„Dikke kans dat die kazernes binnen twee maanden vol zijn" Vanaf vandaag staan in Roermond, Den Bosch en Zuidlaren drie voormalige kazernes open voor de opvang van de vluchtelingen uit Joegoslavië. De gebouwen zijn in grote haast ingericht als tijdelijk noodopvangcentrum en het Rode Kruis heeft alle zeilen bijgezet om voldoende vrijwilligers te werven. Hoe zet je in anderhalve week een noodopvangcentrum op? Een kijkje achter de schermen in Zuidlaren. Zuidlaren klaar voor de ontheemden Idoor WIM LANGEJAN ZUIDLAREN - De Adolf van Nas- saukazerne, dinsdagmiddag. De Rode- Kruisvlag wappert in de wind. Naast de oprit nog het bordje Verboden voor tanks'. Over het terrein lopen mannen met walkie-talkies. Er wordt gesleept met hekken en bedden. Een militair wijst twee jongens waar de vuilniscon tainers staan. Uit gebouw C komt Emmy van Kam men (42) aangelopen. Zij is de kersver se adjunct-directeur van wat sinds en kele dagen het TOC Zuidlaren (tijde lijk noodopvangcentrum) heet. Excuseert zich dat ze te laat is voor de afspraak. „Zoveel onverwachte za ken Waait haar kantoor binnen. Nog kale muren, een bureau vol pape- I rassen en een grote koffiepot. Zo ben je nog consulente Jeugd Rode Kruis en zo I ben je adjunct-directeur van een TOC. „Ik ben op maandag 20 juli om kwart over vijf door het hoofdbureau van het Rode Kruis gevraagd of ik het wilde doen. De ochtend erop zei ik ja, en die middag zat ik al te vergaderen in Den Haag". Van Kammen zag zich voor de vraag gesteld hoe je in anderhalve week een opvangcentrum voor vluchtelingen uit de grond stampt. Ze staat er niet hele maal alleen voor. Haar directeur, H. Tenthof van Noorden, begint dit week einde. Verder heeft zij assistentie van Johan van der Kaap, directeur van het asielzoekerscentrum in Geeuwenbrug. Ook zijn er drie coördinatoren be noemd. En verder zijn er vrijwilligers die hun diensten aanbieden of mensen die bijvoorbeeld kleding willen afstaan. De kazerne in Zuidlaren is nog maar voor een deel leeg. Er zitten nog ruim honderd militairen. Op 1 oktober ver trekken die. Het is natuurlijk de vraag hoe de vluchtelingen zullen reageren op de uniformen, maar voor de organi satie van de opvang levert de aanwezig heid van de militairen geen problemen op. Bovendien hebben sommige mili tairen een deel van hun vakantie opge offerd om te helpen bij het inrichten van het opvangcentrum. Daarvoor zijn vier gebouwen beschikbaar, aan de ach terkant van het terrein. Ze zijn schoon gemaakt, van een brandalarm voorzien en vervolgens ingericht met bedden, kasten en een televisie. Een schilder beurt kon er niet af. En verder moet voor enkele maanden een mobiele keu ken worden gehuurd, omdat het psychi atrisch ziekenhuis Dennenoord nog tot 1 oktober gebruikt maakt van de kazer nekeuken. Maximaal acht man op een kamer en de gezinnen zoveel mogelijk bij elkaar, is de bedoeling. Erg veel privacy is er niet, geeft Van Kammen toe. „Vergele ken bij hoe wij wonen is het minimaal". De vluchtelingen zijn vrij om te gaan en staan waar ze willen. „We houden ze hier niet gevangen". Ze hebben boven dien de vrije keus of ze wel of niet naar een noodopvangcentrum willen. Voordat de ex-Joegoslaven in Zuidla ren belanden komen ze eerst in een van de acht reguliere opvangcentra voor asielzoekers. De vluchtelingen krijgen er een 'ontheemden-document' en wor den dan naar een van de tijdelijke op vangcentra gebracht. De ontheemden krijgen onderdak, eten en een zakgeld van twintig gulden per week. „Niet veel", constateert ook Van Kammen. Een beetje stevige roker is er zo door heen. Het is niet de bedoeling bij de verdeling over de kazernes een etnische scheiding te maken. Dat kan ook niet en heeft bo vendien nauwelijks zin. Er zijn veel ge mengde huwelijken en ook in eigen kring is men het vaak niet met elkaar eens. Niet alle Serviërs, bijvoorbeeld, denken hetzelfde over de oorlog. Wel wordt geprobeerd via een verstan dige indeling problemen zoveel moge lijk bij voorbaat uit te sluiten. Zo wordt getracht te voorkomen dat binnen een kazerne een bepaalde groep gaat domi neren. Voorziet Van Kammen deson danks geen moeilijkheden als leden van elkaar bestrijdende bevolkingsgroepen in Zuidlaren een kamer moeten delen? Hoe houd je de politiek buiten de deur? Ze aarzelt. „Als Rode Kruis zijn we een neutrale organisatie", zegt ze eerst for meel. En dan: „Natuurlijk zullen deze zaken best wel eens aan de orde komen, maar dan zien we op dat moment wel hoe we dat opvangen. Je moet niet je kop in het zand steken, maar ik vind niet dat je er bij voorbaat bang voor moet zijn". Bovendien zullen het voornamelijk vrouwen, kinderen en oude mannen zijn die een beroep doen op de opvang. Mensen die snakken naar rust. Van hen kun je nauwelijks verwachten dat ze de oorlog op kleine schaal voortzetten in Zuidlaren. DOET NEDERLAND WEL GENOEG VOOR ONTHEEMDE EX-JOEGOSLAVEN? door DICK VAN RIETSCHOTEN DEN HAAG Directeur W.H. Cense van het Nederlandse Rode Kruis, voormalig huisarts te Urk, glimt van oor tot oor. „We zijn er klaar voor", zegt hij triomfantelijk. „Het heeft ons twee weken lang bijna dag en nacht werk gekost, maar we heb ben het gered. De drie kazernes voor de opvang van vluchtelin gen uit het vroegere Joegoslavië zijn klaar voor gebruik en er staan ruim duizend vrijwilligers paraat om de helpende hand toe te steken". De trots van Cense is inderdaad gepast, want er kwam nogal wat voor kijken om in zo korte tijd samen met het ministe rie van WVC en de Interimstichting Opvang Asielzoekers de nieuwe opvan- gregeling voor Joegoslavische ont heemden vorm te geven. Maar uniek is het allemaal niet. Op 12 november 1956, ruim een maand na de brute Rus sische inval in het naar vrijheid snak kende Hongarije, kreeg het Nederland se Rode Kruis van de regering het ver zoek om binnen twee dagen zorg te dragen voor de opvang van Hongaarse vluchtelingen. Dat lukte wonderwel. Op 14 november waren de tentoonstel lingshallen van de Jaarbeurs in Utrecht omgetoverd tot een opvangcentrum waar 1300 vluchtelingen terecht kon den. Er stonden bedden, men had een keuken gebouwd, er was een polikliniek ingericht met een apart ziekenzaaltje, er was een kinderspeelruimte, er waren aparte wasgelegenheden voor mannen en vrouwen en zelfs een dames- en he renkapsalon ontbrak niet. De eerste groep vluchtelingen, bestaan de uit 650 personen, kwam nog dezelf de dag per trein aan. Het zouden er uit eindelijk ruim drieduizend worden, die na verloop van tijd bij Nederlandse ge zinnen of in barakken van het ministe rie van sociale zaken en volksgezond- hëid werden ondergebracht, in afwach ting van een permanente woning. In ja nuari 1957 kwam er nog eens een golf van bijna 2500 Hongaren ons land bin nen, een groep die op doorreis was naar Canada. Omdat de Jaarbeurs inmiddels weer in gebruik was genomen als expo sitieruimte, stelde de toenmalige minis ter van Oorlog een kazerne in het Bra bantse Budel beschikbaar om de aan staande Hongaarse Canadezen tijdelijk onderdak te bieden. De drieduizend uit de Jaarbeurs bleven in Nederland wo nen. Iedereen vond dat toen vanzelf sprekend, want je kon het die mensen toch niet aandoen ze terug te sturen naar het land dat na een korte opleving van de democratie opnieuw moest zuchten onder het dictatoriale juk van de Russische overheersers. Dat gebeur de dan ook niet. De Hongarep burger den hier snel in en één van hen, de tie ner Dszingisz Gabor, bracht het later zelfs tot staatssecretaris van landbouw. Gedoogden Nu er na ruim een kwart eeuw opnieuw honderdduizenden vluchtelingen uit een Oosteuropees land op drift zijn, denken ouderen weer vaak terug aan wat Nederland destijds voor de Honga ren deed. Maar de tijden zijn veranderd en de omstandigheden ook. Vluchtelin gen zijn in ons land geen uitzonderlijk verschijnsel meer. De laatste tijd mel den per jaar ruim 22.000 vluchtelingen uit alle windstreken zich als asielzoe kers aan. Ongeveer een zevende deel daarvan krijgt een verblijfsvergunning en mag permanent in Nederland blijven wonen. Verder woont er binnen onze grenzen nog een forse groep van enkele tienduizenden 'gedoogden' die eigen lijk geen recht hebben op asiel omdat er geen sprake is van persoonlijke vervol ging, maar die uit humanitaire overwe gingen toch niet worden teruggestuurd omdat de situatie in hun moederland in het algemeen nog onveilig en levensbe dreigend is. Dat laatste is bijvoorbeeld het geval met de circa tienduizend ex- Joegoslaven die momenteel al in Ne derland verblijven, hetzij bij familie of kennissen, hetzij in een opvangcentrum voor asielzoekers. En hetzelfde zal gel den voor de Kroatiërs, Bosniërs, Ser viërs, Montenegrijnen en andere bevol kingsgroepen uit het vroegere rijk van Tito die zich de komende tijd nog als vluchteling aandienen en waarvoor nu in Zuidlaren, Roermond en Den Bosch drie kazernes gereed staan met plaats voor in totaal 1600 personen. Vanaf vandaag dragen al deze mensen het stempel 'ontheemden'. Zij hebben huis en haard moeten verlaten uit angst slachtoffer te worden van de bloedige burgeroorlog die nu al ruim een jaar in het uiteengevallen Joegoslavië woedt. De regering verwacht dat zij, anders dan de Hongaren van destijds, binnen afzienbare tijd weer naar hun land zul len terugkeren. „Zodra er rust en vrede heerst gaan ze terug. Dat willen ze zelf ook graag", is de stellige overtuiging van WVC-topambtenaar drs. E.L. En gelsman die met de opvang van vluchte lingen is belast. „Vandaar dat de Tijde lijke Regeling Opvang Ontheemden voorlopig geldt tot 1 januari. Als de brandhaarden in Joegoslavië dan nog niet zijn gedoofd, kan de regeling uiter aard verlengd worden, maar daar gaan we vooralsnog niet van uit". Kortzichtigheid De woorden van Engelsman doen Jaap Hoeksma, vice-voorzitter van de orga nisatie Vluchtelingenwerk bijna knar setanden van woede. „Wat een onge looflijke kortzichtigheid!", briest hij. „Begrijp me goed, ik vind het op zich prachtig dat er zo snel extra voorzienin gen zijn getroffen voor de opvang van vluchtelingen, maar het komt allemaal zo benepen over. Die ontheemdenrege ling geldt in principe voor drie maan den en zij kan vervolgens nog eens ver lengd worden tot uiterlijk 1 januari. Daarna is er een zwart gat. Als er dan nog niks is veranderd, moeten er weer allerlei nieuwe maatregelen worden ge troffen". Hoeksma zegt er met z'n verstand niet bij te kunnen. „Denkt de regering nu echt dat het over een paar maanden in het oude Joegoslavië weer allemaal pais en vree is? Dat is wel super-opti mistisch. Waarom is niet simpelweg be sloten de vluchtelingen een document te geven waarop staat dat zij op grond van het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties voor onbepaalde tijd in Nederland mogen blijven? Ik denk overigens dat er heel wat Joegoslavi sche vluchtelingen zijn die echt niet meer terug willen of zelfs niet meer te rug künnen. Denk eens aan degenen die vanwege hun etnische afkomst of hun geloof niet eens meer welkom zijn in hun vroegere woongebied. Mensen die gesard en getreiterd worden, gedis crimineerd, aangevallen zelfs. Je moet er ernstig rekening mee houden dat die het liefst in Nederland willen blijven wonen. Het kabinet weet dat wel, diep in z'n hart, maar is daar bang voor. Uit de tijdelijkheid van die ontheemdenre geling proef ik een duidelijke angst dat veel vluchtelingen hier niet meer weg willen". Ook uit juridische kringen klinkt kritiek op de regeling die speciaal voor de Joe goslavische vluchtelingen is ontworpen. Vooral het feit dat de ontheemden in elk geval tot 1 januari het recht op een asielaanvraag wordt onthouden en dat de lopende asielprocedures van de ex- Joegoslaven die al in Nederland zijn worden 'bevroren' is uiterst merkwaar dig, vindt prof. mr. R. Fernhout van de Nijmeegse universiteit. Volgens hem moeten degenen die het oude Joegosla vië vanwege de burgeroorlog hebben verlaten als normale vluchtelingen wor den behandeld, overeenkomstig het Vluchtelingenverdrag van de VN. En dan hebben ze dus ook het volste recht om in Nederland asiel aan te vragen, met uitzicht op een verblijfsvergunning. „Het VN-verdrag kent helemaal geen ontheemdenregeling zonder asielver zoek. Dat is een puur Nederlands ver zinsel", aldus Fernhout. De Haagse vluchtelingen-advocaat Jan Hofdijk is het daar voor honderd pro cent mee eens. „Het is een rammelende regeling. Ik zie op korte termijn gebeu ren dat de eerste de beste Joegoslavi sche ontheemde die een asielaanvraag wil indienen door een advocaat aan de hand wordt meegenomen naar de rech ter. Ik sluit niet uit dat ik zelf die advo caat ben. En dan wil ik het verweer van de Nederlandse staat wel eens zien". Op het ministerie van justitie wordt la coniek op de juridische kritiek gerea geerd. „Het gaat hier om een bijzonde re noodsituatie", zegt een woordvoer ster. „De Hoge VN-commissaris voor de vluchtelingen heeft nota bene zelf aangedrongen op een snelle, eenvoudi ge opvangregeling in de Westeuropese landen. Daar hebben wij onmiddellijk gehoor aan gegeven. Wij denken dat er van de kant van de VN geen enkel be zwaar bestaat tegen de manier waarop wij het hebben aangepakt". Particulieren De kortzichtigheid die Jaap Hoeksma van Vluchtelingenwerk aan de ont- heemdenopvang toedicht slaat volgens hem niet alleen op de korte duur van de regeling, maar ook op het relatief ge ringe aantal beschikbare opvangplaat sen. „Ik wil de regering er niet van be tichten te weinig te doen, want we zit ten in het rijtje van Westeuropese lan- /Va twee dagen lopen arriveert een ouder echtpaar in Zagreb. Uit hun dorp, op der tig kilometer afstand van de hoofdstad van Kroatië, hebben de beide vluchtelingen al leen waardevolle bezittingen meegenomen die ze kunnen dragen. FOTO: AFP den in de'middenmoot als het om aan tallen opgenomen vluchtelingen gaat. Maar het probleem wordt naar mijn smaak flink onderschat. Er is een dikke kans dat die kazernes binnen twee maanden vol zijn. En wat dan? Dan moet er opnieuw koortsachtig naar nieuwe ruimten worden gezocht. Het is dom dat men nog niets achter de hand heeft". Drs. Engelsman van het ministerie van WVC bestrijdt de kwalificatie 'dom', maar geeft wel ruiterlijk toe dat er in derdaad nog geen extra opvangcentra in reserve worden gehouden. „Maar dat betekent niet dat we met de armen over elkaar gaan zitten kijken hoe de vluchtelingen de kazernes bevolken", aldus Engelsman. „Zo afwachtend zijn we niet. Zodra we signaleren dat het een snel wassende stroom wordt, gaan we direct op zoek naar nieuwe moge lijkheden. Dat komt heus wel goed. Die kazernes zijn ook in heel korte tijd be* drijfsklaar gemaakt". Op het ministerie van WVC is men al wel op zoek naar een alternatieve lokatie voor de Koning Willem I-kazerne in Den Bosch, want die moet in januari gesloopt worden ten behoeve van de bouw van een school. Intussen bellen dagelijks tientallen Ne derlandse burgers naar het Rode Kruis en Vluchtelingenwerk met-het aanbod een gezin, een kind of een alleenstaan de in hun huis op te nemen. Niemand weet echter precies wat men daarmee aan moet. Er is geen enkele instantie die de particuliere aanbiedingen coör dineert. Vluchtelingenwerk vindt dat het Rode Kruis of WVC daarvoor moet zorgen, maar op hun beurt wijzen de laatste twee weer eendrachtig met de vinger naar Vluchtelingenwerk. Tot nu toe heeft Vluchtelingenwerk enkele tientallen opvangadressen van particulieren doorgegeven aan de in Amsterdam gevestigde Joegoslavische vredesorganisatie Mi Za Mir. Maar op het secretariaat van Mi Za Mir, slechts bemand door drie personen van wie er twee geen Nederlands spreken, weet men niet anders te doen dan de adres sen te noteren. „Een heel ongelukkige situatie" erkent Hoeksma. „Ik denk dat we volgende week eens met WVC en het Rode Kruis om de tafel moeten gaan zitten om te bezien of we geza menlijk een meldpunt kunnen opzet ten. Want de manier waarop er nu met de gastvrijheid van Nederlandse bur gers wordt omgesprongen is bescha mend". CekUeSoiwa/nt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 21