Zwijgend leven achter muren van klooster in Soesterberg Spijt van een stoer imago Zaterdag D Leidse Courant zaterdag 5 september 1992 zwervers die er sliepen. De mensen zagen er 's nachts van alles bewe gen en dus werd het Cenakel het spookhuis genoemd", zegt zuster Gaudentia. De groeiende gemeen schap vroeg om meer ruimte. Er werd bijgebouwd en in 1959 ging het oude spookhuis tegen de vlakte. Het nieuwe klooster bleek gedurende de oorlogsjaren middenin de vuurlinies te liggen. Bommen Zuster Gaudentia: „Honger en ge vaar hebben de zusters niet kunnen verdrijven. De bommen vielen rond om, zelfs hier in de tuin. De zusters sliepen er niet meer, dat was te ge vaarlijk. Ze gingen naar Amersfoort maar bleven hier terug komen. De kapel bleef gelukkig gespaard". Direct na de oorlog kreeg de kunst schilder Joan Colette opdracht de kapel te beschilderen. Dat bleek geen eenvoudige klus, zo leert de ge schiedenis van het Cenakel. Omdat de bewoonsters in wit en rose kle ding hun werk en gebed deden wilde de schilder de omgeving daarbij aan passen. Hij bracht zijn kleuren licht en in dunne lagen op. 'Niet goed', vonden de zusters. Te hel, te zwaar, te weinig passend bij hun spirituali teit. Nog dunnere lagen, nog lichtere kleuren. Oppieuw afgewezen. Hij wilde de opdracht terug geven maai' besloot het nog één keer te proberen. En paste een totaal andere techniek toe. Dikke pasta-achtige lagen met veel wit bracht hij snel en draaiend aan. 'Licht, blij en eigen', vonden de zusters en keurden zijn werk einde lijk goed. Trammetje In de loop van de jaren is veel aan de omgeving van het Cenakel veran derd. „Vroeger liep hier alleen een trammetje voor langs. Het was heel stil. Nu hebben we het drukke ver keer langs de weg, de vliegbasis. Hinderlijk maar daar is wel de wer kelijke wereld die wij voor God bren gen", zegt zuster Gaudentia. Om de overlast toch wat weg te nemen zijn de ramen van de woon- en slaapver trekken geïsoleerd. Verder lijkt het alsof de tijd heeft stil gestaan. Niets is aan de leefgewoonten veranderd behalve dat de zusters nu meer tijd hebben gekregen voor persoonlijk gebed. Om de acht jaar komen over sten en zusters van elke communi teit bij elkaar om eventuele verande ringen te bespreken. Zuster Confidens en zuster Gauden tia hebben geen wensen. „Het is slechts onze wens dat steeds meer mensen zich met Christus verbon den gaan voelen. Die tralies? Ach Buiten schijnt nog steeds uitbundig de zon. Toch is de dreiging van de to ren opeens verdwenen, lijken de dik ke muren van het klooster minder somber. Dat komt door de zusters erachter. Janet Sackman was veertien jaar oud toen ze door een talentenjager werd ontdekt op een strand bij New York. Binnen driejaar was ze het Lucky Strike-meisje. Nonchalant poseerde ze op de ski-piste met een stralende glimlach en een sigaret in haar hand. In de jareu vijftig sierden haar gezicht en haar imago in de Stijl van filmactrice Bette Davis talrijke modebladen. Toch wist ze in het begin niet eens hoe ze moest roken. „Ik werd aangemoedigd te gaan roken om de advertentie overtuigender te maken", zegt ze nu. Ze herinnert zich hoe moeilijk ze het vond te inhaleren en de rook in haar longen te zuigen. „De eerste keer smaakte het als vergif. Dan rook je steeds meer en wordt het een verdovend middel. Toen ik zeventien was, was ik verslaafd". Nu heeft ze geen strottehoofd meer en mist ze éénderde long. Geveld Sackman is slechts één van de voormalige sterren uit de sigarettenreclames die geveld zijn door ziekten die door roken worden veroorzaakt. David Miller Jr., de eerste Marlboro-man, overleed in 1987 aan longemfyseem. Als doodsoorzaak werd 'roken' opgegeven. Will Thornbury, de man van de Camel-reclames, stierf drie maanden geleden op 56-jarige leeftijd aan longkanker. En vorige maand overleed Wayne McLaren, de stoere Marlboro- man van de jaren zeventig. McLaren had voor zijn dood nog actie gevoerd tegen het roken. Janet Sackman doet hetzelfde. En ook een voormalige ster uit de advertenties van het sigarettenmerk Winston, die onlangs werd getroffen door een hartaanval, is nu actief betrokken bij de anti rookcampagne. Deze eensgezinde aanval van de ex- sterren heeft de sigarettenfabrikanten in een tamelijk benardé positie gebracht. Janet Sackman de Lucky Strike advertenties hangen nog steeds aan de muur in haar huis op Long Island rookte dertigjaar lang anderhalf pakje per dag. „Ik stond iedere morgen op met de gedachte dat ik de volgende dag zou stoppen met roken, om vervolgens te ontbijten met een kop koffie en een sigaret". In 1982 begon ze last te krijgen van hevige oorpijn en het jaar daarop werd keelkanker geconstateerd. Haar strottehoofd moest operatief verwijderd worden. Acht jaar later was de kanker uitgezaaid naar één van haar longen. Nu spreekt ze met een laag, zwaar, fluisterend geluid. Ze vormt woorden door lucht in te slikken en die daarna moeizaam weer omhoog te brengen. In een ziekenhuis vlak bij haar woonplaats helpt ze andere keelkankerpatiënten leren praten. Ze is blij dat ze nog leeft, maar ze zegt toch verbitterd te zijn over het feit dat de industrie een minderjarig meisje heeft gebruikt om het eigen imago te promoten. „Toen ik nog het Lucky Strike-meisje was, realiseerde ik me niet dat de tabaksindustrie geld verdient aan de dood van anderen", zegt Janet, langzaam en zorgvuldig formulerend. Zuster Confidens (links) en zuster Gaudentia: 'Hier wonen heel gelukkige mensen'. Heike de Visser Het ligt verscholen achter het groen langs de Amersfoortsestraat in Soes terberg. Wie de oprijlaan betreedt moet een lichte beklemming over winnen om door te lopen. Groot en somber ligt het gebouw in de stra lende zon. De hoge toren bijna drei gend naast de zware voordeur. Het Cenakel in Soesterberg. Een klooster waar 21 zusters wonen, be horend tot de congregatie Dienares sen van de Heilige Geest van de Al tijddurende Aanbidding. Een druk op de bel doet de voordeur geruisloos open zwaaien. Pas als die bijna eerbiedig gesloten wordt, klinkt een groet van een zuster wier gelaat door een klein luikje zichtbaar is. Ze verwijst naar een kamer links. Ra men hoog in de muren beletten het zicht op straat. Het interieur is so ber maar toch uitnodigend warm. Verwarring Een andere deur gaat open. Zuster Maria Confidens en zuster Maria Gaudentia komen binnen. Dan ver warring, want zij nemen plaats ach ter houten tralies. Bezoekers zitten daar ver van af achter de tafel. Later blijkt dat de tralies alles te maken hebben met de manier Van leven van de zusters. Een leven gewijd aan de Heer in een altijddurende aanbid ding. „Wij hebben er voor gekozen om in nerlijk steeds in gesprek met God te zijn. De buitenwereld leidt daarbij af. Loopje bijvoorbeeld op straat dan kom je al gauw mensen tegen. Een praatje is dan een logisch gevolg. Dan ben je innerlijk afgeleid van de Heer", zegt zuster Gaudentia. De re serves worden overboord gegooid. De stoel gaat tot vlak voor de tralies 'dat praat beter' en beide zus ters spreken vervolgens bijna twee uur lang over hun leven in het Cena kel. Open, zonder enige schroom be antwoorden zij de vragen. Zwijgend Leven Antwoorden roepen nog meer vra gen op. Het leven binnen de muren van het klooster in Soesterberg is zo moeilijk te begrijpen. Een zwijgend leven. Alleen 's avonds tijdens de gemeenschappelijke recreatie die drie kwartier duurt, mogen de zus ters met elkaar praten. Tijdens het eten wordt ook wel eens iets gezegd maar voor het grootste deel wordt er gezwegen. De zusters mogen dage lijks een half uurtje in de (hoog om heinde) tuin doorbrengen, komen verder nooit buiten de muren van het slot, behalve belangrijke bezoe ken, zoals aan een arts. Begrip Zuster Gaudentia zegt er alle begrip voor te hebben dat hun manier van leven niet altijd begrepen wordt. „Er komen hier geregeld groepen jonge ren of militairen met afweer binnen. Totdat zij ontdekken dat hier heel gelukkige mensen wonen". „Je hoort ook 'waarom ga je niet naar de Derde Wereld? Daar is hulp nodig'. Maar overal hebben mensen elkaar nodig. Ook hier kunnen we veel voor anderen betekenen", vult zuster Confidens aan. De kapel is de hele dag open voor bezoekers. „Zij kunneh met ons zingen en bidden. We horen vaak 'waar heb je nog elke dag een eucharistieviering?'. Dat is dus hier. Bezoekers stellen het op prijs hun zorgen even bij de Heer te kunnen brengen". Een groot deel van de dag staat in het teken van het gebed. De zus ters gaan 's morgens naar de eucharistievie ring, zeven keer per dag naar de kapel voor een gebedsdienst en hebben twee uur tijd voor per- soonlijk gebed, aanbid- 'Buitenwereld leidt af van innerlijk gesprek met God' Soesterberg, Berlijn, Steyl en sinds 1989 weer in Soesterberg. Ze is nu 49 jaar en vertelt van dat moeilijke begin. „Ik kom uit een gezin van veertien kinderen, dus de eerste tijd had ik veel last van heimwee. Op een gegeven moment hoorde ik buiten een liedje. 'Och was ik maar bij moe der thuis gebleven'. Dat was het dus helemaal voor mij Toch heeft ze nooit een moment van spijt of twijfel gekend. „Ik moest er in groeien maar ik vond wat ik zocht". Al ver voor haar intreding ontdekte zus ter Confidens een 'hon ger naar God'. „Ik had orgelles en mocht dage lijks oefenen in de paro chiekerk. Soms was ik in plaats van dat uur oefe nen al die tijd innerlijk in gesprek met Jezus. Op het laatst dacht ik dat ik m'n leven nooit volledig zou kunnen leven, ik had geen rust meer voor ik als jonge vrouw van dertig in het klooster. Zij verbleef beurtelings in Steyl en Soesterberg. „Net zoals bij zuster Confidens begon de Heer aan mij te trekken. Ik heb voor dit leven gekozen om meer voor anderen te kunnen betekenen. Ik deed al veel voor jongeren maar had toch het ge voel dat ik zo weinig mensen kon be reiken. Ik was dus al dertig, ik heb dat andere leven gekend en er van genoten. Het verlangen naar een ge zinnetje, kinderen, ik begrijp dat heel goed, maar dat verlangen had ik naar Hem. Zo'n relatie hebben wij met de Heer". Hoewel de gemeenschap in het Ce nakel 21 zusters telt, wonen er twin tig. Eén zuster woont in een kloos terbejaardenoord in Limburg maar behoort nog steeds bij de Soester- ding en meditatie. Na het middage- ingetreden was' ten mag een uur zelf ingevuld wor- Een liefdesscène op de televisie gaf den. voor haar de doorslag. Zuster Confi- Zuster Confidens is als achttienjarig dens: „Ik zag die scène eij. vond dat meisje in het klooster getreden. In zo ontroerend mooi. Meteen dacht ik 1961 kwam zij naar het moederhuis 'nog duizend keer meer houdt God van de congregatie in het Limburgse van jou'. Ik vond mijn roeping, mijn Maasdorpje Steyl, even onder Venlo. levensvervulling". Door de jaren heen verbleef zij in Zuster Gaudentia is 76 jaar en trad die in 1896 door pater Arnold Janssen is gesticht is internatio naal. In het Cenakel wonen elf Ne derlandse, zeven Duitse en drie Fi lippijnse zusters. De congregatie heeft achttien kloosters in Duits land, Noord- en Zuid-Amerika, in In dia en op de Filippijnen. Nu 65 jaar geleden trokken de eerste zes zus ters in het Cenakel in Soesterberg. Een oud gebouw dat door de dorpe lingen al gauw tot spookhuis werd omgedoopt. „Het kreeg die bijnaam vanwege Het klooster Cenakel in Soesterberg achter het groen. Oók Wayne McLaren, de in Texas geboren cowboy die in 1975 voor een Marlboro-reclame het vee opdreef, peinsde voor zijn dood over de ironie van zijn lot. „Als ik zou weten dat mijn produkt mensen de dood injoeg en ik zou de leiding hebben", zei McLaren een paar maanden geleden, „dan weet ik niet of ik daarmee zou kunnen leven". Zuurstoftent Net als Janet Sackman leefde McLaren van zijn produkt. Hij was een zware roker totdat hij twee jaar geleden kanker kreeg. Vanaf dat moment werd hij een felle tegenstander van de tabaksindustrie. „Ik heb de laatste maand van mijn leven in een zuurstoftent gelegen en ik kan jullie verzekeren dat het dat allemaal niet waard is", zei hij vlak voordat hij stierf. De voormalige rodeo-ster en cowboy werkte als acteur en stuntman hij sprong van de klif in de film 'Butch Cassidy and the Sundance Kid' voordat Philip Morris hem ontdekte als de ideale macho-figuur voor sigaretten-reclames. Na zijn dood ontkende het bedrijf in eerste instantie dat McLaren ooit voor Philip Morris had gewerkt. Daarna kwam het op die verklaring terug, en zei dat McLaren inderdaad als model was gebruikt, maar dat de opnamen nooit in omloop waren gebracht. McLarens familie is boos over deze houding van Philip Morris en overweegt stappen te ondernemen. Eén van de hardste actievoerders tegen het roken is Dave Goerlitz, die zeven jaar lang de belangrijkste ster van Winston was. In de Winston-reclames zette Goerlitz een ruig type neer dat nonchalant rokend bergen kon beklimmen met één hand. In de jaren tachtig verscheen hij in 42 reclames. Hij rookte drie pakjes per dag tijdens de zware sessies. Hij zegt dat hij werd gebruikt omjonge rokers aan te trekken die de oudere generatie, ziek of gestopt met roken,moesten vervangen". Tijdens een opname op de top van de Mount Evans in Colorado realiseerde Goerlitz, snakkend naar adem, zich plotseling dat hij de enige roker was op de berg. Hij vroeg beleefd aan een Winstoïi-directeur waarom hij niet rookte. „Ik zal nooit vergeten wat hij zei: 'Wij roken die troep niet, we verkopen het alleen maai'. Het roken laten we liever over aan jongeren, armen, zwarten en domkoppen". Op dat moment kon Goerlitz er alleen maar om lachen. „Ik was arrogant. Ik zat in het complot een imago te verkopen aan jonge mensen. Mijn taak was ervoor te zorgen dat in 1995 een half miljoen jongeren met roken waren begonnen". Zijn campagne werkte. Het gebruinde model met de blonde haren maakte van Winston het op één na best verkochte sigarettenmerk van Amerika, nadat het altijd op een vierde plaats had gestaan. Maar een paar jaar later werd Goerlitz getroffen door een hartaanval tijdens de opnamen van de film 'Witness' met Harrison Ford. Keerpunt Hij ging door met roken. Voor de Winston-man kwam het keerpunt in zijn leven in 1988, toen hij bij zijn broer op bezoek ging in een kankerkliniek in Boston. Goerlitz werd door de patiënten van de kliniek onmiddellijk herkend als het symbool van de Winston-sigaretten. Het verplegend personeel was geshockeerd en Goerlitz moest de kliniek verlaten. „Toen ik weer naar buiten liep", herinnert hij zich, „knapte er iets in me. Ik zag al deze mensen doodgaan aan kanker ten gevolge van een produkt dat ik aan de man had gebracht, en ik werd misselijk van mezelf. Ik had het lef gehad door de gangen van die kliniek te lopen als het symbool van hun doodsoorzaak". Kort daarna begon Goerlitz een felle campagne tegen de tabaksindustrie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 27