INTERVIEW/ Roberta Flack Van Rickie Lee Jones naar Willy DeVille Candy Dulfer wil het podium weer op Jeffrey Lee Pierce met vooroorlogse Delta-blues North Sea Jazz Rickie Lee Jones, een tamelijk uniek optreden Veel vocalisten vandaag: Tania Maria, Lou Rawls, Linda Hopkins, Willy DeVille, Pa tricia Barber, Rickie Lee Jones en Roberta Flack. Opvallendste gezicht in dat indruk wekkende rijtje is zonder twijfel dat van Rickie Lee Jones. De in 1953 in Chicago ge boren Jones groeide op in Los Angeles. Little Feat's Lowell George vestigde de aandacht op de 'singer-songwriter' door haar compositie 'Easy money' op te nemen waarna ze met een keur aan Californische jazzrock-musici haar titelloze debuut-lp kon opnemen. Met de hit 'Chuck E's in love' was haar naam internationaal geves- tigd. Rickie Lee Jones wordt wel de vrouwlijke Tom Waits genoemd, wat niet helemaal toevallig is omdat Waits een goede vriend van haar is. De jazzy pop van Jones is even betoverend en toegankelijk als ondoor grondelijk. Hoewel het na de lp 'The maga- zne' in 1984 vijf jaar stil was rond Rickie Lee Jones kwam ze in '89 opmerkelijk te rug met het sterke 'Flying cowboys'. Niet één van de meest bereisde musici zijnde, mag het optreden in Den Haag tamelijk uniek worden genoemd. Vorig jaar zomer kwam Gerry Mulligan zijn oude maatje Miles Davis in Rotterdam tegen. De baritonsaxofonist vertelde de trompettist dat hij plannen had om hun ge- zamelijke, veertig jaar oude plaat 'Birth of the cool' opnieuw op te nemen. Davis was weer geïnteresseerd in zijn oude werk na dat hij diezelfde zomer in Montreux met Quincy Jones zijn baanbrekende werk met arrangeur Gil Evans na lange tijd weer had uitgevoerd. Helaas overleed Davis voor de opnamen van Mulligans 'Re-birth of the cool'. Op de cd werd zijn plaats ingenomen door Wallace Roney die op North Sea Jazz te horen is in het speciale Miles Davis-tri bute programma. In het Mulligan Tentet wordt Roney vervangen door oudgediende Art Farmer. Met de oorspronkelijke 'Birth of the cool'-muzikanten Lee Konitz (alt sax) en Bill Barber (tuba) brengt Mulligans tentet onvergetelijke jazz -standards als 'Move', 'Godchild' en 'Rocker'. In het Tuin Paviljoen van het X bouw is het vandaag groot feest als na het altijd al vrolijke optreden van Cab Hi-de- ho' Calloway de New Orleans Revue van start gaat. Onder leiding van pianist en zanger Mac Rebennack, beter bekend als Dr. John, treden aan zanger Johnny Adams, accordionist Zachary Richard en de van de popgroep Mink DeVille bekende zanger Willie DeVille. In de grote begelei dingsband van dit unieke gezelschap vin den we de robuuste tenorsaxofonist Red Tyler. Mardi Grass in Den Haag! Liefhebbers van moderne, eigentijdse jazz kunnen vandaag hun hart ophalen bij de gigs van Jack DeJohnette Special Edition (met altist Greg Osby), het Paul Motian Trio (met gitaarwonder Bill Frisell) en de Don Cherry All Stars met drummer Ed Blackwell en saxofonist Carlos Ward. Een weinig geziene gast in Nederland is de ei genzinnige saxofonist en fluittist Yusef La- teef. Zijn avontuurlijke kwartet wordt aan gevuld met achttien percussionisten uit het Afrikaanse mini-staatje Burundi. Tesnlotte behoeven publiesfavorieten. als Irakere, de Bill Evans Superband en Candy Dulfer geen nadere introductie. foto Robert van Stuyvenberg Willy DeVille van de popgroep Mink DeVille. Roberta Flack vindt de vraag nergens op slaan. Nee, een pure jazz zangeres is ze niet, maar daarom hoeft ze op het North Sea Jazz Festival nog niet uit de toon te vallen. 'U stopt mij in een hokje'. Natuurlijk hoort Roberta Flack op een jazz-festival thuis. ooor Marjolijn de Cocq „We hadden al lang klaar kunnen zijn met onze nieuwe cd", verzucht saxofoniste Candy Dulfer (22). „Maar je kent dat wel: aan het werk en dan toch niets doen". In Studio Zeezicht bij Spaarnwoude is de harde arbeid nu echter toch begonnen, want in september moet de geluidsdrager verschijnen. Het is inmiddels ruim twee jaar geleden dat Candy's debuut-cd 'Saxua- lity' uitkwam. Met de verkoop van bijna an derhalf miljoen exemplaren werd de plaat een nationaal en internationaal succes. 'Saxuality' leverde Candy een nominatie op voor de prestigieuze Grammy Award. Niet alleen kreeg ze hiermee de erkenning die ze als muzikante zoekt, het was ook een bevestiging dat ze de juiste keuze heeft ge maakt door niet met mega-ster Prince op tournee te gaan. „Ik ben altijd erg eigen wijs geweest", lacht Candy. „Ik wil altijd graag zelf de baas zijn en voor mij was mijn eigen groep een veel grotere uitdaging' Met Funky Stuff, trok Candy in 1990 en 1991 volle zalen in Nederland en diverse Europese landen. Eind '91 volgde een Ame rikaanse tour, waarbij Prince zich nog even liet zien. „Hij kwam kijken in Los Angeles. Ik geloof dat hij het wel goed vond. Maar ik was er eigenlijk helemaal niet zo blij mee dat hij er was. Het is natuurlijk een droom, spelen voor Prince. Maar je kunt het maar beter niet weten omdat je dan gelijk slecht speelt". De zevenkoppige groep, met naast de combinatie bas-drum-gitaar een sterk vertegenwoordigde zangsectie, maakte met een flitsende podiumact twee jaar ach tereen grote indruk op het North Sea Jazz Festival. Ook dit jaar zal 'La Dulfer' weer te zien zijn in de immense Statenhal. Hoe haar groep er die avond uitziet is nog een verrassing. Rauzen In de studio wordt deze dagen gezwoegd om het succes van 'Saxuality' te evenaren. Candy wordt bijgestaan door haar gitarist, schrijver, producer en muzikale rechter hand Ulco Bed. „Het is voor ons nu best moeilijk", vindt ze. „We staan onder grote druk. Met je tweede album moet je je nog meer bewijzen; je moet je succes herhalen en liefst ook nog verbeteren. Daar komt bij dat we met 'Saxuality' zelf niet zo heel erg tevreden waren. We stellen onszelf nu dus nog hogere eisen". 'Saxuality' klinkt volgens Candy te klein, te 'soft'. „We waren veel te pietluttig over kleine dingetjes en dat hoor je op de plaat terug. Het is moeilijk om in de studio het enthousiasme in de nummers te leggen dat er op het podium automatisch is, maar nu weten we dat we gewoon moeten rauzen". De nieuwe cd (titel nog onbekend) moet steviger worden dan 'Saxuality': „Een beetje meer rhythm n' blues en wat minder foto Dijkstra 'Het is moeilijk om in de studio het enthousiasme in de nummers te leggen dat er op het podium automatisch is'. 'spacy' dan 'Saxuality', waarop we veel synthesizers hebben gebruikt. We gaan meer terug naar de basis. De saxofoonpar tijen moeten nu ook wat beter uit de verf komen dan op 'Saxuality'. Ik ben wat spe len betreft de afgelopen twee jaar vooruit gegaan, ben niet meer zo onzeker". Geen Prince Prince zal niet aantreden op de nieuwe cd. „Als je een nummer van hem doet, drukt dat een ongelooflijk stempel op je plaat. Het is dan zo duidelijk van Prince, zo met .zijn persoon verbonden". Wel wordt de plaat opgeluisterd door saxofonist Maceo Parker (ex-James Brown) en zijn blazers sectie The Horny Horns, bestaande uit te norist Pee Wee Ellis en trombonist Fred Wesley. „We hebben eerlijk overgestoken. We hadden Maceo gevraagd of hij op mijn ^cd wilde meespelen, in ruil daarvoor moet ik meedoen op zijn liveplaat". Door de studiowerkzaamheden heeft Can dy een aantal aanbiedingen moeten af slaan, onder meer van ex-Beatle Ringo Starr die Candy vroeg voor een super de luxe allstar-tournee. Ze staat echter te springen om zelf weer op het podium te staan. „Eerst het North Sea Jazz, dan in augustus een jazzfestival in Nagasaki in Japan en dan beginnen we in oktober waarschijnlijk met een nieuwe tournee. Lekker weer op het podium spe len... daar heb ik echt erg veel zin in". door Erik Quint Met de roemruchte popgroep The Gun Club speelde hij al punky uitvoeringen van blues-klas siekers als 'Preachin' blues' van Robert Johnson en daarom kwam de recente pure blues-plaat van de Amerikaan Jeffrey Lee Pierce niet echt als een verrassing. „Eigenlijk ben ik altijd meer in jazz geïnteres seerd geweest", vertelt Jeffrey Lee Pierce, die meteen in herinnering brengt dat zijn Gun Club ooit Pharaoh Sanders' avantgardistische 'The creator has a master plan' opnam. „Mijn platen maatschappij wilde dat ik een akoestisch coun try-album zou maken, maar ik haat country en daarom heb ik er rtiaar een blues-plaat van ge maakt. Met die stijl voel ik me comfortabel. Die shit kan ik spelen. Jazz fascineerde me maar ik kan het niet spelen, het is te moeilijk voor mij". „Eindjaren zeventig raakte ik geïnteresseerd in blues toen ik in Los Angeles woonde en veel op trok met The Blasters en Bob Hite (de vroegere zanger van Canned Heat - EQ). Ik leerde veel van hen door rond te hangen bij jamsessies. Gitaar kon ik toen nog niet zo goed spelen, maar ik mocht af en toe wat zingen", lacht Pierce. Willie Brown Naast stukken van Howlin' Wolf, Don Nix en Lightning Hopkins nam Pierce voor zijn blyes- tussendoortje („The Gun Club blijft het belang rijkst") een aantal meer obscure songs op uit de geschiedenis van de vooroorlogse blues uit de zuidelijke staten van Amerika, de Mississippi Delta-blues. Zo doet hij fraaie versies van 'Pony blues' (bekend van Son House en Charlie Pat- ton), 'Hardtime killin' floor blues' (Skip James) en het intrigerende 'Future blues' van de legen darische Delta-gitarist Willie Brown. „Willie Brown is vrij onbekend gebleven. Weinig mensen weten hoe belangrijk hij als gitarist was. In de Mississippi-delta was Brown van grote in vloed voor de ontwikkeling van de blues. Het op nemen van 'Future blues' was voor mij de be langrijkste reden om deze plaat te maken. We hebben maanden op dat nummer gereperteerd. Ik wilde de aandacht nu eens op hem richten in plaats van op Robert Johnson. Volgens mij heeft Johnson veel geleerd van Brown, ze kwamen uit het zelfde gebied in Mississippi. De vooroorlogse blues uit de Delta vind ik met name interessant om de ongewone tijdschema's die de muzikanten gebruikten. Wat zij met ritme deden was zeer bij zonder. Much of that stuffis really bizarre. Overi gens ben ik helemaal niet gecharmeerd van die mythologie rond de zangers uit die tijd, die ver halen over je ziel verkopen aan de duivel. Ik ge loof niets van die onzin. Wat belangrijk is, is dat er toen iets heel creatiefs gebeurde in de zwarte muziek en je kunt horen dat iedereen elkaar ken de en beïnvloedde". Pseudoniem Naast de traditionele stukken zette Pierce ook twee eigen songs op de cd, die overigens ver scheen onder het pseudoniem Ramblin' Jeffrey Lee en de even obscuur genaamde vrienden Cy press Grove en Willie Love. Wil Pierce met die ei gen nummers aantonen dat zijn muziek deel uit maakt van dezelfde bluesgeschiedenis? "Tot op zekere hoogte wel. Mijn muziek is daar een abstractie van, net als de muziek van Cap tain Beefheart of Jimi Hendrix dat was. Met The Gun Club vermengden we die traditie met punk, psychedelica en James Brown. 'Moanin' in the moonlight' van Howlin' Wolf klinkt op mijn plaat zoals The Gun Club. Het is een abstractie, iets ty pisch van de jaren tachtig", grapt Pierce. "Ik treed niet voor niets op onder een pseudo niem. Deze muziek moet los worden gezien van de Gun Club. Toen we een paar weken geleden ergens op een festival speelden, bleef het publiek maar roepen om Gun Club-songs als 'Sex beat'. Ze begrepen niet waar we mee bezig waren. We spelen ook helemaal geen Gun Club-songs", zegt Pierce met enige nadruk. Over de indentiteit van gitarist Cypress Grove en drummer Willie Love wil Pierce niets loslaten. „Twee jongens die bij mij in de buurt wonen. Ze zijn Engels", zegt de Amerikaanse zanger en gi tarist, die tegenwoordig afwisselend in Neder land en Engeland woont. Over de aangekondigde special guests bij zijn optreden op NSJ merkt hij op dat harmonicaspeler Kim Snelten (Jack of Hearts) en waarschijnlijk Urban Dance Squad- gitarist Tres Manos van de partij zullen zijn. 'Jazz fascineerde me maar ik kan het niet spelen, het is te moeilijk voor mij'. door Peter v«h oer Hoest Er zou een wet moeten komen die dikke vrouwen verbiedt om leggings te dragen. Maar nee hoor. Men doet maar, zoals bij voorbeeld Roberta Flack. Ze schommelt naar een microfoon op het podium op het enige honkbalveld van Aruba en maakt daar huppelpasjes, waardoor de planken gevaarlijk doorzakken en een trompettist op de voorste rij op en neer begint te dei nen. 'Hello Aruba', schreeuwt Roberta en be dankt dan de organisatie voor de uitnodi ging om een van de topattracties te mogen zijn op het jaarlijkse Jazz Latin Festival van dit deels in ons bezit zijryJe overzeese gebiedsdeel. Vervolgens ploft ze neer op de pianokruk en ramt er in één keer het onvol prezen 'Killing me sofly' uit. Waarom? Om maar meteen van die ouwe koek af te willen zijn, zodat getoond kan worden dat de ko ningin van de flakkerend-haardvuur-balla de ook veel jazz uit haar koker kan krijgen? Zeker niet. Het blijft die warme avond on der een stralende sterrenhemel heel erg ro mantisch en hoewel de Arubanen daar in tens van genieten en daar op een tropische manier van getuigen, blijft de vraag: wat doet Roberta Flack straks op het meest toonaangevende jazz-festival ter wereld, namelijk Ackets North Sea Jazz Festival? „Stupid question", concludeert de zange res na haar optreden achter het podium. „U stopt mij in een hokje. Ik ben muzikan te, een getrainde muzikante. Ik heb een klassieke, universitaire opleiding gehad, ik bestudeerde Bach en Handel en Teleman en Beethoven. Ik zat natuurlijk in een kerkkoor, Mahalia Jackson en Sam Cooke waren mijn grote vorbeelden, maar ik heb nooit gevoeld dat ik moest kiezen voor één van die richtingen. Ik ben gaan zingen zoals mijn ge\oel me in gaf en zo zing ik nog. Dat gevoel ga in naar Den Haag brengen, zoals naar ik hoop alle daar aanwezige muzikanten dat zullen doen". Roberta vertelt het meeste plezier te bele ven aan het begeleiden van jonge, talent foto Peter van der Hoest 'Ik ben gaan zingen zoals mijn gevoel me ingaf en zo zing ik nog. Dat gevoel ga ik in naar Den Haag brengen! volle muzikanten en vergelijkt zichzelf daarbij met Quincy Jones. Ze noemt zich een heel betrouwbare 'parapluie' voor dat jonge talent en neemt elke gelegenheid te baat om iets aan hun promotie te doen. Zo onderbreekt ze telkens ons gesprek en roept dan iemand van haar band naar vo ren van wie ze vindt dat er over geschreven moet worden. Ten aanzien van één dame zijn we het daar volstrekt mee eens: Cecilia Martha. Hal verwege Roberta's optreden danste deze onbeschrijftelijke schoonheid uit Panama het podium op. Ze sprak met haar lichaam een taal, die de uitzinnige Arubanen woord voor woord verstonden en waar wij ook wel enige paragraafjes van begrepen. Later die avond, bij de sta-caravan van de crew, komen we Cecilia tegen en vragen of ze meekomt naar Den Haag. „Dat weet je met Roberta nooit", zegt ze, „ik ben nu ook op het allerlaatste moment op het vliegtuig naar Aruba gezet. Ik hoop van wel". Roberta, na een slok thee, vraagt ons of we niets willen weten over haar schandalige privéleven. Heeft ze dat dan? Roberta: „Ik ben geen moeder, geen huisvrouw, ben niet getrouwd. Dat vinden sommigen schanda lig genoeg. Maar ik heb alle tijd om jonge mensen te confronteren met mijn ervaringen in de muziekbusiness. En heb ik tijd om dingen te doen, waarvan ik het gevoel heb dat ze iets bijdragen aan de verbetering van de wereld. Twee weken geleden waren we nog in Ja pan om mee te doen met een manifestatie die Earth Voice heette. We wilden al die po litici, bij elkaar in Rio de Janeiro om de pro blemen van moeder aarde te bespreken, op het hart drukken om het niet bij woorden alleen te laten. Anita Baker was er, en Ja mes Ingram, Michael McDonald, Bobby Caldwell, David Sandborn, Maxi Priest". Ze heeft die laatste naam nog niet uitge sproken of ze steekt haar hand weer op en dirigeert een zekere Keith Fluitt naar ons kladblokje. Hij zingt in haar achtergrond koortje en soleert onder meer samen met Roberta in de song 'Tonight I celebrate my love for you'. Deze Fluitt, net zo vierkant als Fats Domino, moet van Roberta iets vertellen over 'de onschuld in zijn leven' en dat doet hij zo saai dat we gelukkig niets hoeven op te schrijven. Roberta Flack kondigt aan dat onze tijd er op zit en staat op. Ze wil nog wel even kwijt dat Aruba wonderful is en dat de daklozen van El Salvador haar warme aandacht heb ben. El Salvador? „Ja", zegt ze, „El Salva dor. Een vergeten land. Samen met de New Brookland Academy of Music in New York zamel ik al maanden geld in voor de armen daar. Zie je nu wel datje mij niet in een hok je kunt stoppen?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 18