De kale nuchterheid van Lucas Reijnders na ie 'final Hij heeft er niet alleen de mond van vol, maar leeft er ook naar. Professor dr. Lucas Reijnders rookt niet, drinkt geen alcohol, rijdt geen auto, heeft het energieverbruik van zijn huis teruggebracht met 60 procent en heeft één kind omdat het al druk genoeg is op onze planeet aarde. Reijnders koestert het milieu. Niet omdat de Veluwe zo mooi is, „die is dodelijk saai", maar uit pure noodzaak. „Over tien jaar is het te laat". Prof. dr. Lucas Reijnders in zijn Amsterdamse stadstuintje: „Mijn belangstelling gaat uit naar wat de mens heeft geschapen FOTO: DIJKSTRA „HET IS NIET NODIG DAT GOD BESTAAT" door MONIQUE VAN DE VEN AMSTERDAM - „Zonnen?" Een korte gulle lach vult de kale kamer. Dan is het weer stil. On gelovige ogen onderzoeken de ernst van de vraag. „Ik heb eens op het strand gezeten, zwaar ge kleed in het pak. Toen heb ik me tamelijk belachelijk gemaakt, ge loof ik. Nee, ik lees liever in de schaduw". Zijn werkkamer bij de universiteit van Amsterdam heeft het formaat van een gevangeniscel. Het interieur is van een zelfde soberheid. Twee tafels, een kast. vier rechte stoelen en één raam dat voor drie kwart is geblindeerd, maken de werkkamer van professor Lucas Reijnders tot een grijze wachtkamer. Als collega's hem geen twee foto's ca deau hadden gedaan, waren de muren kaal geweest. Grijze korrels verbeelden de Hoogovens in IJmuiden en een on bekend duinmeer. Met het duinmeer heeft Reijnders weinig op. Hij woont in het centrum van Amsterdam, tweehon derd meter van het roerige Leidseplein. „Ik ben niet zo'n natuurliefhebber. Aan de Veluwe bijvoorbeeld vind ik niets aan. Het is een groot uitgevallen park met heel veel mensen erin. En allemaal bomen. Zo ontzettend saai. Shell, Hoogovens of Rotterdam vind ik veel interessanter". Reijnders is biochemi cus, geen bioloog. Geen tekeningen aan de muur dus van pantoffeldiertjes of or chideeën, geen torso op de boeken plank of doodgeboren hondje op sterk water. Reijnders is een adept van de in dustriële revolutie. Zijn belangstelling gaat uit naar hetgeen de mens heeft ge schapen. Zoals het Hollandse water land. „Door de mens gemaakt en on derhouden. Heel mooi". Vanuit zijn roeibootje kan hij uren over. het water turen, naar,het riet en de polders. Zijn passie voor schoorstenen, pijpen en lei dingen van oliemagnaat Shell lijken haaks te staan op zijn strijd voor het be houd van het milieu. „Maar je moet de natuur beschermen omdat ze belangrijk is, niet omdat ze mooi is". Verstrooid Reijnders is een piekeraar, maar zijn antwoorden zijn van een ontstellende nuchterheid. Achter zijn kale schedel zet hij gedachten op een rijtje en zoekt de woorden die precies uitdrukken wat hij bedoelt. En dus is het vaak stil. Wendt hij zijn ogen af naar de strakke vloer of de kale muren waar niets hem van zijn gedachtengang kan afleiden. Zijn hoofd zit zó vol dat hij een gevaar is op de weg. „Ik rijd geen auto vanwe ge het milieu, maar ik zou ook veel te verstrooid zijn voor het besturen van een auto. Véél te gevaarlijk. Ik kan dan maar het beste meteen tegen een boom rijden voordat ik een kind onder de wa gen heb Reijnders fietst. Door weer en wind. En niet zonder gevaar. „Ik leg afstanden met de fiets af waarvan ik me niet bewust ben. De route is dan vol strekt aan me voorbij gegaan". In ge dachten is Reijnders bij een vergade ring, onderzoeksrapport, middeleeuw se muziek of de roman die hij de avond voor het slapen gaan heeft gelezen „om z'n hoofd af te zetten". Bij voorkeur met negentiende eeuwse literatuur of het zorgvuldige proza van Proust. Leeghoofderigheid In zijn huis achter het Vondelpark leeft hij samen met Trudy van Asperen, hoogleraar ethiek, en hun zoon Maar ten 16). „Af en toe hebben we wel me delijden met hem. Het is toch een beet je excentriek om twee professoren als ouders te hebben. Gelukkig zit ie op het Barleusgymnasium, want op een scho lengemeenschap voor mavo en havo zouden wij enorm uit de toon vallen. Al die onzinnige merkenrages...". En toch zou ook Reijnders bezwijken onder de dwang van het collectief. „Als Maarten tegen zijn zin buiten de groep valt om dat hij geen Nike-schoenen draagt, dan krijgt hij die schoenen. Anders maak je het leven van een kind onmogelijk en dat is het laatste wat je moet doen". De beste plek voor een verstrooide pro fessor is de trein. Reijnders treint dan ook door heel het land. Ook zijn vakan ties beginnen en eindigen op het staion. De kerosine verslindende vliegtuigen zijn uiteraard taboe.'Bovendien heeft Reijnders geen enkele behoefte aan verre reizen. „Ik ben verslaafd aan Eu ropa: de cultuur, de historie, muziek en literatuur spreken me veel meer aan dan die van andere werelddelen". Niet de autobestuurders om hem heen, de rokers of patatvretende jongeren irrite ren hem, maar het geringe historische besef van de Europeanen. „Europa heeft een nieuwe houding aangeno men. Een houding die getuigt van histo rische leeghoofderigheid. Dat zie je aan de naïveteit waarmee de val van Oost- Europa is begroet. De Balkan was vroe ger ook een vechtende kluwe van volke ren. Als je daar dus de stop uit de fles trekt, weet je dat de beer los is. Hetzelf de geldt voor de markteconomie. Daar zijn wij al vanaf de gouden eeuw mee bezig. Zonder historisch besef worden nu experimenten uitgevoerd in Roeme nië en de voormalige Sovjet-Unie die gedoemd zijn te mislukken". Achterlijk Reijnders heeft over bijna alles wel een mening en dat weten de media. Te pas en te onpas wordt de hoogleraar mili eukunde om een reactie gevraagd. Of het nu om giflozingen gaat, de kap van tropisch regenwoud of de zin of onzin van vitamine-preparaten. De rol van goeroe vervult hij met gemengde ge voelens. Reijnders kent talloze mensen die meer kennis hebben van bepaalde onderwerpen, maar niet worden ge raadpleegd. Wanneer mogelijk verwijst hij door naar deze deskundigen, maar aarzelt niet zelf zijn kennis te spuien. „Ik vind het niet erg wanneer mensen mij raadplegen. Ik heb tenslotte mijn kennis vergaard op kosten van de ge meenschap". Twee dagen in de week werkt Reijnders aan de Universiteit van Amsterdam. De overige drie dagen is hij in touw voor Natuur en Milieu. De universiteit had hem graag helemaal geclaimd, maar het wetenschappelijk onderwijs staat Reijnders te ver van het vuur. „Bij Na tuur en Milieu zit je veel dichter bij de politieke besluitvorming. En daar moet het toch gebeuren. Het publiek heeft al gekozen. In alle enquêtes zeggen men sen zich het meest zorgen te maken over het milieu. Maar de overheid aar zelt treffende maatregelen te nemen omdat bedrijven niet thuis geven op voorstellen. Neem nu het statiegeld plan. Nog altijd komt veertig procent van het glas niet in de glasbak terecht. Zeker weten dat alle mensen naar de winkel hollen wanneer op elke fles een gulden statiegeld wordt geheven. Maar de politiek laat de oren hangen naar be drijven en die zien het statiegeldplan niet zitten. Minister Andriesen van eco nomische zaken is de ambassadeur van het bedrijfsleven en volgt in zijn poli tiek de meeste achterlijken uit zijn ach terban". Volgens de hoogleraar is het een automatische reflex van bedrijven om milieumaatregelen van de hand te wijzen. „Iets aan het milieu doen, kost geld, is de algemene redenatie. Veel bedrijven beseffen niet dat vaak het te gendeel het geval is. Met simpele maat regelen is het mogelijk dertig tot zestig procent op de afvalstromen te bespa ren". Dus bestookt Reijnders politiek en bedrijfsleven met feiten en cijfers. Meer dan de helft van zijn tijd gaat 'ver loren' aan het overtuigen van mensen en lang niet altijd even succesvol. „Ik lijd er niet onder, ik ben eraan gewend geraakt. In de jaren '70 schreef ik als eerste over giflozingen en loodvrije benzine. Men las de artikelen en ging over tot de orde van de dag. Twintig jaar geleden was met Duitsland niet te spreken over milieu. Dat was staatsge vaarlijk. En nu? Nu rijden we op lood vrije benzine, maken werk van giflozin gen en praten regelmatig met Duits land. Het gaat langzaam, maar er zijn wel degelijk veranderingen". Laks Hij reikt een aardewerk mok aan met houten roerstokje. Koffie. „Drink ik ook", zegt hij bijna zondig. De ogen ge richt op de strakke vloer vervolgt hij zijn betoog. „Volgens Lester Brown en Meadows is het al te laat maar ik geloof dat we de komende tien jaar de moge lijkheid hebben om de steven te wen den en een aardig milieu achter te la ten. De kans dat het nog goed komt is minder dan vijftig procent, maar het kan. Gaan we bij de pakken neerzitten dan zijn de problemen over tien jaar zó groot dat mensen de moed niet meer hebben om er wat aan te doen". En hij vertelt over het energieverbruik en het consumptiepatroon dat danig moet worden teruggeschroefd om te voorko men dat het klimaat verder verwarmt. En over de lakse omgang met de bo demvervuiling. „Tien jaar geleden zei Ginjaar dat de gifbelten over tien jaar zouden zijn opgeruimd. Het is nu tien jaar later maar de toestand van de bo dem'is door de verspreiding via gifbel ten alleen maar erger geworden! Slechts zestien tot twintig procent van de vervuilde bodem is schoongemaakt. De rest is van A naar B gebracht. En de normen versoepelen. Tien jaar geleden nog wilde de overheid honderd procent sanering van de grond, nu willen ze gif tige gronden op de Maasvlakte gaan dumpen want 'we gaan toch geen aard appelen verbouwen op de Maasvlakte?' O niet? Over zoveel jaar niet?" Niet de vorm maar de inhoud moeten het betoog van Reijnders kracht geven. Bij het oplepelen van zoveel narigheid verheft hij zijn stem nauwelijks, steekt geen vermanende vinger op maar laat de feiten spreken. „Met honderd mil jard gulden is de bodem volledig schoon. Dat is twee jaar gezondheids zorg". Dood De vergelijking met de kosten voor de volksgezondheid in Nederland is niet onwillekeurig. De geneeskunde heeft volgens Reijnders voldoende heroiek laten zien. Het is de hoogste tijd voor bezinning: leren leven met beperkingen (minder cosmetische operaties) en de eindigheid van het leven. „Moeten we alle trucs uit de doos halen om het le ven te verlengen? Is langer leven de grensverlegging die we nodig hebben? We proberen te vluchten voor de dood maar het is toch een keer afgelopen. Euthanasie is de eerste verstandige breuk met de idee zo lang mogelijk in leven te blijven. Mijn grootmoeder had alles gehad in haar leven en werd steeds zieker. Ik wil dood, zei ze, maar het mocht niet van haar geloof. Gelukkig zie je nu een kentering, maar niet in de wetenschap die steeds weer nieuwe din gen ophoest. We moeten ons afvragen of we het verleggen van grenzen niet moeten stopzetten en onze inventiviteit elders inzetten. De onderzoekswereld heeft zich ontworsteld aan de knellen- band van het geloof maar is nu doorge slagen naar een prestigesysteem met grote prijzen voor mensen die diep gra ven". Reijnders gelooft niet meer. Van zijn katholieke opvoeding heeft hij alleen nog christelijke waarden en normen be houden zoals respect en zorg voor der den. Het Rooms- Katholicisme stortte voor Reijnders als een kaartenhuis in een toen hij één kaartje wegnam. De achterzijde van het glanzende kaartje was besmeurd met bloed. Een gewelda- dige geschiedenis waarin mensen clai men dat zij gezonden zijn door God. „Hetzelfde zie je in andere geloven. Door de vele claims acht ik het bestaan van een God zeer twijfelachtig. Toch sluit ik het bestaan van een God niet uit, maar het is gewoon niet nodig dat hij bestaat. Het ontstaan van de aarde kan heel goed natuurwetenschappelijk worden verklaard, dus waarom zou er een God bestaan. Om het leven zin te geven? Dat is een zwaktebod. Dat bete kent dat je er zelf niet uitkomt en dus maar de hulp van iemand anders in roept, waarvan je niet weet of het juist is. De zin van het leven is zoeken naar een wijze van bestaan waarvan je denkt dat het goed leven is. En aan dat be staan komt een einde. Dat is bij alle or ganismen zo". ZATERDAG 11 JULI 1992 PAGINA 24 Kernwapenwedloop heeft zich ver plaatst naar Azië Idoor THOMAS WAGNER NEW DELHI - Nu Rusland en de Verenigde Staten bezig zijn hun kernwapenarsenalen te ont mantelen, is Azië het nucleaire breekpunt van de wereld gewor den. Er doet zich duidelijk een aantal zorgwekkende ontwikke lingen voor in Azië, waar de VS geen stevige betrekkingen on derhouden en weinig invloed hebben. Sommige Amerikaanse ontwapenings deskundigen zeggen momenteel al hun aandacht op Azië te richten. „Als je om je heen kijkt in de wereld, dan doet het grootste gevaar voor een kernoorlog; jzich voor in Zuid-Azië, omdat het niet! (ondenkbaar is dat India en Pakistan de! j controle over de grenssituatie verliezen en met elkaar in gevecht raken", zegt' jGart Milhollin, directeur van het Wis-! jcinson Project voor Kernwapenbeheer-; sing in Washington. „Als dat gebeurt, weet niemand wat er! gebeurt met de kernwapens: of ze ge-; bruikt zouden worden, of ze doelwit; zouden worden, of India en Pakistan', een manier zouden vinden om op klei- ne schaal oorlog te voeren zonder kern- wapens te gebruiken", zegt Milhollin. De twee landen hebben drie keer oor- log met elkaar gevoerd sinds ze in 1947' door Groot-Brittannië werden ge vormd. Ze hebben nog altijd ruzie om de staat Kashmir, die over de twee lan den is verdeeld en door beide wordt ge claimd. India ontkent een kernwapenprogram ma te hebben, maar er wordt vanuit ge gaan dat het kerwapens bezit of in staat is ze te maken. In 1974 bracht het land een kernbom tot ontploffing. Het land streeft ernaar geavanceerde raket- en lanceerprogramma's te ontwikkelen en zegt de nucleaire optie te moeten open houden om Pakistan en China af te schrikken. De Pakistaanse minister van buiten landse zaken, Shahryar Khan, bekende 'afgelopen februari tegenover Washing ton dat zijn land beschikt over de mid delen en de technologie om een kern bom te maken. De regering van Pakis tan had dat jaren achtereen ontkend. Zowel Pakistan als India weigert het non-proliferatieverdrag te onderteke nen, dat erop is gericht de verspreiding van kernwapens tegen te houden. Hoewel het Indische subcontinent kan worden beschouwd als de minst stabiele regio van Azië, maken deskundigen die, de proliferatie in de gaten houden zich! zorgen over andere gebieden. In mei gaf Noord-Korea het Internatio-! naai Atoom Energie Agentschap, (IAEA) van de VN toestemming voor; de eerste inspectie van nucleaire facili teiten in het land. Het agentschap vond! geen aanwijzen dat Noord-Korea bijna; in staat zou zijn een kernbom te maken,! maar zei wel dat een in aanbouw zijnde! faciliteit gebruikt zou kunnen worden; voor de produktie van plutonium. Amerikaanse functionarissen en des-! kundigen op het gebied van de wapen-; beheersing verdenken Noord-Korea er-- van kernwapenfabrieken te hebben en! mogelijk te beschikken over een voor-! raad plutonium dat is geschikt om kern-; wapens mee te produceren. „Noord-Korea heeft onlangs het non-! proliferatieverdrag getekend, maar de; vrees bestaat dat ze dingen verborgen; houden en de boel belazeren", zegt! Paul Leventhal, president van het Insti-* tuut voor Nucleaire Beheersing in Was-; hington. De kernbom die China op 22 mei tot; ontploffing bracht was naar verluidt 70; maal krachtiger dan die van Hiroshima! in 1945. En al geruime tijd zijn er be-; richten dat Peking rakettechnologie; verkoopt aan het Midden-Oosten. Rechtvaardiging Wat betreft Japan, het enige land dat ooit met kernbommen is aangevallen,; vormt het in kernreactoren gevormde plutonium, dat door opwerking ge schikt kan worden gemaakt als splijtstof voor kernwapens, een bron van zorg. Voor de produktie van een kernbom is slechts 6 tot 8 kilo plutonium nodig. Japan is van plan binnenkort 30 tot 40 ton uit Europese kernrecatoren afkom- stig plutonium te importeren. Volgens Leventhal kan Japan net zo goed goed koop laag-verrijkt uranium gebruiken, dat in grote hoeveelheden voorradig is en niet geschikt is voor de produktie van kernwapens. Japan heeft weliswaar beloofd het plu tonium alleen te zullen gebruiken in kerncentrales, maar Noord-Korea heeft het feit dat Japan het plutonium invoert al gebruikt als rechtvaardiging van zijn eigen nucleaire programma. In mei gaf een Noordkoreaanse functio naris toe dat zijn land voor het gebruik in kernwapens geschikt plutonium had geproduceerd. „Waar het mij om gaat", zegt Levent hal, „is dat Japan helemaal geen wa pens hoeft te maken om toch een desta biliserend effect teweeg te brengen in de regio". Ook India en Pakistan ma ken het soort plutonium dat Japan op het punt staat te importeren. „AJs deze materialen op brede schaal geaccep-, teerd worden", zegt Leventhal, „dan zullen in de civiele nucleaire program ma's op den duur veel meer voor het maken van bommen geschikte materia len voorkomen dan op het ogenblik in alle bommen ter wereld samen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 24