'Ik vermoed dat ik echt Sjefvan Oekelben' Eerst dove onderwijzeres wacht nog op baan DE HAi DOLF BROUWERS Grerardjan Rijnders, wie is hij en waarom hij schrijft hij zo anders dan anderen? Die vraag probeerden velen gisteren te beantwoorden tijdens het Theaterfestival. De leider van Toneelgroep Amsterdam staat hierin als auteur centraal. Mensen LEIDSE COURANT MAANDAG 31 AUGUSTUS 1992 T p I rut. Het schoot er zo uit. EL week. Tegen mezelf. Als een re storingsbordje tijdens gedachi die bij Joegoslavië waren. Trie Vanwege mijn eerste reactie de oproep voor gastgezinnen vorige week: „Jammer dat oi j| huis te klein is". Wie zegt er nu zoiets als er duizenden mensen worden a afgemaakt, een paar Europe e deuren verderop. Na al dat v. gelamenteer dat we machtel e staan, dat de politiek alleen i1 pratend wacht, wordt er een beroep op me gedaan en dan dooddoener. 1 F Schande. Ik heb mezelf dus e f" goed de mantel uitgeveegd. afgevraagd waarom wij a Hollanders - ja helaas, er zijnic meer zoals ik - altijd eerst de a aan kant moeten hebben voo we gastvrij kunnen zijn. Omn nog bij een rondleiding door net aangeharkte verdieping 1 roepen: 'Let niet op de romm hè?'. Altijd excuses. Over de cola C niet is omdat we niet wisten i Jan zou komen. Een e telefoonnummer dat zoekra Het nachthemd dat we toe va" aanhebben als Marloes om df uur 's nachts radeloos op de staat. De ongewassen auto waarmee we die bejaarde eeit geven. En vooral de drukte, <fc tijd die zo snel vliegt dat we efe niet overheen kunnen kijkeré Zodat we het overal en altijd! afweten. I Ik heb in dit geval verontschuldigingen genoeg: Mijn werk dat doorgaat. De familie en vrienden die moett kunnen komen eten. Kinder^ die alle aandacht vragen en verdienen zodra je een voet ck de drempel zet. Het feit dat eigenlijk willen verhuizen. D1 onrust in de buurt. De grensf ons improvisatievermogen, r Sorry, sorry, sorry. Hier geld echter geen pardon. L Wat kan het totaal ontreddei mensen schelen dat we hun t niet spreken, opgepropt zittt het plafond nog niet geschilt is, dan wel de wijn niet koel s1 Alsof de warme armen die d( joden binnenhaalden in onz< afgelopen oorlog allemaal in kasten van woningen huisde Het waren veelal kasten ïn huizen. Van dat minimale uitgaande ik nog aardig wat ruimte scheppen. Met zijn allen op slaapkamer of de garage ond het huis zo herinrichten dat woonbaar wordt. Gewoon bi wat we hebben, daar gaat he eigenlijk om. Zonder dat eeu voorbehoud. Ik heb bovendien geen enkel om te verantwoorden waaro Een knagend schuldgevoel? Allicht. Een voorbeeld willei stellen? Nou en. Na alle theoretische gemompel, de a om weer een beeld van een radeloze op tv te zien, wil ik allersimpelste: iets doen. Natuurlijk wordt het een ch mijn woninkje, zullen we financieel hutje bij mutje m< leggen, vliegen we af en toe i dat plafond bij gebrek aan privacy. Maar dat zijn huis-t en-keuken-probleempjes di< opwegen tegen wereldleed. zeker geen excuus mogen zi lijdend toe te zien hoe ander lijden. Maar net ben ik de drempels van de bekrompen gepasseerd of wat lees ik? W moeten die mensen helemai hierheen halen, maar ze daa plaatse gaan helpen. Dat is 1 Voor hen en voor ons. En wa zucht ik? „Jammer dat ik voorlopig niet weg kan' direct lichamelijk aan". Het zoeken naar de zeggingskracht van Gerardjan Rijnders ligt ook besloten in de correspondentie tussen hem en Késter Freriks van de NRC. De bundel hiervan is op het festival verkrijgbaar. En Rijnders zelf? Die laat morgenavond van zich horen als de VPRO zijn nieuwste werk uitzendt, een hoorspel waarin iets van het ideaal dat hij zoekt, wordt gevonden. Bardot op het verkeerde jacht a de publicitaire stormen rond 'Fergie' is het nu de beurt aan een ander bekend slachtoffer van de paperazzi. Brigitte Bardot, 57 inmiddels, heeft het weer eens flink te kwaad met enkele van die telelens-sluipschutters die haar in diverse Franse bladen hebben' afgebeeld terwijl ze lag te zonnen met een vriend. Dat laatste is natuurlijk niet zo schandelijk, maar waar Bardot het wél een beetje moeilijk mee heeft is dat het jacht waarop ze lag eigendom is van de ultra-rechtse politicus Jean-Marie le Pen. Die staat ook op een van de foto's, zo meldt de International Herald Tribune. Eerste vrouwelijke Luterse bisschop Onder enorme belangstelling is Ma ria Jepsen (47) gisteren geïnstal leerd als bisschop van Hamburg. Tal van leidinggevende mensen uit de kerk en de samenleving waren naar de Sint Michaëlkerk in Hamburg ge komen om de installatie van de eer ste vrouwelijke lutherse bisschop in de wereld bij te wonen. Jepsen legde er in haar preek de na druk op dat de kerk volgens het evangelie een 'gemeenschap van ge- lijkberechtigden' behoort te zijn. Volgens haar voldoet de kerk niet al tijd aan deze eis. „Als instituut heeft zij haar eigen dynamiek, waar functieverschillen er sommigen snel toe brengen ande ren hun wil op te leggen. Niet alleen in de kerk maar ook in de rest van de wereld leidt deze geldingsdrang tot conflicten", zei Jepsen. Zij verwees naar de aanvallen op asielzoekers in Rostock, de burger oorlog in het voormalige Joegoslavië en de hongersnood in Somalië. Jepsen, die later op de dag werd ont vangen op het stadhuis van Ham burg, was achttien jaar predikant in Meldorf en Leek, toen zij in oktober 1990 werd gekozen tot proost (eerste geestelijke) van de Evangelisch-Lu- therse Kerk van Hamburg. Zij krijgt de leiding over een bisdom met onge veer 940.000 kerkleden die verdeeld zijn over 208 gemeenten. Secretaris-generaal Gunnar Staal- sett van de Lutherse Wereldfedera tie noemde Jepsens installatie giste ren eert 'gebeurtenis van grote histo rische betekenis', maar conservatie ve kerkleden hebben tegen haar be noeming geprotesteerd. Zij menen dat de bijbel vrouwelijke bisschop pen afwijst. door Bas Kuiper De show begint zodra hij de voordeur van zijn woning aan het Haagse Slijkeinde achter zich dichttrekt. Thuis is Dolf Brouwers een stille man. Zegt hij zelf. Maar soms kan hij het niet laten. Zo als daarnet, midden in de huiska mer. Luidkeels een gedicht voordra gen voor zijn Greet, de armen gehe ven, met als toetje een zoen op haar voorhoofd. Of die karateslag die hij uitdeelde aan die irritante vlieg, wat bijna het einde betekende van een koffiekopje op tafel. Dat die beesten hem niet moesten pesten. De man die vandaag tachtig jaar is geworden, is een piekeraar. Laat een vergeelde foto zien van een klein jon getje met een grote hoed op. „Zie je het?", zegt hij vragend. „Ik kijk helemaal niet vrolijk op die foto. Terwijl het thuis altijd feest was. Als ik het achteraf bekijk is het toch een beetje een zieligjongetje. Dan was 'ie timmerman, dan was 'ie kapper en toen weer zanger en ga zo maar door. Nooit wist hij wat hij echt wilde". „Eigenlijk weet ik het nu nóg niet", realiseert hij zich. Even staat hij te peinzen in zijn huiskamer. „Daarom zijn ze nog niet van me af. Er komt 'In de auto gaat de knop om. Het publiek verwacht de zanger en de man van: 'Wie is u nu weer?' Ik geef die mensen wat ze verwachten. Dat doe ik'. nog iets groots. Dat voel ik. Het wachten is op iemand die zegt: 'Maar god nog an toe, wat een mogelijkhe den heeft die man' Zo'n man had Wim Schippers kun nen zijn. Iemand die Brouwers dui delijk kon maken waar zijn grote ta lent lag. Een jaar of zestig was Brou wers toen hij Schippers tegenkwam. Die bezorgde hem een nieuw leven als Sjef van Oekel, een tweede leven. Domper „Niet dat ik daarvóór niet heb ge leefd. Ik heb gezongen op schepen van de Holland-Amerika Lijn, ben kapper geweest en piccolo bij Maga zijn Nederland op de hoek van het Spui. En reisleider natuurlijk. Nou had ik daarbij de mazzel dat ze me zo'n fijne zanger vonden, want van dat reisleiden had ik weinig ver stand. Ik zat daar maar een eind weg te lullen, nietwaar". Succes. Eindelijk leek hij het gevon den te hebben met Van Oekel. Er kenning ook. Maar toen kwam de domper in de vorm van de stripboe ken van Theo van den Boogaard en Wim Schippers over de stripfiguur Sjef van Oekel. Dat hij er geen cent voor ontving was nog niet eens het ergste. De rechtszaken, die ellende. „Dat Wim zei over die stripfiguur: 'Maar dat ben jij niet'. Dat heeft me zoveel pijn gedaan. Een achterlijke man. Dat had hij nooit mogen zeg gen. Gelukkig is die hele zaak sinds vorige week voorgoed voorbijIk wil het vergeten". Maar Sjef van Oekel kan hij niet ver geten, weet Brouwers. „Ik vermoed dat ik echt Van Oekel ben. Hij is wel door Wim ontdekt, maar ik moest zeggen: 'Reeds' en 'Dat ben ik dus'. Zelfs het lachen heb ik gedaan. Dus ben en blijf ik die man. Een veelzij- digman". Grote show Elke dag nog, want hij heeft nu een maal het gevoel dat hij in één grote show leeft. „En daarin geef ik de mensen ook wat ze verwachten. Zo als zondag. Dan zijn er opnamen voor 'Telebingp'. Daar zal ik mijn nieuwste single ten gehore brengen. foto Maurice Nelwan Tachtig jaar en een nieuwe single: Dolf Brouwers wacht nog altijd op iets groots. Die heet: 'Als je jong blijft, dan word je oud'. Als ik op dat podium sta ben ik niet meer de huisman en de ver zorger van Greet die ik thuis ben. In de auto gaat de knop om. Het pu bliek verwacht de zanger en de man van: 'Wie is u nu weer?' Ik geef de mensen wat ze verwachten. Dat doe ik". De komiek wrijf met een vinger achter zijn bril. „Ja, dat vind ik een mooie zin". Hij loopt naar zijn stere otoren en komt terug met een cd. „Snapt u dat nou? Leg ik dat ding op mijn pick-up, is mijn hele naald naar de verdommenis". Als hij is uitgela chen legt hij zijn nieuwste single op de platenspeler en steekt zijn vinger op: luister. „Die man op dat plaatje is een heel andere Dolf Brouwers, hè? Die op de plaat is uitbundig en zingt over zonnig en altijd vrolijk zijn. Dat is toch wel een afspiegeling van me zelf. Alleen is het er nooit zo uitgeko men". Altijd is Dolf Brouwers op zoek ge weest naar erkenning. „Dat kleine jongetje van twaalf op zijn fietsje die zijn moeder roept en zegt: 'Kijk, ik kan los rijden'. Dat ventje ben ik nog steeds. Een groot kind". F. Guattari overleden elix Guattai-i.de Franse filosoof die grote bekendheid kreeg als vernieuwer in de psychiatrie, is in de nacht van vrijdag op zaterdag aan een hartaanval bezweken. Guattari, oorspronkelijk psycho-analyticus, opende in de jaren vijftig zijn eigen La Borde-kliniek in midden- Frankrijk. Het werd een alternatieve inrichting waar patiënten in groepen samenleefden- een revolutionair idee voor die tijd. Guattari, die 62 jaar werd, heeft tal van publikaties over psychiatrie op zijn naam staan. Gerardjan Rijnders schrijft lichamelijk „Ik ken je nauwelijks". Met die woorden typeerde Judith Herzberg Rijnders. Zij overhandigde hem het eerste exemplaar van zijn eigen oeuvre 'Het verzameld toneelwerk' met alweer enig voorbehoud: „Nooit eerder heb ik iemand iets gegeven, dat ik niet zelf heb uitgezocht of gekocht". De auteur zelf liet het feestje ter ere van hem over zich heen gaan. Hij hoorde een analyse aan van Tom Blokdijk. Deze dramaturg herkent in alle toneelstukken van Gerardjan Rijnders het losrukken van de knellende ouderlijke band. „Rijnders zet het publiek op afstand. Zijn werk kent geen plot, geen handeling, wel scheldpartijen, dood, verscheurdheid. Hij is een van onze grootste taalkunstenaars omdat hij alles opslaat in zijn hoofd en het precies gebruikt als het nodig is voor een situatie". Aldus Blokdijk, die. zijn stelling het uitbeelden met een fragment uit het eerste toneelstuk van Rijnders, 'Eczeem'. Met humoristische zinsneden als 'Pleinvrees is een strop voor de schoenenindustrie'. De spanning tussen grofheid en een zoeken naar warmte, die ook in Rijnders' laatste stuk 'Liefhebber' opvalt, keerde terug in lezingen van Marijn van der Jagt en Loek Zonneveld. Marijn van der Jagt sprak een vrouwelijke afkeur uit over de schuttingtaai en obscene handelingen in stukken van Rijnders, maar besloot met de i -md V Gerardjan Rijnders Felix Guattari conclusie dat die morele verontwaardiging onjuist is. „In zijn werken zijn geen daders en slachtoffers aan te wijzen. Hij toont wat we niet willen zien, het onbewuste van mensen. De televisie is er om mensen te behagen. Het theater van Rijnders spreekt je Poëzie in klederdracht Gehuld in een folkloristisch gewaad spreekt Jevgeni Jevtusjenko een groep eerstejaars-studenten toe aan de universiteit van Tulsa in Oklahoma. De beroemde Russische dichter zal het komend najaar een gastdocentschap vervullen aan het Amerikaanse instituut. Ze hoopt op korte termijn les te gaan ge ven aan dove kinderen. Onlangs sloot Yfke van der Wouden (27) de pabo-oplei ding in Groningen af. Daarmee heeft ons land zijn eerste dove onderwijzeres. Te midden van horende studenten moest ze vier jaar lang keihard werken voor het felbegeerde papiertje. „Tijd voor sociale contacten bleef nauwelijks over,", zegt ze. Gedurende haar opleiding liep ze sta ge op verschillende instituten voor do ven. Tijdens deze oefenperiodes voor de klas liet ze de gebarentaal, die ze nor maal onder haar dove vrienden bezigt, gedeeltelijk varen. Ze maakte gebruik van TC ('totaalcommunicatie') en Ne derlands, zodat de kinderen al liplezend haar reken- en taallessen konden begrij pen. Daarnaast hanteerde ze voor de be geleidende mentoren en pabo-docenten elementen uit de gebarentaal. Anders be stond er geen mogelijkheid om de oefen- lessen te beoordelen. Yfke van der Wou- de vindt het pedagogisch niet verant woord als dove kinderen alleen leren li- plezen, zoals dat gebeurt op het dovenin- stituut in Sint Michielsgestel. Volgens haar gaan docenten daar zelfs zo ver dat ze kinderen de handen op de rug binden. „Gebarentaal hoort er nu eenmaal bij. Wat men in Sint Michielsgestel doet is onnatuurlijk". De Groninger onderwijzeres is vanaf haar geboorte doof. Zij volgde de mavo en havo voor slechthorenden in Groningen. Omdat ze het leuk vond met kinderen om te gaan, koos ze voor hetberoep onder wijzeres, met in het achterhoofd het idee om later les te geven aan dove kinderen. Overgang Op de pedagogische academie zat ze voor de eerste maal in haar leven in een klas met alleen horende studenten. „Dat was een heel grote overgang. Omdat de men- foto Karei Zwaneveld Yfke van der Wouden: 'Een dove leerkracht verstaat zijn vak even goed als iedere andere horende docent'. sen geen gebarentaal kenden, verliepen de gesprekken moeizaam. Groepsge sprekken waren zo goed als onmogelijk. Sommigen waren bereid om gebarentaal te leren. Maar echt vriendschap? Nee, die maak je gemakkelijker in de wereld van de doven", bekent Yfke. Zelf ondernam ze allerlei initiatieven om op school niet in een sociaal isolement te raken. Ze dwong zich om naast gebaren taal ook het gesproken Nederlands goed te beheersen. „Maar het blijft voor mij buitenlands. Er zijn altijd dingen, zoals grapjes, die langs je heen gaan. Dan voel je je, tussen aanhalingstekens, gehandi capt". Geluk Tijdens de lessen had Yfke van der Wou- de de beschikking over een doventolk. Gezien het huidige structurele tekort aan tolken in het noorden noemt ze het een geluk dat ze constant iemand ixj de klas had die voor haar kon tolken. De praktijkopdrachten van de docenten deed ze alleen. „Ik moest ze speciaal bewerken voor dove kinderen. Dat kostte veel tijd, ener gie en geduld. Soms voelde ik me alleen omdat ik geen mogelijkheid had met mijn medestudenten bij voorbeeld stage-erva- ringen uit te wisselen", zegt Yfke. Volgens de onderwijzeres zou het goed zijn als een aantal dove studenten tegelij kertijd één en dezelfde pabo ging volgen. Ook zouden de docenten beter bekend moeten zijn met het onderwijs aan do ven, vindt ze. De positie van de dove in onze samenle ving vergelijkt Yfke met die van een bui tenlander. „We zijn een minderheid met een eigen cultuur. Ik wil benadrukken dat de doven niet als gehandicapt be schouwd mogen worden. Wij hebben onze eigen gebarentaal. Die communica tie verloopt probleemloos. Onder horen den schakel ik gewoon over op mijn twee de taal, het Nederlands". Vergoedingen Yfke van der Woude acht het een schrij nende zaak dat sommige doven door het huidige tekort aan tolken bepaalde ver gaderingen, opleidingen of andere ge beurtenissen moeten missen. Ze zou het toejuichen als meer mensen een oplei dingvoor doventolk gingen volgen. „Maar", zegt ze, „de vergoedingen voor dat werk kunnen best wat worden opge krikt' Wat haar toekomst betreft is ze hoopvol. Over niet al te lange tijd denkt ze les te gaan geven. „Ik verwacht bin nenkort een uitnodiging voor een ge sprek van een van de doveninstituten waar ik stage heb gelopen. Mocht ik daar voor de klas komen, dan kan ik laten zien dat een dove leerkracht zijn vak even goed verstaat als iedere andere horende docent".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 12