„Zonder dienstplicht zakt
leger volledig in elkaar"
Opgejaagd van Zvornik naar Den Boschs
lï
'O
BINNENLAND
Oproep aan
de Nederlandse politiek.
CeidaeSou/umt
ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1992
Generaal M.J. Wilmink: ,,De landmacht moet nu voorbereid zijn op alle mogelijke jobs, die echter één ding gemeen hebben: we moeten er
snel bij kunnen zijn".
FOTO: STEPHEN EVENHUIS
DEN HAAG - „Als de
dienstplicht op korte termijn
wordt afgeschaft, zakt de
landmacht volledig in elkaar.
Die is dan gedurende een
aantal jaren niet meer inzet
baar".
Drie-sterrengeneraal M.J. Wil
mink, bevelhebber van de Ko
ninklijke Landmacht, zegt het
op gedecideerde toon. Vlak voor
zijn vertrek naar het Duitse
Heidelberg, waar hij een top
functie bij de NAVO gaat bekle
den, wil hij kennelijk dat de
landspolitiek zich goed reali
seert wat het betekent als zij
zou besluiten dat ons land snel
moet overschakelen op een be
roepsleger.
De discussie over de toekomsti
ge vorm van onze krijgsmacht
groeit momenteel in politiek en
militair Den Haag naar een cli
max. Alle betrokkenen kijken
met spanning uit naar volgende
maand, wanneer het rapport
van de commissie-Meijer ver
schijnt. Die is in opdracht van
defensieminister Ter Beek aan
het bestuderen of de dienst
plicht wellicht kan verdwijnen.
Daarbij dient men te beseffen
dat het gaat om een oeroud in
stituut dat nog is ingevoerd
door Napoleon, in de tijd dat
ook de Lage Landen bij de Zee
onder zijn heerschappij zucht
ten. Bonaparte was de eerste
moderne krijgsheer die inzag
hoe voordelig een leger van
dienstplichtigen kan zijn. Voor
delig in tweeëerlei zin. Met re
latief weinig geld konden de
beste legers van die tijd opge
richt worden.
Maar die situatie is de laatste
decennia grondig veranderd.
Gen regering durft haar man
nelijke onderdanen nog te ver
plichten gedurende lange tijd
voor een grijpstuiver 's konings
wapenrok te dragen. Ook aan
dienstplichtigen moet tegen
woordig een salaris worden be
taald. En al stelt dat in de ogen
van de betrokken nog niet zo
heel veel voor, de belastingbeta
lers en dus ook de regering er
varen het als een loden last.
Vandaar dat de politiek het ein
de van de Koude Oorlog gretig
aangreep om te zeggem dat de
krijgsmacht nu goedkoper
moest worden. Wat lag er dus
meer voor de hand dan een ein
de te maken aan het systeem
van de dienstplicht? Temeer
omdat op die manier ook een
einde zou komen aan de on
rechtvaardigheid dat tegen
woordig slechts één op de drie
jongens de pineut is. De andere
twee worden afgekeurd of bui
tengewoon dienstplichtig ver
klaard (lees: vrijgesteld).
Laagopgeleid
De militaire top in ons land er
kent dat de ongelijke verdeling
van de dienstplicht problema
tisch is maar weerspreekt met
kracht dat een leger louter be
staande uit beroepssoldaten
goedkoper zal zijn. Het tegen
deel zou best eens waar kunnen
zijn, menen de generaals, om
dat mensen die vrijwillig dienen
in de krijgsmacht nu eenmaal
een betere beloning eisen dan
het rijk dienstplichtigen be
taalt.
Luitenant-generaal Wilmink,
bevelhebber der landstrijd
krachten, ziet echter nog een
heel ander probleem. „De
krijgsmacht heeft zeer veel
functies waarvoor geen hoge
opleiding nodig is, zeg maar on
der het niveau van havo. Maar
in Nederland zijn juist steeds
meer mensen hoog opgeleid.
Hoe moeten wij die functies dan
vervullen als er straks geen
dienstplicht meer bestaat?"
In Groot-Brittannië en de Vere
nigde Staten bestaan toch ook
beroepslegers. Hoe komen die
dan aan voldoende mannen
Wilmink: „Ik zou het niet pre
cies weten, maar ik weet wel dat
de omstandigheden in die lan
den anders zijn. Op Amerikaan
se scholen bestaat zoiets als
vrijwillige militaire training,
waardoor de stap voor een jon
gen of meisje naar de echte
krijgsmacht niet zo groot meer
is. En in Engeland hebben ze de
dienstplicht na de Tweede We
reldoorlog pas afgeschaft. Toen
ze dus te kust en te keur kon
den kiezen welke dienstplichti
gen ze een beroepscarrière wil
den aanbieden en welke niet.
Wij in Nederland zouden nu
maar moeten zien dat we puur
en alleen via reclame een vol
doende aantal mensen krij
gen".
Maar de dienstplicht hoeft toch
niet van de ene dag op de andere
te verdwijnen. Daar kun je toch
een aantal jaren naar toe wer
ken1?
„Ik heb daar grote twijfels over.
Hoe kun je bijvoorbeeld in 1993
nog jongens oproepen, terwijl je
tegelijk zegt dat de dienstplicht
in 1994 wordt afgeschaft? Van
af het moment datje zo'n mede
deling doet is er eigenlijk al
geen dienstplicht meer. En dus
ook geen Koninklijke Land
macht. Die ligt dan compleet op
z'n gat".
Dat is een nogal dramatische
uitspraak!
„Gelukkig denkt mijn minister
er net zo over. Die heeft er in
het tv-programma De Vierde
Kamer op gewezen dat maar
liefst vijftig procent van de
landstrijdkrachten uit dienst
plichtigen bestaat. In totaal
hebben wij iets meer dan 65.000
man. Daarvan zijn er 21.600 be
roeps en bestaan er 11.100 uit
burgerpersoneel. Blijft dus
over: 32.700 dienstplichtigen.
Die kun je niet op korte termijn
zomaar wegpoetsen zonder dat
dat zeer ernstige gevolgen heeft
voor de inzetbaarheid van de
landmacht".
Zoals zijn achternaam al sugge
reert stond de wieg van Mari-
nus J. Wilmink in het oosten
van het land. Hij werd in 1935
geboren in Borne, een plaatsje
tussen Hengelo en Almelo. Op
zijn elfde jaar verhuisden z'n
ouders naar Zwolle, waar Rien
de HBS ging bezoeken. Zijn mi
litaire loopbaan nam een
aanvang in september 1952,
toen de inmiddels 17-jarige jon
gen de KMA te Breda binnen
wandelde. Op wat latere leeftijd
(31) ging hij studeren aan de
Hogere Krijgsschool, waarmee
hij voor zichzelf de weg opende
naar de allerhoogste rangen.
In 1980 werd Rien Wilmink be
noemd tot sous-chef plannen
van de landmachtstaf en kreeg
hij de rang van brigade-gene
raal. In 1984 volgde zijn benoe
ming tot commandant van de 4
Divisie in Harderwijk en de
daarbijbehorende promotie tot
generaal-majoor. Weer twee
jaar later werd hij commandant
Eerste Legerkorps met de rang
van luitenant-generaal. En
sinds 8 december 1988 is Rien
Wilmink uit Borne bevelhebber
der landstrijdkrachten ofwel de
hoogste militair van de Konink
lijke Landmacht.
Hoogste top
En nog is de hoogste top niet be
reikt. Zoals gezegd verlaat Wil
mink binnenkort Den Haag om
in Heidelberg commandant
Landcent (Allied Land Forces
Central Europe) te worden. Het
is voor het eerst dat een Neder
landse generaal zo'n hoge func
tie bij de NAVO gaat bekleden.
Koude oorlog
Het overgrote deel van zijn mi
litaire carrière heeft Wilmink
in 'oorlogstijd' doorgebracht, de
Koude Oorlog. Hij bevestigt dat
het wel even wennen was toen
de Berlijnse Muur viel en kort
daarop het Warschau Pakt op
hield te bestaan. „Maar per
soonlijk kun je je gedachten
daar toch redelijk snel op instel
len. Iets anders is het aanpas
sen van het militaire apparaat.
Dat is te vergelijken met het ne
gentig graden willen laten
draaien van een mammoettan
ker. Dat kost tijd, veel tijd".
Ligt de landmacht op schema
„Zoals gezegd hebben we nu
65.000 man. Dat is al zo'n
twaalfduizend minder dan in
1991, toen minister Ter Beek
zijn Defensienota publiceerde.
In die nota staat dat de land
macht uiteindelijk, in 1998, ge
reduceerd moet zijn tot vijftig
duizend man. Dat lukt waar
schijnlijk wel zonder al teveel
moeilijkheden. Iets anders
wordt het als de Evaluatienota
ook wel Prioriteitennota ge
noemd, die de minister aan het
einde van het jaar wil uitbren
gen, de koers van de mammoet
tanker nog een aantal graden
zou verleggen. Dan zou het wei
eens een heel moeilijk proces
kunnen worden".
Wat is er het meest veranderd in
het leger sinds het einde van de
Koude Oorlog?
„Er heeft een cultuuromslag
plaats gevonden. Voor 1989
kenden we onze taak exact. Dat
was het verdedigen van een be
paald deel van Noordduitse
laagvlakte tegen een massale
verassingsaanval van de Sov
jets. Vrijwel iedere militair wist
bij wijze van spreken vanachter
welke boom hij welke brug zou
gaan verdedigen. Van die uiter
ste zekerheid zijn we terecht ge
komen in de uiterste onzeker
heid. De landmacht moet nu
voorbereid zijn op alle mogelij
ke jobs, die echter één ding ge
meen hebben: we moeten er
snel bij kunnen zijn''.
U doelt op onder meer de Lucht
mobiele Brigade
„Ja, die brigade, bestaande uit
ongeveer tweeduizend man en
voorzien van eigen transport
en bewapende helicopters, zal
straks per vliegtuig overge
bracht worden naar waar dat
ook maar nodig is. Voor 'peace
keeping' (vrede bewaren, RH)
zoals in Cambodja, waar nu
onze mariniers zitten. Maar
ook voor 'peace enforcing' (af
dwingen van vrede, RH)".
Zoals in Joegoslavië?
„Bijvoorbeeld, alleen zover zijn
we nog niet. De luchtmobiele
brigade zal pas in 1994 voltallig
en operationeel zijn. Het gevolg
daarvan is dat wij nu geen ge
vechtseenheden naar het voor
malige Joegosolavië kunnen
sturen. Wij hebben al een ver
bindingsbataljon van 380 man
daar zitten en daarnaast heeft
de minister aangeboden vracht
auto's te leveren, waarschijn
lijk een stuk of vijftig, en het bij
behorende personeel: chauf
feurs, monteurs, verzorgings
mensen en leidinggevenden".
De gehele Koninklijke Land
macht kan geen enkele gevecht
seenheid voor Joegoslavië op de
„Althans op korte termijn zijn
we daartoe nog niet toe in staat.
U moet niet vergeten dat de
Tweede Kamer verlangt dat wij
voor acties buiten het NAVO-
gebied in beginsel geen dienst
plichtigen sturen. Die kunnen
alleen ingezet worden op basis
van vrijwilligheid, dus eentje
hiervandaan geplukt en eentje
daarvandaan.... Maar voor ge
vechtseenheden is het essen
tieel dat men niet alleen een
eenheid is. Men moet ook een
eenheid vormen, door goed op
elkaar ingespeeld te zijn. Dat is
essentieel voor de taakuitvoe
ring en de veiligheid van de
mensen. Zo'n gevechtseenheid
samenstellen is niet onmogelijk
maar kost wel een half jaar of
daaromtrent. Dus zijn wij voor
de bescherming van eventuele
nieuwe humanitaire acties in
Joegoslavië afhankelijk van
met name de Engelsen en de
Fransen, die respectievelijk
1800 en 1100 man gevechts
troepen beschikbaar hebben ge
steld".
DEN BOSCH - De Bosni
sche vluchtelingen Zejda en
Amira beschikken in kamer
207 van de Koning Willem 1-
kazerne in Den Bosch sinds
vorig weekeinde over gordij
nen. „Het slaapt rustiger",
vinden de twee zussen. En ze
kunnen inmiddels via een sa
telliet-ontvanger naar een
Zagrebse televisiezender kij
ken, een cadeautje dat het
bezoek van prinses Margriet
vorige week vergezelde.
Maar verder niets dan zorgen:
Geen bericht van hun mannen
Jusuf en Abdullah in Bosnië,
van wie ze al meer dan twee
maanden niets hoorden. Ter
wijl de Zagrebse zender slechts
melding maakt van verdere
Servische oorlogsdaden tegen
de moslims. Af en toe proberen
de vrouwen een telefoontje te
plegen naar de Bosnische dorp
jes met achtergebleven familie.
Tot nu toe lukte dit niet, zelfs
niet via de centrale in Belgrado.
Voor Amira, gehuld in een nieu
we outfit uit de 'winkel' met in
gezamelde kleding, wordt een
gesprek over haar toestand
even te veel. Ze huilt als haar
neefje Amel in talentvol Engels
trefzeker en zorgvuldig ver
haalt over hun vlucht uit het
Amel (linksonder) en Zejda zaten naast elkaar toen minister Van den Broek een bezoek bracht aan
zerne in Ljubljana. Amel: „Ik,durfde hem niette bedanken".
De inval van de Serviërs in
Zvornik, de woonplaats van de
families in Noord-Bosnië, ver
raste begin april toch. De Ser
viërs uit Zvornik, onder wie
Amels beste vriend en een zeer
goede vriendin van zijn moeder,
waren enkele dagen eerder ge
vlucht zonder bericht achter te
laten. De Servische wijk bij het
industriegebied aan de zuid
kant van Zvornik was leeg.
Daar staat overigens ook de
grootste fabriek van Svornik,
de aluminiumfabriek T.G. Bi-
rac waar de directeur een Ser
viër was, net als negen van de
tien onderdirecteuren. „We
vonden het al gek dat die direc
teur vorig jaar de ondernemer
sprijs van Servië ontving, ter
wijl hij in Bosnië werkte", zegt
Amel.
Vrienden
De Servische vrienden van
Amel en Zejda hebben hen niet
gewaarschuwd voor wat er ko
men ging: de belegering van
Zvornik door Servische troe
pen. Zejda en Amel denken dat
hun vrienden, allesbehalve
agressieve Serviërs, bang wa
ren voor represailles door Ser
vische extremisten en hen daar
om niet waarschuwden voor
wat komen ging. Waren niet
twee Servische vrouwen die een
jaar eerder de verkiezingswinst
van de moslimpartij meevier
den met hun moslimvriendin-
nen, daarna door Servische ex
tremisten met de dood be
dreigd?
Toen de aanval begon was Amel
in het centrum van de stad, hij
wilde niets missen van de ang
stige spanning die daar heerste.
„We dachten niet dat de Ser
viërs zouden doen wat ze uit
eindelijk toch gewoon deden",
zegt Amel. De Serviërs begon
nen een mortieraanval. Troe
pen kwamen via de Servische
wijk de stad in. Nadat de eerste
projectielen waren ingeslagen,
rende Amel met een bonkend
hart naar huis. Samen met zijn
vader, moeder en zijn broertje
Adnan vluchtten ze richting
Liplje, 20 kilometer van Zvor
nik verwijderd.
Amira, Jusuf en hun 4-jarige
dochter Sabina vluchtten de
bergen bij Zvornik in, naar een
hoog gelegen moslimdorpje. Ze
raakten van de regen in de
drup, want ook daar vielen gra
naten. Amira schrikt 's nachts
nog vaak wakker van de inslag
in het huis achter hun verblijf
plaats. Daarbij vielen enkele
doden. Daar hoorden ze de eer
ste kreten van angst, het ker
men van gewonden, wat ze later
nog zo vaak zouden horen.
Ook Amira en Jusuf vluchtten
verder richting Liplje. In deze
moslimplaats hadden zich in
middels duizenden moslims uit
Zvornik verzameld. Bij toeval
troffen de families van Amira
en Zejda elkaar daar op straat.
In Liplje bleven ze zes dagen.
Daar hoorden ze dat 300 mos
lims uit Zvornik die niet had
den willen vluchten, door de
Serviërs waren gedood. Dat het
huis van Zejda was vernield
door bulldozers, dat de direc
teur van Amels school, een mos
lim, werd gedood en dat de
broer van Zejda's Servische
vriendin, een Servische zanger
die beroemd werd met moslim-
liedjes, als Cetnik (guerillastrij-
der, sluipschutter) inmiddels
het ideaal van groot-Servië in
Zvornik nastreefde. De vader
en moeder van Zejda en Amira
waren in Zvornik achtergeble
ven.
Daardoor konden Amira en Zej
da niet weten dat hun vader
door de Serviërs uit zijn huis
was gehaald en voor een tank
moest gaan lopen. Na enkele
honderden meters moest hij
wegwezen. Rot op, zeiden ze te
gen hem. Hij vertelde het toen
ook hij naar Liplje moest vluch
ten.
De moslims werden door de op
rukkende Serviërs opgejaagd
en trokken door naar Tuzla,
een redelijk veilige plaats:
groot, gemakkelijk verdedig
baar tegen de Serviërs (de
plaats is ondanks gevechten
nog steeds niet ingenomen) en
voorzien van duizenden mos
lims die hun plaats wilden ver
dedigen. Maar de toestanden in
Tuzla waren erbarmelijk, te
veel vluchtelingen stroomden
de plaats binnen. De mannen
en de ouders van Amira en Zej
da bleven in Tuzla achter toen
de zussen en hun kinderen naar
het verderop gelegen Kalesija
vluchtten. Hun vader was te
oud voor zo'n tocht en hun moe
der wilde op haar leeftijd niet
meer weg uit Bosnië; Jusuf en
Abdullah wilden blijven om hun
land te verdedigen. „Nu moet jij
de dingen doen die ik tot nu toe
deed", zei Abdullah tegen zijn
17-jarige zoon Amel, die het af
scheid van zijn vader het ergste
vond. Amel mist Abdullah,
maar zegt: „Iedereen vanaf
achttien jaar wordt nu voor het
leger ingezet in Bosnië. Ik snap
niet wat Bosnische mannen
hier in Nederland doen. Hier op
de kazerne lopen er ook een
paar rond. Mijn vader vecht
toch ook voor Bosnië? Ik denk
dat de mannen die vluchtten
zware gevangenisstraf krijgen
als Bosnië weer vrij is
Sneeuw
De tocht naar Kalesija was de
moeilijkste etappe. Het was een
koude dag in april en af en toe.
toe sneeuwde het. Amira moest
de 4-jarige Sabina dragen.
„Maar in Kalesija was dezelfde
spanning als in Zvornik. De
sfeer van vlak voor de aanval,
want die verwachtten ze daar
ook spoedig", herinnert Amel
zich. De families werden met
bussen uiteindelijk naar Zagreb
gebracht. De bus waarin Zejda
en haar zonen zaten, stak bij
Brcko de rivier Sava over rich
ting Kroatië. Een dag later
bombardeerden Servische
vliegtuigen die brug, waarbij 30
vluchtende moslims omkwa
men. Amira's bus reed over Bo-
sanski Brod.
In Zagreb werden de families
geholpen door mensen van de
moskee; de Kroatische regering
deed volgens Amel niet veel. Ze
zijn er anderhalve maand ge
weest; eerst sliepen ze in de
moskee, later regelde een Za
grebse neef van Zejda en
een huis. Een broer van hi
der kwam uit Zwitserlai
bracht geld: 800 mark,
mee de beide families zich
konden redden. Maar
duidelijker werd dat hun
zou voortduren. De situa
Bosnië werd ernstiger. M
moskee kwam het berich
vluchtelingen in Nede
konden worden opgeva
Amira en Zejda moesten
sen: öf op kosten van de n
Zagreb blijven, öf na
land, 1500 kilometer verdt
Jusuf en Abdullah. „We k<
niet anders dan gaan",
Amel. „In Nederland wari
niemand tot last. De N
landse regering betaalde'
Bezoek
Hoe het hen is vergaan t
de reis heeft de Nederlant
levisiekijker kunnen zie
Slovenen eisten een doorn
sum van de vluchteling
dit niet hadden. Hun b
stonden drie dagen vast. 1
ter van buitenlandse zake
den Broek wist de Slovei
overtuigen, waarna de 1
naar Ljubljana reden,
werden de families nog ee
dagen in een kazerne om
bracht. Duizend vluchte
moesten het met twee
ruimten doen. Amel her
zich dat er werd gehuild,
den, gezongen en gesi
Van den Broek werd bezi
Hij kwam er hoogstperso
een kijkje nemen. Amel:
op mijn matje en had ht
genlijk heel erg willen 1
ken dat we naar Nede
mochten. Maar ik kon
woord uitbrengen van de
wen. In Den Bosch hebbi
nu eindelijk rust. We ki
slapen en hoeven ons geei
gen te maken over de voed
Afgelopen woensdag
families voor een trip naa
sterdam uitgenodigd doo
Nederlandse journaliste
in Ljubljana hadden ont
Het eerste dagje 'uit' voor
en Amira Sinds vier maani
De dood grijnst breed
in Afrika. Somalië sterft.
De Somaliërs die nog leven,
hebben niet veel tijd meer.
De wereld wéét dat. Toch
wordt er nog steeds onvol
doende voedsel gestuurd.
Dat bovendien de stervende
bevolking onvoldoende
bereikt. Zonder voldoende
ondersteuning van een
krachtige VN-vredesmacht
is alle hulp zinloos.
"De beschaafde wereld"
weet dat. En talmt. We mogen
Afrika niet in de steek laten.
Novib vraagt het Nederlandse
parlement zich ondubbelzinnig
bij de VN uit te spreken
voor snelle en effectieve hulp.
Er mag niet langer gewacht
worden.
Amaliastraat 7,2514 JC Den Haag, 070 - 3 421621
Deze actie wordt gelijktijdig gevoerd door NCOS - België, Coalition Swiss Aid/Helvetas - Zwitserland, Mani Tese - Italië,
Oxfam UK - Groot Brittannië, Helinas - Griekenland, Mellemfolkeligt Samvirke en IBIS - Denemarken.