Hoedt u voor de clan LeMond Abdoesjaparov: sprinter zonder vrienden Tour de France CcklöcGoiumit ZATERDAG 4 JULI 1992 PAGINA 33 De zevende in Nederland i Valkenburg is de zevende Neder- I landse Tour-etappeplaats en de vier de stad waar een rit in lijn finisht. Maastricht, Rotterdam en St. Wille- i brord gingen de Zuidlimburgse toe ristenplaats voor. Drie keer vertrok de Ronde van Frankrijk vanuit Ne derland. In Amsterdam, Schevenin- gen en Leiden. De Nederlandse start- en finish- plaatsen zijn: 1954: Start Tour in Amsterdam met finish eerste etappe in Brasschaat (Belwinnaar Wout Wagtmans. 1969: Tweede etappe: Woluwe (Bel)- Maastricht, winnaar Julien Stevens; Maastricht-Charleville. I 1973: Proloog Scheveningen, win- naar Joop Zoetemelk; eerste etappe: Scheveningen-Rotterdam, winnaar Willy Teirlinck; Rotterdam-St.Nikr 1978: Proloog Leiden, winnaar Jan Raas; eerste deel eerste etappe Lei- den-St. Willebrord, winnaar Jan DOOR GUIDO BlNDELS Raas; St. Willebrord-Brussel. 1992: Brussel-Valkenburg 180 km, J waarvan ongeveer 50 km op Neder- lands grondgebied; Valkenburg-Ko- I blenz. Topsport maakt wereldvreemd. Dat althans vindt Greg LeMond. De Amerikaan dwingt zich daarom de krant te lezen, om op de hoogte te blijven van het wereldnieuws. En, hij omringt zich ook in de Tour de France met zijn familie. Want: „Hoe ouder ik word, hoe meer ik naar huis verlang". Meeste zeges - voor Frankrijk Frankrijk heeft in de lange historie I van de Tour de France de meeste ke ren het eindklassement gewonnen. De 'thuisrijders' kwamen tot 36 ze ges. België is met achttien triomfen goede tweede, Italië volgt met acht, Luxemburg en Spanje met vier, •j Amerika met drie, Zwitserland en Nederland met twee en Ierland met één victorie. Het kleinste en grootste verschil Vijf keer was in de na-oorlogse histo rie van de Tour het verschil tussen de nummer èèn en twee kleiner dan ■n èèn minuut. Vijf keer ook was de marge groter dan èèn kwartier, j De kleinste verschillen zijn: 1989: I LeMond-Fignon 8 seconden. 1968: Janssen-Van Springel 38 seconden. Y 1987: Roche-Delgado 40 seconden. J 1977: Thevenet-Kuiper 48 secon den. 1964: Anquetil-Poulidor 55 se conden. De grootste verschillen zijn: 1952: Coppi-Ockers 28,27 minuten. 1948: Bartali-Schotte 26,16 minuten. 1951: Koblet-Geminiani 22,00 mi nuten. 1969: Merckx-Pingeon 17,54 minuten. 1973: Ocana-Thevenet 15,51-minuten. Driemaal geel van start tot finish Maar drie renners slaagden er in de Tour de France in de gele trui van de eerste tot en met de laatste dag te dragen. Alle drie de keren gebeurde dat ook voor de Tweede Wereld-oor- Het waren de Italiaan Ottavio Bottechia (1924), de Luxemburger Nicolas Frantz (1928) en de Belg Ro- main Maes(1935). Slechts twee dragers van de gele trui, die in 1919 werd ingevoerd, konden in de volgende Rondes van Frankrijk worden genoteerd: in die van 1921, 1934, 1954, 1961, 1970, 1972 en 1977. Het vaakst van eigenaar wisselde de gele trui in 1987: maar liefst acht keer. Zij waren de laatsten Vijfmaal kwam een Nederlander de 'eer' toe als ladtste te zijn geëindigd in de Tour de FRance. Frits Hooger- heide werd dat in 1970, op 3 uur 52 minuten en 12 seconden van win naar Eddy Merckx. Aad van den Hoek gaf in 1976 3.12,54 toe op Lu iden van Impe. Mathieu Hermans werd twee keer laatste. In 1987, op 4.32,30 van Stephen Roche, en in 1989, op 3.04,01 van Greg LeMond. Vorig jaar eindigde Rob Harmeling op 3.25,51 van Miguel Indurain. Het grootste naoorlogse verschil tus- de nummer één en de laatste van het klassement werd gemeten in 1947 tussen winnaar Jean Robic en de Zwitserse hekkesluiter Tarchini: 7.28,29. Het kleinste verschil was er in 1966, tussen Lucien Aimar en de Italiaan Manucci: 2.05,26. Sean Kelly: groen record Sean Kelly is recordhouder als het gaat om het aantal overwinningen van het puntenklassement. De Ier slaagde daar vier keer in. Eddy Merckx, Jan Janssen en Freddy Maertens wonnen de groene trui, die in 1953 werd ingevoerd, ieder drie keer. Jean-Paul van Poppel was naast Jan Janssen de enige Neder lander die Parijs in het groen haalde. Het puntenklassement was 18x voor een Belg en 7x voor een Fransman. Het gebeurde in de Tour van vorig jaar. In Champillon. Na een lange dag waarop eindelijk eens alles vol gens plan was verlopen, verheugden we ons op een rustiek avondje in Ho tel Royal Champagne. Ons onderko men lag in de bossen, de keuken be zat enkele Michelin-sterren en het uitzicht was om in te lijsten. Culinair gezien was een en ander in derdaad niet te versmaden, maar de smaak van de Foie Gras, de Ris de Veau en de prachtig rode Santenay- wijn werd enigzins bedorven door de herrie aan de ons omringende tafels. Wat bleek: de clan LeMond was op dezelfde plaats neergestreken en dan zul je het weten ook. We noteerden: LeMond's vrouw Kathy, zijn kinderen Geoffrey, Scott en Simone, het kindermeisje, de le rares voor de kinderen, zijn vader, zijn moeder, zijn grootmoeder, een vriend, een Amerikaanse speaker, die in Amerika een up-to-date Le- Mond-antwoordlijn heeft, de leve rancier van zijn fietsstuur en nog en kele andere onbekende grootheden. De kinderen waren lastig, Kathy enigszins uit haar humeur, want Greg presteerde niet naar verwach ting. Bovendien had ze het druk met haar gevolg, waarvoor ze elke dag weer twaalf kamers moest reserver en en dat zich verplaatste in zes huurauto's. De avond stierf in ergernis, de nacht was veel te kort en de volgende och tend bleek het logeren in het hotel van de LeMonds nog meer nadelen te hebben. Het kindermeisje kreeg de kinderen tijdens het ontbijt maar niet rustig en toen we wilden gaan betalen was één enkel iemand ons net even voor. Het duurde tijden voordat Kathy klaar was. Alles moest apart worden verrekend, een bonnetje hiervoor, een bonnetje daarvoor, het één was immers af trekbaar van de belasting, het ander weer niet. Te laat Toen we eindelijk ons gelag konden betalen, toen de LeMonds eindelijk vertrokken, restte slechts de weten schap dat we te laat zouden komen voor de start van de volgende etappe. En op slag waren we heel wat min der blij met de aanwezigheid van Greg LeMond in de Tour. Toegegeven, dat laatste was niet re delijk. Greg LeMond achten wij als sportman en als mens immers hoog. Interviews met hem zijn al jaren een vei*ademing. Hij neemt er de tijd voor, heeft soms goede teksten, af wijkend van de vaak zo droge cliché matige opsommingen van de door snee Europese topper. We mochten hem zijn gevolg dan ook eigenlijk niet aanrekenen. Boven dien had hij een goed excuus. „Ik ben zo vaak van huis, dat ik mijn familie nauwelijks zie, dat' ik mijn kinderen amper zie opgroeien. Bovendien ben ik maar een paar jaar van mijn leven Tour-renner en heeft mijn gezin er recht op om te zien wat ik allemaal meemaak, hoe ik leef'. „Topsport maakt vaak wereld vreemd. Daar waak ik voor door me zelf te dwingen de krant te lezen, op de hoogte te blijven van het wereld nieuws. In dat verband moet je ook zien dat ik mijn familie graag in mijn buurt heb". „Het zou voor mij een stuk gemak kelijker zijn als wielrennen in Ame rika een traditie was. Jammer ge noeg blijft het toch een typisch Euro pese aangelegenheid. De doorsnee Amerikaan kent de Tour, kent mij, maar dan heb je het ook gehad". „En hoe ouder ik word, hoe meer ik naar huis verlang. Ik heb weliswaar een villa in België, maar dat is een huis en geen thuis. Begrijp je wat ik bedoel? Kijk, ik wil topwielrenner zijn, maar veel belangrijker is dat ik tegelijkertijd ook mens wil blijven". Life-style Een mens is hij zeker, een man met een geheel eigen life-style, die zich door niets en niemand laat beïnvloe den. Greg LeMond houdt dus van zijn familie, van vissen, golfen en reizen. Over zijn toekomst hoeft hij zich geen zorgen te maken. Zijn jaar salaris bij 'Z' bedraagt 4,2 miljoen gulden. Daar komt elk jaar nog eens een bedrag aan royalties van onge veer eenzelfde omvang bij. De afge lopen seizoenen was er vooral kri tiek op het feit dat hij dergelijke be dragen wel erg gemakkelijk op streek. Je zag hem nauwelijks. Tot dat de Tour begon. LeMond heeft zich altijd geërgerd aan uitspraken daarover. Zijn be wondering voor Eddy Merckx, de man die hem als jongen stimuleerde om te gaan fietsen, is er zelfs hele maal door verdwenen. Merckx was immers altijd de groot ste criticaster en LeMond kan maar niet genoeg herhalen, dat 'de Kanni baal' van weleer hem onrecht aan deed. De oude garde vergelijkt vol gens de Amerikaan immers appels met peren. Het wielrennen is veran derd. Vroeger kon je op tachtig pro cent de boel nog wel bijbenen. Nu moet alles perfect zijn. Ben je even iets minder, dan kun je de overwin ning wel vergeten. De coaching, de voeding, het materi aal, de trainingsijver, de intrede van het grote geld, de FICP-punten, de enorme belangen, die de stress al leen maar groter hebben gemaakt; de wielersport is niet meer zoals hij was. „De wielermafia bestaat niet meer. Je kunt ook niet meer het hele jaar in de top meedoen. Pieken is be langrijker dan ooit". Anders Dat pieken doet Greg LeMond dus al jaren in de Tour de France, de wed strijd waarvoor hij coureur is gewor den, de koers ook die hij dit jaar voor de vierde keer wil wónnen. Toch ver liep zijn aanloop naar deze Ronde van Frankrijk anders dan we de laat ste jaren van hem waren gewend. In Parijs-Roubaix bij voorbeeld, ver baasde hij iedereen Piet zijn rol als meesterknecht van winnaar Gilbert Duclos-Lasalle en werd zelf nog ne gende ook. LeMond vindt dat overigens niets bijzonders. „De mensen zijn verge ten dat ik vroeger, vóór mijn jach- tongeluk, wel vaker sterk reed in de klassiekers. Sinds ik de dood voor ogen heb gezien, kom ik moeilijker in vorm. Ik ben fragieler geworden, word sneller ziek. Bovendien zijn daarna ook andere dingen belang rijk voor me geworden. Mijn vrouw, mijn kinderen, ik ben nu eenmaal geen robot". Na zijn opmerkelijk presteren in Pa rijs-Roubaix volgde de zege in de Amerikaanse Tour DuPont. Sinds dien staat wielrennen alleen nog maar in het teken van Tour'92. De Zo lang ik denk de Tour te kunnen winnen, ga ik door met fietsen. foto SoenarChamio Tour is en blijft tenslotte de wed strijd die hem op de fiets houdt. „Zolang ik die kan wónnen ga ik door met fietsen. Ik denk dat dat de ko mende twee jaar ook nog kan. Maar gaat het opeens niet meer, kan ik he lemaal geen rol van betekenis meer spelen, dan moet je niet raar opkij ken als ik straks zomaar aan het eind van het seizoen ermee stop". Van dat laatste gaat vooralsnog nie mand uit. Want wóe LeMond een beetje kent, weet dat hij niet iemand is om in stilte afscheid te nemen. We hebben het immers al eerder meege maakt. In 1989, toen niemand meer iets van hem verwachtte, maar Le Mond in een thriller van een finale, met acht seconden voorsprong op Laurent Fignon, toch weer opeens helemaal terug aan de top kwam. Die zege vindt hijzelf nog steeds de mooiste. „Een jaar later was ik meer voorbeid op het succes, toen ver wachtte iedereen het ook. Mijn eer ste overwinning, in 1986, was daar entegen eigenlijk een nachtmerrie. Dat gevecht met Bernard Hinault, een eigen ploegmaat, verschrikke lijk. Ik won en niemand in het team was echt blij. Nee, geef mij dan maar 1989, niet alleen vanwege dat kleine verschil, maar ook omdat ze dach ten: die LeMond, die kan het niet Ook vorig jaar werd dat even ge dacht. Het werd meteen LeMond's slechtste Tour. Drie keer won hij, hij werd een keer tweede en een keer derde, maar in 1991 moest hij, ge start toch als topfavoriet, genoegen nemen mét de zevende plaats Waardig Hij zegt er zijn les uit te hebben ge trokken, hij weet nu wat echt verlie zen is. Dat kan dus ook gebeuren als je, zoals hij vorig jaar, in topvorm bent. Omdat iedereen vooral fietste om hem, Greg LeMond, te verslaan. En omdat hij in de Pyreneeën ziek Dat laatste wil hij niet als excuus op voeren en dat pleit voor Greg Le Mond, die zich bovendien op een an der vlak een waardig verliezer toon de. Want, terwijl iedereen de laatste jaren er aan gewend was geraakt dat verliezende topfavorieten (Hinault, Fignon) als dieven in de nacht uit de Tour verdwenen, daar reed LeMond de wedstrijd in elk geval uit. Sterker nog, zelfs in de slotrit richting Champs Elysées probeerde hij een dagsuccesje te behalen. Tevergeefs, akkoord, maar hij probéérde het wel. En toen hij die dag Miguel Indurain als eindwinnaar zag worden gehul digd, stortte zijn wereld niet in el kaar. Integendeel. Op dat moment keek hij al vooruit. Naar de Tour van dit jaar. Nederlagen kan Greg Le Mond immers als geen ander verta len naar nieuwe triomfen. Een Le Mond die belust is op revanche, is, dat heeft hij al eerder bewezen, een LeMond op z'n best. En mocht hij de Tour winnen, mocht hij er in goede conditie uit komen, dan hoeven we ons niet te verbazen als hij enkele weken later in Colora do Springs het werelduurrecord van Francesco Moser aanvalt. Dat blijft hem immers obsederen. En dat wil hij niet zo klinisch doen als Frances co Moser, die zich een jaar in de labo ratoria terugtrok. Dat kan Greg Le Mond niet opbrengen. „Ik ben een renner die de sfeer van de wedstrij den niet kan missen". Bij die sfeer van een wedstrijd als de Tour hoort dus ook de wetenschap dat zijn familie in zijn nabijheid is. Dat de clan rond Greg LeMond elk jaar groter wordt, is voor degenen die in hetzelfde hotel logeren niet leuk, maar het is natuurlijk wel Le Monds goed recht. Hij is nu eenmaal een coureur uit een andere wereld, met andere leefgewoontes en huldigt het principe van leven en laten le ven. Gelijk heeft hij. Maar wij zoe ken de volgende keer wel een ander hotel. i Driemaal vijf i overwinningen Drie renners zijn de absolute vedet ten van de Tour. Zij wonnen het grootste wielerspektakel ter wereld maar liefst vijf keer. Jacques Anque- til was de eerste die dat presteerde: in 1957, 1961, 1962, 1963 en 1964. Daarna kwam Eddy Merckx: in ..1969, 1970, 1971,1972 en 1974. Ber- nard Hinault presteerde een en an- I der in 1978, 1979, 1981, 1982 en jp985. Drie andere renners wonnen de Tour ieder drie keer: Philippe Thys, Louison Bobet en Greg LeMond. Het is een eenzaat, een zonderling mens, een man die nauwelijks gesteld is op luxe en vooral interesse heeft in de natuur. Abdoesjaparov heeft, vanwege zijn rodeo-achtige manier van sprinten, nauwelijks vrienden in het peloton. „De andere spurters zijn ook geen engeltjes", zegt hij er zelf over. En: „Wie geen risico's durft te nemen moet zich niet op de eerste rij wagen". DOOR GUIOO BlNDELS Naam: Djamolidine Abdoesjaparov. Lengte: 1,73 meter. Gewicht: 72 ki logram. Afkomst: zoon van een bus chauffeur uit Tasjkent, hoofdstad van Oezbekistan. Bijzondere kenmerken: Kuiten als ballonnen, krachtige schouders en een enorme tors. Hobby: Duiven melken. Favoriete omgeving: De na tuur, ver weg van de mensen. Be roemd vanwege: Het betere gooi en smijtwerk. Veracht vanwege: Het betere gooi en smijtwerk. „Ik ben klaar voor alles, maar niet om te sterven", zei Johan Museeuw na een verloren krachtmeting met hem. „Het is griezelig wat hij doet, hij is geen sprinter maar een stunt man", voegde Jean-Paul van Poppel er aan toe. Olaf Ludwig ging, nadat hij vorig jaar in Gent-Wevelgem van hem had verloren, nog verder in zijn commentaar: „Hij doet alles, behal ve rechtdoor rijden, ik zal pas weer mezelf zijn in de sprint als hij in het ziekenhuis ligt". Te laat Enkele maanden later kreeg Ludwig zijn zin. Maar toen was het te laat. Want, toen Djamolidine Abdoesjapa rov zichzelf in een fantastische eind sprint op de Champs Elysées door de lucht catapulteerde, had hij zich al nadrukkelijk geprofileerd als de bes te sprinter van de Tour 1991, was hij al de opvolger geworden van diezelf de Ludwig als het ging om het pun tenklassement. Het was trouwens daar in Parijs een valpartij om nooit meer te vergeten. Abdoe knalde tegen een poot van de hekken en het duurde daarna zeker een kwartier voordat men hem over eind kreeg. De laatste groene trui De spectaculaire val van cowboy Abdoesjaparov, vorigjaar op de Champs Elysées. kreeg hij pas maanden later, tijdens de presentatie van het rittenschema van dit jaar. Zware hersenschudding, een inge wikkelde sleutelbeenbreuk, zijn li chaam vol schaafwonden en een gat in z'n geheugen, de val van Abdoes japarov had behoorlijke gevolgen. „De dokter", zegt hij, „heeft me la ter een videoband gegeven, met daarop een half uur lang telkens maar weer de herhaling van die sprint op de Champs Elysées. Ik heb hem bekeken, nog eens bekeken en nog eens bekeken, maar echt, ik weet nog altijd niet hoe het kwam, waarom ik opeens zo naar rechts stuurde. Ik kan mij er absoluut niets meer van herinneren". De val kostte Abdoesjaparov niet al leen enige weken verplichte rust, maar ook heel wat geld. Als groene trui-winnaar had hij al heel wat lu cratieve criteriumcontracten afge sloten, verplichtingen die hij niet kon nakomen. Zonderling Hij doet daar zelf trouwens niet zo moeilijk over, want eigenlijk zegt geld Abdoesjaparov niet zoveel. „Wat heb je daar aan als je enkele luxe artikelen voor je ouders thuis in Oezbekistan wilt kopen, maar je pro blemen krijgt met het importeren vanuit Italië". Het is een typische Abdoe-uitspraak, een uitspraak van een zonderling mens, een eenzaat, die zich nergens druk over lijkt te maken. „Hij heeft weinig contact met anderen", zegt ook zijn ploeglei der Davide Boifava. „Hij is nauwe lijks gesteld op luxe, heeft alleen maar interesse voor de natuur". Als ik hem wel eens vanuit zijn ap partement aan het Garda-meer naar de eenden op het water zie kijken, denk ik: die zit helemaal weg te kwij nen van heimwee. Maar als ik hem er naar vraag ontkent hij dat, dan zegt hij, dat hij het prima vindt zo, dat hij verder ook geen behoefte heeft aan gezelschap. Het enige wat hij echt mist is zijn duivenhok". Boifava kreeg voor het eerst te ma ken met Djamolidine Abdoesjaparov toen het strak politiek geleide Sov jet-profteam Alfa Lum eind 1989 werd opgedoekt en de coureurs ein delijk echt hun eigen gang mochten gaan. Abdoe had geen best seizoen achter de rug, maar Boifava kende zijn sprintcapaciteten, die hij eerder dat jaar, als amateur, in de Vredes- koers had laten zien. Een dopingincident in die Vredes- koers was er trouwens de oorzaak van dat Abdoesjaparov naar de profs was overgestapt. Hij had er een rit gewonnen, maar werd gediskwalifi ceerd omdat hij geduwd en getrok ken zou hebben. Abdoesjaparov diende daarop een protest in en daar waren ze in deze topkoers uit het voormalige Oostblok niet van ge diend. „Het protest werd verworpen en nog diezelfde avond kreeg ik het bericht dat ik positief was bevonden, dat ik efidrine zou hebben gebruikt. Achteraf heb ik sterk de indruk dat ik toen ben geflikt. Ze vonden het een schande dat ik had geprotes teerd tegen die deklassering. Het paste niet in hun systeem en daarom hebben ze me teruggepakt". Opluchting Abdoesjaparov kreeg een schorsing opgelegd van zes maanden, verliet zijn familie en tekende een profcon tract. Maar Alfa Lum bleek geen goede keuze. Het team bestond uit Sovjet-individualisten, allemaal ren ners die snel een graantje wilden meepikken van de nieuw verworven vrijheden. Het opheffen van de ploeg beschrijft Abdoesjaparov als 'een óp- luchting' en zijn keuze voor Carrera als 'de enige juiste'. Davide Bóifava gaf hem immers de vrijheid die hij nodig had om zich vooral als spurter te ontwikkelen. Zijn eerste volledige jaar bij de Ita liaan was moeilijk, maar de Oezbeek leerde snel. In de Tour van 1990 werd hij nog vijftiende in het pun tenklassement, vorigjaar dus eerste. „Doe watje niet laten kunt", was de benaderingswijze van Boifava, die de snelheidsmaniak alle ruimte gaf. Overigens is het waarschijnlijk dat Boifava volgend jaar zijn sprinter ziet vertrekken naar het Spaanse Clas, dat 1,2 miljoen gulden voor Ab doesjaparov over heeft. Tijdrit Djamolidine Abdoesjaparov fietst al sinds zijn twaalfde, maar hij moest zes jaar op zijn eerste overwinning wachten. Opmerkelijk is dat hij die behaalde in een tijdrit. Spurten leer de hij immers pas later, toen een ou dere landgenoot hem vertrouwd maakte met het begrip interval-trai ning. Het nieuwe oefenprogramma sor teerde effect. In de Vredeskoerg deed Abdoesjaparov opeens als snelle fi nisher van zich spreken. In die be langrijkste amateurwedstrijd ter wereld moest hij opboksen tegen een overmacht uit de voormalige DDR. Concurrenten als Olaf Ludwig en Uwe Raab, die een bijna onverslaan baar blok vormden, dwongen Ab doesjaparov vaak tot spectaculaire acties. In feite leerde Abdoe daar door ook zijn mond open te doen, zijn ellebogen te gebruiken. „Wie geen risico's durft te nemen, moet zich maar niet op de eerste rij wagen", weerlegt hij nu alle kritiek op zijn rodeo-achtige manier van sprinten. „Dat beeld dat tegenwoor dig van mij wordt geschetst vind ik trouwens overdreven. De andere spurters zijn ook geen engeltjes". Even verder Wat dat laatste betreft heeft Abdoes japarov, uit Tasjkent, natuurlijk ge lijk. Maar feit is, dat hij in zijn stre ven naar een spurtzege soms net even verder gaat dan de anderen. Het kan dat kleine beetje verschil zijn dat bepalend is voor winst of verlies, maar het kan ook dat kleine beetje extra zijn dat er voor zorgt dat de grenzen van het toelaatbare wor den overschreden. „Iedere sprinter is een beetje gek", lacht de immer vriendelijke ex-rap ste aankomer ter wereld, ploegmak- ker Guido Bontempi. „Abdoe schudt van nature heel erg met zijn li chaam, maar doet in principe weinig onreglementairs". De tempobeul uit Italië is de man die ook in de Tour weer Abdoesjaparov in de laatste kilometers voorin moet zien te houden. Abdoe is voor nie mand bang, dat mag hij als spurter ook niet zijn. Bontempi daarentegen is zich bewust van de toegenomen concurrentie in deze Ronde van Frankrijk. Vorigjaar was Mario Cip- polini er niet bij. Nu wel en Bontem pi weet als geen ander hoe snel je als rappe man hebt afgedaan. Bontempi leek dat voor een eeuwig heid te blijven. Toen kwam Jean- Paul van Poppel en werd hij van ras sprinter in recordtemp tot voorbe reider van een massaspurt. Pas in de Giro van dit jaar mocht hij weer af en toe zijn eigen gang gaan. In die Giro trof Abdoesjaparov ook zijn grootste tegenstander voor deze Tour, Mario Cippolini. In de Ronde van Spanje had Abdoe nog enkele ke ren Jean-Paul van Poppel verslagen en de puntentrui gewonnen, in de Ronde van Italië daarentegen moest hij, voordat hij ziek naar huis ver trok, enkele malen zijn meerdere er kennen in Cippolini. „Wij ze aan elkaar gewaagd", zegt Abdoesjaparov tot slot. En hij gaat voorbij aan een niet te onderschat ten facet. Cippolini heeft nog vrien den in het peloton, Abdoesjaparov daarentegen nauwelijks. En juist dat zou straks, in het gedrang en ge duw van een massaspurt, wel eens de doorslag kunnen geven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 33