Drijvende files
D
Bosnië:
wachten
op
gewapend
ingrijpen
Patiënten
1
uiten
zich in
beeldende
kunst
Het is dringen op de Nederlandse wateren. Het
aantal recreatievaartuigen groeit jaarlijks met een
kleine tien procent. Bovendien wordt er vaker
gevaren dan vroeger en maakt het bescheiden
bootje plaats voor het enorme zeil- of motorjacht.
Zaterdag
LEIDSE COURANT ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1992
t wordt drukker en drukker op het water. Tussen de jetski's, de
fplanken en de motorjachten ook nog rustzoekers.
DOOR AGAATH GARSCHAGEN
r 1 andenknarsend moet ik
IL llsj®j toezien hoe de jachtha
vens langzaam maar ze
ker volslibben', zei zee
zeiler Nico Merx vijftien
jaar geleden in Het Pa
rool. Het is zover op
sommige plaatsen, zo
mer anno 1992: het vols
libben is achter de rug.
jijn verdwenen, de plassen en meren
ir krijsende meeuwen de wind ver-
j*en, de havens met de stoere vissers
ten enkele sportieveling, de stille
ken waar vissen schrikken als een
itje langskomt. Maakt Merx nu een
- tocht langs de Wadden, op het IJs-
neer, de Zeeuwse wateren of de Frie-
[eren dan komt hij hoogstwaar-
jnlijk gedesillusioneerd thuis,
lederlands wateren zijn overvol. Op
ilis de havenmond 's nachts voor
van een ketting, in Staveren ligt
zeven dik naast elkaar te dobberen
Enkhuizen is bijna niet meer zon-
leuken af te meren. In sluizen ho-
likhaakgevechten nog net niet tot
le van de dag en voor bruggen zijn
ie files ontstaan.
koninklijk Nederlands Watersport
ind KNWVraadt zeilers en sur-
i jaan 'toch vooral' naar de Kager-
isen of Loosdrechtse plassen te
Ieder zichzelf respecterend lid
'het bootjesvolk' is in deze tijd op
naar het noorden en zuiden des
Willem Kloos dichtte: 'In de zee
de ziel zichzelf weerspiegeld'. Dat is
irschijnlijk waarom Nederlanders
zijn aan varen'.
Botzak, ik had voorrang!galmt
■hoge schelle stem op het Veerse
Ir boven de wind uit. „Nog nooit van
fcoord en stuurboord gehoord?" De
die wordt uitgescholden, haalt zijn
"uders op. „Hou een beetje je ge-
t. Ik heb vakantie",
zeilboten: een kleine snelle en een
ten met gaffel. De zeilers staan. On-
;ussen klapperen de zeilen en zit er
"bijna niet waarneembaar deukje in
unt van de kleine. Ze draaien rond-
elkaar heen. Om de zoveel tijd
,dt er gebukt als het zeil naar de an-
Ikant slaat. Driftig rode hoofden,
e^erbeten trek om de mond. Op de
jergrond scheren surfers vrolijk
jafs, flitsen jetski's heen en weer, kijkt
parasailor verbaasd naar het tafe-
schuin beneden hem.
motorboot komt dichterbij. Pa, ma
wee kinderen in glimmend trai-
1(|spak hangen languissant tegen de
Jig. „Hulp nodig?", vraagt de mo-
ootbestuurder aardig. In de kleine
Doot wordt verstoord opgekeken:
jij even heen met die Porsche van
tier heb je niets mee te maken".
Jintwaardigde gezichten. Het is een
Dne zomerdag, mooi zonnetje,
vier.
n Zwerm
njeruchte Krammersluizen bij Oude
ge, op de grens van Zeeland en
1-Holland, laten zien dat het niet al-
druk is op de Nederlandse binnen-
en. Als de stem van de sluiswachter
nie luidspreker over het water
jlt, maakt een zwerm zeiljachten
los van de rijen bolders in het water
t\jde sluis. Verderweg is nog een hele
t zeilen op komst. Dus is het tempo
t jPamplona moet doorvaren. Ja, u
met die blauwe pet, aansluiten
g", zegt de stem. „Niet bang zijn
phet midden te liggen". Zenuw-
ige blikken op de schepen. „Die
ïn moeten rechts. Rechts zeg ik",
Beuwt een Duitser tegen zijn vrouw
joorop de punt van een glimmend
1 staat te twijfelen,
irammersluizen zijn gigantisch.
Dringen in de sluis, 'Weieens een botsinkje, weieens een kind overboord, een ontploffing van een gastank, maar dat is alles'.
Betonnen kolossen van zeker twintig
meter hoog. De Deltawerken op zijn
spectaculairst. Het water zakt en stijgt
in de kolk enkele meters. Minstens vijf
tigduizend bóten verkiezen hier het
Zuidhollandse water boven het Zeeuw
se en andersomAlleen in de 'Kalver
straat van het IJsselmeer', de Krabbe-
I gatssluizen van Enkhuizen, is het druk
ker. Daar passeren jaarlijks 55.000 re
creatievaartuigen.
Tientallen boten tegelijkertijd worden
doorgesluisd bij Oude Tonge. Kleine
bootjes, grote binnenvaartschepen. Zij
aan zij. Maar er gaat bijna nooit iets
fout, zegt men bij Rijkswaterstaat. „Ie
dereen is veel te zenuwachtig voor de
drukke Krammersluizen". Geen van de
zeilers in de kolk heeft naar het natuur
schoon om zich heen gekeken. „Kwel
dergras? Zeeasters? Blauwe kwallen?
Daar hebben we nu even geen tijd
voor", zegt een zeilster verbaasd. Ze
kijkt naar het binnenvaartschip dat
vlak naast haar ligt te stomen. „Die joe
kel vaart straks weg. Dat is een belang
rijker probleem".
Groei
Volgens schattingen van de ANWB wa
ren er in Nederland in 1967 in totaal
68.000 motor- en zeilboten met en zon
der kajuit. Vorig jaar waren dat er ruim
240.000. De verkoop van plezierboten
vertoonde vooral in het midden van de
jaren zeventig een onstuimige groei.
Jaarlijks steeg de verkoop met elf pro
cent. Tussen 1980 en 1985 stabiliseerde
de groei zich op enkele procenten groei
per jaar. Sindsdien is er weer sprake
van een hausse in verkoopcijfers, een
kleine tien procent groei.
Ondertussen, zo blijkt uit onderzoek
van de Dienst Verkeerskunde van
Rijkswaterstaat, neemt ook het recrea-
tieverkeer op de doorgaande vaarroutes
toe. En is er een tendens gaande dat
mensen steeds grotere en duurdere bo
ten kopen. De surfplank is uit, het jacht
is in. Mensen hebben meer geld en meer
vrije tijd, zo verklaren ze bij de ANWB.
„Mensen gaan eens verder kijken dan
het rondje op de plas", aldus H. Mast,
hoofd afdeling recreatie en toerisme
van de ANWB. „Ze hebben niet voor
niets een nieuw bootje gekocht". Door
het aanhoudende mooie weer zijn men
sen minder geneigd het buitenland op
te zoeken. Maar de sluizen, de bruggen
en rivieren in Nederland zijn volgens
Mast niet berekend op zoveel mensen.
Dus ontstaan er files. „Wachttijden van
zeven uur zijn niet ongewoon".
Toch vindt hij niet dat het 'te vol' is op
het water. „Welnee", zegt hij stellig".
„Mensen gaan allemaal naar dezelfde
plek. Op sommige meren en plassen
groeit het aantal boten met meer dan
tien procent per jaar. Daar heb je te ma
ken met trendy speedboten, jetski's en
scooters. Levensgevaarlijke situaties
zie je soms. Speedboten die met een
vaartje van vijftig kilometer per uur ra
kelings langs een zwemmer varen. Ja
mes Bond-achtige stunts in de Amster
damse grachten. Heel erg zijn die lui op
die waterscooters en in de speedboten.
Ze maken rietkragen kapot, veroorza
ken overlast".
Het aantal zeer ernstige ongelukken
bedraagt toch 'slechts' tien per jaar,
schat Rijkswaterstaat. Maximaal. In
juli zijn zes ongelukken op plezierjach
ten gebeurd. Onvoorzichtigheid, een
ontploffing, vuur, brandwonden: dat is
doorgaans het scenario bij dit soort ca
lamiteiten. Botsingen tussen boten ge
beuren wel, maar dan blijft de schade
beperkt. Hoeveel materiële schade er
jaarlijks wordt veroorzaakt op het wa
ter is niet bekend. De Rijkspolitie heeft
een voorlichtingscampagne over gas
flessen nieuw leven ingeblazen.
Verkeer en Waterstaat erkent eigenlijk
pas sinds 1988 dat er door de toegeno
men drukte 'problemen zijn in de recre
atievaart'. Het ministerie trekt jaarlijks
250 miljoen gulden uit voor het 'beleid
recreatie toervisie Nederland'. Aan het
einde van deze maand tekenen het rijk
en provincie een overeenkomst waarin
staat 'dat er aan de recreatievaart iets
gedaan dient te worden'. Achterstallig
onderhoud, het uitbaggeren van som
mige rivieren. Extra geld geeft het rijk
hiervoor niet uit.
Verder heeft het ministerie per 1 april
1992 het zogenaamde vaarbewijs ver
plicht gesteld. Om 'beter gedrag op het
water te bewerkstelligen en te zorgen
dat iedereen de voorrangsregels kent'.
Dit jaar wordt nog nauwelijks gecontro
leerd, omdat nog heel veel mensen geen
examen hebben kunnen doen. De
ANWB die de opdracht van het ministe
rie heeft gekregen de examens af te ne
men was niet op tijd klaar met de voor
bereidingen.
Bootjesvolk
Het polyester kajuitjacht 't Ventje en de
motorboot Happy Pilot stomen samen
af op de sluis van Muiden. Ze hoeven
niet lang te wachten deze keer. Een
uurtje. Hoofd sluismeester Mieke Wil
lig, 'draait er zo'n duizend schepen per
week doorheen'. Allemaal 'bootjesvolk'
dat van de Vecht naar het IJsselmeer
wil en andersom.
Dat de emoties hoog kunnen oplopen
bewijzen berichten over steekpartijen
en pikhaakgevechten. Maar bij de Mui-
dense sluis hebben zich dit jaar dergelij
ke excessen nog niet voorgedaan. „Wei
eens een botsinkje, weieens een kind
overboord, een ontploffing van een gas
tank verderop in de haven. Maar dat is
alles", zegt Willig. „Valt mee hè? Ter
wijl het toch steeds drukker wordt en er
meer en meer huurboten rondvaren
met mensen aan boord die van toeten
noch blazen weten".
Toch vormt de sluis een speciale attrac
tie voor dagjesmensen die speciaal op
het terras van Ome Ko gaan zitten om
vol leedvermaak het geruzie in de kolk
gade te slaan. Niets zoete herinnerin
gen aan vervlogen Zuiderzee-tijden, ge
woon genieten van het polyester-ge
zwets.
De eigenaar van 't Ventje komt uit
Schagen. Gekleed in kleurig roodwit-
blauw, met Madonna-bril en bruin ver
brand. Hij heet Lex en is een knappe
vent van middelbare leeftijd die niet
zou misstaan in een soapserie. „Het
wordt vervelend druk op het water.
Maar ik doe 't Ventje niet weg. Met een
boot koopje vrijheid. De mensen die
hebben gehuurd, maar eigenlijk niet
kunnen varen, voor dié moetje uitkij
ken". Zijn toekomstdroom is de oceaan
op te gaan. „Een zigeuner wil ik zijn.
Trekken van plaats naar plaats". Lex is
accountant.
De bestuurder van Happy Pilot bémoeit
zich met het gesprek. Tatoeages, trai
ningspak, matje in de nek. „Je hebt je
boot iets te strak gelegd", waarschuwt
hij Lex. „Straks hang je hem op als het
water gaat zakken". Lex gooit de land-
vasten iets losser. Er onstaat een ge
sprek over het onderhoud van het on
derwaterschip, de belichting aan boord,
de drukte op het water, de wind en zo
meer.
„Die achterlijke Amsterdammers in
hun speedkruisers", sneert de eigenaar
van Happy Pilot. „Ze verstoren de rust.
Ik snap het niet. Zo'n boot kost snel
twee ton. Ze varen twee rondjes op de
plas en gaan weer naar huis. Wij zijn
nog de echte watersporters, nietwaar?"
zegt hij tegen Lex. Deze knikt heftig.
„Wij komen voor onze rust". Als de
sluis weer opengaat stomen de boten
een stukje gezamenlijk op. Een groet en
weg zijn ze.
In het kleine haventje van Muiden is
het 's avonds druk. Zes dik liggen de bo
ten. Degene die aan de buitenkant ligt
moet over de andere boten heenstappen
om aan wal te gaan. „Niet te veel drin
ken jij, vanavond. In Enkhuizen wasje
berucht", wordt gegrapt. Handdoeken
hangen over de giek, de drank vloeit in
de kajuiten. Gedempte stemmen. De
wind gaat liggen. Geluid rijkt nu ver.
Een fraai panorama levert het op als de
maan zich laat zien: de vele masten, het
deinen van de boten in de heldere ster
rennacht.
Al om zes uur de volgende morgen ver
trekt de eerste boot. Hij lag, gelukkig,
voor de andere, helemaal aan de buiten
kant van een rij van vijf. „Ik wil de
drukte voor zijn", zegt de vroege vaar-
der. „In de file staan doe ik straks weer,
als ik naar mijn werk ga".
EINDREDACTIE RENE VAN ZANTEN VORMGEVING GlEL VAN DE KOP