Kostbaar donorbloed
Ex-partners, betaalt u maar
Weten Werken
ropische cyclonen
3or broeikaseffect?
lm
c i 9
Leidse Courant
dinsdag 8 september 1992 I U
milde
ïr tot
ijgen nj—
n vroef
i giftigargenomen banen van tropische cyclonen voor een
Het katern Weten Werken besteedt
op de voorpagina wekelijks aandacht
aan een nieuwe vinding, waarop
patent is verleend. De organisatie
die zich in ons land met het verlenen
van octrooien bezighoudt is de
Nederlandse Octrooi-raad, een
zelfstandige dienst van het
ministerie van economische zaken.
Een introductie.
Het loopt storm
voor 'Europese'
octrooien
door Paul Houkes
Het ontwikkelen van een nieuw idee
of produkt kost veel geld. Vaak gaan
er maanden van onderzoek aan
vooraf voor een bedrijf een vinding
kan toepassen en er geld mee kan
verdienen. Gaat het werkelijk om ets
nieuws, dan is het van groot belang
om het geestelijk eigendom van zo'n
vinding te beschermen. Anders kan
de eerste de beste concurrent het
idee overnemen en zonder al die
ontwikkelingskosten waarmee de
uitvinder werd geconfronteerd
ongestraft namaken.
Zo'n bescherming is te verkrijgen
door octrooi aan te vragen. Octrooi
of patent is een wettelijk erkend
recht van eigendom, dat gedurende
twintig jaar wordt verleend. In die
periode kan de octrooihouder ande
ren die zijn vinding namaken effec
tief juridisch aanpakken.
In ons land houdt de Nederlandse
Octrooiraad zich met het beoordelen
van die octrooiaanvragen bezig. De
Raad, die is gevestigd in Rijswijk, be
staat sinds 1912 als zelfstandige
dienst van het ministerie van econo
mische zaken. Elk jaar worden bij de
dienst enkele duizenden aanvragen
ingediend door bedrijven, die iets
nieuws hebben uitgevonden.
Volgens technisch ondervoorzitter
Gerard Oostrom van de Octrooiraad
is octrooiering van nieuwe ontdek
kingen voor het bedrijfsleven van
groot belang. „Ieder zichzelf respec
terend geïndustrialiseerd land heeft
een octrooiwet, want zonder be
schermingssysteem voor industriële
eigendommen is er eenvoudig geen
geschikt investeringsklimaat. Met
het open gaan van de Europese gren
zen wordt het afschermen van vin
dingen en produkten alleen nog
maar belangrijker. Je bént er ook
nog niet als je alleen in eigen land
patent op een vinding hebt verkre
gen; een buitenlandse onderneming
kan er dan alsnog mee aan de slag".
Juist om die reden is in Europa
maar ook in de rest van de we
reld een intensieve samenwer
king tot stand gekomen. In 1973
werd het Europees Octrooiverdrag
gesloten. In dat verdrag is geregeld
dat de verleningsprocedure voor ze
ventien Europese landen door één
organisatie wordt gedaan: het Euro
pese Octrooibureau, dat voor de
helft in Rijswijk is gevestigd. Een
vinding waarop door dat bureau oc
trooi wordt verleend verkrijgt na het
vervullen van enkele formaliteiten
automatisch nationale octrooien in
de aangesloten landen.
Het gevolg van die Europese samen
werking is wel dat het aantal aan
vragen voor het nationale octrooi
sterk daalt. Volgens Oostrom biedt
die Europese samenwerking echter
ook wel degelijk voordelen. De inves
teringen in apparatuur waarmee
alle octrooi-informatie straks digi
taal wordt opgeslagen zijn zo enorm,
die dit door Nederland alleen niet op
te brengen zouden zijn. Dankzij de
samenwerking wordt de grote hoe
veelheid aan technische kennis, die
bij het Octrooibureau is opgeslagen,
beter toegankelijk.
iHTER HET WEER
door reindert haarsma
oedsell
;n. Ze
Het doneren van bloed, ooit een redelijk ongecompliceerde en
onbaatzuchtige bezigheid, wordt steeds ingewikkelder. Op tal van gemene
ziektes moet ons bloed worden gecontroleerd. Daardoor wordt het duurder.
Regelmatig worden we opgeschrikt door
televisiebeelden van de gevolgen van de verwoestende
kracht van tropische cyclonen. Die van de orkaan
Andrew liggen nog heel vers in het geheugen. Veel
mensen zullen zich ook nog de beelden van vorig jaar
herinneren toen een tropische cycloon Bangladesj
teisterde. Samen met aardbevingen vormen tropische
cyclonen de grootste natuurlijke bedreiging. Het is dan
ook niet verwonderlijk dat binnen het klimaatonderzoek
grote aandacht wordt besteed aan de vraag of tengevolge
van het broeikaseffect de tropische cyclonen in kracht
en aantal zullen toenemen.
Tropische cyclonen zijn wervelstormen met een
diameter van een paar honderd kilometer. De kern met
daarin het 'oog', waarin het onbewolkt en vrijwel
windstil is, is meestal niet groter dan enkele tientallen
kilometers. Tropische cyclonen ontstaan boven warm
zeewater. Zij worden ten oosten van de datumgrens
orkanen (hurricanes) genoemd en ten westen daarvan
typhonen (typhoons).
De voornaamste energiebron voor tropische cyclonen is
het vrijkomen van latente warmte bij de condensatie van
vocht in de vorm van neerslag. Zij kunnen dan ook alleen
ontstaan wanneer er voldoende aanvoer is van vochtige
lucht. In het huidige klimaat gebeurt dit indien de
oppervlaktetemperatuur van het zeewater hoger is dan
20°C. De hoogte van deze drempelwaarde is een
ervaringsfeit, waarvoor een bevredigende
wetenschappelijke verklaring nog ontbreekt.
Door deze relatie met de zeewatertemperatuur bestaat
de vrees dat in een warmer klimaat het aantal en de
kracht van tropische cyclonen zal toenemen. Hoewel
warm zeewater een noodzakelijke voorwaarde is voor
het ontstaan van tropische cyclonen is het geen
voldoende voorwaarde. Tal van andere atmosferische
factoren, zoals wind, vocht en temperatuur in de
atmosfeer zijn mede bepalend voor hun ontstaan.
Bijgaande figuur laat zien dat niet overal waar het
zeewater warmer is dan 27°C tropische cyclonen
ontstaan. Hun aantal verschilt ook sterk van gebied tot
gebied. Deze figuur laat ook zien dat, hoewel ze alleen
ontstaan boven zeewater dat warmer is dan 27°C, ze zich
lange tijd kunnen handhaven boven kouder zeewater
wanneer hun baan in poolwaartse richting afbuigt.
Een probleem bij het analyseren van gegevens uit het
verleden is dat betrouwbare schattingen van het aantal
opgetreden tropische cyclonen slechts mogelijk zijn
sinds de introductie van satellieten in de zestiger jaren.
Een andere manier om de verandering in intensiteit en
aantal van tropische cyclonen bij een toename van het
broeikaseffect te bestuderen, is met behulp van
klimaatmodellen. Dit zijn computermodellen die het
huidige klimaat proberen te simuleren. Door in deze
klimaatmodellen bijvoorbeeld het C02-gehalte te
verdubbelen, wat volgens sommige prognoses aan het
einde van de volgende eeuw bereikt zal worden, kan dan
onderzocht worden wat de te verwachten
klimaatveranderingen tengevolge van het
broeikaseffect zullen zijn.
Het is duidelijk dat de waarde die we aan deze
verwachtingen moeten toekennen afhangt van het
vermogen van deze klimaatmodellen om het huidige
klimaat correct te simuleren. Hoewel er grote
vorderingen zijn gemaakt in het stimuleren van de
grootschalige patronen van de atmosferische circulatie
hebben de huidige klimaatmodellen nog problemen met
het correct simuleren van de kleinschalige details van
het klimaat. Tropische cyclonen, met een diameter van
een paar honderd kilometer, kunnen nog niet adequaat
gesimuleerd worden. De uitkomsten van de huidige
klimaatmodellen zijn dan ook allerminst eenduidig.
door Madeleine Roumen
Menselijk bloed wordt duur betaald.
Veiligheid eist immers haar tol. Bo
vendien worden de eisen aan de do
nor zwaarder.
De prijs per gebruiksklaar zakje
bloed is de afgelopen vijfjaar al met
twintig gulden gestegen. De komen
dejaren wordt dat alleen maar méér.
Dat komt ook omdat de vraag naar
bloed-op-maat sterk zal toenemen.
In de donorpool wordt dan gezocht
naar dat bloed wat het beste bij de
patiënt past.
Maar de prijs van bloed zegt nog
niets over de werkelijke waarde er
van. „Bloed is onbetaalbaar", zegt
internist dr. J. A. van der Does, die
directeur is van de Stichting Rode
Kruis Bloedbank in Den Haag. „Je
kunt nergens bloed kopen. Er is
geen fabriek die het produceert. De
prijs die ervoor moet worden be
taald, hebben wij erop gezet".
Veel mensen kennen de angst om via
donorbloed een enge ziekte op te lo
pen. Ook al is dat risico zeer klein nu
de donor telkens opnieuw wordt ge
controleerd. De held die belangeloos
bloed afstaat is sinds hiv en aids in
principe verdacht. Zijn seksuele ge
woonten worden blootgelegd voor
dat hij ook maar een druppel mag ge
ven. Vervolgens wordt zijn gift aan
vier tests onderworpen: op hepatitis
b (leverontsteking) vanaf 1970; he
patitis c sinds 1991; hiv (human im
munodeficiency virus) met ingang
van 1985; syfilis (lues) al vanaf 1950.
Het zakje met bloed zoals dat uitein
delijk aan het ziekenhuisbed hangt,
komt volgens berekening van de
bloedbankarts op ongeveer honderd
gulden.
Filter
Van der Does: „Vooral de tests op
hiv en hepatitis c maken het duur.
Maar de kosten van bloedafname
zitten er ook bij in. Een zak om het
bloed op te vangen kost al vijfen
twintig gulden. Een filter veertig. De
personeelskosten zijn 57 gulden per
donatie".
Nederland telt 22 over het land ver
spreide bloedbanken plus het Cen
traal Laboratorium van de Bloed
transfusiedienst (CLB) in Amster
dam. Jaarlijks geven in ons land
660.000 donoren tussen de achttien
en zeventig jaar samen 862.000 keer
bloed. De opbrengst is 409.000 liter
(rood) bloed en 26.400 liter plasma
(het gele vocht zonder rode bloedli
chaampjes). Per keer wordt een hal
ve liter bloed of iets meer plasma af
getapt. Een mens heeft gemiddeld
tussen de vier en vijfeneenhalve liter
bloed.
De 862.000 afnamen zijn de optel
som van 710.000 zogeheten volbloed
donaties in de bloedbanken, 108.000
donaties tijdens campagnes van het
CLB en 44.000 keer gaat het om
plasmaferése. In dat geval wordt al
leen het plasma opgevangen, terwijl
een machientje ervoor zorgt dat de
rode bloedcellen weer in de aderen
van de donor terugstromen.
Risico
Van der Does: „Na de afname wordt
het bloed apart gezet totdat de test
uitslagen binnen zijn. Nee, je kunt
nooit zeggen dat alle donorbloed na
testen en zuivering geen enkel risico
'Bloed is onbetaalbaar, je kunt het nergens kopen
meer oplevert. Maar de kans dat er
nog iets gevaarlijks in zit is heel erg
klein".
„Gezien de uitslagen van de tests
kan ik zeggen dat de donorpopulatie
vrij schoon is. In 1991 werd bij nieu
we donors vier keer meer hiv aange
troffen dan bij de bestaande groep.
Dat waren er vijf op de 660.000. Elk
jaar verdwijnt ongeveer tien procent
van de donors vanwege leeftijd, ziek
te of omdat ze geen zin meer hebben.
DE KWESTIE
Op deze pagina willen wij wekelijks
in de rubriek 'De Kwestie' aandacht
besteden aan vragen van lezers. Vra
gen over bij voorbeeld natuurkundi
ge verschijnselen of andere fenome
nen.
Hoe ontstaat bliksem? Wat is aller
gie? Kun je een huis onder hoog
spanningsmasten bouwen? Wat. is
een calorie eigenlijk? Hoeveel ban
den kan een biljartbal maximaal ra
ken?
Vragen waarop U via deze krant ant-
En elk jaar hopen wij dat er weer
eenzelfde aantal nieuwe donors voor
terugkomt. De bloedbank heeft er
nog veel nodig".
„Geregeld krijgen wij de vraag van
mensen die op reis hun eigen bloed
willen meenemen. Klinkt misschien
aardig, maar het lukt nooit. Bloed
kun je bij vier graden enkele weken
bewaren. Bovendien heb je een dok
ter nodig die de indicatie stelt en het
spul toedient".
woord kunt krijgen. Wij zorgen er
voor in samenwerking met de
stichting Publieksvoorlichting We
tenschap en Techniek dat al die
vragen worden beantwoord. De
meeste schriftelijk, een aantal ervan
in de bijlage.
Heeft u vragen, schrijft U dan aan:
Redactie Weten Werken.
Rubriek 'de Kwestie'
Sijthoff Pers
Postbus 16050
2500 AA Den Haag
Donorbloed wordt in drie compo
nenten uit elkaar gehaald: rode
bloedcellen, bloedplaatjes en plas
ma. Als veel bloed verloren gaat als
gevolg van bij voorbeeld een zwaar
ongeval wordt altijd rood bloed toe
gediend. Maar ook plasma, de bloed-
vloeistof die volzit met eiwitten, stol
lingsfactoren en tientallen andere
stoffen. Bloedplaatjes worden ge
bruikt voor onder andere patiënten
met leukemie (bloedkanker) die
deze plaatjes zelf niet meer aanma
ken of voor mensen die met kanker-
remmende middelen worden behan
deld.
Effectief
Bloedgroepen zijn erfelijk bepaald:
o, a, b, ab, rhesusfactor d (positief en
negatief). Er zijn acht combinatie
mogelijkheden. De patiënt die do
norbloed krijgt, heeft al aardig wat
keuze. Maar bloed-op-maat is altijd
beter. Van der Does: „Er is al uitwis
seling van bloed tussen de bloedban
ken. We gaan steeds meer op zoek
naar bloed dat echt bij de patiënt
past. Straks worden donors weer net
als vijftien jaar geleden met spoed
opgeroepen".
orse w
fland
ïaar d<
tomen
aanw
in Spit
ozeflai
t een
i, net
is.
[en de
ndach
[tandei
'as. Hi
iren e
:n (die
ortpla
dat del
van de
(eveer
de jar lo
diere ar
Spitsbl
ledig \j
1 waln
Inmi
sweest.
rs pooi
aarvool
i gratig
'oordelj
ich grol
n duidi
s gele
an.
van e|
1. Aflei
-lood,
rk
jCONSUMENT
wegen
rreiner
ïnten z
hting z
;hterst
is in he!
/2^o)
aiiend consumentenrubriek
;a™ jat voortaan op deze
Dort eclK. Vandaag over
"r,'h S s t a n d - v e r h a a IEr is
en ontkomen aan: de
■echtsïiale Dienst gaat
-wjnentatie halen bij ex-
°venartners.
door Els Kemper
De vreemde rekensom, die hier
staat, speelt een centrale rol in het
verhalen van hijstandwaarmee
gescheiden mensen te maken
kunnen krijgen.
De gemeentelijke Sociale Diensten
zijn verplicht om vanaf 1 augustus
de bijstand, die zij aan gescheiden
.mensen betalen, terug te gaan halen
bij de ex-partners van deze bijstand
ontvangers. Tenminste, als die ex-
partners zelf voldoende inkomen
hebben.
Hoe gaat dat in zijn werk? Het
gebeurt in ieder geval voor iedereen
volgens dezelfde normen. Maar bij
die normen moeten geldbedragen
worden ingevuld, en daar kan wel
verschil ontstaan.
Eén ding staat vast: voor sommige
ex-partners leidt dit tot een enorme
achteruitgang in hun inkomen. Ook
het inkomen van een nieuwe
partner telt keihard mee in het
berekenen van de draagkracht. Het
verhaal kan twaalf jaar duren. Bij
mensen die langer dan twaalf jaar
geleden zijn gescheiden klopt men
niet aan. Als iemand zeven jaar
geleden is gescheiden, dan kan de
Sociale Dienst nog vijfjaar geld
komen vragen.
De 'gedupeerden' (meest mannen,
maar ook vrouwen) merken niet nu
onmiddellijk wat er boven hun hoofd
hangt. De Sociale Diensten zijn
voorlopig zoet met het achterhalen
van alle adressen van ex-partners.
Dat proberen ze doorgaans via hun
klanten, die bijstand ontvangen.
Daarna moeten al die vroegere
partners worden aangeschreven, om
hun inkomenssituatie vast te
stellen. Aan de hand daarvan wordt
bepaald of en hoeveel zij kunnen
meebetalen aan de bijstand van hun
vroegere vrouw of man. De Sociale
Diensten hebben tot vólgend jaar
augustus de tijd om dit allemaal voor
elkaar te krijgen.
In het voorbeeld van de rekensom
dat hier staat, gaat het om iemand
met een nieuwe partner die geen
inkomen heeft. In dit geval (maar
elk geval is anders) blijft de schade
beperkt tot 134, die maandelijks
moet worden betaald. Eigenlijk is
het 67. Maar doordat deze nieuwe
bijstand-alimentatie voor de
inkomsténbelasting kan worden
afgetrokken, moet het 134
worden. Bij een flink inkomen krijg
je de helft terug, zo is de redenatie.
Als er wel een nieuwe partner met
eigen inkomen is kan de nieuwe
'alimentatie' oplopen tot honderden
guldens per maand. Duizend gulden
of meer per maand is niets
bijzonders. Hoe er dan wordt
gerekend staat verderop in dit
artikel.
Duizenden
Duizenden en nog eens duizenden
mensen zullen door de nieuwe
maatregel worden getroffen. Divosa
(de organisatie van directeuren van
Sociale Diensten) weet dat er in
Nederland 5 a 600.000 mensen zijn
die bijstand ontvangen. Bijna de
helft heeft ex-partners, op wie
eventueel bijstand kan worden
verhaald. De meeste kandidaten
wonen in de grote steden.
Amsterdam houdt rekening met
35.000 ex-echtgenoten bij wie geld
moet worden gezocht, Rotterdam
denkt aan 22.000 'kandidaten', Den
Haag aan 12.000 onder wie een paar
alimentatie "brut
(c) 1988,92 NIBUD
berekening omstandigheden
bruto huur/hyp. fl. 700
hiAir, ihs - fl. 307
huursubsidie - fl. 0
correctie woonlasten
correctie ziektekosten
premie levensverzekering
noodz. verwervingskosten
382 totale draagkracht fl.
0 voor alimentatie 45% fl.
0 overige alim. verpl. - fl.
fl. 2602 bruto methode 'Buijs' fl. 134
Geef hier het alimentatiebedrag op dat bestemd is voor d<
kinderen. Er wordt dborgaans geen alimentatie opgelegd,
wanneer het totaal minder is dan f 25 per maand.
F^-help"F3-scherm opslF10-hoofdroenu
De Nibud-diskette laat deze rekensom zien.
honderd vrouwen.
Het ministerie van sociale zaken
heeft gedicteerd dat voor de
berekening van het 'verhaal' van
bijstand de zogeheten trema-norm
moet worden gebruikt. Dat is een
rekensom die ook wordt toegepast
door rechtbanken en raden van
kinderbescherming, als ze
alimentatie moeten vaststellen.
Het Nibud, het Nationaal Instituut
voor Budgetvoorlichting, heeft
speciale diskettes, waarmee de
draagkracht op de computer snel
kunnen worden uitgerekend. De
rekensom, die hierbij staat, komt
van het Nibud. Het organiseert
samen met Divosa cursussen voor
ambtenaren.
Het Nibud is er absoluut niet over te
spreken dat er voor de gedupeerden
geen enkel informatie-adres is. Niet
eens een folder waarin de nieuwe
maatregel wordt uitgelegd. „Wij
krijgen hier huilende mannen aan
de telefoon", zegt Nibud-
voorlichtster Christine
Groenewegen. „Mannen die nu aan
de Sociale Dienst vertellen dat ze
altijd de voetbalclüb of zoiets hebben
betaald, terwijl hun ex-partner dat
extraatje voor de bijstand verzweeg.
Of die met gegevens komen over hun
ex-vrouw, die maandenlang zwart
heeft gewerkt. Daar kunnen
natuurlijk uiterst vervelende
discussies over ontstaan. Het is heel
erg ingrijpend. Maar de overheid
zorgt niet voor goede informatie".
Nu terug naar de rekensom.
Men gaat uit van het bruto
jaarinkomen dat wordt omgerekend
naar een totaal netto
maandinkomen, inclusief
vakantiegeld en andere extra's. Dat
netto-maandinkomen mag worden
verminderd met allerlei onkosten,
waaronder het bedrag dat de
bijstand hanteert als het minimum
om van te leven. Omdat in het
bijstand bedrag al huur 300) is
ingebouwd, moet dat met de eigen
huur of hypotheek worden
verrekend. Dat staat links.
Zodoende komt men uit op een
bedrag voor woonlasten van 393.
Zoals blijkt heeft het voorbeeld
gezin 2602 nodig om van te
Rechts staat het maandinkomen van
deze alleenverdiener. De 2602 uit
de linker kolom gaat er vanaf. Zo
resteert zijn draagkracht, 816, en
daarvan komt volgens de trema-
norip 45% in aanmerking voor
alimentatie. Maar daar mag de
alimentatie die hij voor zijn kind
betaalt weer van af. Zo komt men op
134 (eigenlijk 67) te verhalen
bijstand.
Twee inkomens
Met die trema-norm van 45% is ook
weer wat aan de hand. Dat
percentage is nameüjk niet altijd
gelijk. In dit voorbeeld ging het om
een man met een nieuwe partner
zonder inkomen. Heeft de nieuwe
partner wel een eigen inkomen, dan
zijn er twee manieren om het
'verhaal' te berekenen.
Die sommen zien er heel anders uit.
Ondanks het feit dat de nieuwe
partner totaal geen relatie met de
'ex' heeft, en niet
onderhoudsplichtig is, wordt zijn of
haar inkomen regelrecht betrokken
in de draagkracht van degene, die
wel onderhoudsplichtig is.
Het Nibud heeft voor ons een
voorbeeld berekend waarin de
nieuwe partner een eigen inkomen
heeft van netto 2200. Als je dat
inkomen gewoon meetelt, dan kan
de te verhalen bijstand uitkomen op
bijna 1900 ofwel ruim 1000 na de
verrekening met de belasting.
Zo erg hoeft het niet te zijn. Je hebt
het recht om dit complete inkomen
buiten beschouwing te laten, maar
dan moet de onderhoudsplichtige als
een alleenstaande worden
beschouwd. Dat levert een andere
rekensom op. De woonlasten moeten
worden gehalveerd, de te
verrekenen bijstand-norm moet
lager zijn (namelijk die van een
alleenstaande) en het draagkracht
percentage wordt 60%. Allemaal
nadelig, maar deze berekening pakt
gunstiger uit. Je moet nu ruim
1300 betalen, ruim 700 na
verrekening met de
inkomstenbelasting.
Wie met dit fenomeen te maken
krijgt, moet in ieder geval altyd
reageren op een brief van de Sociale
Dienst. Bij niet reageren, zelfs na de
eerste brief, mogen ze domweg de
complete bijstand op je verhalen.
Dat zou zelfs via loonbeslag kunnen
gebeuren. Je moet dus meewerken.
Watje wel kunt doen is bezwaar
maken tegen de hoogte van het
bedrag dat de Sociale Dienst
uiteindelijk van je wil hebben. De
Sociale Dienst moet de zaak dan
voorleggen aan de rechter. Je hoeft
dat niet zelf te betalen, tenzij je
ongelijk krijgt. Je moet dus wél met
heel goede argumenten komen.