Ml de laatste stervende Joegoslaaf het licht uitdoen Koningin Elizabeth geplaagd door roep om inkomstenbelasting 61 LeidseCourant I "RtTTTFIVT AND i zaterdag 5 september 1992 U U 1 1 £j 11 JUril 1 U Chaos, barbarij, dood en verderf beheersen het voormalige Joegoslavië. Kroaten laten Serviërs en moslims kreperen, Serviërs moorden moslims en Kroaten uit en moslims schieten zelfs op eigen mensen. En waarom? Omdat de geschiedenis hen dit lijkt te dicteren. Het 'beschaafde' Europa legt het moede hoofd in de schoot en haalt gegeneerd de schouders op. Laat ze elkaar maar uitroeien. Want dat is uiteindelijk de consequentie van de wankelmoedige Europese en VN-politiek. Hoewel de geschiedenis van de Balkanlanden en volken de huidige burgeroorlog niet verklaart, blijken sommige gebeurtenissen direct op het verleden terug te leiden. Maar waarom slaan in vredesnaam de Slavische broedervolken elkaar met zoveel enthousiasme de hersens in? Tito's laatste tocht in 1980. Ondanks het feit dat hij Kroaat was, was hij toch populair onder brede lagen van de Joegoslavische bevolking. LONDON Temidden van alle beroering rond haar (schoon )kinderen wordt ko ningin Elizabeth geplaagd door een toenemend aantal onderdanen dat vindt dat het afgelopen moet zijn met het belastingvrije privilege van het Britse vorstenhuis. Tachtig procent van de Britten meent dat de Windsors voort aan inkomstenbelasting moeten betalen, zoals iedereen. Zelfs overtuigde monarchisten achten de fiscale uitzonderings positie van het staatshoofd on houdbaar, zeker sinds de nega tieve publiciteitsgolven die de laatste maanden met regelmaat over Buckingham Palace spoe len. Een geste naar de 'konink lijke' belastingdienst zou het geschonden imago weer wat glans kunnen geven, zo wordt was koning George VI, de vader ten slotte helemaal buiten de van Elizabeth, die in de jaren paleisdeur te houden. De zogenoemde 'Tax factor' be hoort tot Engelands best be waarde staatsgeheimen. Het 1936-38 een diskrete afspraak maakte met de toenmalige re gering over fiscale vrijstelling voor de koninklijke familie. Tot die tijd werden Engelse konin gen en koninginnen officieel aangeslagen op hun bezittingen „alsof die behoorden aan een willekeurige onderdaan in dit rijk". Maar sinds Victoria, die een slordige anderhalf miljoen aan de fiscus wilde afstaan, werden de 'royals' steeds vrien delijker bejegend door de belas tingdienst. George VI wist deze De ongetwijfeld pikante onder handelingen hierover tussen Buckingham en Westminster zijn altijd strikt vertrouwelijk gebleven. De historicus Phillip Hall, schrijver van het boek Moet de koningin straks op nieuw verantwoording afleggen aan Hare Majesteits Inspec teurs en Commissarissen van Belastingen, die zoveel Britten het leven zuur maken? Het ge rucht gaat dat de huidige dis cussie stiekem wordt gevoed 'Royal Fortune, Tax, Money vanuit Buckingham Palace. and the Monarchy', informeer de tevergeefs bij het Rijksar chief. Na aanvankelijk hele maal geen antwoord te hebben gekregen op zijn vragen werd hem later verteld dat de betref fende stukken in 1977 waren vernietigd. Het zou de aandacht moeten af leiden van minder glorieuze fa- raadsheer van de Windsors, vindt het touwtrekken onge past. Belastingplicht zou de toe komstige bescherming van de koninklijke familie kunnen on dermijnen, bovendien zou het weinig of niets betekenen voor de huidige pr-problemen, aldus Lord St. John. Hij benadrukt dat niemand, minister noch parlement, de Britse monarch Andrew Morton. Lord St. John of Fawsleys, ex pert in constitutionele zaken en van tussen de 25 en 35 miljot gulden. Provocerend advies van ge accountants aan luidt dan maar royaal te teren in winstgevende miliezaken, denkt de inmiddels belastingplicht kan opleggen, wereldbekende Diana-biograaf „Alleen de koningin kan beslui ten of ze wat geld wil betalen". De hoogte van de eventuele aanslag is uiteraard voer voor de wildste speculatie. Eliza beths persoonlijk fortuin wordt doorgaans geschat op een klei ne twee miljard gulden. De tota le waarde van het aan de Wind sors gelieerde particuliere en overheidsbezit zou de twintig fondsen. De koningin zou milard overtreffen. De jaarlijk- een beetje kwade wil zelfs se inkomsten van Elizabeth be lopen minimaal zestig miljoen gulden. Na alle mogelijke en vaak unieke aftrekposten (de man die de koninklijke honden uitlaat bijvoorbeeld) te hebben meegenomen komen door de media geconsulteerde belas- op een spraak kunnen maken op Duitse familiebanden, prins Philip een Griekse te berde zou kunnen voor de fiscaal status van tijdelijk Maar of zo'n kunstgreep het schadigde imago zou is hoogst twijfelachtig. Idoor JAN VAN OMMEN BELGRADO Joegoslavië is voor menswetenschappers wat Zuid-Californië voor geo logen is: een land vol verra derlijke religieuze, culturele, etnische en politieke breuk lijnen. En najaren van opge bouwde spanningen heeft zich nu in Joegoslavië een menselijke aardbeving ontla den van tien op de schaal van Richter. De meest bepalende breuk en belangrijkste bron voor het hui dige conflict ontstond met het schisma in 1054. Het oude Westromeinse rijk kwam onder beheer van de katholieke paus te Rome en het Oostromeinse deel onder de Grieks-orthodoxe scepter van de patriarch te Con- stantinopel. De scheidslijn liep dwars door wat later Joegosla vië ging heten. Voor het eerst werd een forse wig gedreven tussen twee nauwverwante Slavische volken die zich tegen het einde van het Romeinse rijk op het Balkan schiereiland hadden gevestigd. De katholieke Kroaten richtten voortaan hun blik op West-Eu ropa en de orthodoxe Serviërs op het Oosten. Toch zijn deze Zuidslavische volken de afgelo pen 900 jaar dezelfde taal blij ven spreken. Het Servisch en Kroatisch kennen zelfs minder verschillen dan het Vlaams en Nederlands. De 'Servokroaten' waren overi gens niet het enige volk in de westelijke Balkan. Geruime tijd voor de komst van de Slavische stammen woonden in het Joe-, goslavische gebied de Illyriërs, waarvan de huidige Albanezen afstammen. Eigenlijk alleen in het geval van de Albanezen staan de slaven, of het nu Grieks-orthodoxe Serviërs, is lamitische Servokroaten, ka tholieke Kroaten of Bulgaarse Macedoniërs, tegenover een an der volk van enige omvang. Het grootste probleem van de Joegoslavische islamitische Al banezen is dat zij de meerder heid in de Servische provincie Kosovo vormen, dat uitgere kend weer door de Serviërs als de wieg van hun natie wordt be schouwd. Groot-Servië De Serviërs hebben zichzelf, naast het feit ddt zij het tal rijkst zijn (8,2 miljoen), altijd als het belangrijkste volk in Joegoslavië beschouwd, omdat zij vinden verreweg de meeste strijd te hebben geleverd om zichzelf en de andere Joegosla vische volken van het juk van talloze vreemde overheersers te ontdoen. Het huidige streven van de Ser vische nationalisten naar een Groot-Servië is gedeeltelijk te rug te voeren op de mythe van het middeleeuwse Servië onder tomaanse rijk zijn greep op de Balkan. De Serviërs waren de eérste bevolkingsgroep die een nationale staat van de grond til den. Op het Congres van Berlijn in 1878 trokken de toenmalige grootmachten, Duitsland (on der Bismarck), Engeland, Oos- tenrijk-Hongarije en Rusland nieuwe grenzen om het 'Kruit vat van Europa' eens en voor al tijd onschadelijk te maken. Ser vië verkreeg de onafhankelijk heid, terwijl Bosnië-Hercegovi- na bij Oostenrijk-Hongarije, en dus Kroatië en Slovenië, werd gevoegd. Weer stonden Servië en Kroatië tegenover elkaar. Samen met Slovenië en Kroatië behoorde Bosnië tot de Habs- burgse veelvolkerenstaat in het midden van Europa, waarin de Duitstalige Oostenrijkers de eerste viool speelden. Door de voortdurende groei van Duits land als grootmacht verdween het Europese machtseven wicht, wat de belangrijkste oor zaak van de eerste grote Euro pese oorlog was. De aanleiding was een pistoolschot in Saraje vo. Op 28 juni 1914 doodde een lid van de geheime Servische orga nisatie 'Unie of de Dood' (ook wel bekend als de 'Zwarte Hand') de 'Oostenrijks-Hon gaarse kroonprins Frans Ferdi nand. De Eerste Wereldoorlog was een feit. Na de Eerste Wereldoorlog ont stond na 'Versailles' het Ko ninkrijk van Serviërs, Kroaten en Slovenen, dat tien jaar later in Joegoslavië werd omgedoopt. Met een Servische koning en Belgrado als hoofdstad gaven de Serviërs de toon aan. De kersverse landgenoten voelden zich ietwat ongemakkelijk, maar voorstanders voor een Zuidslavische federatie, die zo wel onder Serviërs als Kroaten waren te vinden, hoopten er het beste van. Frustraties Echter, al snel kwamen de eeu wenlang opgebouwde frustra ties naar buiten. Naast de strijd tussen voorstanders en tegen standers van het nieuwe Joego slavië vreesden veel Kroaten een Servische overheersing. En de Servische koning liet niets na deze indruk te bevestigen. In Kroatië ontstond daardoor on der boeren een beweging die streefde naar meer onafhanke lijkheid. De moord in 1928 op de populai re Kroatische boerenleider Stje- pan Radic, die via democrati sche weg een onafhankelijke Kroatische staat wilde, luidde het eind van het verstandshu welijk tussen Serviërs en Kroa ten in. De haat vlamde op als nooit tevoren. De aartsvijanden kwamen weer tegenover elkaar te staan, vlogen elkaar in de ha ren en tekenden één van de zwartste bladzijden van de Ser- visch-Kroatische geschiedenis. Drie dagen na de moord op Ra dic richtte de wraakzuchtige dr. Ante Pavelic de fascistisch-ka- tholieke Ustasha (Opstandige) beweging op. Nadat de Servi sche koning Alexander I in 1929 (in 1934 vermoord in Marseille) de grondwet had opgeschort werd de Ustasha een terreurbe weging. De Ustasha's stichtten met be hulp van Hitier een Kroatische staat. Met de welwillende me dewerking van Hitiers bezet tingstroepen moorden en plun derden de Ustasha's in grote delen van Joegoslavië. Bij de dwangbekeringen tot het ka tholicisme en vervolgingen van de Grieks-orthodoxe Serviërs zijn naar schatting tussen de drie- a zevenhonderdduizend Serviërs om het leven gekomen. En hoewel de Ustasha's nooit van harte door de Kroatische bevolking gesteund werden, zijn de Serviers de moordpartij en nooit vergeten en rekenen zij dit de Kroatiërs nog altijd aan. Partizanen Tegen de verdrukking in ont stond onder leiding van Josip Bros (schuilnaam Tito) een communistische partizanen- strijdgroep die uit alle bevol kingsgroepen van Joegoslavië bestond. Tito's partizanen stre den tegen de Duitsers, Italia nen, Ustasha's en Servische na tionalisten, de Tchetniks, die qua wreedheid niet veel voor de Ustasha's onderdeden. Tito vervolmaakte de guerrilla oorlog en droeg indirect bij aan de nederlaag van Hitler in Rus land. Tito's flexibele militaire organisatie wist gedurende de gehele Tweede Wereldoorlog zes Duitse leger- en SS-divisies vast te pinnen die eigenlijk be doeld waren om een doorbraak in Rusland te forceren. Na de oorlog vormde Tito deze beproefde militaire organisatie vorm om en maakte deze ge schikt om het Joegoslavische le ger tot één van de sterkste le gers van Europa te maken. De huidige weerzin van de EG en VN om militair in te grijpen is niet in de laatste plaats geba seerd op de 'slechte' ervaringen van het Duitse leger met Tito's partizanenleger. IJzeren greep Het vreemde is dat juist Tito een groot deel van de schuld krijgt van de huidige burger oorlog in Joegoslavië. Maar in feite gaan de Balkanvolkeren eigenlijk gewoon door waar ze in 1945 zijn opgehouden. Er valt veel voor te zeggen dat Ti to's verdeel en heers politiek uiteindelijk gefaald heeft, maar dat is minder de schuld van Tito zelf dan van de onverzoenlijk heid en machtswellust van de huidige politici. Josip Bros was zelf Kroaat en leidde de communistische par tizanenstrijd tegen de Duitsers, Italianen en Joegoslavische na tionalistisch-extremisten de oorlog gunden de den Tito de kans om slavië orde op zaken te Daardoor kon hij buiten het Oostelijke en lijke blok houden en zijn economisch gunstiger ontwikkelen dan andere munistische landen. Tito was zich zeer bewust de explosieve kwestie in zijn land. De nenleider richtte de sche federatie op een ze manier in, waardoor op uiteenvallen en log het geringst was. Tito selde Servië in, maar liet de viërs toch een binnen.de federatie Alle deelrepublieken en de vische provincies Vojvodina Kosovo waren autonoom door de niet onmiddellijk opspeelde. Tito bediende zich net als re communistische leiders een geheime dienst en unucu cratische methoden, danks behield hij toch een mate van populariteit alle bevolkingsgroepen. Bov dien bleef op politiek gebied menwerking tussen de rivalit rende bevolkingsgroepen moj lijk omdat het communisme Joegoslavische vorm was v w gematigd met estuur en par culier bezit) in aanleg een au nationalistische ideologie was Federale leger u De belangrijkste steun ontvii j® Tito van het federale leger di naast de nationale voetbr. ploeg, als één van de weinijdl echt 'Joegoslavische' organis01 ties gold. Tito bereikte dat bi31 nen enkele uren acht miljot burgers konden worden gernQ] biliseerd. In alle dorpen, steden, provi61 cies en republieken waren des' gelijke territoriale verdei gingseenheden te vinden die autonome wijze, maar tevens Vl samenwerking met het federaB leger, ee buitenlandse aanval1 enkele uren tijd uiteen kondt slaan. Dat deze organisatievorm oo*a gebruikt zou worden om et30 van de meest bloedige burge oorlogen uit de recente Europls1 se geschiedenis uit te vecht» had Tito waarschijnlijk in zi1 ergste nachtmerries niet velr moed. Hoe beroerd het er ai11 derhalf jaar geleden ook uitza i Tito's heerschappij leek in iedt a geval één Succesje te hebben b h werkstelligd. Nog nooit warm er sinds het schisma in 1054 zi se veel en zo intensieve zakelijk ft. relaties, vriendschappen en g al mengde huwelijken tussen Se i d viërs en Kroaten geweest. idi Dat het drama van vandaal, zich toch heeft voltrokken e verbijsterend. Nog triester is{ dat deze barbaarse burgeroo ti; log zich afspeelt voor de oge di van miljoenen apathische Eurt tx peanen. a t koning Stefan Dusan. In de veertiende eeuw stichtte Dusan de Grote een Servisch konink rijk dat het huidige Servië en Montenegro omvatte, maar ook Vojvodina, Kosovo, Bosnië- Hercegovina en Noord-Albanië. In 1398 echter leed het Servi sche koninkrijk een vernieti gende nederlaag tegen de op rukkende Turken. De Otto maanse Turken versloegen de Serviërs in de slag om Kosovo. En tot op heden staat deze slag in het geheugen van menig Ser viër gegrifd. Hiermee begon een lange periode van strijd tegen een overheerser met een andere godsdienst. De Turken droegen hun steen tje bij tot de verbreding van de kloof tussen Serviërs en Kroa ten. Kroatië en later Bosnië- Hercegovina, waar moslims, katholieken en orthodoxen naast en door elkaar leefden, kwamen onder het huis van de Habsburgers te vallen. De Habsburgse dynastie zat op de troon van het Oostenrijks-Hon gaarse keizerrijk dat uit vele volkeren bestond. Eeuwenlang was het grensge bied tussen het Ottomaanse en Habsburgse rijk het toneel van gruwelijke oorlogen en vendet ta's, waarbij in het bijzonder Kroatië een naam opbouwde als leverancier van Oostenrijk- Hongarije's meest meedogenlo ze soldaten. De huidige drang van de Kroa tiërs om zich uit de Zuidslavi sche federatie los te maken moet dan ook vooral gezien worden in het licht van deze Habsburgse erfenis. Meer nog dan Slovenië, dat in vergelij king met de andere Joegoslavi sche deelstaten nauwelijks minderheden binnen zijn gren zen heeft, heeft Kroatië zich al tijd gezien als de katholieke poortwachter voor Europa die de barbaarse oosterse volken buiten de deur moest houden. Het feit dat de Kroaten -ook de Serviërs tot die barbaren re kenden, schiep een diep wan trouwen tussen de beide vol- Knel De breuklijn tussen het christe lijke Europese westen en het is lamitische Euraziatische oos ten gaf Europese grootmachten eeuwenlang aanleiding om met elkaar op de vuist te gaan. Daardoor raakten keer op keer bevolkingsgroepen in de knel. Talloze Serviërs vluchtten in die jaren voor de Turkse over heersing en vestigden zich in Kroatië. Daarmee werd tegelijkertijd de kiem voor een zoveelste natio nalistisch conflict gelegd. In de loop der jaren bekeerde een deel van de Serviërs en Kroaten (in Toen het nog rustig was in Joegoslavië. Bosnië-Hercegovina) zich tot de islam en anderen vermengden zich met de Turkse bezetters. In deze periode ontwikkelde zich ook de zogeheten Macedo nische kwestie, die tot de dag van vandaag de gevaarlijkste steen des aanstoots voor alle Balkanlanden, inclusief Tur kije en Rusland, vormt. Zowel Servië als Griekenland, Albanië en Bulgarije hebben altijd met begerige ogen naar het zuidelij ke deel van Joegoslavië geke- Hoewel de naam Macedonië verbonden is met de Griekse veroveraar Alexander de Grote is de huidige bevolking van Sla vische afkomst. De twee be langrijkste bevolkingsgroepen van Macedonië zijn Albanezen en, nu "wordt het ingewikkeld: óf Bulgaars sprekende Macedo niërs, óf Bulgaars sprekende Grieken, óf Bulgaars sprekende Serviërs, óf Bulgaren. Al naar gelang het uitkomt zijn Macedoniërs voor of achter een of ander nationalistisch karre tje te spannen. Macedonië is dan ook het land met veruit de ingewikkeldste minderheden problematiek ter wereld. An derzijds toont de stoelendans rond Macedonië genadeloos de futiliteit van het begrip natie en nationaliteit aan. Maar zolang talloze mensen bereid zijn liters bloed te verspillen aan een der gelijk begrip moet het helaas se rieus worden genomen. De verwachting is dat als Mace donië en Kosovo bij de burger oorlog betrokken wordt, deze niet langer beperkt zal blijven tot Joegoslavië en de Balkan. De onbeheersbare drang van Zuidslavische leiders als Milo sevic (Servië), Tudjman (Kroa tië), Karadzic (Bosnische Ser viërs), Izetbegovic (Bosnië) en hun nationalistische companen om een zo groot mogelijk deel van Joegoslavië op te slokken laat zich dus, behalve uit pure machtsdrang, voor een deel ver klaren uit de loop' der geschie denis. Maar dit verklaart bij lange na niet het fanatisme waarmee de Serviërs en in minder mate de Kroatiërs bezig zijn hun natio nalistische doelen na te stre ven. Wereldoorlogen De oorzaken van het fanatisme van de strijdende partijen en de gruwelijkheden van de huidige burgeroorlog zijn veeleer te vin den in de recente geschiedenis. Vooral door de gebeurtenissen tijdens de twee grote wereldoor logen kwam de eeuwenlange gekoesterde ha^t in de harten van de Serviërs en Kroaten tot volle wasdom. In de loop van de negentiende eeuw verloor het verzwakte Ot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 6