Een fusie is een loterij EG bereid zich voor op stormachtig najaar IgcictócSomcwt BINNENLAND BUITENLAND ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1992 D Heel Nederland hield vorige week even zijn adem in: zal de deal doorgaan of niet. Wordt 'onze' Fokker overgenomen door het Duitse bedrijf Dasa of zullen de onderhandelingen in het zicht van de haven, zo als minister Andriessen het formuleerde, toch nog stranden. Na vele uren onderhandelen en politieke ruggespraak ging de overname uiteindelijk door. Hoewel zeker geen onbelangrijke, is de verkoop van Fokker slechts een van de zovele. De echte hausse lijkt alweer iets weggeëbd, maar nog steeds wordt in het bedrijfsleven druk gefuseerd en overgenomen. Vaak gaat dit soort zaken gepaard met jubelverha len, maar in de praktijk blijkt het vaak bitter tegen te vallen. Een groot deel van de fusies en overnamen draait later uit op een mislukking. ng' jft AMSTERDAM „Een on- rie lerneming is het meest ge- io-ompliceerde goed dat je igt.unt kopen", begint prof. H. uMe Jong, voormalig hoogle- 'e~ aar aan de Universiteit van imsterdam, zijn betoog. Aan anle ene kant wil hij ermee at:angeven dat het logisch is at lat er op dit gebied fouten ge- ar naakt worden, maar ander ee ijds denken ondernemers in u- ijn ogen ook vaak te licht- d- aardig over eerf fusie of een ve vername. ut ag ds ondernemer krijg je wel in- age in wat papierwerk, je mag j.Q ens rustig door de fabriek lo- n_ ien, het management beschikt e_ ver indrukwekkende titels. n_ if aar toch weet je nooit precies s_ rat je koopt, meent De Jong. jij ,Je kunt te maken krijgen met e_ erborgen gebreken bijvoor- r_ teeld. Het personeel kan onder- j_ ing flink ruzie hebben, weet jij 'eel. Maar het komt ook nogal }n sens voor dat de prijs die voor jen onderneming wordt be laid extreem hoog is. Er zijn jedrijven die zeggen een boven grens te stellen, maar keer op re teer blijken ondernemingen je rerkocht te worden voor prijzen B_ |ie veertig tot vijftig procent [•e ïoger liggen dan de beurswaar- g. Ie. Dan ben je gevaarlijk be- i- !ig" Toverwoord jj ïusies en overnamen zijn zeker j liet van de laatste jaren. Net j. fis bij andere verschijnselen in n le economie gebeuren ook deze n laken 'bij golven'. Eind vorige j_ »euw diende zich de eerste piek n concentraties al aan. Daarna j. lijn er nog enkele golfbewegin- jen waargenomen en momen- k eel beleven we de vijfde fusie/o- n rernamegolf. Vorig jaar zijn er 741 fusies afgesloten (in '90 wa ren dat 817 en in '89 780) tus sen ondernemingen met meer dan honderd werknemers. Wat de begripsvorming betreft: bij een fusie gaan bedrijven in elkaar op die vrijwel gelijkwaar dig zijn. Bij een overname neemt het grote bedrijf een klei nere over. Het is geen zeld zaamheid dat er nogal eens van fusie wordt gesproken, terwijl het in feite een overname is. Achterliggende gedachte is dat 'het kleintje' zich niet met huid en haar overgeleverd voelt aan de nieuwe partner. Maar veel meer dan een, weliswaar niet te onderschatten, psychologisch effect heeft het niet. Er zijn heel wat motieven om bedrijven in elkaar te schuiven of over te nemen. Het beperken van de concurrentie door zelf een groter marktaandeel te krijgen is een belangrijke drijf veer voor fusies. Toenemende concurrentie, zo leert de ge schiedenis, bevordert concen traties. Voorwaarde is wel dat ondernemingen voldoende po sitieve toekomstverwachtingen koesteren om aan zo'n nieuwe klus te beginnen. Verminderde groeikansen in de eigen be drijfstak als gevolg van stagne rende of dalende afzet wordt ook vaak als motief genoemd. Een derde beweegreden is risi cospreiding. Ondernemingen willen niet afhankelijk zijn van een produkt; als de markt hier van inzakt kunnen ze - hope lijk- nog terugvallen op op brengsten van andere bedrijfs onderdelen. Door samenvoegen van bedrijven worden ook 'schaalvoordelen' verwacht: ge zamenlijk kun je de produktie- en overheadkosten, de reclame- en marketingkosten lager hou den, zo is de redenering. Dit laatste motief heeft al alles te maken met het toverwoord dat elke ondernemer bij fusies of overnamen in de mond bestor ven ligt: synergie-voordelen. Kort samengevat komt het er op neer dat 1 1 geen 2 meer is, maar 3. Mentaliteit Het samengaan van bedrijven mag op papier dan allemaal mooi uitgedokterd zijn, in de praktijk valt het vaak bitter te gen, meent professor De Jong, die in wetenschappelijk Neder land als de fusiespecialist te boek staat. Een integratie duurt vaak veel langer dan de leiding van tevoren vermoedt. „De automatisering van de be drijven is bijvoorbeeld heel ver schillend. Ze hebben wellicht ook heel verschillende klanten. De mentaliteit die in de bedrij ven heerst kan heel verschil lend zijn. Ook komt het voor dat de ontwikkelingsstrategie uiteenlopend is. Al dit soort dingen leidt ertoe dat je te ma ken hebt met integratieverlie- zen die je duur komen te staan". Het argument dat cultuurver schillen tussen bedrijven (de 'zakelijke' NMB tegenover de 'ambtelijke' Postbank) van gro te invloed zijn, vindt drs. A.F.P. Wassenberg, hoofdmedewerker bedrijfskunde aan de Erasmu- suniversiteit in Rotterdam, wat te modieus klinken. „Die cul tuurproblemen, die nestgeur gedachte worden een beetje overdreven", vindt Wassen berg, die veel onderzoek heeft verricht naar het RSV-debacle. „Belangrijker is dat allerlei toe leveranciers en afnemers als het ware in elkaar gevlochten worden zonder dat van tevoren gekeken wordt of ze wel 'vlecht- baar' zijn. Dat kan heel grote problemen opleveren. Mijn kri tiek is: ondernemers kijken te veel of ze zelf wel met elkaar kunnen opschieten in plaats van naar de omgeving. Hoe zit het bijvoorbeeld met de fusiebe reidheid van de basis? Een fusie of overname is veel meer dan een puur boekhoudkundige in elkaar schuiven, maar toch ligt De grote bedrijven zuigen de kleinere op. de nadruk vaak op dat eerste". Bij fusies komen allerlei varian ten aan bod: sterke bedrijven die samengaan, een sterke met een zwakkere of twee zwakkere die fusie aangrijpen als laatste strohalm. In het eerste geval is succes heus niet verzekerd, weet De Jong. Want door het samengaan van twee sterkeren ontstaat wellicht een mono- polie-achtige situatie waardoor 'nieuwelingen' zich uitgedaagd voelen om zich op de markt te roeren. „Het effect van de fusie pakt dan vaak aanmerkelijk minder goed uit", is de bevin ding van De Jong. Bij integratie van een 'sterke en een zwakke broeder' moet je ook 'heel goed in de schoenen staan', bena drukt de professor, die nog als gasthoogleraar op Nijenrode ac tief is. „Mijn hoogleraar zei al tijd: als je een emmer met schoon water mengt met een emmer vuil water, dan hou je toch vuil water over. Ik vind dat nog steeds een treffend voor- Mislukking De kritische kanttekeningen van de wetenschappers leidt na tuurlijk onherroepelijk tot de vraag: gaat het dan ook vaak mis met 'het nieuwe bedrijf? Hoewel er geen algemeen er kend criterium voor bestaat, zegt De Jong zonder aarzeling dat rond 45 procent van de fu sies uiteindelijk op een misluk king uitdraait. Een zelfde per centage verdient het predikaat 'geslaagd' en bij de resterende 10 procent heeft de fusie eigen lijk weinig teweeg gebracht. Als maatstaven voor dit onderzoek golden: welke van de bedrijven bestaan nog, welke bedrijven zijn weer ontbonden, hoe staat het bedrijf er financieel voor vergeleken met voor de fusie, en hoe doorstaat het fuserende bedrijf een vergelijking met een niet-gefuseerde bedrijf in de zelfde branche. „Fuseren blijkt een betrekkelijk ongewis pro ces. Het is net een loterij", klinkt De Jong overtuigd. „Bij een loterij houden mensen ook de absurde gedachtengang er op na dat het fortuin hen wel zal toevallen. En bij onderne mers is dat precies hetzelfde". De adviseur neemt nog een stuk van zijn taartje en lacht. „Ze zitten elkaar echt na te praten. Hoe ze erbij komen, weet ik niet". P. Ehrhardt, consulent bij Moret Ernst Young kent de percentages mislukte fusies en overnamen die uit weten schappelijke bron tot ons ko men. Maar zijn ervaring is ge heel anders. In de zes jaar die hij nu werkzaam is in de wereld van fusies en overnamen kan hij zich nauwelijks mislukkin gen herinneren. „Ik kom mis schien tot twee. Maar zelf zou ik dan ook liever van tegenval lers spreken", zegt Ehrhardt met gevoel voor nuance. Dat zijn kijk op het fusie/over- nameproce^ een wat zonnigere is, is niet verbazingwekkend omdat een al te zwartgallig ver haal ook als brevet van onver mogen voor hem en zijn colle ga's kan worden uitgelegd. Maar het verschil in 'opvatting' tussen de wetenschap (bijna helft fusies mislukt) en de fusie adviseur (nauwelijks misluk kingen) is wel zeer groot. „Mis schien halen ze ook wel dingen door elkaar", oppert Ehrhardt. „Bij een joint-venture (een soort samenwerkingsverband, red.) gaan bedrijven met een specifiek doel een akkoord af sluiten. Na verloop van tijd gaan ze, zoals van tevoren afge sproken, weer uit elkaar. Maar dan hoeft er nog geen sprake van een mislukking te zijn. Ik vraag me wel eens af of die we tenschappers wel weten waar ze ov?r prat.en. Zullen ze ooit wel eens een fusie van dichtbij hebben meegemaakt?", vraagt hij zich hardop af. Te duur Het is wel waar, geeft Ehrhardt toe, dat bedrijven soms te duur worden gekocht waardoor er la ter problemen ontstaan. Soms spelen persoonlijke tegenstel lingen een rol. De manage- mentconsultant verhaalt over een beursgenoteerde onderne ming die hij namens een cliënt moest verkopen. Tijdens onder handelingen met een kandidaat bleek dat er nog een gegadigde was. „Toen wij tegen die eerste man zeiden wie ook interesse had, was zijn reactie: 'Die min kukel, die rotzaak, die zal het bedrijf nooit krijgen'. Die 'min kukel' heeft het bedrijf ook niet gekregen, maar het betekende wel dat die andere man er wer kelijk veel en veel te veel voor betaald heeft. Hoeveel? Nou, laat ik zeggen: tientallen mil joenen te veel. Het probleem is dan datje terugverdien-tijd veel langer wordt en datje daardoor wel eens in de problemen kunt- komen. Maar zoals in dit geval is het natuurlijk niet onze taak om een ondernemer daarop te wijzen. Misschien vindt u mij nu een slechterik, maar dat doen we dus niet". De tijd die gemoeid is met een transactie wordt nogal eens on derschat, is de ervaring van Ehrhardt. Naar zijn oordeel denken te veel mensen - wel licht ingegeven door de 'stu deerkamergeleerden' - dat een fusie of overname even op een achternamiddag beklonken wordt. Als zijn bureau aangezocht wordt om een bedrijf te kopen, wordt een 'strategische foto' van het mogelijk aan te kopen bedrijf gemaakt. Allerlei juridi sche en fiscale voetangels en klemmen worden op een rij ge zet; er komt een analyse van de markt en de branche waarin de onderneming actief is. Al die ge gevens worden aangewend voor het uiteindelijke 'waarderings cijfer'. „Een koper kan daar echt veel uithalen. Maar wat al tijd veel belangrijker is: elke branche kent zijn momentum. Een aantal jaren geleden was er een gigantische belangstelling voor leasebedrijven, daarna transportbedrijven, vervolgens automatiseringsbedrijven. Toen had je een sellersmarket, een verkopersmarkt; nu is er sprake van een buyers-market, een kopersmarkt. Er zijn veel meer aanbieders dan kopers. Kopers zijn daarom veel kriti scher. Er gaan heel wat ge sprekken overheen voordat er gekocht wordt" Oppassen De emiritus hoogleraar De Jong meent dat ondernemingen in eerste instantie via interne ex pansie groter moeten worden. Een keer fuseren kan geen kwaad, maar uitbreiding moet stapsgewijs en doordacht ge beuren. „Want er wordt nu nog veel te veel en veel te snel gefu seerd", zegt hij zonder voorbe houd. „Je moet je toekomstige fusiepartner een paar jaar goed in de gaten houden. Je moet precies weten hoe-ie het doet. Pas dan kun je hem ten huwe lijk vragen. Maar het blijft op passen, net zoals in het 'gewo ne' leven". Universitair-hoofdmedewerker Wassenberg denkt dat de fusie golf momenteel weer over zijn hoogtepunt heen is. „Velen hebben inmiddels de neus ge stoten en bovendien is het zeer kostbaar". Zijn verwachting is dat er de komende jaren meer strategische allianties tussen bedrijven worden afgesloten: samenwerkingsovereenkom sten waardoor men de zeggen schap over het eigen bedrijf niet verliest. Een van de belangrijk ste redenen hiervan is volgens Wassenberg ordinair eigenbe lang van het management van ondernemingen. ^.Bij fusies raakt de top van een bedrijf overcompleet en bij samenwer king gebeurt dat niet. Deze mi- cro-achtige overwegingen spe len een heel dominante rol. Sta tus en de omvang van het bu reau zijn vaak heel belangrijk". een steen in de tot dan toe vrij wel rimpeloze vijver van het Europees ideaal - heeft Schlü- ter gedwongen naar een „nieu we basis voor Maastricht" te zoeken. Mogelijk dat de politie ke partijen in Denemarken het nu gaan zoeken in wat zij als een „gekwalificeerde meerder heid" in de Folketing (het Deens parlement) aanduiden. Met die staatkundige sluwheid kan het politiek establishment in Kopenhagen wellicht een nieuw referendum ontlopen en 'Maastricht' langs een politieke achterdeur binnenhalen. Frustratie Zoveel is zeker: als niet alle lan den de verdragen van Maas tricht ratificeren, is de 'Europe se Unie' feitelijk afgewezen en kunnen de onderhandelingen daarover van voren af aan be ginnen. Niemand twijfelt er aan dat eventuele nieuwe onder handelingen in een sfeer van frustratie, wantrouwen en moedeloosheid zullen plaats vinden. Trouwens, de afwijzing van 'Maastricht' betekent ook dat de toetredings-onderhandelin- gen met een aantal kandidaat- EG-leden (Zweden, Oostenrijk en Finland, mogelijk gevolgd door Zwitserland en Noorwe gen) niet kunnen doorgaan. De start van die gesprekken is af hankelijk gemaakt van de rati ficatie van 'Maastricht' en de afronding van het financiëel vijf-jarenplan van de EG, het zogenaamde Pakket-Delors-II. Wat dat laatste betreft: nu al staat vast dat Delors' financiële plannen het in hun oorspronke lijke vorm niet zullen halen. Voor een ophoging van de de EG-begroting met 30 procent in vijf jaar tijd, ontbreekt eenvou dig de politieke concensus. De looptijd van Delors' plannen zal tenminste met twee jaar wor den verlengd. Bovendien zullen de eerstkomende twee jaar ze ker geen ophogingen van de EG-begroting plaatsvinden. Inmiddels heeft de Europese discussie er een dimensie bijge- kregen. Het staat vrijwel vast dat de convergentie (het zoveel mogelijk op een gelijk niveau brengen) van de economieën van de twaalf lidstaten een ui terst pijnlijke onderneming gaat worden. Wie straks in de boot van de Europese eenheids munt wil stappen, moet qua in flatie met de drie best preste rende landen meekunnen en moet bovendien zijn begro tingstekorten fors hebben te ruggedrongen. In sommige lan den vereisen de zeer zware EMU-criteria de invoering van economische noodplannen. Dat wil zeggen: er zal een zeer strikt monetair beleid moeten worden gevoerd, hetgeen vrijwel zeker tot hoge rentes en daarom lage re investeringen zal leiden. Het terugdringen van de begro tingstekorten zal tot zware be snoeiingen van de overheidsuit gaven en dus tot stagnerende economische activiteit leiden. Kortom: wie over de zeer hoog gelegde lat van de EMU-criteria wil springen, zal harde maatre gelen moeten nemen die gedu rende de eerste jaren een nade lig effect op de economische groei in de EG zullen hebben. Intussen moeten de Britten - die het EG-voorzitterschap in handen hebben - pogen het wankele Europese proces in het spoor te houden. Of John Major de aangewezen man is voor die taak, is zeer de vraag. De Brit ten zijn eigengereide en moei lijk hanteerbare Europeanen die bovendien onbekommerd van hun voorzitterschap ge bruik maken om een aantal za ken naar eigeti behoeften te plooien. Duitsland heeft het Verenigd Koninkrijk dan ook al „genade loos eigenbelang bij de uitoefe ning van het voorzitterschap" verweten. De Britse standpun ten met betrekking tot Joego slavië en het Bosnische vluchte lingenvraagstuk, zijn bij de nieuwe Duitse minister van buitenlandse zaken Klaus Kin kel allerminst goed gevallen. De Britse bezwaren tegen de vesti ging van de Europese centrale bank in Bonn of Frankfurt heb ben in de Bondsrepubliek slechts woede en onbegrip ge wekt. De kans is dan ook groot dat de politieke stormen de bladeren van de Europese boom zullen blazen, nog voor het najaar goed en wel is begonnen. Voor Europa wordt het de komende maanden buigen of barsten, vallen of opstaan, maar vooral kiezen of delen. Met die allerminst comfortabe le inschatting van wat de Ge meenschap te wachten staat, doen de Brusselse Eurocraten di£ weekeinde de knip op de deur. n BRUSSEL De zeventien n leden van de Europese Com- L missie, met in hun gevolg vele duizenden medewerkers ri Dn ambtenaren, vertrekken - vandaag, al dan niet volko- d men uitgeblust, naar hun va- e kantiebestemmingen. 3 0e EG-gebouwen zitten dan 1 bok potdicht, de altijd draaien- pe produktie van bedrukt pa- 1 pier is voor vier weken stilge- vallen, de parkeergarages zijn 3 leeg en in de omgeving van het 1 Brusselse Schumanplein heerst t een onwerkelijke stilte. Het is pe stilte die aan de najaarstor- men - die de Europese Gemeen- 1 Bchap zonder twijfel te wachten btaan - vooraf gaat. 3 IWant als de Eurocratie zich in september opnieuw in haar kantoren en vergaderzalen (neerlaat, wachten haar vier op- 3 Windende en voor de EG zelfs cruciale maanden. Op 20 de- 1 cember gaan de Fransen ter btembus om per referendum te beslissen over de verdragen van Maastricht. Hoewel uit eerste peilingen blijkt dat er in Frank- rijk nog altijd een aanzienlijke meerderheid voor 'Maastricht', bestaat, vreest Brussel dat het referendum kan uitdraaien op een totale afwijzing van het be leid van de in het nauw gedre- ven Franois Mitterrand. De po- 1 pulariteit van de Franse presi dent nadert een bedenkelijk, zoniet fataal dieptepunt dat z'n uitwerking op het stemgedrag zeker niet zal missen. Een De EG-gebouwen in Brussel zitten de komende weken potdicht. Frans 'nee' zal, om het met Mit- Kohl - die overigens niet afhan- terrand zelf te spreken, „het kelijk is van een volksuit einde van Europa", dan toch spraak - staat nog een forse het failliet van 'Maastricht' be- parlementaire confrontatie tekenen. over 'Maastricht' te wachten. Ook bondskanselier Helmut Dat geldt trouwens ook voor de Engelse premier John Major die nog steeds doende is het anti-Europees gestampvoet van zijn eigen conservatieve achter ban tot bedaren te brengen. De Deense regering van pre FOTO: SP mier Poul Schlüter poogt zich intussen enigszins te ontdoen van de gevolgen van het begin juni gehouden 'Maastricht'-re- ferendum. Het deense 'nee' - dat aanzienlijk meer was dan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 11