finale Van duffe bewaar plaats tot dynamisch museum Dreigende sluiting aanzet tot forse aanpassingen beleid ZATERDAG 4 JULI 1992 PAGINA 21 De stoomzuivelfabriek Freia uit Veenwoude die compleet is overgebracht naar Arn hem en sinds vorig voorjaar in volle vroegere glorie draait. FOTO'S: PR *6 w f Ir f4p4 $mÊii0$ÊËÊ Het bestaan van het beroemde Openluchtmuseum in Arnhem hing vijf jaar geleden aan een zijden draadje door een brutaal lijkende 'overval' van de toenmalige minister Brinkman van WVC. Nu, een lustrum later, bloeit het museum als nooit tevoren, geprivatiseerd en wel. De verbazingwekkende wederopstanding van het grootste museum van Nederland. ARNHEM Het wordt span- nend: zal Elco Brinkman, gewe- ■tereoj zen minister van WVC, in de ge- schiedenis worden bijgeschreven als de man die via een gemene stoot onder de gordel bijna de le vensadem van het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem afsneed? Of zal hij straks in de historie figureren als de man, die deze supermarkt vol oudheid- j kundige herinneringen met een- goed geplaatste plaagstoot wist te wekken uit een langdurige toestand van bewusteloosheid? De meeste medewerkers van het mu seum zijn er vijf jaar na dato nog niet uit hoe ze precies tegen de 'overval' van Brinkman moeten aankijken. Ook Dick van Brussel, hoofd van de afdeling pu blic relations van het museum, weet dat I nog niet, maar toch vindt hij dat er best wat* te zeggen is voor een positieve(re) waardering van Brinkmans politieke pi- rouette van destijds. Grinnikend: „Toen we begin vorig jaar werden ge- I privatiseerd en als onafhankelijke stich ting verder gingen, heb ik voorgesteld Brinkman het nieuwe museum te laten I openen, maar daar keken de meesten hier toch heel vreemd tegen aan". I Dat laatste doet echter niets af aan het 1 feit dat bij velen het besef is gegroeid dat de turbulentie van vijf jaar geleden een, onvermoede, aanzet is geweest tot I wezenlijke veranderingen. Ondanks of dank zij Brinkman is het I Nederlands Openluchtmuseum van een slaperige bewaarplaats voor platte- lands-antiquiteiten, waarin de Haagse bureaucratie meer macht liet gelden Idan goed was, geworden tot een zelfbe- wust bedrijf dat dynamiek en (her- I nieuwde) vitaliteit uitstraalt en dat niet J j alleen oogstrelende, historische ge- A houwtjes en voorwerpen uitstalt, maar ook dagelijks opwindende activiteiten op touw zet. Bij de verbazingwekkende wederop standing van het museum horen twee b's, beginletters van steekwoorden die In het Openluchtmuseum in Arnhem is tot en met 23 augustus een tentoonstelling te zien over Nederlandse quilts ofwel lappen. Verder zijn er de komende maanden vrijwel elke dag activiteiten en/of demonstraties gepland, waaronder een dag van de romantische muziek (5 juli), vol klassieke pianomuziek, het circus Arena (11 tot en met 19 juli) en het kunstenma kerstheater van Jan Rauh (25 tot en met 31 juli). We noemen de activiteiten voor de ko mende week: zondag 5 juli: koemeiken, boter maken, bijenhouden, dag van de romantische muziek; maandag 6 jiili: verhalen vertellen, Nederlands quiltwerk, wassen en bleken; dins dag 7 juli: palingroken, barbier Peer van Liempt scheert voor een dubbeltje per persoon, wassen en bleken, poppentheater De Zandrakker, avondrondleiding; woensdag 8 juli: pa pier bedrukken, vlasspinnen/linnen weven, klompen maken, wassen en bleken, aVondrond- ieiding; donderdag 9 juli: geitekaas maken, papierbedrukken, Nederlands quiltwerk, was sen en bleken, optreden Sunderland Youth Orchestra; vrijdag 10 juli: verhalen van jutters van de kust vertellen, Nederlands quiltwerk, wassen en bleken; zaterdag 11 juli: palingro ken, wassen en bleken, circus Arena. Elke dag zijn er verder demonstraties papierscheppen, broodbakken, houtzagen en meelmalen te zien. Het Nederlands Openluchtmuseum is te vinden aan de Schelmseweg 89 in Arnhem tel. 085-576111. Open: van 1 april tot en met 25 oktober 1992, maandag tot en met vrijdag van 9.30 uur tot 17 uur, zaterdag, zon-en feestda gen van 10 tot 17 uur. Entree: volwassenen ƒ11, kinderen 4 t/m 12 jaar) 7, invaliden en 65-plussers 7, groepen van 20 en meer 15 procent korting. Nederlands Openluchtmuseum bloeit als nooit tevoren Voorbeelden van quilts die momenteel c het Openluchtmuseum te zien zijn. de vernieuwing symboliseren: beweging en beleving. Dat wil zeggen: de ten toongestelde bouwsels zullen steeds minder de mensenmenigten statisch aanstaren, maar in beweging gezet wor den, waardoor bezoekers er meer aan zullen beleven. Goede voorbeelden daarvan zijn de stoomzuivelfabriek Freia uit Veenwoude, die 'compleet is overgebracht naar Arnhem en die sinds vorig voorjaar in volle vroegere glorie draait en een complete wasserij en ble- kerij uit 1700, waarin tegenwoordig la kens ouderwets worden gereinigd en op veldjes worden gedroogd. Als de geestdriftige leiding van het mu seum haar zin krijgt zal de bouwvallige bierbrouwerij op het terrein volledig worden gerestaureerd en in bedrijf worden gesteld, zodat het hele proces van bereiding van het kostelijke gerste nat te volgen zal zijn, zullen de molens op het terrein weer heus graan gaan malen, zullen de historische huisjes meer meubilair en spulletjes van vroe ger gaan bevatten en zal de trotse ros- oliemolen zijn gang hervatten. Dick van Brussel, de man die in 1986 bij het museum kwam werken en die de coup van Brinkman dus van het begin af aan meemaakte, maakt duidelijk dat het museum de veranderingen gestaag wil doorvoeren, zodat het lijntje niet breekt en de (financiële) basis solide blijft. Eén ding is echter zeker: de filo sofie van bewegen en beleven zal de ko mende jaren het kompas zijn, waarop het museum de komende jaren blijft va ren. En dat zal hopelijk continu veel klanten opleveren. Brussel met een brede glimlach: „Voorheen gingen we er vanuit dat iemand in zijn leven twee keer hier kwam: een keer voor zijn trouwen, mogelijk als leerling in de ba sisschool, en een keer met zijn kinde ren. Gelet op de vele nieuwe, steeds veranderende activiteiten durven we nu te zeggen: het is de moeite waard niet twee keer in uw leven, maar élk jaar een keer te komen". Nieuwe markten Van Brussel en zijn sterk uitgedijde pr- afdeling, nu 5 medewerkers, doen hun best voor al het moois in het Open luchtmuseum nieuwe markten aan te boren in binnen- en buitenland. Het museum heeft zelfs al STER-tijd ge huurd, voorheen beslist taboe, om het goede van de Arnhemse collectie in de ether te benadrukken. Er wordt niet al leen moeite gedaan om nog meer ge zinnen in het museum te krijgen, maar ook vijftigplussers, die met name in het najaar welkom zijn met hun kleinkinde ren, scholen, die een speciaal 'zuivel- programma' wordt voprgeschoteld en vooral ook buitenlanders. Gretig heb ben de reclamemakers voor Arnhemse museumwaar het oog laten vallen op de Belgen en natuurlijk op de oosterbu ren, die in veel groteren getalen dan voorheen naar Arnhem zullen worden gelokt. Als alles goed gaat moet het bezoekers aantal, 300.000 per jaar voor de privati sering, in 1995 zijn opgelopen tot een half miljoen. „Dan kunnen we de inves teringen die we willen doen, zoals de bouw van een bierbrouwerij, echt waar maken", laat pr-chef Van Brussel mon ter weten". De bezoekersaantallen sinds de privatisering januari vorig jaar zijn zijn hoopgevend: in amper een jaar tijd passeerden al 70.000 bezoekers méér de hekken van het museum, een teken dat de reclamecampagnes aan slaan en dat het publiek de nieuwe da dendrang van het museum begint te herkennen. Vroeger was extra publiek trekken niet zo aan de orde, want een bezoeker meer of minder deed er in de begro tingsbesprekingen met het rijk niet bij ster toe, geeft Van Brussel toe. „Hier leefde ook het sterk idee dat veel extra toeristen in het museum alleen maar extra geld kosten. Als er opeens heel veel mensen over een lemen vloertje van een boerderij gaan lopen wordt die beschadigd, en dat moet je dus repareren, zo werd er geredeneerd". Tegenwoordig wordt er een beetje lacherig gedaan om dergelijke potsier lijke filosofieën. En dat kan ook, omdat het museum nu over zijn eigen geld mag beschikken en voor investeringen geen toestemming meer hoeft te vragen van de overheid. In het verleden was dat wel anders. Moeizame onderhande lingen met weinig scheutige Haagse bu reaucraten gingen vooraf aan elke sei zoensopening. Het op grote schaal be schikbaar stellen van nieuw materiaal was er niet gauw bij, laat staan dat er vlot toestemming af kwam voor, hard nodig, achterstallig onderhoud. Van Brussel: „Bij de scheiding hebben we van Den Haag een bruidsschat ge kregen van 12 miljoen, naast een struc turele subsisidie van zes miljoen. Tot 1995 gebruiken we alleen de rente van de bruidsschat voor het opknappen en uitbouwen van de collectie, maar als het allemaal goed blijft lopen zullen we de bruidsschat aanspreken voor grotere investeringen. We willen een nieuwe entree bouwen, en een nieuw binnen museum, zodat we klappers van ten toonstellingen kunnen organiseren, bij voorbeeld over het milieu. Nu hebben we daar eenvoudig de ruimte niet voor. We zullen niet alles zelf kunnen bekos tigen. Daarom zoeken we sponsors. Het moet in onze ogen bijvoorbeeld mogelijk zijn een bierbrouwer te inte resseren in de te bouwen bierbrouwerij op dit terrein". Klantgerichtheid Even terug naar een stukje recent ver leden. Toen Dick van Brussel zes jaar geleden zijn diensten aanbood aan het museum, als hoofd in- en externe be trekkingen, was het museum weliswaar wat „suffig en saai", maar ook toen al begon het management in te zien dat een andere klantgerichtheid nodig was. „Het was mijn toenmalige directeur een doorn in het oog dat leraren vlak na de ingang tegen hun leerlingen zeiden: zo jongens, over twee uur zijn we hier weer terug, en ze dan maar zo door het park lieten rennen: Ik ben toen begon nen met voorbereidende educatie over het museum op scholen, zodat kinderen weten wat hier te koop is. Dat is aange slagen. Wij krijgen hier jaarlijks duizen den scholieren over de vloer en die moeten wat hier is te vinden in een k^- der kunnen plaatsen". Scholieren kun nen het museum tegenwoordig bezoe ken aan de hand van een 'Doé-krant', waarin niet alleen heel veel informatie staat over de tentoontgestelde oudhe den, maar waarin ook concrete vragen staan, die tot meer kennis leiden. Standaard-begeleiding voor het hele park biedt hét Openluchtmuseum (nog) niet aan („daar hebben we geen mensen voor"), maar wel zijn op afroep gidsen beschikbaar. Verder zijn er spe ciale gidsen beschikbaar voor de stoom zuivelfabriek, en straks voor de bier brouwerij. Voor een gemakkelijk be zoek streeft het museum naar een gro tere mobiliteit in het park. „Het zal niet lang meer duren voordat we hier trans port op het terrein hebben, vooral be langrijk voor de oudere bezoekers", verzekert Van Brussel. Of het park op eigen kracht tot een der gelijke dynamische uitbouw zou zijn ge komen blijft natuurlijk de vraag. Mis schien was het daarom niet eens zo slecht dat in het voorjaar van 1987, uit gerekend het jaar dat het 75-jarig be staan werd gevierd, de overrompelende mededeling kwam uit Haagse burelen dat het museum zijn langste tijd had ge had. „Ik herinner me het moment nog goed", vertelt Van Brussel. „Ik was net op de Onderwijstentoonstelling in de Jaarbeurs, waar we een stand hadden ingericht. Een collega kwam plotseling naar me toe en zei: Dick, sluit de tent maar, het museum gaat dicht. Ik was vréselijk l^waad, vooral over de manier waarop. Ik vond het een gemene over val, een schot in de rug". „Weet je wat er aan de hand was? Brinkman moest bezuinigen en zocht naar een museum waar 120 ambtena ren werkten, dus was hij bij ons precies aan het goede adres. Alleen, hij heeft zich flink vergist in de populariteit van het museum. Veel Nederlanders had den toch zoiets van: dit cultuurgoed mag niet worden gesloten. Dat er in het eerste weekeinde na Brinkmans aan kondiging 100.000 mensen demonstra tief op bezoek kwamen is een enorme steun geweest. Dat heeft ongetwijfeld bijgedragen aan het snel terugdraaien van het sluitingsplan". Of hij gelooft dat het museum echt in gevaar is geweest? „Ik kan me niet voorstellen dat het museum echt geslo ten had kunnen worden, maar je kunt toch nooit weten welke kant een discus sie opgaat. Vermoedelijk was er vroeg of laat geprivatiseerd en is de huidige toestand versneld ontstaan door Brink mans plan". Missie Of het huidige museum nog steeds een missie heeft? Van Brussel veert op. „Ja zeker, dat is nog steeds te laten zien wat er in het verleden aan leven en cultuur is geweest in ons land, zodat mensen weten waar ze vandaan komen en waar om de dingen nu zijn zoals ze zijn. In het museum zijn we heel druk bezig te definiëren wat we binnen onze missie willen laten zien. Uitgangspunt tot nu toe was cultuur van het platteland tus sen 1600 en 1950 en dan vooral de ge bouwen en de voorwerpen. Er zijn ech ter mensen die zeggen: daar moet je de feesten uit die tijd bijdoen, of de religie. En er wordt al gezegd: je moet ook het vroegere leven en wonen in de stad la ten zien. Een prachtig Herenhuis hier is misschien best aardig. Met die discus sies is de hele organisatie bezig". Hij zegt er voldaan achteraan: „Dat is misschien wel de grootste verandering. Iédereen hier is nu betrokken bij het museum, iedereen wordt uitgenodigd mee te denken. Vroeger gaven alleen de directie plus de wetenschappelijke staf de koers aan. We zijn vrijer gewor den. We zijn niet bang op zoek te gaan naar verschillende doelgroepen, waar door we heel verschillende mensen in huis krijgen. Op een dag over vendel- zwaaien krijg je heel andere mensen te zien dan op een dag over klederdrach ten, of over paarden of over Nederland se volksliederen. Het moet natuurlijk wel allemaal passen in onze doelstel ling. Dat is en blijft die dingen te laten zien, die zo typerend zijn voor de Ne derlandse volksontwikkeling. Daarbij is het heel leuk voor mensen te weten dat er een schitterende organisatie is bij wie ze met dit soort dingen terecht kun nen. Een organisatie die de geschiede nis herkenbaar wil houden en die de cultuur van vroeger en nu met elkaar verbindt". Brandende vraag: of dat zonder de Grote Interventie van Brinkman ook zo geweest zou zijn? Dick van Brussel grinnikt onder zijn baard. „Wie zal het zeggen. Een feit is dat het museum nu heel veel meer levendigheid uitstraalt dan vijfjaar geleden. Toen was het toch wel stoffig, al besefte ik dat toen niet. De huidige situatie is een enorme uit daging voor mij". Als je zo'n opmerking hoort gaat een buitenstaander toch stiekum denken: die gemene overval van Brinkman, die was zo gek nog niet. 'CcidócSoirtatit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 21