Zomersmog 'lijkt' voorbi; Zaterdag Microben slopen Parthenon 4 Leidse Courant i zaterdag 22 augustus 1992 De Sint Jansvlinder, een ook overdag actieve nacht vlinder. Het bekendste bouwwerk uit de Griekse oudheid, het Parthenon op de Akropolis in Athene, is altijd een dankbaar onderwerp voor schilders geweest. Maar door de jaren heen veranderde de kleurweergave ervan geleidelijk van rood naar vuilgrijs en van zwart naar wit. Er zijn archeologen die menen dat romantische bevliegingen van restaurateurs de schilders tot de weergave van een rood Parthenon noopten. De microbioloog Wolfgang Krumbein van de Universiteit van Oldenburg in Duitsland wijt de verkleuring van het bouwwerk echter aan de algen, bacteriën, schimmels en andere organismen die soms tot vier centimeter diep in het marmer zijn gedrongen en het langzaam slopen. Hij behoorde tot de onderzoekers die de Akropolis onlangs onder de loep namen om na te gaan hoever het aanvretingsproces van de verschillende restanten was gevorderd. De fijne scheurtjes en breuken in de ruïnes bleken vol te zitten met micro-organismen Het in deze 'craquelé' opgevangen regenwater bevordert de vorming van microbische suikers die grote hoeveelheden vocht kunnen absorberen. Het slijm dat zich langs deze weg ontwikkelt, oefent een enorme druk uit op het omringende gesteente. Ook produceren de bacteriën stoffen die het calciumcarbonaat, het basisbestanddeel van marmer, oplossen. Dit alles kan het steenwerk dermate verzwakken, dat het verbrokkelt en uiteindelijk slechts zand resteert. Op afbeeldingen van het Parthenon vervaardigd rond Het Parthenon op de Akropolis is niet altijd stralend wit geweest. 1850 zijn de zuilen rood. Later verspreidt de roodgouden gloed zich op linnen en papier over het hele gebouw. Volgens Krumbein is de plek waar de kolonies microflora zich op de Akropolis bevinden afhankelijk van klimaatsomstandigheden. Halverwege de vorige eeuw vormden de organismen een droog laagje op bet marmer. Onder invloed van de bacteriële activiteiten ontstonden apatiet, oxaalzuur, ijzerhydroxide en mangaansporen, die in overeenstemming met de toen gemaakte artistieke afbeeldingen een rode verkleuring veroorzaakten. Toen het klimaat natter werd, kreeg de Akropolis een sluier van groene en zwarte algen en schimmels. Vanaf 1920 dreef het drogere weer, of mogelijk een groter contrast tussen het zomer en winter, de micro-organismen dieper (2 tot 10 millimeter) het marmer in. Tijdens het afbraakproces gevormde kalkverbindingen fungeren nu weer als witmakers. Krumbeins studie maakt deel uit van het Europese Euromarmer-project. Dit omvat ook onderzoek naar de toestand van marmer afkomstig uit verschillende landen (Zweden, Oostenrijk, Italië en Griekenland) en gebruikt in steden met een verschillend klimaat (Sint Petersburg, Potsdam, Wenen, Aries en Messina). Daarbij wordt gepoogd de micro organismen uit te roeien door het aangetaste marmer chemisch te behandelen. Over vijfjaar moeten de resultaten bekend zijn Waterkevers in de knel Het gaat niet best met onze waterkevers. Dertig procent van de 350 in Nederland voorkomende soorten is verdwenen of wordt zwaar bedreigd en staat dan ook op de voor deze insektengroep nieuw-opgestelde rode lijst. Vernietiging van leefgebieden, watervervuiling en verlaging van het grondwaterpeil zijn de voornaamste oorzaken. 'Smog-gevaar!' In voorgaande zomers was dat diverse malen voorpagina nieuws. Dit jaar blijft het wonderlijk stil. De verklaring: niet de lucht is opeens schoner geworden, maar de normen zijn bijgesteld. Daardoor lijkt het alleen, alsof het smog-probleem uit de wereld is. In Bilthoven worden voordurend ozon en stikstofoxide in de lucht gemeten en in kaart gebracht. Archieffoto Het voormalige Oostduitse leger heeft een erfenis achtergelaten van munitie voor raketwerpers, zoals deze. Kunstmest uit springstof Het Duitse leger wil de springladingen van 20.000 ton aan overtollig geworden mortier- en raketgranaten door bacteriën laten omzetten in kunstmest en heeft daartoe bij Berlijn een proefproject opgezet. Na ontmanteling van de projectielen, een erfenis van het voormalige Oostduitse leger, ondergaat de explosieve inhoud (nitrocellulose, nitroglycerine en dinitrotolueen) een chemische bewerking die In deze 'soep'1 microben zitten stoffen die ook in gewoon afvalwater van zuiveringsinstallaties te vinden zijn, zoals cellulose, glycerol en salpeterzuur. Wat na de bacteriële omzetting overblijft, is slik dat ammoniumnitraat bevat. Gedroogd en gecomposteerd, kan deze stof dienen als kunstmest. Bij de presentatie van het onlangs verschenen standaardwerk 'De Waterkevers van Nederland', drong de Koninklijke Nederlandse N atuurhistorische Vereniging (KNNV) er bij de overheid en de particuliere natuurbescherming op aan meer aandacht besteden aan natte gebieden, bij voorbeeld duinpoelen, brakke wateren en moerassen. De ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur, het landelijk netwerk van natuurgebieden volgens het Natuurbeleidsplan kan volgens de vereniging bijdragen aan het herstel van ongestoorde gemeenschappen van water kevers. Onderzoek naar nachtvlinders De Vlinderstichting in Wageningen is begonnen met een onderzoek naar nachtvlinders. Vermoedt wordt, dat veel soorten worden bedreigd, net als bij de dagvlinders het geval is. Daar is bijna de helft van de soorten in Nederland sterk achteruitgegaan De stichting werkt samen met EIS-Nederland, dat zich richt op onderzoek van ongewervelde dieren, het Instituut voor Taxonomische Zoölogie (Universiteit van Amsterdam) en de stichting Tinea in Wageningen die zich vooral bezighoudt met kleine vlinders. Van de ruim 2400 in ons land voorkomende nachtvlinders zijn er aanvankelijk 175 voor nader onderzoek geselecteerd, namelijk de nachtvlinders die ook overdag actief zijn en gemakkelijk als rups en/of vlinder te herkennen zijn. Een voorbeeld van zo'n insekt is de Sint Jansvlinder, die overdag nectar uit bloemen drinkt. De 'echte' nachtvlinders komen later aan de beurt. Wie mee wil werken aan dit project kan zich melden bij De Vlinderstichting, Postbus 506,6700 AM Wageningen, telefoon 08370-24224. I tekening ü0s fontaine- de vlinderstichting Astronauten eten te vet Spieren verliezen in de ruimte grotendeels hun vermogen om vet in energie om te zetten, terwijl hun vermogen om koolhydraten te verbranden hetzelfde blijft. Ruimtevaarders kunnen dus, net als duurlopers, beter veel deegwaren en aardappelen eten en geen vette spijzen. Dit zegt de fysioloog Kenneth Baldwin, die verbonden is aan de Universiteit van California en zijn opvatting stoelt op bevindingen met ratten aan boord van het ruimteveer Columbia vorig jaar. Als de ruimtevaartartsen het met hem eens blijken, wil de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA de astronautenmenu's snel herzien. Het Amerikaanse doorsneedieet bevat volgens Baldwin 40 procent vet, 40 procent koolhydraten en 20 procent eiwitten. In dat van duurlopers zit slechts 25 procent vet. H Omdat ze een belangrijke schakel in de voedselketen zijn, vormen deze insekten ook een goede aanwijzing voor de waterkwaliteit. Het door acht specialisten samengestelde nieuwe boek (uitgave KNNV in samenwerking met het Nationaal Natuurhistorisch Museum in Leiden, prijs 49,50) maakt het voor het eerst mogelijk schrijvertjes, watertreders, pieptorren, spinnende watertoren, waterkruipers en alle andere waterkevers te herkennen en inzicht te krijgen in hun ecologische omstandigheden. Vaccin uit plant Het John Innes Centre in Norwich, Oost-Engeland, doet proeven met het winnen van vaccins tegen mond- en klauwzeer uit planten. Op den duur kan dit misschien ook tot vooruitgang leiden in de strijd tegen ziekten als aids, hepatitis en griep. De onderzoekers ontdekten dat een virus in een soort erwt zich bijzonder goed leent voor genetische bewerking. Op dit virus brachten ze uit dierlijke virussen afkomstig eiwitten aan die de produktie van antilichamen stimuleren. Kiemplanten die met het aldus bewerkte virus waren geïnfecteerd, bevatten na twee weken per blad genoeg grondstoffen voor tweehonderd doses vaccin tegen mond- en klauwzeer. door Henk de Kat Het is nog maar drie jaar geleden, dat mr S. Patijn, commissaris der koningin in Zuid-Holland, op een be nauwende zomerdag demonstratief de dienstauto verruilde voor de fiets. Hij dacht daarmee een zinnige bij drage te leveren aan het oplossen van de heersende smog. Er ontstond vervolgens een verwoede discussie over een mogelijk autorijverbod rond de grote steden. In die tijd moesten ook industrieën diverse malen hun produktie-processen sta ken, nadat de 'alarmfase' was afge kondigd. In de zomer van 1992, waarin zich toch een uitzonderlijk aantal warme maanden aaneen rijgt, blijft die com motie tot nu toe opvallend uit. Niet omdat er geen smog meer is, maar omdat de overheid sinds januari de meet-aanduidingen heeft veran derd. Ook zijn nieuwe begrippen in gevoerd, zoals 'zomersmog' en 'wintersmog'. En bovendien is men anders gaan denken over watje nou eigenlijk concreet moet doen tijdens dagen met smog. Dat alles bij elkaar wekt de illusie dat het smog-pro bleem voorbij is. „Aan het probleem is een andere naam gegeven", bevestigt prof. dr. ir. C. van den Akker van het RIVM (Rijksinstituut voor volksge zondheid en milieuhygiëne) te Bilt hoven, waar de cijfers over de lucht vervuiling in Nederland worden bij gehouden. „Daarmee lijkt het, alsof de smog voor een deel is verdwe nen". 'Circus' Smog haalde vooral in 1989 nog veel vuldig de voorpagina's. Commissaris Patijn liet die zomer z'n vervuilende dienstauto staan en toog op de fiets naar het Provinciehuis in Den Haag. Hij riep automobilisten op zijn voor beeld te volgen. Maar het effect was eerder dat verwarring en twijfel werd gezaaid bij wetenschappers, politici en cara-patiënten. Was dat nou de oplossing? De commissaris vond bij nader inzien zelf ook van niet. Het jaar daarop liet hij weten dat 'dit circus' zich niet zou herha len. De dicussie leidde ertoe dat in 1990 andere termen werden ingevoerd. De aanduidingen 'waarschuwingsfa se' en 'alarmfase' werden afgeschaft en vervangen door het al veel neu traler klinkende 'smogfase 1, 2 of 3'. Maar ook die benamingen zijn in middels geschrapt (althans in de zo mer). Sinds begin dit jaar wordt lan delijk gewerkt met de nieuwste, minstens zo nuchtere typeringen 'geen smog', 'matige smog', 'ernsti ge smog' of'zeer ernstige smog'. Zomersmog Maar wat is smog eigenlijk? Ook over dat begrip zelf zijn de opvattin gen gaandeweg veranderd. Volgens een in februari door VROM uitge brachte brochure 'Smog en uw ge zondheid' moeten we voortaan on derscheid maken tussen zomersmog en wintersmog. Met wintersmog wordt bedoeld de adembenemende combinatie van zwaveldioxide en fijn stof. Pure luchtvervuiling dus, veroorzaakt door de grote industrie ('het meest de buitenlandse industrie', meldt de VROM-brochure fijntjes) en lokale bronnen zoals het verkeer. Zomersmog is wezenlijk wat anders, zegt men bij VROM. Hier schuilt het gevaar in hoog oplopende concentra ties ozon: een gas waaraan in hogere atmosferen een tekort dreigt (het veelbesproken 'gat'), maar dat aan de grond benauwend werkt. Ozon wordt gevormd als hoge temperatu ren, zonneschijn en vervuilende stoffen in de lucht op elkaar inwer ken. Het RIVM in Bilthoven is dit jaar be gonnen met de dagelijkse publicatie sportevenementen af te gelastei g; Geen woord dus meer bij V T over een autorijverbod in de zo W. of over een bevel in de richtinj de vervuilende industrie. Allee wintersmog kan het stopzettei bepaalde fabrieksprocessen vo j het ministerie nog zin hebben. In Den Haag houdt de commis der koningin zich trouw aan nieuwe richtlijnen. Geen gepari meer met de fiets, geen acties ti over de industrie. Maar in de R( damse regio, met z'n samenba aan industrieën, worden ti zomersmog nog wél maatrej uitgevaardigd. Hier voert de D (Dienst Centraal Milieubeheer terdam) te Schiedam een eige leid, dat volgens woordvoerdi Kuijper 'uniek' is voor Nederlar De DCMR werkt met codes, i mee de industrie in Rijnmond verplicht om produktieproci stop te zetten. Die codes ku worden afgeroepen op dagen smog, zowel dus in de zomer als winter, maar ook op dagen di omgeving last heeft van 'ge\ t stanklucht. Kuijper: „Vaak smog en stank samen, maar je ook warme bewolkte dagen he zonder smogvorming, waaroj toch wat willen doen aan de li|(j luchtverontreiniging' Geen zin Prof. Van den Akker van het E beseft terdege dat een deel vi Tweede Kamer begin dit jaar om economische en maatschap ke motieven heeft besloten om zien van zoiets als een autorijvi tijdens zomersmog. Toch ka zich wel vinden in die aanpak. A „Natuurlijk, er steekt een po verhaal achter die nieuwe smog !8 duidingen. Jé loopt de kans dat ai sen het gevaar van luchtveronti d ging minder ernstig nemen, nu ip vrijwel nooit meer van horen ie krant of op tv. Maar aan de ai it kant: het verkeer stil leggen oj i dag met ernstige smog, dat hee l derdaad geen zin. Mensen klin di dan op de fiets of rennen naih trein, en dan bereik je eigenlij li tegenover gestelde van wat je e Want juist dat soort fysieke in ningen raden we af, als er veel in de lucht is. Je moet uiteraar streven naar minder autokilom 1 en naar vermindering van defb stoot door de industrie, maaPg moet in z'n algemeenheid gebe Niet door maatregelen geduid Astmafonds Ook hoofdvoorlichter T. Rollt 'o het Astmafonds te Leusden js' reert de nieuwe benadering bov gi voorgaande jaren. Het gaat er n E alistischer' aan toe, vindt hij. „De adviezen die de folder VROM geeft over hoe je moet hi 1 len, beschouwen wij als gei e ceerd. In voorgaande jaren wer na lukraak rondgestrooid met 11 schuwingen door commissar 1 der koningin, die op eigen gel h heid maatregelen uitvaardij Het voordeel van telkens flink alarm is natuurlijk wel dat me t spitst blijft op het terugdringei luchtvervuiling, maar het leidt |j erg veel verontruste reacties cara-patiënten, die ons dan wee den met de vraag 'wat moet ik r Bekijk zelf tot hoever je kunt |'r dat is het beste. Met een slecht S kende geiser in de keuken kun cara-patiënt binnenshuis veel i ter af zijn, dan wanneer je toch" buiten gaat. En als het begint te waaien, dai dwijnt de ozon, maar dan kom a weer meer pollen in de lucht 1 andere mensen allergisch voor g Het ligt dus allemaal niet zo sii11 de situatie is voor iedereen verff lend". De Amsterdamse GG en GD deed in 1990 proeven om te bezien wat de verschillen zijn in stoffen die fietsers en automobilisten inademen. van smogkaartjes op Teletekst (pa gina 715), op basis van die ozon-me- tingen. Volgens Van den Akker, hoofd van de afdeling milieuonder zoek bij dit instituut, zijn deze zo mer tot nu toe vier dagen met 'mati ge smog' voorgekomen in Den Haag en omgeving. Eén dag sprake was van 'ernstige smog'. Maar ditmaal heeft niemand daar alarm over geslagen. Het voorpagina nieuws is daarmee uitge bleven. Is dat nou alleen een kwestie van andere me tingen, normverlegging, sussender benamingen? Prof. Van den Akker van het RIVM is zo bereidwil lig om de computer te la ten uitrekenen hoe de Haagse smog-situatie er deze zomer zou hebben 'uitgezien', bij de mensen zélf gelegd. 'Aan het probleem is een andere naam gegeven' indien nog een keertje gebruik zou De brochure: „De commissaris kan zijn gemaakt van de meetmethoden bij zeer ernstige smog een gedrag van vóór 1990 (die toen nog waren sadvies geven aan de bevolking om gericht op ozon plüs ook stikstof- zich niet langdurig in te spannen tij dioxide) en van het alarmeringssys- dens de piek-uren van de ozon-con- teem uit die tijd. Volgens het RIVM centratie. Ook kan hij aanraden om zou dat de afgelopen maanden in Den Haag hebben geleid tot drie da gen met een 'waarschuwingsfase'. Het verschil: „Bij het woord 'waar schuwingsfase' leg je een relatie dat je maatregelen moet nemen", zo proeft de hoogleraar. „Matige smog klinkt meteen heel an ders". Dat beeld klopt volkomen: niet alleen wordt tegen woordig anders gemeten en worden andere etiket ten gebruikt, ook de maat regelen rond smog zijn ver anderd. Sterker: uit die VROM-brochure 'Smog en uw gezondheid' blijkt over duidelijk dat de overheid 's zomers helemaal geen heil meer in ziet in ingrijpende maatregelen. De verant woordelijkheid wordt nu

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 26