tour de France Een Tour zonder grenzen Indurain blijft gewone jongen Hoedt u voor de clan Le Mond Het grootste wielerspektakel ter wereld is deze keer een rondrit zonder grenzen. Spanje, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, Luxemburg en Italië; het wordt de Tour d'Europe van de Grote Revanche. Vorig jaar greep een nieuwe generatie de macht. Maar de routiniers willen nog èèn keer laten zien dat ze nog niet zijn afgeschreven. K3EBBHB LEIDSE COURANT ZATERDAG 4 JULI 1992 Miguel Indurain was onlangs in de Girod'Italia oppermachtig. In de Tour wil hij, net als vorigjaar, geel zien. ooorGuido Binoels b ean-Marie Leblanc-, de J j ambitieuze baas van de y :t Ronde van Frankrijk, Fr-, I j had een droom. Een i droom over het Europa van 1992, over het weg vallen van de grenzen en de plaats van zijn Tour in dit historische feit. Het grootste wielerspektakel ter wereld, die geest die èèn keer per jaar uit zijn fles mag kruipen, moest een rondrit zonder grenzen worden. Waar Albertville trots de Winterspelen aan zijn borst drukte, waar Zweden zich beriep op het binnenhalen van het EK voetbal en waar straks Barcelona tij dens de Zomerspelen een en al chauvi nisme zal proberen uit te stralen, daar wil Jean-Marie Leblanc laten zien, dat hij en zijn medewerkers mensen van de wereld zijn. Niet klein- maar grootschalig, een wie lerwedstrijd door Spanje, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, Luxem burg en Italië. Den Haag was kandi daat, maar viel af. Valkenburg is nu de Nederlandse etappeplaats. Op 30 juni 1978 verliet de Tour de France de laat ste keer, in het plaatsje Meer, Neder lands grondgebied. Op 11 juli 1992 keert hij terug, als omstreeks kwart voor vier de gemeente Maastricht wordt binnengereden. Grote revanche Het wordt dus.een Tour d'Europe, een Ronde zonder grenzen, de wedstrijd ook van de Grote Revanche. Vorigjaar greep een nieuwe generatie de macht. Indurain, Bugno, Chiappucci op het erepodium, oude, grote namen als Le- Mond, Delgado en Fignon moesten plaats maken. De komende weken kun nen ze nog èèn keer laten zien dat ze nog niet zijn afgeschreven, dat de routi niers nog genoeg in hun mars hebben. Favorieten zijn er, nu nog steeds geen niejiwe leider is opgestaan, nu het pelo ton nog altijd wacht op de enige echte opvolger van Bernard Hinault, genoeg. Het maakt er het invullen van de vele bedrijfsprognostieken alleen maar lu cratiever op. Nederland heeft uiteraard al zijn hoop gevestigd op Erik Breukink, de man die vorigjaar door de Intralipid-affaire, die voor zoveel polemiek zorgde - zowel aan de kant van de ploegleiding als aan de zijde van de pers werden heel wat mis sers gemaakt - door de achterdeur de Tour verliet. Hij is van dezelfde lichting als Bugno en Indurain. Met andere woorden: hij moet als ronderenner nu op z'n top zijn. Voor Steven Rooks en Gert-Jan Theu- nisse blijft het oude tijdrit-probleem be staan. Wie niet in staat is om in een race tegen de klok bij de besten te eindigen, ziet zijn kansen op Tour-succes per de finitie halveren. Italië rekent vooral op Gianni Bugno en Claudio Chiappucci. De laatste is de pu bliekslieveling. Vooral omdat hij zo vaak met zijn krachten smijt, wat objec tief gezien weer een groot nadeel is. Bugno daarentegen is een completer renner. Een man die dit seizoen niet al leen alles op de Tour heeft gezet, maar die bovendien zijn ploeg versterkt zag worden met Laurent Fignon, de Colom biaanse klimmer Alberto Rondon en de Belgische tempobeul Dirk de Wolf. Indurain Door de gokkers wordt Bugno dan ook gezien als topfavoriet. Net als Miguel Indurain, die, zo zeggen velen, eigenlijk alleen zichzelf hoeft te vrezen. Indurain heeft een andere uitgangspositie in de Tour van 1992. Vorigjaar mocht hij sti laan naar de eindzege toewerken. Nu is hij vanaf de start groot wild en vooral bij brutale aanvallen op het vlakke wil Indurain zich nog wel eens laten verras sen. Daar staat tegenover dat zijn zelf vertrouwen dankzij de triomf van 1991 lijkt toegenomen. Dat bewees hij pas nog in de door hem gewonnen Ronde van Italië. Bij ploegmaat Pedro Delgado is dat niet het geval. Perico geniet in wielerkrin- gen nog steeds veel aanzien, maar de manier waarop hij in de jongste Vuelta moest buigen voor de Zwitser Toni Ro- minger voorspelt weinig goeds. In de equipe van Indurain en Delgado zit verder nog een gevaarlijke outsider: Jeff Bernard, de Fransman die aan een tweede lente lijkt te zijn begonnen. Sa men met Luc Leblanc behoort hij tot de stille hoop van de Fransen. Leblanc is zeker een grote belofte, maar of hij de Tour aankan is nog maar de vraag. Beloftes waren er immers ook de laatste jaren genoeg. Andrew Hamsp- ten en Raul Alcala bij voorbeeld. Twee kanjers, dat staat vast, maar op de een of andere manier niet bestand tegen de extra druk die een Tour de France nu eenmaal met zich meebrengt. LeMond Greg LeMond is dat wel, die onnavolg bare Amerikaan, die lak heeft aan alle oude Europese wielerwetten. LeMond was vorigjaar dè te kloppen man. Hij leek onverslaanbaar, maar verloor en wie hem een klein beetje kent, weet dat hij daar extra motivatie voor deze rond gang uit putte. Een op revanche beluste Greg LeMond is op z'n best, de geschie denis heeft dat al eerder aangetoond, zoals die historie ook aantoonde dat op hem eigenlijk geen peil is-te trekken. Kortom, het wordt weer een open Ron de van Frankrijk. Velen klagen over het gebrek van een 'patron', over de nivelle ring, die er in het hedendaagse wielren nen heeft plaatsgevonden. Maar de tijd van de grote legendes is nu eenmaal voorbij en dan is het toch alleen maar leuk, dat de winnaar niet bij voorbaat vaststaat? Rest nog het geklaag over het ontbre ken van enkele serieuze Pyreneeën-rit- ten. Indurain zegt het elders in deze bij lage: veel of weinig cols, de renners zelf bepalen al sinds jaar en dag hoe zwaar een wielerwedstrijd is. Het beste voor beeld daarvan zagen wij vorigjaar in Lyon, toen de Tour uit de startblokken flitste en er op het vlakke meteen al sprake was van een sensationele vlucht. Oranje Bovendien wordt de start van deze Ron de door velen onderschat. Vooral de tweede etappe, van San Sebastian naar Pau, over de Col de Marie Blanque, lijkt er eentje van ongekende mogelijkhe den. Wie niet fris en oplettend aan de Tour begint kan hier al de wedstrijd verliezen. Daarnaast is het ontbreken van de his torische Pyreneeën-etappes niet echt een nadeel voor de Nederlanders. De af gelopenjaren verbleekte het Oranje meestal juist in deze bergketen, terwijl het in de Alpen, waar nu als goedmaker- tje extra cols moeten worden bedwon gen, juist crescendo ging. In de Pyreneeën zijn de wegen slechter, lopen de bochten niet, is het allemaal grilliger, meer voor de echte klimgeiten. De Alpen liggen de Nederlanders per traditie beter. In Albertville hadden we Bart Veld kamp, in Zweden faalde daarentegen Marco van Basten. Op Alpe d'Huez is het wachten op een Hollands trio. Op Erik Breukink in dienst van het eind klassement. Op Steven Rooks, die er van droomt zijn beste prestatie ooit, tweede, te overtreffen. En op Gert-Jan Theunisse, onze Neanderthaler, die zijn arm heeft voorzien van een nieuwe tatoeage, een roos met daaronder drie Chinese lettertekens. De tekens van ko men, zien en overwinnen? Theunisse weet het niet, hij vond ze 'gewoon mooi'. Laten we hopen dat we dat van de Tour 1992 straks ook kunnen zeggen. EINDREDACTIE PETER DIJKGRAAF VORMGEVING RlCK E. ÏAUSENT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 29