde koloni ale bungalow. Ze verscheen zelden in het openbaar, gaf geen interviews en kwam slechts enkele malen tevoor schijn om familierituelen bij te wonen. Dat haar huis nog steeds beschouwd werd als een alter natief machtscentrum, kwam doordat de Gandhi-ge- trouwen in de regerende'Congrespartij duidelijk hadden gemaakt dat Sonia, mocht ze toch premier willen wor den, onmiddellijk hun steun zou krijgen ei^ dat ze pre mier Narashima Roa zouden laten vallen. Plichtsgetrouw Niets wees erop dat Sonia het aanbod alsnog zou aannemen. Plichtsgetrouw ontving ze politici en buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders, maar ze weerstond de pogingen om haar de politiek binnen te lokken. Geleidelijk begonnen zelfs de felste Gandhi- aanhangers te aanvaarden dat ze geen interesse had voor de functie. Door het boek dat Sonia Gandhi nu heeft geschreven, verandert echter het beeld. Voor iemand die bekend staat als een uiterst gesloten persoonlijkheid, is ze zeer openhartig over haar intiemste momenten met Rajiv. Ze beschrijft hoe ze als de Italiaanse Sonia Manio uit een stadje bij Turijn Rajiv voor het eerst ontmoette in een Grieks restaurant in Cambridge in 1965. „Toen onze ogen elkaar ontmoetten voelde ik mijn hart bonzen. We begroetten elkaar en wat mij betreft was het liefde op het eerste gezicht. Dat was het voor hem ook". Indiërs praten zelden over deze dingen. Alles wat te maken heeft met liefde wordt als te persoonlijk beschouwd. Over de liefde die Jawaharlal Nehru koesterde voor Edwina Mountbatten wordt zelden of nooit geschreven óf gepraat. Sonia's onthullingen, vergezeld van privékiekjes, zijn dus een grote verrassing. De grootste controverse is evenwel ontstaan rondom haar beschuldigingen dat de Indiase regering haar man niet genoeg veiligheid geboden heeft. Ze schrijft dat „iedere dag nieuwe en flagrante voorbeelden bracht van hoe licht men over Rajivs veiligheid dacht en hoe zorgeloos men daarmee omsprong. Iedere keer dat Priyanka (haar dochter, red.) en ik hem gedag zeiden wanneer hij met slechts één persoonlijke lijfwacht op reis ging, voelden we ons tot hij weer thuis was Na de moord in 1984 op Rajivs moeder Indira Gandhi was er een speciale bewakingseenheid opgericht, de Speciale Veiligheidsgroep. Die had Rajiv moeten bewaken, aldus Sonia Gandhi. „De nieuwe regering was zich hier goed van bewust", schrijft ze. „Maar toch trokken ze Rajivs gespecialiseerde beveiliging terug en vervingen die door mensen die niet voor deze specifieke taak waren getraind". En dat terwijl Rajiv volgens zijn weduwe op de zwarte lijst van meer dan tien terroristische groeperingen stond. Niet blij De toenmalige premier Chandra Shekhar is niet blij met de beschuldigingen. „Tussen de zeven en negen man veiligheidspersoneel zijn omgekomen bij de bomaanslag op Rajiv Gandhi, dus hij moet meer dan twee lijfwachten hebben gehad", zegt hij. Rajiv Gandhi kreeg bij na evenveel bescherming als de premier". En wat betreft de Speciale Veiligheidsgroep, die was nou eenmaal opgericht voor de bescherming van de premier en niet voor een oppositieleider. Sonia Gandhi's commentaar valt samen met de terugkeer in het nieuws van de dood van haar man. Het proces tegen een aantal Tamil-extremisten die achter de aanslag zouden zitten is begonnen. In haar boek spreidt Sonia Gandhi een onverwachte politieke scherpzinnigheid ten toon en probeert ze de mythe waarmee de Gandhi-dynastie omringd is luister bij te zetten. Heilige Haar schoonmoeder, die algemeen wordt beschouwd als de meest meedogenloze politicus van India, wordt geportretteerd als een soort heilige die tegen een bijna onmogelijke overmacht streed. Rajiv wordt in zelfs nog gloedvollere termen beschreven. Voor Sonia was hij het offerlam van een systeem dat hem heeft vernietigd. De aura van de Gandhi-dynastie, die voor het eerst sinds de onafhankelijkheid geen lid in de regering heeft of langs de politieke zijlijn heeft staan, bestaat grotendeels op grond van deze mythe van opoffering. De vraag die in politieke kringen wordt gesteld is of het boek het begin markeert van een comeback. En mocht dat zo zijn, welk lid van de familie zal dan worden uitverkoren als troonopvolger? De meest waarschijnlijke keuze is die tussen Sonia zelf en Priyanka. Rahul, Sonia's enige zoon en student aan de universiteit van Harvard, zou niet geïnteresseerd zijn in politiek. De Congrespartij gelooft dat Sonia geen politieke ambitie heeft en velen geloven dat Priyanka de aangewezen persoon zou zijn om in de voetsporen van haar vader te treden. Met haar 21 jaar is ze nog te jong. Maar over vier jaar, wanneer de volgende verkiezingen zullen worden gehouden, is ze voor de politiek oud genoeg. Belangstelling Het lijdt geen twijfel dat de belangstelling voor de dynastie even groot is als altijd. Het boek is binnen een week vrijwel uitverkocht, ondanks het feit dat het naar Indiase maatstaven een fortuin kost. Mensen die het zich niet kunnen permitteren lezen gretig de samenvattingen in de kranten. Per slot van rekening, zo redeneren ze, zijn ze mogelijk getuige van de start van een nieuwe legende. (The Sunday-Times) ongerust". Het winkelende publiek in Amersfoort zal vandaag toch even vreemd opkijken. Clowns, acrobaten, musici, mime-spelers en dansers bepalen dan het straatbeeld. En overal in kerken, scholen en andere openbare gebouwen, op pleinen en in tenten luisterende, discussiërende, zingende, spelende of dansende mensen. Toch beoogt de tweede nationale Kerkendag iets anders: een brede bezinning door christenen van alle gezindten op vraagstukken rond oorlog en vrede, honger en armoede. poto Henk Tukker Kerkendagcoördinator Jan Gruiters (links) en secretaris ds. Wim van der Zee van de Raad van Kerken: 'Het conciliair proces is een tegenbeweging van solidariteit en hoop tegenover de trend van individualisme, materialisme, scepsis, cynisme en defaitisme' door Theo Krabbe De formule van de Kerkendag onder het motto 'Om een geloofwaardig ge tuigenis' staat bij voorbaat garant voor succes, weten Jan Gruiters, coördinator van de Kerkendag en ds. Wim van der Zee, algemeen secreta ris van de Raad van Kerken in Ne derland. Tienduizend mensen heb ben zich reeds aangemeld als deelne mers, zo'n driehonderd kerkelijke en maatschappelijke organisaties zullen aanwezig zijn op de 'markt der mogelijkheden', zo'n vierhon derd sprekers uit de kerken, politiek en maatschappelijke organisaties verzorgen een programma-onder deel. En een keur van dansers en an dere kunstenmakers verleent met enthousiasme z'n medewerking. Toch mikken Gruiters en Van der Zee niet op een kortstondig en een malig succes. Voor Wim van der Zee is een andere vraag veel wezenlijker. En dat is de. vraag naar de veranke ring bij de mensen zelf van het conci liair proces voor gerechtigheid, vre de en het behoud van de schepping, waartoe de Raad van Kerken vijf jaar geleden opriep en deze tweede Kerkendag een verdere impuls moet geven, „Zal het conciliair proces en zijn conciliaire programma blijvend een tegenbeweging gaande kunnen houden? Tegen de heersende trends in onze maatschappij in?", vraagt Wim van der Zee zich af in het Ker- kendagboek 1992. „Een beweging van solidariteit tegen individualis me en materialisme. Een beweging van hoop tegenover scepsis, cynisme en defaitisme. Een beweging van zorg voor de schepping tegenover roekeloze verspilling en vernieling. Een beweging van mensen die conci liair met elkaar omgaan, een hoop vol geluid laten horen en voorbeel den bieden van een andere stijl van leven." Drie jaar geleden, om precies te zijn op zaterdag 16 september 1989, hield de Nederlandse Raad van Ker ken in de Utrechtse Veemarkthallen de eerste Kerkendag. Die oecumeni sche samenkomst was de voorlopige afsluiting van het „conciliair proces voor vrede, gerechtigheid en het be houd van de schepping" na drieja ren van „voorbereiding, verdieping en verbreding." Zo'n achttiendui zend christenen, mensen met ver schillende kerkelijke gezindtes en geloofsoriëntatie, namen er aan deel. Politieke vragen rond vrede, gerechtigheid en milieu voerden er in de Veemarkthallen de boventoon. „Een succes", vonden nogal wat me dia, „een hoogtepunt in de oecume ne", ja zelfs „een novum in de Ne derlandse kerkgeschiedenis." Achter al die oecumenische eensge zindheid en saamhorigheid op de Kerkendag sloop via de achterdeur toch de kerkelijke en religieuze ver deeldheid weer binnen. Rooms-ka- tholieken kregen te horen altijd maar uit te gaan van wat in oor sprong goed was, protestanten wer den gewezen op hun neiging het vooral te zoeken in het kwaad. De maatschappelijk bewuste christe nen, die op de^ Kerkendag de eerste viool speelden, hadden een gebrek aan geloof en 'het belijden', vonden de reformatorischen. En die op hun beurt vluchten in een persoonlijk ge loof, zeiden de maatschappelijk be- wusten. En de oecumenischen von den dat de kerkmuren maar beter helemaal afgebroken konden wor den. ritualiteit, die moet leiden tot maat schappelijk engagement", haast coördinator Jan Gruiters zich er aan toe te voegen. Een programma met 'identificatiepunten' en 'herken baarheid' voor christenen van alle gezindten, vooral „voor die groepen en bewegingen, die nog geen deel uitmaken van oecumenisch Neder land." „Meer accent op spiritualiteit", zo benadrukt Jan Gruiters, „is geen kerkpolitiek compromis om de rech terflank binnen boord te houden. Ik heb het gevoel dat het wereldbeeld na 1989 toch wat onoverzichtelijker is geworden. Er bestaat meer be hoefte aan bezinning, heroriëntatie, spiritualiteit. Ik zie ook bij jonge mensen een groeiende behoefte aan transcendente vragen, aan zinge- Kerkendag inteken van maatschappelijk engagementen spiritualiteit Draagvlak Die kritiek hebben de coördinator van de Kerkendag en de algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland zich ter harte geno men. Veel energie hebben Gruiters en Van der Zee gestoken in gesprek ken met de vertegenwoordigers van de Gereformeerde Bond van ir. J. de Graaf binnen de Nederlands Her vormde Kerk, van de Evangelische Alliantie, van de confessionelen bin nen de gereformeerde gezindte en met katholieke maatschappelijke or ganisaties, die wat terzijde van het conciliair proces staan. Doel ervan was een zo breed mogelijk draagvlak onder christenen voor deze tweede Kerkendag te creëren. Het resultaat ervan is in het programma terug te vinden. Een programma, waar dit keer veel ruimte is voor bezinning en spiritualiteit. „Maar dan wel een spi- ving. Aan een ervaren, dat je deel uitmaakt van een bezield verband. Van een Kerkendag 'zonder tanden', zoals critici beweren, wil Gruiters niet weten. „Integendeel. Op deze kerkendag worden de onderwerpen veel fundamenteler besproken. Heel nadrukkelijk wordt de economische grondslag van onze samenleving ter discussie gesteld. Hoe verhoudt het bijbels ABC zich tot het economisch ABC? Dat soort vragen ontbreken niet." Trialoog De Kerkendag wil vooral fungeren als een podium, waarop kerken, maatschappelijke organisaties en de politiek met elkaar in gesprek ko men, aldus Gruiters. Hij spreekt van een trialoog, die naar voren komt in het hoofdprogramma, het debat in de Joriskerk over 'Kerken op weg naar 2000' en 'Op weg naar een leef bare samenleving'. Aan dat debat zal bijvoorbeeld worden deelgenomen door prof. Schuurman, lid van de Eerste Kamer van de RPF, en de mi nister van Justitie prof. Hirsch Bal- lin, die de kerken regelmatig opge roepen heeft hun publieke functie serieus te nemen, zich de strijd tegen de criminaliteit aan te trekken en de burgers in de ontwrichte samenle ving weer van een maatschappij-sa menbindende moraal te voorzien. Centraal in dat Jorisdebat staat de vraag hoe kerken, politieke en maat schappelijke organisaties zich tot el kaar verhouden. „Zijn zij eikaars te genspelers of bondgenoten? Hoe zouden kerken, politieke en maat schappelijke organisaties zich geza menlijk kunnen inzetten voor een leefbare wereld? Wat staat zo'n leef bare wereld in de weg en hoe ziet zo'n wereld er eigenlijk uit?" Daar naast is er een oecumenische acade mie, waarin talrijke vragen rond de oecumene (spiritualiteit en engage ment, de doorwerking van het Chris telijk Sociaal Congres, oecumene aan de basis, oecumenische liedbun dels) aan de orde worden gesteld. Verder bestaat het programma uit veertien zogeheten 'prioriteitenpro gramma's (over zaken als de tweede ling in de samenleving, godsdienst en nationalisme, Columbus, Afrika, de achterstandspositie van vrouwen in kerk en samenleving, multi-cultu- reel samenleven), een apart kinder programma, culturele activiteiten en een kleine vijftig workshops (over het milieu, overbevolking in de der de wereld, sexistisch taalgebruik in de liturgie, het gezin als hoeksteen van de samenleving, kerken en ho- mosekèualiteit, de Golfoorlog, vluchtelingen, de economie, aids). Op het laatste moment hebben de organisatoren van de Kerkendag twee nieuwe programma's toege voegd aan dit omvangrijke pakket: een gebedsdienst voor de slachtof fers van de burgeroorlog in het voor malige Joegoslavië en het Requiem van Fauré, dat door Hagacantare ten gehore wordt gebracht, waarvan de opbrengst bestemd is voor de ac tie tegen de honger in Afrika. Voor dominee Wim van der Zee ligt de winst van vijf jaar conciliair pro ces vooral in twee dingen. Allereerst is het inzicht gegroeid dat de grote wereldproblemen, verarming, bewa pening en milieuaantasting, met el kaar samenhangen en alleen in hun onderlinge samenhang kunnen wor den opgelost. En ten tweede hebben kerken erkend dat deze vraagstuk ken wezenlijke geloofsvragen behel zen. Daarmee zijn ze blijvend op de agenda van de kerken gezet. „Het conciliair proces is een goeie tegen zet geweest tegen een groeiende een zijdige accentuering van spirituali teit, geborgenheid en veiligheid. We hebben tijdig een' tegeninjectie kun nen geven tegen het afglijden van kerken in persoonlijke vragen van zingeving en religiositeit." Van der Zee erkent dat de 'vertaalslag' van het conciliair proces op lokaal ni veau in het zoeken naar bondgeno ten en in de beïnvloeding van de poli tiek nog niet tot stand gebracht is. „Dat is een geweldig moeizaam pro ces, dat we onderschat hebben. Eén van de dingen die ik altijd tegen een Raad van Kerken zeg op de vraag wat ze moeten doen is het volgen van de agenda van de gemeenteraad. Maar dat zoeken naar bondgenoten en dat gesprek met de politiek is niet gemakkelijk." Wat dat betreft ver wacht Van der Zee dat op de Kerken dag vooral 'haalbare modellen' ge toond worden, en 'hoopvolle verha len' verteld worden. „Ik hoop dat de Kerkendag de sfeer zal ademen, dat de wereld niet opgegeven is, maar ie der er op zijn of haar wijze iets aan kan doen. Voor die mensen, die in hun kleine clubje, gemeente of paro chie sappelen, is het al een teken van hoop om mensen te ontmoeten die daar ook zo mee bezig zijn. Het is leuk om elkaar te zien, elkaar te be moedigen en bij elkaar uit te huilen. Veel kleine mensen die op veel klei ne plaatsen veel kleine dingen doen, kunnen het gezicht van de wereld veranderen." Nadere inlichtingen bij het Secreta riaat voor de Kerkendag, Postbus 19066, 3501 DB Utrecht. Tel. 030- 368448

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 29