Erik Breukink voelt zich geen topfavoriet
UurU
voor Ed Bouwmans
Tour de France
foXd&iQowiard
ZATERDAG 4 JULI 1992 PAGINA 3
De PDM-affaire van vorig
jaar heeft hij naast zich
neergelegd. Vandaag start
hij opnieuw als Nederlands
enige echte kandidaat voor
een Tour-zege. Erik
Breukink over zijn
verwachtingen, het
parcours, het ontbreken
van revanchegedachten, de
stress, zijn vader en het
vaderschap, het gebrek aan
jong talent, de collega's,
Europa, de Alpen en het
infuus.
door guido blndels
De afgang van PDM in de Tour van vorigjaar. Een aangeslagen Breukink in de rennersbus
dan in gedachten door, de knelpun
ten, de klimmetjes, alles. Later, tij
dens de race, herken ik ze meteen.
Doordat ik me op die manier voorbe
reid valt het zelfs op zulke dagen wel
mee met de stress".
VADER: „Hij is heel belangrijk voor
me. Niet alleen als zakenbehartiger,
maar ook gewoon als vader. We heb
ben thuis een hechte familieband.
Hij stond aanvankelijk niet te jui
chen toen ik prof wilde worden, hij
wist zo'n beetje wat voor wereld het
was. Achteraf heeft ook hij ingezien
dat het niet zo'n slechte keuze van
me was om de heao niet af te ma
ken".
„Hij is vrij nuchter, dat heb ik dus
van hem. Toen ik vorig jaar ziek
thuis kwam uit de Tour, maakte hij
zich meer zorgen over mijn gezond
heid dan over al die insinuerende
verhalen die werden geschreven".
VADERSCHAP: „Inderdaad, dat
word ik binnenkort ook. Voor de eer
ste keer. Misschien zelfs tijdens de
Tour, want Gea, mijn vrouw is op de
23ste uitgerekend. Ik hoop maar dat
het eventjes later wordt, want ik wil
er natuurlijk graag bij zijn. Gaat dat
niet, dan is dat jammer, maar dat is
dan ook alles. Ik heb me er nu op in
gesteld, Gea ook. Het is geen pro
bleem".
AANWAS: „Die is in Nederland mo
menteel niet zo groot. Maar Neder
land is toch eigenlijk nooit dik ge
zaaid geweest met ronderenners. Ik
volg het niet meer zo bij de ama
teurs, maar ik denk wel dat het met
het verdwijnen van die grote spon-
sorploegen te maken heeft. Vroeger
had je Gazelle, Amstel, Van Erp, die
reden constant etappekoersen in het
buitenland. Daar leer je toch het
meeste van".
„Olympia's Ronde van Nederland is
leuk, maar als je daar presteert zegt
dat nog niets over een eventuele
loopbaan als prof. De amateurs zou
den meer over de grenzen moeten
trekken, de bergen in. Er zijn tegen
woordig immers nauwelijks nog
wedstrijden op het vlakke bij de be
roepsrenners. Die zijn echt op de
vingers van één hand te tellen".
COLLEGA'S: „Met sommige praat
je, met andere niet. Met LeMond
kan ik aardig overweg. Bugno lijkt
me ook een prima vent. Vriend
schap? Ach, dat is allemaal zo be
trekkelijk. Respect? Kelly. Die is
echt een voorbeeld voor ons alle
maal. Aan hem kan een hele ploeg
zich optrekken. Hij heeft altijd de
goede instelling. En als hij niet goed
zit, zet hij zich volledig in voor een
ander. Zo zijn er niet veel meer".
EUROPA: „Ik kan best wel begrij
pen dat ze er nu in 1992, in dat spe
ciale jaar, een rondrit door Europa
van willen maken. Voor die ene keer
moet dat kunnen, maar anders vind
ik, net als Indurain, dat de Tour de
France in Frankrijk moet worden
verreden, de Vuelta in Spanje en de
Giro in Italië. Dat we nu in San Se
bastian beginnen vind ik jammer,
want zeker de start en finish horen,
ook in 1992, thuis in Frankrijk. Qua
koers maakt het allemaal niet zoveel
uit. De omloop die ze uitzetten is
toch altijd lastig"
ALPEN: „Het is geen wet, maar toch
is het meestal zo: Nederlanden
presteren altijd beter in de Alpen
Hoe dat komt? Ik weet het niet. D(
bochten lopen er beter. In de Pyre
neeën is het wegdek slechter, het if
er allemaal wat steiler, wat grilliger
De hitte lijkt er ook benauwender
Het is net alsof er in de Alpen meei
zuurstof in de lucht zit'
„Bovendien zijn die Spanjaarder
veel meer gewend aan rijden in dc
Pyreneeën, die vliegen er dan altijc
in. Ja, het zou dus best wel eens eer
voordeel kunnen zijn, dat we dezt
keer geen echte Pyreneeënritter
hebben".
INFUUS: „Als het onder goede me
dische begeleiding gebeurt, moet ie
dereen dat voor zichzelf weten. Vo
rigjaar is het misgegaan. Dat Intra-
lipid was bedorven".
„Maar er is dus nooit sprake van do
ping geweest en ik schaam mij er
niet voor dat ik aan het infuus heb
gelegen. Het gebeurt meer in de wie
lersport".
„In de Tour worden uitzonderlijke
dingen van je verwacht. Het is lood-
en loodzwaar allemaal. Als gewone
voeding je niet meer gezond kari
houden dan zijn zulk soort ingrepen
nodig, dat is dan zelfs beter voor je
gezondheid".
„Zo'n infuus komt zelden voor, maar
vraag het aan elke deelnemer aan de
Tour, als het niet anders kan, maakt
hij er gebruik van. Het was niet de;
eerste en het zal ook niet de laatste
keer zijn geweest. Overigens vind iki
het jammer dat dat allemaal in dé
publiciteit is gekomen, want eigen
lijk zijn het privé-zaken en denk ik
dat de wielersport wat dat betreft
veel te open is geweest".
VERWACHTINGEN: „Ik zie mezelf
-niet als een van de grote favorieten,
- ^maar meer als een gevaarlijke outsi
der. Bugno, LeMond, Indurain, dat
zijn de te kloppen mannen, die heb
ben alle drie bewezen dat ze een gro
te Ronde kunnen winnen. Zolang je
dat nog niet hebt gedaan, maak je
geen aanspraak op het predikaat fa
voriet".
„Ik denk dat LeMond nog lang niet
is afgeschreven. Hij heeft de erva
ring, hij heeft tenslotte de Tour al
drie keer gewonnen. Ze zeggen dat
hij op z'n retour is. Ik geloof daar dus
niets van. Hij kan zich enorm toe
spitsen op zo'n Tour. Eigenlijk is hij
onnavolgbaar".
„Bugno heeft de laatste jaren vaak
genoeg bewezen dat hij in de top-drie
thuis hoort. Hij heeft de Giro gewon
nen, is sterk in de cols en kan goed
tijdrijden. Dat is alles wat je nodig
hebt".
„Indurain heeft de tijd van zijn le
ven, lijkt het. Ik heb van anderen ge
hoord hoe hij bezig was in de Giro.
Hij heeft daar een grote indruk ge
maakt. Delgado en Chiappucci ko-
men ook wel in aanmerking voor een
topklassering, maar die komen te-
kortinderijdritten".
PARCOURS: „Twee weken geleden
heb ik de twee Alpenritten gereden.
Vooral de etappe naar Sestrières viel
tegen. Hij is lang, 250 kilometer, en
slopend. Er is nauwelijks een recht
stuk in. Op papier is dat de zwaarste
rit, die naar Alpe d'Huez, lijkt ge
makkelijker, maar dan zit je weer
met het probleem datje de dag daar
voor ook al zulke enorme inspannin
gen heb moeten leveren. Bang, nee,
dat ben ik niet".
„Paniek als het in het begin van zo'n
bergetappe slecht gaat? Ach, ik ben
acht jaar beroepsrenner. Dan ken je
alle momenten terug en raak je niet
zo snel meer in paniek. In een berg
etappe kun je bovendien nog herstel
len, slecht beginnen en toch goed
eindigen. In een tijdrit is dat niet het
geval. Verlies je in de beginfase veel,
dan maak je dat nooit meer goed".
REVANCHE: „Revanchegedachten
zijn nooit goed, die kunnen je van je
doel afleiden en ongecontroleerd te
werk laten gaan. Vorig jaar is het
misgegaan, maar dat is voorbij. Het
Erik Breukink komt na een slopende etappe uitgeput aan de finish.
doet mij nu niets meer. Het heeft tot
het einde van het jaar geduurd. Toen
heb ik het naast me neergelegd.
Mentaal is het verwerkt.
Er is een hoop onzin geschreven er
zijn vreselijke insinuaties gedaan. Ik
ben er, geloof ik, wel een stuk harder
door geworden. En wie weet komt
me dat straks allemaal nog van pas'
STRESS: „Om die onder controle te
houden moet je nooit te ver vooruit
kijken, want dat leidt af van het mo
ment waar je mee bezig bent. Als je
van dag naar dag leeft heb je het
minste last van spanningen. Voor
dat lange wachten op de dag van een
tijdrit heb ik in de loop der jaren
mijn vaste gewoontes ingebouwd.
Eerst ga ik wat fietsen, het parcours
verkennen, dan eten en vervolgens
probeer ik te rusten".
„Nee, ik lig dan niet op bed met een
walkman op, ik heb op zulke mo
menten geen muziek nodig, want ik
ben dan voortdurend bezig met me
te concentreren op die tijdrit. De
route zit in mijn hoofd, die loop ik
s
N
N
De afgelopen jaren schaafde
de Panasonic-ploegleiding
met volle overgave aan de
ruwe diamant, die Eddy
Bouwmans heet. In zijn
derdejaar als
beroepswielrenner acht
Peter Post de Brabander
rijp voor een Toiir-debuut.
„Ik weet dat er veel van me
wordt verwacht, maar daar
kan ik me niet druk om
maken. Ik zie wel hoe het
afloopt", blijft Bouwmans
nuchter.
door Henk Lankester
Gemert De wielerloopbaan van
Eddy Bouwmans hangt van toeval
ligheden aan elkaar. Als timmerman
stond de toen nog in Aarle-Rixtel
woonachtige renner op een fraaie zo
merdag ineens zonder werk. Zijn
werkgever was uitgetimmerd en
Bouwmans kon zijn biezen pakken.
De jonge Brabander besloot daarop
zich in elk geval voor één jaar op het
wielrennen te storten. „Al is het ook
weer niet zo, dat ik anders nu nog
timmerman was geweest. Ik liep
toch al met het idee rond om een jaar
onbetaald verlof op te nemen om te
kijken tot hoever mijn mogelijkhe
den als renner reiken. Dat ik plotse
ling op straat stond, heeft dat proces
alleen maar versneld".
Van zijn beslissing om het timmer
vak gedag te zeggen, heeft Bouw
mans tot op de dag van vandaag geen
spijt gekregen. De 24-jarige ontwik
kelde zich heel goed en wordt na bij
voorbeeld zijn uitstekende optreden
in de Ronde van Zwitserland vorig
jaar beschouwd als de enige Neder
lander van de nieuwe lichting, die
zich als klassementrenner staande
kan houden.
Opvallend is ook, dat Bouwmans een
van de weinige amateurs was, die bij
de profs vooruit ging. „Ik denk dat ik
als grote voordeel heb, dat ik laat
ben begonnen. Ik leefde nog als een
amateur, terwijl de meeste jongens
die overstapten al leefden als een
prof. Ik had ook weinig gewonnen bij
de amateurs. Ik reed bovendien pas
één jaar serieus als amateur, daar
door kon ik bij Panasonic nog groei
en".
Als amateur had Bouwmans boven
dien het geluk; dat hij op het juiste
moment piekte. „In de Dupont-Tour
reed ik met de beste profs omhoog.
Toevallig waren daar de Nederland
se ploegen aanwezig. Dat geluk heb
je nodig, want tijdens de koers kwa
men bij voorbeeld Teun van Vliet,
Henk Lubberding en Theo de Rooy
•naast me rijden. Je moet prof wor
den, niet bij die amateurs blijven
hangen. Bij ons kun je veel meer le
ren".
Bouwmans, die pas als 18-jarige se
rieus als wielrenner aan de slag ging,
voelde zich direct aangetrokken tot
de ploeg Post. Bovendien is hij Henk
Lubberding zo'n beetje als zijn twee
de vader gaan beschouwen. „Ik
slaap ook vaak met Henk op de" ka
mer. Hij heeft me veel dingetjes bij
gebracht, want ik moest nog heel
wat leren. De keus voor Panasonic
was erg bewust, omdat jongens als
Lubberding en De Rooy goed over
kwamen. En bij PDM reden op dat
moment Rooks en Theunisse".
Uitstraling
Daarnaast had de Brabander ver
trouwen in de aanpak van Post. „Als
zo'n man je wil hebben, dan zeg je
geen nee. Post heeft een enorme uit
straling. Bij hem ben je in goede han
den. De zaken bij zijn ploeg zijn ook
altijd geregeld. De keus was dus niet
moeilijk, ook al, omdat er geen druk
op me werd gelegd. Post vertelde dat
hij geduld met me zou hebben, dat ik
mezelf niet over de kop hoefde te rij
den".
Bouwmans kreeg van Post alle tijd
om sterker te worden. „Achterafhad
ik misschien vorig jaar al mijn de
buut kunnen maken, maar ik denk
dat we er verstandig aan hebben ge
daan nog een jaartje te wachten. An
ders was het toch te snel gegaan. Nu
heb ik zelf het gevoel dat ik er klaar
voor ben".
De toekomst van Bouwmans als
wielrenner ligt opgesloten in de
Tour de France. De Brabander is
volgens de insiders de enige nieuwe
ling, die in de toekomst een rol kan
spelen in het klassement. De tegen
woordig in Gemert woonachtige
Bouwmans weet dat er veel van hem
wordt verwacht, maar maakt zich
niet druk: „Ik kan niet meer doen
dan mijn best. Ik begrijp overigens
wel dat mensen veel van me ver
wachten. Dat is mijn eigen schuld,
had ik maar niet zo hard moeten
koersen".
Grenzen
Bouwmans gaat drie weken op zoek
naar zijn eigen grenzen. „Ik weet
echt niet wat ik moet verwachten. In
Zwitserland kon ik me handhaven,
maar de Tour is toch wat anders. Ik
vertrek echter vol goede moed. Tot
nu toe heb ik nog steeds progressie
gemaakt. Elk jaar voelde ik me ster
ker worden. Alleen in de Ronde van
Spanje kreeg ik vorig jaar een ram.
Ik werd ziek en eindigde uiteindelijk
veertigste op ruim vijftig minuten.
Voor die mindere prestatie had ik
dus een verklaring. Als ik gezond
was, ging ik altijd met de besten om
hoog. Aan die wetenschap probeer ik
me nu vast te klampen".
De Brabander is niet het type van
sensationele uitspraken. „Ik heb
geen zin om daar straks aan te wor
den herinnerd als ik door het ijs zak.
Met die angst stap ik overigens niet
op de fiets, want het lichaam is goed.
In de Dauphiné Liberé moest ik
evenals Breukink wel een keer ze
ventien minuten toegeven, maar dat
verontrustte me niet. Ik moet weer
in het ritme komen. De laatste da
gen voelde ik dat de vorm aan het te
rugkomen was".
Bouwmans bereidde zich deze win
ter onder meer voor in het kracht
honk. „Ik ben laat begonnen als
wielrenner en moest mijn lichaam
nog ontwikkelen. Daarom heb ik de
afgelopen winter veel uren doorge
bracht in de sportschool waar ook
mensen als John van der Berk en Le-
ontien van Moorsel komen. Daar
heb ik baat bij".
Dat merkte de 'oogappel' van Peter
Post vooral in de tijdritten. „Ik
merkte dat ik sterker ben geworden.
Een race tegen de klok is toch vooral
een kwestie van jezelf pijn willen en
kunnen doen. Dat kan ik aardig. In
het hooggebergte zal ik ook niet snel
afgeven, dat ligt gewoon niet in mijn
karakter. Ik denk ook dat je tijdrij
den kunt leren, het is gewoon een
kwestie van jezelf pijn doen. Al kun
je in de loop der jaren wel beter wor
den qua indeling van een tijdrit".
Jongensdroom
In San Sebastian gaat een jongens
droom voor Bouwmans in vervul
ling. „De afgelopen jaren zat ik met
mijn neus voor de buis. En daarvoor,
toen ik nog niet serieus met wielren
nen bezig was, verplaatste ik me wel
eens in de persoon van Hinault. Nu
fiets ik er zelf rond en denken som
mige mensen dat ik misschien ooit,
net als Hinault, de Tour win".
Zover denkt Bouwmans nog niet.
„Ik merk wel, dat er veel van me
wordt verwacht. De afgelopen we
ken ben ik zo vaak gevraagd voor een
interview. Misschien heeft het ook te
maken met de mindere prestaties
van Breukink, Rooks en Theunisse.
Voor veel mensen ben ik hun nieuwe
hoop, de man die straks de nieuwe
vaandeldrager moet worden. Ik lees
dat ook, ik hoor het, maar ik laat me
niet gek maken. Ik heb nog nooit de
Vuelta, de Giro of de Tour gereden.
Daarom was het zo jammer, dat ik
vorig jaar ziek werd in Spanje. Dan
had ik een indicatie gehad over hoe
ver ik was als wielrenner. Nu blijft
het nog afwachten. Ik denk dat ik
even benieuwd ben als al die insiders
tot hoever mijn mogelijkheden pre
cies reiken".
Mijn grote voordeel is dat ik laat ben begonnen.