'De kerk is vervreemd van
mensen en wereld'
Zaterdag
NT O
992 tl
VOOR BIT
RISC-notebook van Acorn
De eigenzinnige Engelse computerfabrikant Acorn heeft
de eerste notebook-computer ter wereld uitgebracht, die
is uitgerust met een zogenaamde RISC-processor. De
A4, zoals het apparaat heet, is voorzien van de 32 bits
ARM3 RISC processor, die ook in de A5000 desktop
computer van Acorn wordt gebruikt. De afkorting RISC
staat voor Reduced Instruction Set Computing en wordt
gebruikt voor processors die een beperkt aantal
verschillende instructies gebruiken, maar hierdoor
aanzienlijk sneller zijn.
De Acorn A4 is een topprodukt, dat geschikt is voor
zware toepassingen. Acorn's eigen besturingssysteem
en grafische gebruikersinterface RISC OS3 heeft niet de
nadelen van MS-DOS (de geheugenbeperkingen die zo
kenmerkend zijn voor DOS bestaan bijvoorbeeld
helemaal niet in de Acorn-wereld) en laat het gelijktijdig
draaien van diverse programma's zonder enig probleem
toe. De Acorn A4 heeft daarnaast een enorme snelheid;
12 miljoen instructies per seconde is bepaald niet niks.
Het besturingssysteem is in zijn geheel ondergebracht
in zogenaamde ROM-chips: de harde schijf van de
computer wordt hiervoor niet gebruikt. Ook diverse
toepassingsprogramma's, waaronder teken
programma's, een tekstverwerker en enkele letterfonts,
worden in ROM-chips meegeleverd: ook die software
kost dus geen kostbare schijfruimte. Er is inmiddels vrij
veel programmatuur voor de Acorn op de markt.
Opvallend daarbij zijn de betrekkelijk lage prijzen,
vergeleken met de bekende DOS- en Windows-software.
De prestaties van de notebook zijn nagenoeg dezelfde als
die van de A5000: indrukwekkend, zeker voor
computeraars die gewend zijn met DOS-pc's te werken.
Met DOS-programma's kan Acorn tegenwoordig prima
overweg: de MS-DOS PC-Emulator maakt het draaien
van de vertrouwde software mogelijk. Wie dat zou willen
kan zelfs Windows 3.1 in een Acorn RISC OS3-window
draaien al hebben we geen idee waarom iemand dat
per se zou willen.
De draagbare computer is leverbaar in twee modellen:
een basistype met 2 MB
RAM en een 2 MB
floppydrive of een
zwaarder model dat een
tweemaal zo groot
werkgeheugen heeft en is
uitgerust met een harde
schijf van 60 MB. De
nikkel/cadmium-batterij
laat volgens de fabrikant
maximaal vier uur werken
los van het stopcontact toe.
In de machine zijn allerlei
energiebeperkende
voorzieningen ingebouwd.
Niet alleen wordt de harde
schijf stopgezet als die
enige tijd niet is
aangesproken; ook
schakelt de centrale
processor over van zijn
normale snelheid van 12
MHz naar 3MHz.
De opmerkelijke notebooks
zijn op dit moment al
mondjesmaat te koop, maar
pas in september zijn ze in grotere aantallen leverbaar.
Het model zonder harde schijf staat voor bijna 6300
gulden op de prijslijst; het zwaardere model voor bijna
7700 gulden. Beide prijzen zijn inclusief BTW.
Acorn wordt in ons land geleverd door ECD Computers
in Delft.
Navullen inktpatronen
nu een stuk lastiger
De DeskJet-printer van Hewlett Packard is een zeer
populaire printer, die vooral door veel thuisgebruikers
met plezier voor het afdrukwerk wordt ingezet. Deze
zogenaamde inkjet-printer levert een afdrukkwaliteit
die nauwelijks onderdoet voor die van een laserprinter,
maar de paginaprijs ligt vele malen lager.
Om de kosten nog verder omlaag te brengen én om het
milieu te sparen kopen veel DeskJet-eigenaren niet
telkens een nieuwe inktpatroon annex printkop, als de
inkt is opgebruikt. Er zijn navulsets in de handel die
weliswaar niet door fabrikant HP worden gemaakt,
maar die in de praktijk uitstekend voldoen. Een
printkop kan daarmee in de meeste gevallen vijf, zes
maal worden nagevuld voor vervanging echt nodig is.
Het bedrijf Cartlnk Nederland heeft met deze navulsets
14 van Acorn: de eerste
book-computer met een RISC-
i essor.
Fabrikant HP levert sinds kort echter inktpatronen van
een nieuw type. Die blijken niet meer zonder meer
navulbaar te zijn. Cartlnk moppert dat juist het
voorkomen van dat navullen één van de belangrijkste
redenen voor HP moet zijn geweest om dat nieuwe type
uit te brengen maar dat lijkt wat al te gemakkelijk
geredeneerd. Hoe dan ook: de onderneming heeft er toch
weer iets op gevonden. De inktpatroon moet nu in een
speciale houder worden geplaatst, waarna de nieuwe
inkt met een injectienaald kan worden ingespoten. Als
dit is gebeurd moet via een beluchtingsopening in de
patroon met een andere injectiespuit lucht worden
ingespoten. Al met al is dat navullen een knap lastig
werkje geworden. Een voordeel aan het nieuwe systeem
is wel, dat inktpatronen in de patroonhouder op
voorraad kunnen worden gevuld. Dat was tot nu toe
nauwelijks mogelijk, omdat uitdrogen van de kop
onvermijdelijk was.
De inktpatroonhouder in principe een eenmalige
aanschaf wordt door.Cartlnk geleverd voor 36,50
gulden exclusief BTW. Een navulling kost 25,26 gulden
per keer. Ter vergelijking: voor een nieuwe printkop
rekent HP 68 gulden en dat is dus toch nog heel wat
méér.
WordPerfect voor Windows
Uitgeverij Sybex in Soest is onlangs uitgekomen met
Het Complete WordPerfect 5.1 voor Windows-boek, een
vertaling van het oorspronkelijke Mastering
WordPerfect 5.1 for Windows van Alan Simpson. Het
boek behandelt tot in detail alle onderdelen van het
programma, gelardeerd met vele voorbeelden en
handige tips. 'Het complete' mag gerust een
standaardwerk worden genoemd, en tevens een van de
betere uitgaven die in het Nederlands over WP voor Win
op de markt zijn.
Simpson's pil (bijna 1100 pagina's) bestaat uit negen
delen, die elk al een boek op zich vormen. Natuurlijk
worden alle basishandelingen uitgelegd, maar al snel
gaat de auteur in op de krachtiger en gevanceerder
functies van het tekstverwerkingsprogramma, inclusief
desktop publishing, het ontwikkelen van macro's, de
grafische mogelijkheden van het programma enzovoort.
Een apart deel, Methoden voor ervaren gebruikers, gaat
diep in op de interactie van WordPerfect met andere
programma's via DDE-koppelingen, knippen en
plakken tussen WordPerfect en niet-Windows-
toepassingen enzovoort. Ook geeft de auteur een
afzonderlijk deel met oefenlessen, aan de hand waarvan
ook beginnende gebruikers stap voor stap de fijne
kneepjes van het programma onder de knie kunnen
krijgen.
Het boek is kloek uitgevoerd en stevig gebonden; ideaal
om naast het toetsenbord te leggen en al studerend en
uitproberend mee aan de slag te gaan (ISBN 90-5160-
341-X, prijs 99.-).
Zijn proefpreek viel al verkeerd bij de kerkelijke autoriteiten. Zijn proefschrift over de verzoening
(1971) werd aanleiding tot een kerkelijk proces van jaren. Herman Wiersinga, 65 jaar, gereformeerd
theoloog, oud-studentenpastor en woonachtig in Amsterdam-Noord, is derhalve een veelbesproken
man. De kritiek heeft hem geraakt. Maar slaaf van het kerkelijk systeem is hij nooit geworden.
Integendeel, hij is zijn eigen weg gegaan. En die heeft hem vervreemd van de gereformeerde kerken,
van de inzichten die daarin nog zo hoog in het vaandel staan. In zijn recente boek 'Geloven bij daglicht'
legt hij verantwoording af. Moedig, persoonlijk en goudeerlijk.
door Hans van Dam
„Ik heb mijn vertrouwen verloren in
de ook voor mij vertrouwde geloofs
voorstellingen, in het beeld van de
almachtige God en in het beeld van
de allesverzoenende Christus; en ik
ben mijn fiducie kwijt in een kerke
lijk instituut dat alles weet, op zelf
handhaving uit is en mondige men
sen overslaat door ze te bevoogden.
We zijn vervreemd van wat eeuwen
lang aan traditie aanslibde. Van de
belijdenisformules die ons gedic
teerd werden, maar die niet meer
aansluiten bij onze ervaring. Van
theologische systemen die uitgingen
van apriori's als een lang afgesloten
Heilige Schrift of kerkelijk vastge
legde waarheden".
Deze woorden sprak Herman Wier
singa bij zijn afscheid als studenten
pastor in Leiden. Hij herhaalde ze op
10 april in het theologencafé in Am
sterdam, bij de aanbieding van zijn
boek 'Geloven bij daglicht'. Een
boek waarin hij, naar eigen zeggen,
het achterste van zijn tong laat zien.
Het spoor Herman Wiersinga gaat
ver terug. Zowel wat betreft zijn kri
tische kijk op kerk en theologie als
de onheuse kritiek die hij te verdu
ren kreeg. Twintig jaar terug schreef
Wiersinga zijn proefschrift. Onder
werp: de leer van de verzoening. Hij
bestreed het traditionele 'verzoe
ning door voldoening', de opvatting
dat verzoening met God eerst moge
lijk is door erkenning van de dood
van Christus als losprijs. Hij stelde
dat verzoening door verandering
plaatsvindt. In verandering, beter
gezegd. Wanneer mensen zich beke
ren (anders worden), anders leven,
anders kiezen, niet meer allereerst
zijn bedacht op eigen positie en ge
win maar omzien naar elkaar, kie
zen voor gerechtigheid, ook als daar
mee het mes in eigen vlees snijdt.
Deze visie, die mensen zo nadrukke
lijk verantwoordelijk maakte, hen zo
confronteerde met zichzelf en bo
vendien niet spoorde met de gelden
de kerkelijke leer, werd hem niet in
dank afgenomen. En dat heeft hij ge
weten. Wiersinga belandde in de ge
reformeerde beklaagdenbank, wat
bepaald geen benijdenswaardige po
sitie is.
De feiten en gevoelens van weleer
liggen nog dichtbij. Net onderhuids.
Binnen een kwartier praten we er al
over. Wiersinga: ,,Ik was een veelbe
sproken man, zeker. En dat laatje
niet onberoerd. Temeer omdat velen
voorbijgingen aan wat ik precies zei.
Er werd met en zonder mij gepraat.
Maar het ergste vond ik dat mijn op
rechtheid werd miskend. Tegelijk
wist ik waar ik voor stond. Mijn va
der heeft me geleerd om daar waar je
in geweten handelt onbuigzaam te
zijn, geen verraad aan jezelf te ple
gen. Dit neemt niet weg dat het ker
kelijk proces mij persoonlijk en ons
gezin onder druk heeft gehouden".
Uiteindelijk heeft hij anderen nodig
gehad om hem uit de put te trekken.
Studentenpastoraat
Tot 1989 is Wiersinga studentenpas
tor geweest; eerst in Amsterdam en
vanaf 1978 in Leiden. Dit studenten
pastoraat bracht hem in de luwte
van de kerk, weg uit het centrum
waar macht zich breed maakt. Daar,
aan de zijlijn heeft hij gelukkige ja
ren gekend. Wiersinga: „De vragen
die studenten stelden, dwongen mij
steeds zo eerlijk en precies mogelijk
te verwoorden waar het in het chris
telijk geloof om gaat. God, Satan,
zonde, verlossing, liefde, wat houden
die woorden in? En geloven, wat heb
je daaraan in je dagelijks leven? Als
je wordt afgedankt, getreiterd, be
lasterd? Als je vriend of vriendin je
belazert, je tegen je wil zwanger
bent? Of als de dood je beter lijkt dan
het leven? Stuk voor stuk vragen die
geen pasklare antwoorden verdra
gen".
Studenten zetten Wiersinga ook
vaak op een spoor dat hij in zijn boe
ken doortrekt. Hij geeft een voor
beeld. „Een jonge vrouw vroeg mij
waarom ik steeds over God praatte,
maai' geen uitkomst gaf over de dui
vel. Is het een kracht of een persoon,
het boze of de Boze?, wilde ze weten.
Haar was opgevallen dat in kunstui
tingen de duivel vaak wordt voorge
steld als een soort dier-mens. Zij had
het gecompliceerde van het kwaad
ervaren, het geraffineerde en verlei
delijke. En zij kon zich vanuit die er
varingen niet voorstellen dat er géén
persoon achter zat".
„Ik antwoordde dat ik haar gedach
ten herkende. Je vermoedt vaak een
hand achter de valstrik die voor je is
opgezet. Vrij stellig zeg ik haar dat ik
toch denk dat de duivel geen persoon
is, maar een personificatie. Het
kwaad, dat is de fluisterstem in men
sen, ook in jezelf: 'Deze ene keer, dat
kan toch niet zo erg zijn? Misschien
voel ik me er wel goed bij Zeker,
ook de fluisterstem van een ander
kan de aanleiding zijn: 'Waarom zou
je niet eens ach, je wilt zelf ook
welMaar waar of bij wie het be
gin ook ligt, steeds, hoezeer soms in
een flits, maak je een afweging, is er
een dialoog met jezelf: zal ik wel, zal
ik niet. Misstappen bega je meestal
niet zomaar. Soms spreek je jezelf
achteraf'.
„Vergoelijking is het dan vaak. De
vraag 'Heb ik hier wel goed aan ge
daan?' overstem je met 'Het was
toch wel leuk'. Je maakt jezelf wijs
dat je jezelf een uitzondering hebt
toegestaan, maar je weet dat de weg
voor herhaling nu open ligt. Ik ver
wijs nogal eens naar het bekende
verhaal uit Genesis 3, waarin de dui
vel in de gedaante van een slang Eva
verleidt. Ook hier is geen sprake van
een overval, van dwang. Er is een ge
sprek, met alle sluwheid die daarin
kan liggen, akkoord. Maai' het is een
gesprek. En ik denk, niet met een fy
sieke slang. Eva praat daar met de
slang in haarzelf. Kijk, dan komt het
verhaal dichtbij. Wordt het ook con
fronterend, een reden waarom men
sen maar liever zien dat zo'n verhaal
letterlijk wordt genomen, met een
sprekende slang dus. Zo leggen ze
hun geweten het zwijgen op".
„In mijn boek 'Doem of daad' heb ik
uitvoerig over het kwaad geschre
ven. Mijn woorden lokten bij de
vrouw eenzelfde stelligheid uit,
maar dan over God. Ze zei: 'Als de
duivel een personificatie is, dan is
God het ook'. Zo had ik daar nog
nooit tegenaan gekeken. God een
personificatie? Ik heb er jaren mee
gelopen en uiteindelijk geconclu-,
deerd dat die stelling juist is. En dat
die ook vergezichten opent. Nu zeg
ik: God als Gij is een personificatie
van de Geestkracht waar ik iets mee
heb. God is méér persoon dan een
persoon dat is".
In 'Geloven bij daglicht' neemt
Wiersinga afscheid van bepaalde ge
loofsvoorstellingen. Essentieel is de
vraag waarom. Hiermee raken we
aan de diepste kern van Wiersinga's
denken. „Kijk, het gaat mij niet om
een andere manier van zeggen, an
dere woorden voor hetzelfde dus.
Nee, ik denk dat veel woorden uit de
belijdenis van de kerk vanwege hun
inhoud, hun bedoeling niet meer zijn
te handhaven. Dat moet maar eens
hardop worden gezegd. Steeds meer
ben ik gaan zien dat de kerk niet
meer de taal van mensen spreekt,
niet meer weet wat in mensen om
gaat, niet meer aanspoort tot bij
voorbeeld breken met bezitsdrang,
met dienst aan het heersende poli-
tiek-economisch systeem dat alleen
om zichzelf is bedacht en schuldig is
aan hongerdoden en milieurampen.
De kerk is vervreemd van mensen en
van de wereld. En dat heeft mij ver
vreemd van de kerk'
„Geloofstaal moet verstaanbaar,
werkbaar, voorstelbaar en ervaar
baar zijn. Veel traditionele geloofs
waarheden beginnen dan te wanke
len. Wat moet ik mij voorstellen bij
een God van wie wordt gezegd dat hij
een drie-eenheid is? Drie en toch
één, wat is dat? En er is meer, God de
hoog verhevene, uitverkiezende, al
machtige; dat zijn typeringen die
zich niet verdragen met het spoor
van bloed en vergassing, met na
tuurrampen die duizenden slachtof
fers vragen. En ook niet met de ver
schrikking die je eigen leven kan zijn
of worden. En wat moet ik mij voor
stellen bij erfzonde? Zondig en
schuldig zijn van voor je geboorte,
hoe valt dat uit te leggen en te verde
digen?".
„En nog erger, wat brengt zo'n leer
stuk aan minderwaardigheidsgevoe
lens, schuldgevoelens, zelfhaat,
drang om zich te bewijzen, met alle
verkramping en gevaarlijke ontspo
ring die daaraan eigen is? Voeg daar
bij nog de 'waarheid' dat ik schuldig
ben aan mijn zondigheid, maar voor
verlossing afhankelijk ben van een
ander, Christus, en het is duidelijk
hoe mensvernederend de traditie
werkt. Welnu, met zulke 'waarhe
den' kan ik niet leven. Veel woorden
van de traditie kan ik niet meer na
zeggen, veel liederen kan ik niet
meer meezingen".
Vervreemd
„In de kerk kom ik daarom nauwe
lijks meer. Ja, nog in de studente-
necclesia of in de Dominicuskerk,
hier in Amsterdam. Zelf preken dus
ook nauwelijks meer".
Het geloof waarvan Wiersinga af
scheid wil nemen, typeert hij als ge
loof met een apriori karakter.
„Daarmee bedoel ik een geloof dat
niet ter discussie staat. Toetsing, er
varingen etcetera spelen geen rol.
Antwoorden zijn er al voordat de
vragen zijn gesteld. En dat gaat ver.
Wereld- en heilsgeschiedenis liggen
vast, het scenario is al geschreven.
Ik zeg veel, maar niet te veel, als ik
concludeer dat dit geloof vaak een
zekere ongevoeligheid voor lijden
veroorzaakt. En een te lage dosis
angst ook, waardoor benauwende
ontwikkelingen te veel voor lief wor
den genomen en initiatieven tot ver
andering uitblijven".
„Sommigen gaan nog een stap ver
der: zich echt zorgen maken om de
aarde, bang zijn voor vernietiging,
hetzij door nucleair geweld, hetzij
door een langzame maar zekere mi-
lieudood, is verraad aan God, zo stel
len ze. Een zonde dus, want zou Hij
laten varen wat Zijn Hand begon?
Hier ligt ook de kortsluiting die het
apriorische geloofsmodel maakt: wij
mensen komen er op essentiële mo
menten niet aan te pas. Zondig zijn
wij van voor onze geboorte en het
goede is door een Ander bewerkstel
ligd. De mens wordt overgeslagen.
Dit geloof creëert een gevaarlijke ge
rieflijkheid. De enige angst die er is,
geldt het oordeel dat na de dood
komt".
Resteert de vraag of geloven nog toe
komst heeft. Wiersinga vermoedt
van wel. „Er is naast de koude-
stroom van knechting en afhanke
lijkheid ook de warmtestroom van
ongedachte doorbraken van nieuwe
perspectieven. Er is een geloven
waarin mensen inclusief denken.
Dat is: zichzelf en hun eigen opvat
tingen niet apart zetten of, nog er
ger, boven dat van anderen, exclu
sief denken dus. Ik bedoel niet, laa
ik dat zeggen, een geloof waarbin
nen alles kan. Pluriformiteit is
groot goed, en de kerk kan er bes
wat meer van gebruiken, maai' he
mag niet worden vereenzelvigd me
vrijblijvendheid".
Protest
„Zowel voor denken als doen, in vak
taal de theologie en de ethiek, is het
wel of niet opkomen voor gerechtig
heid een beslissend criterium in de
toetsing. Of, zoals ik het in mijn
boek schrijf: 'Het degraderen van
medemensen op grond van huids
kleur, sekse of klasse individueel
of maatschappelijk roept om een
uiterst intolerant protest!". Verzet
tegen onrecht, tegen alles wat laag
en doortrapt is, blijft geboden. Het
Beest de vrije doorgang niet geven,
macht niet haar ongebreidelde, on
menselijke gang laten gaan, wars
zijn van elk opportunisme, daarin
moet de kerk herkenbaar blijven.
Die inzet, die verplichting maakt
Wiersinga's boek kritisch, confron
terend voor menige zich modern
achtende kerkgemeenschap.
'Geloven bij daglicht - verlies en
toekomst van een traditie', Herman
Wiersinga: Uitgeverij Ten Have,
Baarn. 195 pagina's. Prijs: 34,50.
foto Persunie
Herman Wiersinga: 'Het degraderen van medemensen op grond van huidskleur, sekse of klasse roept om protest'.