linal Ie ...mooigelegen in het centrum van.. CITYMARKETING IS EEN MALLEMOLEN" Stadsslogans bruisend van de reaio CcidócSouaatit1 ZATERDAG 25 JILI 1992 PAGINA C 10 De ene stad is nog mooier dan de andere. Een ideale vestigingsplaats voor bedrijven, veel groen om te recreëren en uitmuntende cultu rele voorzieningen. In vaktaal heet het city- marketing: gemeenten proberen zich te ver kopen als waren ze een produkt. De grote ste den zijn ermee begonnen, maar het fenomeen dringt tot steeds kleinere plaatsen door. En aan promotie doet tegenwoordig ieder zich zelf respecterend gemeentebestuur. Maar de effecten zijn moeilijk meetbaar. DEN HAAG/LEIDEN - Iedere auto mobilist kent ze wel: de borden langs de autosnelwegen waarop aanpalende ge meenten ons toeschreeuwen dat we niet verder hoeven en dat het paradijs op aarde bereikt is. Ook in advertentie campagnes maken lokale overheden het volk graag wijs dat hun gemeente in het centrum ligt. Liggen ze niet in het centrum van de wereld, dan toch zeker van Europa. Als hiervan ook geen spra ke is, dan wellicht centraal in eigen land. Mocht je dan nog in een uithoek zitten, dan valt op z'n minst te bezien of daar nog wat centrumachtigs van te maken valt. Wat te denken van 'centrumge meente in zuidwest-Zuid-Holland". De gemeenten lijken in een fikse concur rentiestrijd gewikkeld. Marketing is in het bedrijfsleven al een vrij oud begrip. Rond de eeuwwisseling dook de term voor het eerst in de Vere nigde Staten op. Er werd meer gepro duceerd dan de consumptieve vraag strikt vereiste. Daarom moest er een strategie ontwikkeld worden om de markt verder te openen voor het eigen produkt. De producent moest zich vooral verplaatsen in de gedachtenwe- reld van de consument. Het basisidee van marketing is dan ook dat men tege moet moet komen aan de wensen en behoeften van de (potentiële) klant. Iedereen met een paar lesjes economie achter de rug weet dat het bij marketing om de vier p's gaat: prijs, plaats, pro dukt en promotie. De optimale combi natie van deze factoren moet zorgen voor een topsucces voor het één of an dere produkt. Bij overheden gaat het vaak alleen nog maar om de promotie, maar dit is slechts een onderdeel van ci- tymarketing, benadrukt dr. J. Buursink, hoogleraar sociale geografie aan de universiteit van Nijmegen. „Het beleid dat erop gericht is de positie en de plaats in de markt te bepalen en te ver sterken. Eigenlijk zouden de folders, borden en andere reclame-uitingen het sluitstuk moeten zijn van het proces. Maar sommige gemeenten beginnen er liever mee", aldus Buursink, auteur van het boek 'Steden in de markt: het elan van citymarketing'. Imitatie Citymarketing is niet ontstaan in een periode van voorspoed. Gemeenten raakten in de beginjaren tachtig in gro te (financiële) problemen doordat be drijfsterreinen leeg bleven. Ook met de werkgelegenheid ging het verre van goed. „Vooral de grote steden merkten dat het beleid van de centrale overheid niet voldoende was", verklaart Buur sink. „Ze moesten het zelf gaan doen. Het aantrekken van bedrijven hoorde daar dus ook bij. Zo is het proces op gang gekomen. En waar de één begint, mag de andere niet achterblijven. Er treedt een soort imitatie-effect op. De gemeenten worden eikaars concur rent". Veel gemeenten doen echter niet aan citymarketing, maar aan een veredelde vorm van promotie. Het enige waar deze gemeenten zich op richten is heel algemeen 'het bedrijfs leven', terwijl ook toeristen eén zeer belangrijke doelgroep kunnen vormen. Waar het om gaat, legt de hoogleraar uit, is dat een gemeente eerst eens na gaat wat ze precies wil. Richt je je voor al op de bedrijven of op toeristen; en wat voor soort bedrijven en wat voor type toerist dan? „Het moet een stuk professioneler nu. Het bevorderen van het toerisme gebeurt al 100 jaar door de VW, maar met folders alleen kom je er niet meer. Ze moeten analyseren om te kijken op welke doelgroepen ze zich moeten richten. In het bedrijfsleven doet men al jarenlang dit soort verken ningen". Het overheidsapparaat doet de laatste jaren ook verwoede pogingen om be drijfsmatiger te functioneren. Het amb telijke jargon is al geruime tijd door spekt met terminologie die vroeger al leen aan het bedrijfsleven besteed leek. Een beetje gemeente heeft tegenwoor dig wel een manager in dienst. De we tenschapper spreekt van een cultuur omslag. „De typische ambtelijke wijze van werken is verdwenen. Het ambtelij ke apparaat is veel klantvriendelijker geworden. Het is ook veel meer gericht op het bedrijfsleven. Gemeenten heb ben ook veel meer contacten met het bedrijfsleven. In sommige gemeenten is er zelfs sprake van 'nazorg' voor pas ge vestigde bedrijven. Als zo'n bedrijf er net zit, gaat er regelmatig iemand van de gemeente even informeren of alles naar wens loopt en of er nog een rol voor de gemeente is weggelegd". Produkt In een aantal grote(re) steden maakt het 'revitaliseren' van sommige stads delen ook onderdeel uit van het marke tingbeleid. Door het opknappen van in versukkeling geraakte gebieden moet vervolgens de interesse van bedrijven en horeca gewekt worden. „Het verbe teren van je produkt", benoemt Buur sink dit modernisme. Om voor onder nemingen een aantrekkelijke vesti gingsplaats te zijn is meer nodig dan een lapje grond en een goede toegangs weg. De aanwezigheid van leuke en be taalbare woningen is ook van belang. En onderschat niet hoe belangrijk on derwijsvoorzieningen zijn; veel werkne mers zijn ook ouder en in die hoedanig heid is het 'in huis hebben' van een hbo- opleiding niet onwelkom. Om ook 'de recreatiefunctie' uit de verf te laten komen, zijn een zwemparadijs en een cultureel centrum zeker een pré. Gemeenten die ruim in dit soort voor zieningen zitten, zullen ze zeker uitbui ten in hun promotionele activiteiten. De 'have-nots' kunnen proberen deze faciliteiten ook binnen te slepen of juist andere elementen zoals bijvoor beeld die honderden hectare wandel en fietsbos te accentueren. „Juist dat specifieke element waardoor je je kunt onderscheiden, moet je zien te vinden", zegt drs. W.H. Nijhof, direc teur van Nijhof Partner Communica tie Adviseurs. „En als je dat gevonden hebt, moet je dat gebruiken in de cam pagnes. Je proberen te onderscheiden, daar komt het op aan, want 'de markt' is al stampvol". Het bureau van de ex-gemeentevoor- lichter wordt met enige regelmaat door gemeenten ingehuurd om te adviseren bij citymarketing- en citypromotiebe- leid. Maar als gevolg van geldgebrek probeert de lokale overheid de deskun digheid zoveel mogelijk binnenshuis te zoeken. In Nijhofs visie is citymarketing, nog niet goed van de grond gekomen in Nederland. Rotterdam vindt hij één van de beste voorbeelden van citymar keting. „Veel gemeenten komen nog steeds niet verder dan promotie. Dan worden er fantastische fotoboeken over een gemeente samengesteld en die worden vervolgens gegeven aan men sen die al gevestigd zijn in de gemeen te", oordeelt Nijhof laatdunkend. „Nee, als je communiceert moet je het verstandig en strategisch doen. Voor promotiecampagnes is een lange adem vereist. Nu gebeurt het meestal te inci denteel". Eerlijkheid en geloofwaardigheid, dat zijn volgens de communicatie-adviseur de kernwoorden bij het promoten van de stad. „Overdrijven mag best", vindt hij. Misschien zou het zo moeten dat het gemeentebestuur een citymarke- tingsplan opstelt en dat er pas promotie op wordt lösgelaten als de voorzienin gen gerealiseerd zijn; de praktijk is vaak anders. Soms gunnen gemeentebe stuurders zichzelf niet de tijd om daar op te wachten. Nijhof heeft daar wel be grip voor. Hij pakt een aansteker van tafel en zet 'm in werking. „Kijk, zo'n ding kun je testen. Pas als je weet dat het helemaal goed is, breng je het op de markt. Maar een stad is een organisch iets; het gaat om mensen. Een stad is nooit af. Ik denk dat je het verkeerd doet als je zegt dat de stad eerst 'af moet zijn voordat je ermee naar buiten treedt. Het zal enigszins parallel moeten lopen. Al is het altijd opletten geblazen. Je moet in je promotie niet gaan zeggen dat je zulke goede onder wijsvoorzieningen hebt, terwijl er nog steeds geen hoger beroepsonderwijs ge volgd kan worden". Ontnuchterend Er verschijnt een voorzichtig lachje op het gelaat van prof. Buursink. De Nij meegse hoogleraar meent dat het hoog tijd wordt voor een relativerend woord je. Hij wenst een paar vraagtekens te zetten bij de gedachte dat lokale over heden via wervende teksten de bedrij vigheid op grootse wijze kunnen stimu leren. „In de regel gaat een bedrijf als het bijvoorbeeld moet verplaatsen van wege een uitbreiding, in de directe om geving zitten. Dat is ook heel logisch, want daar zitten de relaties en woont het personeel. Een totale verhuizing is zeker al niet voor de hknd liggend", stelt Buursink. En hij vervolgt zijn ont nuchterende relaas: „Het is natuurlijk ook niet zo dat een bedrijf zich ergens vestigt omdat het aan de snelweg zo'n aantrekkelijk bord heeft zien staan. Een bedrijf zal ook altijd met meerdere gemeenten gaan praten. Ach, ik heb het gevoel dat die concurrentie tussen ge meenten ook wel wat opgeklopt is. Al interesseert het de ene gemeente geen zier dat het binnenhalen van een bedrijf betekent dat een andere gemeente werkgelegenheid verliest". Onmiskenbaar wordt citymarketing in een aantal gevallen ook geassocieerd met grootheidswaanzin, erkent ook Buursink. In een aantal (middel)grote plaatsen proberen gemeentebestuur ders (vaak door middel van een innige samenwerking met het bedrijfsleven in een 'public private partnership') hun stad op te stoten in de vaart der volke ren. Miljarden worden gespendeerd aan de bouw van winkels, kantoren en (dure) huizen. Amsterdam heeft zijn IJ-oeverproject, Rotterdam doet het met de Kop van Zuid, Groningen wil de Grote Markt opknappen en een mu seum in een kanaal gaan bouwen en Den Haag krijgt zijn nieuwe stadhuis. „Gemeentebestuurders menen dat ze ,een fagade op moeten trekken. Het zijn paradepaardjes waarmee ze zich den ken te profileren", zegt de hoogleraar sociale geografie. Hij kan zich wel iets voorstellen bij de gedachtengang van de plaatselijke bestuurders. „Als er flink gebouwd wordt heeft dat een psy chologisch effect. De mensen krijgen het gevoel van: hier gebeurt wat. Het krijgt een dynamiek, een schwung. Maar je moet oppassen dat je als be stuur niet vervreemd van de eigen in woners. Want bestuurders hebben vaak de blik te veel buiten de eigen gemeen te gericht. Het schort aan een goed con tact met de eigen bevolking. Die krijgt het idee dat ze het slachtoffer is van be stuurlijke onderonsjes. Op die manier roep je natuurlijk tegenkrachten op". Het uiteindelijke resultaat van citymar keting en citypromotie blijft 'ongrijp baar' en 'moeilijk meetbaar', meent prof. Buursink. Maar toch verwacht hij niet dat de ontwikkeling nog te stoppen is. „Je kunt zeggen: laten we als ge meenten afspreken de zaak niet al te zeer op de spits te drijven. Maar zo zal het niet gaan. Het is een mallemolen waarin je mee moet. Misschien datje er weinig mee wint, maar als je het niet doet, blijf je achter. Met die gedachte denken hepl veel gemeenten dat ze er 'ook maar eens werk van moeten ma ken, wantje weet maar nooit'. De gemiddelde ontvanger van gemeentepost zal er waarschijnlijk gedachteloos aan voorbijgaan, maar toch loont het de moeite: eens nagaan met welke slogans vooral kleinere gemeenten trach ten zich te profileren en positioneren. Waar vroeger naijver tussen dorpen werd uitgeleefd in de bouw van de hoogste kerktoren, pre tenderen gemeenten nu een centrum te zijn. In sommige gevallen lijkt het toch moeilijk te zijn wie 'het centraalst' gesitueerd is; zie de presentatie van de buurgemeenten Eenrum en Leens. Een bloem lezing. Aalten, een vakantie waard Aduard, leefbare gemeente aan de Groene Kustweg Alphen aan den Rijn, de hele Randstad ligt er omheen Amstelveen, stad in het groen Baarle Nassau, internationaal door enclaves, ideaal voor wonen en werken Bedumgunstig gelegen voorwerken, wonen, leven Bruinisse, hengel- en watersportcentrum Cuyk, oord van energie Den Haa g bruist Didam, actiefin wonen en werken Diemen, voor beter wonen en werken Diever, in uw vakantie liever naar Diever Dongen, eigenlijk best leuk Eenrum, centrum in noordwest Groningen Groesbeek, diamant tussen de heuvels Heerenveen, je kunt er niet omheen Hoorn, zien en blijven, voor mensen en bedrijven Kesteren, kwekerijen Kloosterburen, tuinbouwgrond bij uitstek Leens, centrumgemeente in noordwest Groningen Leiden, monumentale stad met toekomst Leidschendam, stad en land verenigd in Leidschendam Maarssen, milieubewust Meerssen, ook op wielersportgebied uniek Oosterhout, daar kun je niet aan voorbij Ootmarsum, uw recreatieoord Putten, parel van de Veluwe Ruinen, rust, ruimte Rijswijk,groene oase in de Randstad Smilde, ideaal gelegen voor idustrie en toerisme Susteren, de taille van Limburg Tielgunstige vestigingsfactoren Ulrum, magneet van het ft oorden V alkenburg, Neerlands oudste paardenmarkt Voorburg, mooi Voorburg rijk aan historie Warnsveld, zelfstandig, verstandig •T'Hllllli «Htlluti 8 U'umtstntiJ pumsHhtimil SipuimUitad

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 28