Kappers op
milieu-missie
Teamgeest komt uit de heupen
De wijnboer
moet een paar
stapjes terug
Vandaag De Dag sssri 5
vrouwen
Het burn-out
syndroom bij
Er is misschien goed nieuws. De Franse
wijnboer, tot nog toe de arrogantste
zakkenvuller ter wereld, zit in de
problemen. Gigantische markten als de VS
en Japan hebben zich teruggetrokken en
enorme afnemers in Engeland, België en
Nederland hebben even niks meer nodig,
want hun pakhuizen liggen nog vol met
onverkochte acht- en negenentachtigers.
Hoera, zult u zeggen. De prijzen gaan dus
dalen?
De kapper spoelt wekelijks chemische troep door het
riool. Om maar te zwijgen van alle drijfgassen die hij de
atmosfeer inspuit en de weggooiverpakkingen die hij met
de vuilnisman meegeeft.
Het Haags Kapperskollektief stelt zich daartegen teweer;
van Terneuzen tot Tokio.
SPREEKUUR
foto sopexa
tanse wijnboer heeft zorgen. De afzet stagneert, de
krs liggen te vol.
drs. K.L. de korte-MUNK,
psycholoog
foto Jacques Zorgman
Het Haags Kapperskollektief rondom model Frances: v.l.n.r. John Becker, Wim Deursen, Dick de Vries, Alfon Gordijn en
Martin Willems.
door Coos Versteeg
Hun boodschap heeft al veel aan
dacht gehad, maar is nog steeds ac
tueel: kappers zorgen - onnodig! -
voor enorme milieuverontreiniging.
Kranten, radio en televisie; de vijf le
den van het Haags Kapperskollek
tief grijpen alle mogelijkheden aan
om de strijd tegen de alkalische pro-
dukten, tegen de drijfgassen en te
gen de individuele mini-verpakkin
gen.
„We zijn heuis geen geitewollensok
ken-kappers die de klanten met uit
geperste aardbeien behandelen",
verduidelijkt Dick de Vries. „Maar
het is natuurlijk kolder datje bij ie
dere klant een plastic miniflesje
shampoo gebruikt dat je vervolgens
leeg in de container gooit".
Zo zijn er voorbeelden te over. Gel in
tubes, onzin. Spuitbussen, volstrekt
overbodig. Bij de vijf kapperswinkels
van het Haags Kapperscollectief
hebben de weggooiverpakkingen
plaats gemaakt voor navulbare
tweeliterflessen met een pompje, zo
ook de gel. En de stoffen die met een
verstuiver moeten worden opge
bracht, worden niet door gas aange
dreven, maar gewoon met een hand
pompje.
Samenstelling
Ook de samenstelling van de midde
len die men in de winkels gebruikt
heeft de aandacht van de 'groene'
kappers. „Bij permanenten ontkom
je er niet aan een beetje ammoniak
te gebruiken", legt Dick de Vries uit.
Maar er wordt zijns inziens nog
steeds te gemakkelijk naar.milieube
lastende stoffen
gegrepen, terwijl
er zeer goede al
ternatieven
voorhanden zijn.
Ze kennen el
kaar uit het kap
per scafé dat ja
renlang op
maandag in het
Haagse Pulchri
Studio werd ge
houden. Dick de
Vries, Wim
Deursen, Martin
Willems, Alfon
Gordijn en John
Becker; vijf swingende Haagse kap
pers, die naast hun eigen zaak een
leuke cent bijverdienden door her en
der in het land hun kunnen te de
monstreren en daarbij bepaalde pro-
dukten promoten. Wie niet in het de
monstratie-circuit van Indola zat,
deed het wel voor Wella, Schwarz
kopf of 1'Or eal.
„In het kapperscafé maakten we re
gelmatig praatjes met elkaar over
het vak, hoe dingen veranderden, zo
als het wegvallen van de aparte da
mes- en herensalons of het feit dat
mensen niet meer één keer per week
komen. Hoe je je zaak aantrekkelij
ker kon maken"
Van het een kwam het ander. De
heren kappers waren inmiddels zelf
vader geworden en dachten ook eens
na over het toekomstperspectief van
hun kroost. „Onwillekeurig sta je
dan toch veel meer stil bij het mi
lieu", zegt Dick de Vries.
Ze sloegen de handen ineen. De com
merciële banden met de fabrikanten
werden verbro
ken, in hun win
kels kwamen an
dere produkten
op de plank te
staan en voort
aan deden ze
hun demonstra
ties gevijven; op
eigen initiatief
en niet meer om
een produkt te
promoten, maar
om een bood
schap uit te dra
gen.
Denk nu ovèri-
gens bij dat laatste niet meteen aan
zalvende missionarissen. Want met
vijf knippende Hagenezen op een po
dium krijg je natuurlijk dolle pret.
Dat is plat-Haags cabaret van het
kaliber Koot Bie en dat dan ook
nog vergezeld van een daverende
dans- en discoshow, ze blijvenb ten
slotte met uiterlijke zaken bezig. Bij
de laatste presentatie in Den Haag
stond er een grote chemocar op het
podium die demonstratief vol verbo
den produkten werd gegooid. Bij
elke lading klonk een explosie en vlo
gen dansers uitgerust met gasmas
kers te voorschijn.
Wella
Inmiddels hebben de Haagse kap
pers zich toch weer onder de paraplu
van een fabrikant geschaard. „Ge
dwongen door de steeds kritischer
wordende consument heeft fabri
kant Wella een complete milieu
vriendelijke produktenlijn op de
markt gebracht. Dat is natuurlijk
prima, want dan kun je op verant
woorde wijze toch een kwalitatief
hoogewaardig produkt brengen", al
dus Dick de Vries. Maar bovendien:
alle inkomsten die ze nu weer via
Wella genieten, gaan in de vereni
gingskas. „Zelf is zoiets financieel
niet op te brengen. Alleen al op de
mailing loop je leeg".
De milieu-missie brengt het Haags
Kapperskollektief op plaatsen door
het hele land. Twee maal per jaar
maken ze een toernee door Neder
land om hun vakgenoten te wijzen
op de mogelijkheden en onmogelijk
heden van milieuvriendelijke kap-
persprodukten. Om ze bij te brengen
dat het een kleine moeite is om res
tanten van absoluut noodzakelijke
schadelijke stoffen in een aparte
containert te verzamelen en bij de
chemocar in te leveren.
En de missie houdt niet op bij de
grens. Zaten de heren begin dit jaar
nog in Praag, volgende maand rei
zen ze naar Tokio, Bangkok en Pa-
nang. „We zijn daar bij het wereld
kampioenschap voor kappers. Niet
om zelf aan de wedstrijden mee te
doen, we zijn geen wedstrijdkappers,
maar om ons verhaal op de bijbeho
rende beurs te doen. Het is de groot
ste kappersbeurs ter wereld en we
hebben er nu al drie afspraken met
mensen van vakbladen. Alleen onze
act in plat Haags - daar koketteren
we een beetje mee - zal het daar wel
niet zo goed doen".
Maar de bekentenis: 'ik ben al 25
jaar kapper en schat dat ik in die tijd
zo'n vijfduizend liter troep in het mi
lieu heb gedonderd' moet ook in Ja
pan overkomen.
door Evelien Baks
Misschien is dit wel het laatste wat u heeft durven
vermoeden, maar buikdansen leidt tot verbroede
ring en teamgeest.
Eén sessie buikdansen en spanningen lijken te
verdwijnen. En dat niet alleen. Buikdansen op het
werk kan ertoe leiden dat die suffige, starre colle
ga opeens met andere ogen wordt bekeken, omdat
hij wel als eerste erin slaagde de heupen aan het
draaien te krijgen.
„Je weet niet watje ziet. Tijdens zo'n sessie komt
iedereen los. De een wat eerder dan de ander,
maar uiteindelijk doet iedereen mee", zegt buik
danseres Yonina, verantwoordelijk voor deze
nieuwe training. „Er ontstaat een gevoel van
saamhorigheid. Opmerkelijk is ook dat het meest
al de stilste personen zijn, die uiteindelijk met de
meeste flair dansen. Collega's zien elkaar opeens
anders. De sfeer wordt losser, vriendelijker. En
daardoor durven ze op het werk ook meer tegen
elkaar te zeggen".
Buikdansen voor managers. Het klinkt misschien
belachelijk, maar de training van Yonina is echter
vaak een welkome onderbreking van een hele dag
vergaderen. Een half uurtje ontspannen en opla
den, en vervolgens gaan ze er weer fris tegenaan.
Yonina, afkomstig uit New York, belandde twaalf
jaar geleden in Nederland waar ze vervolgens in
Amsterdam haar eerste buikdanslessen verzorg
de.
Showmaster
Naam maakte ze in de jaren daarop met haar op
treden als assistente van showmaster Willem
Ruis. Lessen geeft ze nog steeds in haar Amster
damse studio, maar daarnaast wordt ze steeds va
ker door het bedrijfsleven ingeschakeld.
„Ik kom overal", zegt ze. „Van bruiloften in
Noordhollandse dorpen tot in de vergaderzaal
van topbedrijven als Shell. Maar overal zie je het
zelfde gebeuren; mensen gaan meedoen. Ze la
chen en genieten, komen helemaal los. En dat is
tenslotte de bedoeling".
De buikdanseres ziet haar bezigheden als pure
sport. „Dansen is sport. En dat buikdansen sier
lijk en mooi is, voegt daar nog een extra dimensie
aan toe. Ik zie het ook als een soort gymnastiek.
Goed voor benen, buik en schouders. Het voordeel
van buikdansen is dat je je niet in allerlei sport-
kledij hoeft te hijsen. Managers doen de jasjes uit,
en hup daar gaan ze".
„Als een uitgebrand huis voel ik
me," sprak een cliënte, die net als
zoveelseksegenoten een
combinatie van huisvrouw,
echtgenote, moeder en
werkneemster is. Een perfecte
beschrijving van het burn-out
syndroom.
Burn-out: afbranden of
opbranden? Nee, letterlijk
uitbranden. De buitenkant blijft
intact terwijl men het gevoel
heeft van binnen uitgehold te
zijn. Een syndroom bestaat uit
een aantal symptomen. Bij het
burn-out syndroom zien we
vooral: lusteloosheid,
prikkelbaarheid,
concentratieproblemen, over
vermoeidheid.
Dat hardwerkende mannen er
last van kunnen krijgen is vrij
bekend. Omdat de vrouw op de
arbeidsmarkt nog een
betrekkelijk nieuw fenomeen is
zijn er nog niet veel gegevens over
vrouwen met burn-out
verschijnselen. Informatie van
huisartsen en psychologen leert
ons dat hun aantal toeneemt.
Begrijpelijk: steeds meer
vrouwen proberen werk
buitenshuis met het huishouden
te verenigen.
Waarom kost dat de meesten zo'n
moeite, waarom dreigen er zoveel
kopje onder te gaan? Eén van de
hoofdredenen: de diverse rollen
die zij menen te moeten spelen.
In het werk de kordate,
doortastende vrouw, die 'haar
mannetje staat'. Thuis het
traditionele moederdier.
Vrouwen leren - ook nu nog - van
hun moeders dat zij een
opofferende, verzorgende taak
hebben. Thuisgekomen van hun
werk gaan ze geforceerd in het
schort om vervolgens als
liefhebbende verpleegster,
therapeute, kokkin,
schoonmaakster het gezin te
dienen. Omdat die rol haaks op
die van de ondernemende,
ambitieuze vrouw staat is de
omschakeling groot. Er ontstaan
dus spanningen. En die vreten
energie. Gevolg:
oververmoeidheid en uitputting.
Het misleidende is dat bijna alle
vrouwen die je ernaar vraagt
enthousiast melden dat ze die
combinatie nou juist zo fijn
vinden. Het geeft ze het intense
gevoel volledig bezig te zijn. Maar'
ook een voldaan en gelukkig
mens kan overbelast raken! De
accu raakt leeg en als ze niet
oppast wordt de vrouw ziek.
Hoe dit te voorkomen?
Een werkende moeder heeft de
neiging zich over-
verantwoordelijk te voelen. Ze
houdt graag de touwtjes in
handen en is bang voor
controleverlies. Staat de
afwasboel kniehoog dan voelt zij
zich schuldig. Maakt zoonlief zijn
huiswerk niet dan is dat haar
schuld.
Het thuisfront kan hier veel aan
doen. Door begrip te tonen en de
eigen verantwoordelijkheid op
zich te nemen. Nog te vaak horen
we man en kinderen zeggen:
'Oké, ze mag werken, als we er
maar geen last van hebben'.
Is het niet beter het zó te zien:
Elk gezinslid werkt hard:
moeder, vader en de kinderen.
Daardoor ontwikkelt ieder zich
en kan zo een nuttige bijdrage
vormen voor de maatschappij. De
taken thuis worden verdeeld.
Blijken daarbij problemen te
ontstaan dan is het toverwoord:
communicatie. Ga met het gezin
rond de tafel zitten en ga praten.
In een veranderende
samenleving is het van
levensbelang met het gezin en
met anderen te praten over de
plannen, de problemen en de
oplossingen daarvan.
Professionele hulpverleners zijn
daar lang niet altijd bij nodig.
Komt de vrouw er echt met haar
familie niet uit dan is meestal één
gesprek met huisarts of
psycholoog afdoende om haar te
leren inzien dat ze niet de enig-
verantwoordelijke is, zodat ook
zij kan zeggen: 'Niemand is
perfect, ik kan niet alles, maar als
we het samen aanpakken komen
we er zeker uit'.
Het gaat niet goed met de Franse wijnboer. In de drie
grote wijngebieden Bourgogne, Beaujolais en Bordeaux
kelderen momenteel de prijzen, nemen de voorraden
schrikbarend toe en verdienen de handelshuizen vrijwel
geen centime meer op hun bemiddeling.
U denkt: eindelijk gerechtigheid. Hoogmoed komt voor
de val.
Inderdaad, de Franse wijnboer, en dan vooral die uit de
Bourgogne, is een hoogmoedig mannetje. Het succes is
hem de afgelopen jaren naar het hoofd gestegen. Stond
er drie decennia terug op elk gemiddeld boerenerve
aldaar nog hooguit een lelijke eend, thans staan er
dienstknechten Rolls Royces te poetsen, want le patron
moet er straks mee naar zijn appartement aan de Cöte
d'Azur.
De gekte heeft in korte tijd geleid tot prijsstijgingen die
in vrijwel geen enkele andere branche denkbaar zijn.
Grote Bourgognenamen als Mersault, Pommard,
Puligny-Montrachet, Gevrey-Chambertin doen de
eenvoudige consument in de wijnwinkel rillen, want de
prijskaartjes vermelden bedragen als vijftig, zestig of
zeventig gulden per fles.
Waanzinprijzen, te meer omdat ze geen garantie op
kwaliteit bieden. Bourgogne is een vreselijk doolhoof,
waarin de leek absoluut verdwaalt. De ene Mersault is
bijvoorbeeld de andere niet. Zo heeft de ommuurde
Grand Cru wijngaard Clos de Vougeot wel tachtig
eigenaren, die allemaal tegen Grand Cru prijzen wijnen
maken, die echter lang niet allemaal van Grand Cru
kwaliteit zijn.
En wat denkt u van al die familieleden die allemaal een
wijngaardje hebben, die allemaal laten we zeggen Du
Bois heten maar die ook allemaal profiteren van de
Grote Naam van vader, oom of neef Henri. Want alleen
deze Henri Du Bois is een algemeen erkende kanjer als
het om het produceren van topbourgognes gaat; de rest,
ach, de rest schoffelt eens per week in de wijngaard wat
onkruid opzij, want straks komen de kopers toch wel. En
dat zijn dan weer de kopers die eigenlijk liever bij Henri
kopen, maar Henri heeft maar 120.000 kisten en die was
hij al in één ochtend kwijt aan drie Texaanse
oliebaronnen, één Engelse paardenfokker en vijf
Japanse electronica-giganten.
Golfcrisis
Waardoor kwam deze boer uiteindelijk toch in de proble
men? Verschillende oorzaken. Allereerst was er de Golf
crisis, die er toe leidde dat de VS zich uit de markt terug
trok. Zo begon het. Maar dat, zo blijkt nu, was niet tijde
lijk, maar structureel; er kwam een recessie bovenop.
Japan, een grote maar grillige markt met een onvoor
spelbaar koopgedrag, koopt al ruim een jaar minder dan
gehoopt en grote producenten uit Engeland (plus heel
veel speculanten) en België hebben van de topjaren '86,
'88 en '89 zoveel ingekocht dat de pakhuizen vol zitten.
De rentelasten zijn daardoor zo hoog dat de eerste faillis
sementen al zijn genoteerd.
Anderen proberen hun ondergang af te wenden door
wijn aan Frankrijk (of een ander land) terug te verko
pen. Vooral met voorraden uit Amerika is dat voor de
Franse consument een lucratieve zaak. Want dankzij de
goedkope dollar staan er nu wijnen uit '81, '82 en '83 in
de supermarkt te koop voor lagere prijzen dan de pre
mier tranche prijzen van toen. Een grootgrutter als de
Nederlandse Wijnbeurs wil in ons land zijn leden nog
wel eens zo'n partijtje offreren.
Gaan de prijzen nu dalen? Wis en waarachtig. Maar wat
is dalen. Tien procent, twintig, dertig? Het gebeurt hier
en daar al, je ziet zo nu en dan al opmerkelijk goedkope
partijtjes op de schappen verschijnen. Maar als dat mas
saal gebeurt, zijn topwijnen dan goedkoop? Wat is eigen
lijk goedkoop? Een Mersault als die van bijvoorbeeld Do-
maine Leroy daalt van 'onwaarschijnlijk duur' af naar
'nog steeds te duur', want wijn, wat is nou wijn. „Wine
cleans the mouth like a Hoover", zei Engelands beroem
de wijnauteur Hugh Johnson eens tijdens een bekakt di
ner, waar hij meestal een hekel aan heeft. Er zat een el
lendige snob voortdurend aan zijn kop te zeuren over de
fluwelen afdronk van een op leeftijd geraakte Vosne-Ro-
manée. Natuurlijk, ook Johnsons ziel krulde zich op in
zijn mandje, maar verkeerd gezeur over wijn kan een
mens niet altijd verdragen.
Tip
Hopen dus maar. .Hopen dat de trend zich doorzet en
topwijnen voor ons, gewoon publiek, leuk worden. Tip:
Amerikaanse wijnen, niet de slechtsten dus, zijn al flink
in prijs gedaald en dat komt natuurlijk door de dollar.
Wijnkoperij De Gouden Ton op de Denneweg, van ouds
her fameus op dit terrein, heeft al wijnen, o.a. die van
Napa Valley-gigant Fetzer (de Chardonnay 'Barrel Se
lect') die onder de dertig gulden zijn gedoken. Eigenaar
Nico McGough verwacht zelfs meer spektakel, als de dol
lar gaat zo die gaat.