Russische les
Op zoek naar onze identiteit
'Desert Storm'
geen voorbeeld
voor Joegoslavië
CaidacGoiricmt
OPINIE
18e
ZATERDAG 11 JULI 1992
De Amerikaanse president George Bush heeft
gisteren in Helsinki gezegd dat hij de VS niet
militair wil betrekken bij de strijd in Bosnië-
Herzegovina en geen interventie door
grondtroepen overweegt. Toch krijgt de
bescherming van de humanitaire missies voor
de inwoners van Sarajevo en de controle op de
naleving van de VN-sancties tegen Servië,
onder de vlag van de Verenigde Naties, een
steeds sterker militair karakter. De vraag is
echter of een daadwerkelijk militair ingrijpen
enige kans heeft op succes.
It
i
De roep om militaire in
terventie in Bosnië-Her-
cegovina neemt met de
dag toe. De publieke opi
nie in de VS heeft de rege
ring Bush zelfs zover ge
kregen dat de aanvanke
lijke passieve houding
werd ingeruild voor een
actieve militaire bijdrage
ter ondersteuning van de
luchtbrug naar Sarajevo.
Maar wat gebeurt er als de
komende dagen een Ame
rikaans transportvliegtuig
wordt neergeschoten?
Opmerkelijk is dat de drang
om militair in te grijpen in het
voormalige Joegoslavië door
gaans niet uit politieke of mili
taire kringen afkomstig is. Het
zijn voornamelijk individuele
burgers en commentatoren die
pleiten voor militair ingrijpen.
Dit vaak vanwege de schok
kende beelden die ons dage
lijks via de media bereiken of
door een emotionele binding
met het geteisterde land. Was
de Golfoorlog nog een gecen
sureerde tv-oorlog; dit is
geenszins het geval in Joego
slavië. waar maar al te graag de
ene partij de gruwelijkheden
van de andere partij aan de
media wiltonen.
Afgelopen week pleitte de Gro
ningse polemoloog Hylke
Tromp in de Volkskrant voor
een herhaling van 'Desert
Storm'. Hierbij was het uit
gangspunt dat een militaire in
terventie in de eerste plaats de
regering in Belgrado op ande
re gedachten moet brengen.
Dit veronderstelt dat militaire
middelen als een soort won
derolie kunnen worden ge
bruikt en dat Belgrado volle
dig greep heeft op de situatie.
Beide veronderstellingen zijn
onjuist.
Laatste redmiddel
Het gebruik van militair ge
weld is het allerlaatste middel
dat de internationale gemeen
schap ter oplossing van een ge
wapend conflict mag toepas
sen. Gebruik is alleen verant
woord als daarmee ook het be
oogde doel - het stoppen van
gewapende agressie - kan
worden bereikt. Toepassing
van militair geweld is geen pa
nacee voor elke situatie.
De Golfoorlog was een school
voorbeeld van conventionele
oorlogsvoering, echter met één
grote uitzondering: de tegen
stander Irak bood nauwelijks
Een man graaft weer een nieuw graf op de al oven/olie begraafplaats
van Sarajevo. Het zijn deze en andere, veel schokkender, beelden uil
de belegerde stad die de roep om militair ingrijpen
versterken. FOTO: AP
weerstand. Twee partijen ston
den in overzichtelijke slagor
den in een grote 'zandbak' te
genover elkaar. Harde militai
re doelen zoals verdedigingsli
nies, logistieke konvooien, re
serve-eenheden, enz. waren in
overvloed aanwezig. De
krachtsverhoudingen waren in
het voordeel van de anti-Irak-
coalitie. Mislukking van het of
fensief was vrijwel uitgesloten.
De ideeën die met enige regel
maat in de media opduiken,
als zou het Joegoslavisch con
flict op een wijze als 'Desert
Storm' kunnen worden opge
lost, geven alleen valse hoop.
Er zal voor de oplossing van dit
conflict geen sprake kunnen
zijn van een conventionele mi
litaire operatie waarvoor de le
gers van zowel Oost als West
de afgelopen decennia zijn op
geleid en getraind.
Het diffuse beeld van een te
genstander met verschillende
strijdende groeperingen, het
bergachtige en beboste ter
rein, de gebrekkige infrastruc
tuur vereisen een andere aan
pak. Geen duizenden tanks,
pantservoertuigen en vliegtui
gen, zoals in het Golfconflict,
zullen de doorslag moeten ge
ven, maar goed getrainde, in
guerrilla-technieken opgelei
de infanteristen zijn bepalend
voor het militaire succes.
Geen enkel West- of Oosteuro
pees kader-militieleger komt
hiervoor in aanmerking. Al
leen elitetroepen van het voor
malige Sovjetleger, nu onder
de hoede van Rusland, én
Amerikaanse commando's en
'special forces' zijn hiervoor
geschikt. Dat Rusland aan een
dergelijke operatie zou willen
meewerken lijkt vrijwel uitge
sloten. 'Peace-enforcement' in
Joegoslavië onder VN-leiding
zou immers elk Russisch mili
tair optreden ter bescherming
van Russische minderheden,
zoals nu in Moldavië het geval
is, beperken. Dit betekent dat
wederom de VS de kar zouden
moeten trekken en Europa
slechts een bijrolletje kan ver
vullen.
Blinde haat
De tweede veronderstelling,
namelijk dat door grootschalig
militair ingrijpen de regering
in Belgrado eieren voor haar
geld zal kiezen, gaat ervan uit
dat de arm van Milosevic reikt
tot aan de enkele militie. De
praktijk bewijst echter het te
gendeel. Losgeslagen, indivi
duele strijdgroepen, gemoti
veerd door blinde haat en zon
der uitzicht op de eigen toe
komst, bepalen veelvuldig het
strijdtoneel. Het is dan ook van
belang niet alleen greep op
Belgrado te krijgen, maar juist
ook op diegenen die het vuile
werk opknappen.
Psychologische oorlogsvoe
ring vormt een onderdeel van
elke militaire operatie. Zowel
de directe tegenstander als de
burgerbevolking zijn hiervoor
de doelgroepen. Ondermijning
van het moreel en het opzetten
van de bevolking tegen de ei
gen machthebbers staan hier
bij voorop.
In de burgeroorlog in het voor
malige Joegoslavië is het prin
cipe van psychologische beïn
vloeding nog niet toegepast.
Strooibiljetten, radio en tv-uit-
zendingen zijn hiervoor de
meest geëigende middelen. Zo
was Radio Free Europe in de
periode van de Koude Oorlog
de spreekbuis van het Westen.
Deze zender zorgde ervoor dat
de bevolking achter het IJze
ren Gordijn van informatie
werd voorzien. Hiermee werd
tegenwicht geboden aan de ge
censureerde en verdraaide be
richtgeving van de communis
tische machthebbers. De zen
der speelde een belangrijke in
formatieve rol tijdens het Rus
sische militaire optreden in
Hongarije (1956), Tsjecho-Slo-
wakije (1968) en tijdens de sta
kingen in Polen (1980-1981).
Sun Tzu, een Chinees strateeg,
formuleerde ooit vijf grondbe
ginselen voor de voorbereiding
van militaire operaties. De eer
ste betrof de beïnvloeding van
het moreel. Een psychologi
sche beïnvloedingscampagne
geleid door de VN moet tegen
wicht bieden aan de propagan
damachines van de conflicte
rende partijen in Joegoslavië.
De campagne moet alle strij
dende groeperingen vanuit
hun schemertoestand terug
brengen naar de waanzinnige
realiteit van de dag. Het besef
van deze absurditeit kan een
klimaat scheppen voor effec
tiever VN-optreden.
(De auteur is verbonden aan de
afdeling onderzoek van het In
stituut voor Internationale Be
trekkingen 'Clingendael' in
Den Haag).
De problemen in het Ne
derlandse onderwijs lij
ken op die van het onder
wijs in Rusland, dat met
de Sovjet-erfenis worstelt.
Er is te veel centralisme
en bureaucratie, terwijl
prikkels van de markt
ontbreken. Een delegatie
van Russische onderwijs
deskundigen had tijdens
een toernee door ons land
dit sombere beeld gekre
gen.
De positie van de Nederlandse
leraar deed de delegatie den
ken aan de werknemer in het
voorbije Oostblok. Of hij nu
hard werkt of niets uitvoert, op
zijn salaris heeft het geen in
vloed. De bezoekers verbaas
den zich ook over de subsidië
ring van de schoolbegelei
dingsdiensten en pedagogi
sche centra. Het lijkt net of de
Nederlandse scholen niet in
staat zijn te bedenken welke
begeleiding zij nuttig vinden.
De Russische delegatie was tij
dens haar bezoek goed bij de
les. De Nederlandse scholen
zijn zeker in staat de eigen
huishouding te regelen, maar
worden door te veel centralis
me en bureaucratie beperkt.
Waarom zouden de scholen het
geld voor knelpunten in de on
derwijssector niet kunnen be
steden? Waarvoor heeft het
personeel een aparte regeling
voor de medezeggenschap? De
scholen hebben nu een inge
wikkelde overlegstructuur,
omdat de Wet op de onderne
mingsraden niet van toepas
sing is.
Wat de Russische delegatie
wel goed vond, was de vrijheid
om scholen op te richten en de
concurrentie tussen scholen
op de leerlingenmarkt. Voor
een goed begrip, deze opvat
ting komt van mensen die
geen keuzevrijheid in de Sov
jetunie hadden. Zij moesten
het doen met de zegeningen
van de heilstaat, het staatson
derwijs. Waarschijnlijk kwam
de delegatie nog juist op tijd,
want de centrale Nederlandse
onderwij sburelen hebben een
nieuwe aanval op deze goede
kant van ons onderwijs in
voorbereiding. Ditmaal is het
de huisvesting van scholen.
Nu wordt de huisvesting van
de scholen centraal geregeld.
Niet te ontkennen valt dat aan
deze manier van werken bu
reaucratische trekjes zitten.
Dus is de gedachte opgekomen
de huisvestingeregenng van
scholen te gaan decentralise
ren. Deze opzet past mooi in
een bredere aanpak van het
kabinet de decentralisatie een
stevige impuls te geven. Tot
zover is het kabinet bij de Rus
sische les gebleven. Maar nu
de toepassing.
Bij decentralisatie zijn
steeds twee manieren van uit
voering. De ene manier is de
gemeenten de huisvestings
gelden van het Rijk te geven.
De gemeente regelt vervol
gens de huisvesting van alle
scholen, openbare en bijzon-
der scholen. De gemeente
krijgt zo als bestuurder van het
openbaar onderwijs alles in
één hand.
Maar de gemeente gaat ook de
huisvesting van het bijzonder
onderwijs besturen, terwijl
deze scholen van de ouders en
burgers een eigen bestuui
hebben. Zodoende dreigt de
volgende situatie te ontstaan;
het gemeentebestuur regelt de
huisvesting van een christelij
ke school en het schoolbestuur
zorgt voor het onderwijs. Om
de waardevolle 'concurrentie
tussen scholen' volgens de
Russische delegatie veilig te \fj(
stellen, moet worden voorko
men dat gemeentebestuur en
schoolbestuur elkaar in de ha
ren vliegen. Een ingewikkeld
stelsel van voorschriften om an
deze problemen te voorkomen jrs
is het gevolg. Maar wat te doen
als de gemeente alle scholen
onder één dak wil brengen?
De andere manier is veel een
voudiger, maar stuit daarom
misschien op weerstanden. De
huisvestingsgelden gaan
rechtstreeks naar het school
bestuur. De burgers in een |rl:
schoolbestuur, de ouders en
leerkrachten die de school
meebesturen, krijgen zodoen- j
de meer te zeggen. Het resul
taat, een eerlijke 'concurrentie
tussen scholen'.
Het verblijf van de Russische nt
delegatie was te kort om van
alle problemen in ons land ef
kennis van te nemen.. Niet
leen het onderwijs heeft 'Sov
jet-trekjes', het is wel een voor- el
beeld om even bij stil te staan,
Wat zou bijvoorbeeld het oor
deel van de delegatie over de
kloof tussen burger en over
heid zijn geweest?
Het CDA houdt zich ook met
dit probleem bezig, hoe de po
litiek dichter bij mensen te
brengen. Vooral het politiekjj^i
functioneren van CDA-politici
speelt hierbij een grote rol. Wat
moet deze politicus doen om
de kloof tussen overheid en
burger bij een te veel aan een
tralisme en bureaucratie te
overbruggen? Natuurlijk,
goed getraind en met een sta
lend gezicht de burgers blijven
opzoeken. Maar wat zegt de
burger die net door een teveel
aan centralisme en bureaucra
tie het schoolbestuur heeft
verlaten? Deze burger zegt te
gen de CDA-politicus: volg
eerst de Russische les.
(De auteur is lid van de CDA-
fractie in de Tweede Kamer.)
■r :hu
linl
it,
lei
In de Verenigde Staten is
een hevige discussie
gaande over de vraag: Wie
zijn wij? De identiteit van
Amerika schijnt zoek!
Nu wordt de identiteit van een
volk bepaald door vele facto
ren: de machtspositie in de we
reld, de binnenlandse situatie,
het politieke systeem, het reli
gieuze karakter, de produkten
die het land oplevert, de sport
prestaties, etc. Maar „identi
teit" is vooral ook subjectief
van aard, het gaat niet alleen
om feitelijke gegevens. De
„waarde" die aan die feiten
wordt toegekend is uiteinde
lijk doorslaggevend voor de
vaststelling van de identiteit
van een volk of een land.
De identiteit van de VS werd
lange tijd sterk bepaald door
de Amerikaanse buitenlandse
politiek. De VS was de be
schermer van West-Europa en
meer in het bijzonder van de
vrije wereld. Met het ten grave
dragen van het communisme
is echter ook de rol van Ameri
ka onduidelijk geworden. Na
tuurlijk is het nog steeds een
machtig land, oppermachtig
zelfs. Maar als die macht niet
meer een zichtbaar doel dient,
verliest ze aan betekenis. En
dat zien we nu gebeuren. De
VS is één van vele „machten"
in de wereld geworden en daar
mee niets bijzonders. Ook de
Amerikaanse bevolking reali
seert zich dat. Velen hebben
zich vervolgens de vraag ge
steld: nu we in internationaal
opzicht -niet meer buitenge
woon zijn, hoe staan we er ei
genlijk intern voor? De publie
ke aandacht verschoof en con
centreerde zich op binnen
landse problemen: de daklo
zen, de werklozen, de slechte
wegen, het belabberde onder
wijs, het hoge aantal moorden
en zelfmoorden, de criminali
teit, drugs en de economische
malaise. De Amerikaanse sa
menleving leek rijp voor een
zelfonderzoek, het eerste se
dert de burgerrechtenbewe
ging en de anti-Vietnam bewe
gingen zo'n 25 jaar geleden.
Wie zijn wij eigenlijk? Wa1
bindt ons als Amerikanen nog
met elkaar? Het „feel-good"
tijdperk is voorbij. De VS is het
grootste schuldenland ter we
reld en de frustratie grijpt om
zich heen, vooral bij de mid
denklasse.
Chaos
Desert Storm, de overwinning
in de Golf Oorlog, heeft niet
voor een nieuw elan onder de
Amerikanen kunnen zorgen.
En de Nieuwe Wereldorde van
President Bush mocht even
min op veel interesse rekenen.
In juli 1990 wees een opinie
onderzoek uit dat slechts 1 pro
cent van de ondervraagden de
buitenlandse politiek als het
meest urgente vraagstuk voor
de VS beschouwde. Amerika is
ondergedompeld in haar eigen
zorgen. De brandende binnen
steden van Los Angeles en
New York, hebben de vraag al
leen maar klemmender ge
maakt: waar gaat dit heen? Wie
en wat kan ons uit deze chaos
leiden? In de presidentskandi
daten van zowel de Republi
keinen (Bush) als de Democra
ten (Clinton) is weinig vertrou
wen. Zij lijken zelfs te worden
overvleugeld door een outsi
der, de multi-miljonair Ross
Perot; niet zozeer vanwege
man's politieke ideeën, daar
over laat hij zich nauwelijks
uit, maar vanwege de onvrede
met die twee andere kandida
ten. Amerika mist leiderschap,
zowel naar binnen als naar bui
ten. Er is sprake van een ge
zagsvacuüm. Er is geen groep,
partij, kerk of persoon meer
voorhanden met zoveel gezag
en dus morele overtuiging dat
hij/zij de toon kan zetten. De
groep, aangeduid met WASP's
(White Anglo-Saxon Protes
tants) die vanaf de revolutie
(1776) tot in de jaren '60 de
identiteit van Amerika in be
langrijke mate bepaalde, heeft
haar bijzondere status nu defi
nitief verloren. Ook in eigen
land wordt Amerika beheerst
door een onbeheerst krachten
spel. Een morele oriëntatie
ontbreekt. En dat gaat ten kos
te van de kwaliteit van de pu
blieke moraal en de gemeen
schapszin. Het „ieder voor zich
en God voor ons allen" typeert
de VS meer dan ooit tevoren.
Skelet
In Europa scheen precies een
omgekeerd proces zich te gaan
voltrekken. De ineenstorting
van het communistische sy
steem betekende het einde
van de Koude Oorlog en tevens
het einde van de deling van
Europa. Het protectoraat van
de supermachten (VS en SU)
over Europa was voorbij. Euro
pa mocht op eigen benen staan
en kon zich gaan verenigen.
Het voortouw werd uiteraard
door de EG opgepakt, terwijl
de landen van Centraal- en
Oost-Europa in koor te kennen
gaven zich zo snel mogelijk bij
Europa te willen aansluiten.
Iedereen beriep zich daarbij op
z'n Europese identiteit. Maar
wat was die identiteit eigen
lijk? Jacques Delors, president
van de Europese Commissie,
realiseerde zich kennelijk dat
„zijn" EG vooral een skelet
was, een barok bouwsel dat no
dig voorzien moest worden van
vlees en bloed. Anders gezegd,
Europa ontbeerde een ziel. Eu
ropa was slechts een geografi
sche structuur, zonder een dui
delijke identiteit.
Delors riep onder meer de ker
ken op om mee te denken over
een (mogelijke) Europese
identiteit en die publiekelijk
ter discussie te stellen. Toen
de kerken aarzelend begonnen
deze uitdaging op te pakken
was het in feite al te laat. Want
de volkeren van Europa had
den zich weer onvervaard in
een gevecht gestort, waarin zij
al sinds de Franse revolutie
(1789) verwikkeld waren. Het
ging allerminst om Europa,
maar des te meer om de „natie
staat". De Koude Oorlog bleek
slechts een gedwongen rust
pauze te zijn geweest. De ge
hechtheid aan, om niet te zeg
gen de obsessie met de natie
staat openbaarde zich weer in
volle omvang. Het werken aan
de zogenaamde „verdieping"
van de EG, waartoe alle lidsta
ten zich verplicht hadden, be
reikte nimmer het niveau van
de „ziel", maar bleef bewust of
onbewust steken in abstracte,
technische en ondoorzichtige
compromisformules over het
functioneren van een gemeen
schappelijke markt. De
schraalheid van Europa werd
blootgelegd: een kille markt,
waarop de calculerende burger
zaken kan doen. Bovendien
werd elke vooruitgang op het
punt van de „verdieping" van
de EG gesmoord door voortdu
rend te schermen met het wel
haast heilige „subsidiariteits
beginsel", dat in de praktijk
zoveel wil zeggen als: wat de
natie-staat voor zichzelf wil
reserveren, daar horen de an
deren vanaf te blijven.
Haat
In Centraal- en Oost-Europa
werd de (terug)tocht naar de
natie-staat vooral langs etni
sche wegen gevoerd. Het hoeft
geen betoog dat hierdoor de
onderlinge tegenstellingen
werden verscherpt, haat en vij
andschap werd gezaaid en bur
geroorlogen losbarstten. De
verwachting dat het Verenigde
Europa - waar toch iedereen
bij wil horen! - hierin effectief
zou kunnen bemiddelen, bleek
een illusie. De EG werd in Joe
goslavië deel van het pro
bleem; haar pogingen om
vrede te stichten werden hetzij
door één of meer van de eigen
lidstaten dan wel door de
gesprekspartners op de Bal
kan ondermijnd. Inmiddels
heeft de VN vrijwel alle taken
van de EG overgenomen.
Het aantal conferenties, semi
nars, missies, papers en state
ments over „Europa" is zo
langzamerhand niet meer te
tellen. Maar wat opvalt is dat
ze zich bijna allemaal neerleg
gen bij het gegeven dat Euro
pa-als-zodanig niet bestaat.
Europa is een verzameling van
natie-staten, waarin de rechten'
van (etnische) minderheden
nauwkeurig moeten worden
vastgelegd, waarvoor ingewik
kelde overlegstructuren
moeten worden ontworpen om
gewapende conflicten tussen
en binnen de natie-staten te
voorkomen, en waar zo nodig
militair moet kunnen worden
opgetreden om de rust te waar
borgen of te herstellen. Het is
allemaal gebaseerd op De
Gaulle's idee van het „Europa
der Vaderlanden". Een Euro
pese identiteit bestaat niet en
als het aan de Europeanen ligt
komt die er ook niet. Zij zijn te
zeer gehecht aan de „natie".
Platvloers
De Amerikaanse auteur Fr. Fu-
kuyama heeft overtuigend
aangetoond dat de „liberale
democratie", zoals wij die al
Vaclav Havel, één van de weinige echte Europeanen die Europa rijk is.
sinds jaar en dag in de VS en
West-Europa kennen, bezig is
aan een zegetocht over de hele
wereld. Of de liberale demo
cratie zich uiteindelijk overal
zal vestigen, is natuurlijk de
vraag, maar laten we er voorlo
pig maar vanuit gaan dat zij
zich in Amerika en (geheel)
Europa zal handhaven. De in
ternationale politiek is daar
mee beroofd van een morele
dimensie. We kunnen ons nu
immers niet meer vastklam
pen aan een zwart-wit schema:
het goede, want vrije westen
tegenover het kwade, want
communistische oosten! De
politieke relaties tussen de li
berale landen zullen zich let
terlijk verzakelijken en de po
litieke geschillen zullen tame
lijk platvloers worden. Het ge
brek aan moreel gehalte van
de politiek zal daardoor veel
sneller aan het licht komen
dan tijdens de Koude Oorlog.
Dat zien we al vrijwel dagelijks
om ons heen. De politiek ver
liest zienderogen aan gezag,
want ze belichaamt niet meer
ons „morele gelijk". Mag je dat
de politiek verwijten? Ja en
nee. Nee, omdat de politiek ge
acht wordt uitdrukking te ge
ven aan ons aller publieke mo
raal. En als de publieke moraal
te wensen overlaat, wat mag je
dan nog van politiek verwach
ten? Ja, omdat de politiek net
zo goed als de kerken of wie
dan ook, een eigen verant
woordelijkheid heeft en die
dient te tonen, eventueel
dwars tegen de publieke opi-
FOTO: MILAN KONVALINKA
nie in. Dat je dat je kop kan
kosten, heeft Vaclav Havel on
langs ondervonden. Maar hij
was dan ook één van de weini
ge echte Europeanen die Euro
pa rijk is.
(Mient Jan Faber is algemeen
secretaris van het Interkerke-'
■lijk Vredesberaad. Hij heeft
een boek in voorbereiding over
de ontwikkelingen in Oost-Eu
ropa en reist daarvoor door het
voormalige Oostblok. In onze
krant doet hy maandelnks
slag van zijn ervaringen.)