De wereld binnen handbereik Andes stoeituin voor liefhebber van natuur ZATERDAG 27 JUNI 1992 PAGINA 31 planten uit de hele wereld. Deze atlas werd een begeerd studieobject voor bo tanici. Nieuwsgierig De verzamelaars hadden verschillende redenen om zeldzame en vreemde voorwerpen bijeen te brengen: nieuws gierigheid, verbazing (het grootste deel van de wereld moest nog worden ontdekt en wat al ontdekt was deed de Europeaan van de ene verbazing in de andere val len), genot of ontzag voor wat werd genoemd Gods volmaakte schepping. Vaak probeerden zij een allesomvattend beeld van de wereld te tonen door alle objecten systematisch te bewaren en uit te stallen. Elk object, zo redeneerden de collectioneurs, repre senteerde een element van de kosmos. Een verzame ling in zijn geheel was dus een microkosmos, een drie dimensionale encyclope die. Zij hadden, zo dachten ze, de wereld binnen hand bereik. Helaas, het bleek onbegonnen werk. De wereld zit nou eenmaal wat inge wikkelder in elkaar. Dat wil niet zeggen dat deze verzamelaars nutteloos bezig zijn geweest. Integendeel, door hun zucht naar alles dat van ver kwam bij een te harken en te catalogiseren, leg den zij niet alleen de basis voor wat wij nu musea noemen, maar waren zij te vens -al dwaalden zij vaak rond als blinde mollen - de wegbereiders voor mensen als de van oorsprong Zweedse natuuronderzoeker Carolus Linnaeus, die op basis van het materiaal in 1735 zijn 'Systema Naturae' kon uitgeven. In dit werk werd voor het eerst op een mo derne manier de natuur geordend be schreven. De wens om de héle wereld te omvatten in één verzameling verdween daarmee geleidelijk. Verspreid Na het overlijden van de eigertaars lie ten de nabestaanden de verzamelingen vaak in hun geheel of in gedeelten vei len. Op die manier zijn nogal wat vor stelijke collecties in het buitenland, zo als die van de Deense koning Frederik III en de collectie van tsaar Peter de Grote in St. Petersburg, verrijkt met voorwerpen uit de Nederlandse 'kons- tcaemers'. De samenstellers van de tentoonstel ling 'De wereld binnen handbereik' hebben, voor het eerst sinds eeuwen, honderden voorwerpen uit Nederland se kunst- en rariteitenverzamelingen weer bijeengebracht, waardoor wij ons kunnen verbazen over de verbazing van onze zeventiende- en achttiende-eeuw- se voorouders. De tentoonstelling 'De wereld binnen handbereikis te zien van 26 juni tot en met 11 oktober 1992 in hel Amsterdams Historisch MuseumKalverstraat 92 in Amsterdam. Het museum is dagelijks ge opend van 11.00 tot 17.00 uur. Amsterdams Historisch Museum toont verzamelwoede van kooplieden en regenten Idoor WIM KUNST AMSTERDAM De huiska mervraag van deze week is: wat hebben struisvogeleieren, boeddhabeelden, een opgezette kakatoe, Romeinse munten, eenhoorns, Italiaanse schilderij en en tropische bloemen met el kaar gemeen? Antwoord: niets. En toch weer wel, want deze en honderden andere vreemdsoor tige voorwerpen uit Nederlandse kunst- en rariteitenverzamelin gen zijn voor het eerst sinds eeu wen weer eens bijeengebracht voor de tentoonstelling 'De we- reld binnen handbereik, Neder- landse kunst- en rariteitenverza melingen 1585-1735'. De ten toonstelling is van 26 juni tot en met 11 oktober te zien in het Amsterdams Historisch Mu seum. Aan het einde van de zestiende eeuw kwamen de Noordelijke Nederlanden, in navolging van de zeemogendheden Portugal en Spanje, op grote schaal in aanraking met vreemde, verre streken als Brazilië, Afrika, Azië en het Caraï- bisch gebied. Geen uithoek van de we reld was meer veilig voor de schepen I van de Oost- en Westindische Compag nie. Het gevole van deze wereldwijde handel (en kaapvaart) waren uiteraard wereldwijde contacten. Handelsreizigers kwamen terug met de - in de ogen van nuchtere Hollanders - vreemdste en wonderbaarlijkste voor werpen: onbekende mineralen, exoti sche planten, kleurige schelpen en ste nen, vlinders, speren, verentooien en ga zo maar door. Rare vissen, vogels en grote zoogdie ren, die niet vervoerd konden worden, werden afgebeeld op schilderijen en te keningen. Niet zelden sloeg daarbij de fantasie van de kunstenaar op hol en kregen exotische dieren een wel zéér apart uiterlijk. Terug in de Nederlanden verkochten handelaren deze wonderlijke waren aan nieuwsgierige, ontwikkelde en vooral gefortuneerde kooplieden, die zo in staat waren kennis te maken met - verre volkeren en onbekende flora en fauna. Zij legden grote verzamelingen 'rariteiten' aan. Een voor Europa overi gens bijzonder verschijnsel, want elders op het continent werden dit soort col lecties vooral aangelegd door kerkelij ke en wereldlijke vorsten en de adel. De voorwerpen stonden meestal opge steld in één ruimte: de 'konstcaemer' of 'rariteytcaemer'. Bezoekers konden ze daar bewonderen. Veel zaken waren uitgestald in een kast of kabinet of la gen systematisch opgeborgen in laden. De kunstkamers kunnen in die zin voorlopers van de huidige natuur-histo- rische musea worden genoemd, waar naast verzamelen en uitstallen ook de conserverende, educatieve en weten schappelijke doelen van groot belang zijn. De stap van 'kunstkamer' naar 'museum' is in Nederland door de Haarlemse textielfabrikant Pieter Tey- ler van der Hulst (1702-1778) voor het eerst gezet. De collectie van zijn 'Tey- lers Stichting' is nog steeds te bewonde ren in het gebouw aan de Spaarne in Haarlem. Teylers Museum (1778) is 'daarmee het oudste museum van Ne derland. De verzamelaars Zover zijn we aan het einde van de zes tiende eeuw nog lang niet. Vanaf 1585 legde de Enkhuizer arts Bernardus Pa- ludanus een van de vroegste kunst- en rariteitenverzamelingen aan. Zijn col lectie was zó beroemd dat buitenlandse vorsten en wetenschappers op hun rei zen speciaal daarvoor naar zijn Enkhui zer 'rariteytcaemer' trokken. Geen wonder dat zijn, in onze twintig- ste-eeuwse ogen wat naïeve, voorbeeld al snel werd gevolgd door vele anderen in vooral de gewesten Holland en Zee land. De verzamelingen waren opgebouwd uit naturalia (voortbrengselen der na tuur), artefacten (alles dat door men senhanden is gemaakt), schilderijen en laars: hoe denkt de Amsterdamse ver zamelaar Nicolaes Witsen over het spij kerschrift? Kan de verzamelaar Jacob de Wilde wellicht tekeningen van een bepaalde munt sturen? Enzovoort. Nicolaas witsen De Amsterdamse burgemeester en ge ograaf Nicolaes Witsen (1641-1717) was een groot liefhebber van kunst en wetenschappen. Hij was vooral nieuws gierig naar de wereld buiten Europa. Witsen was bovendien bewindhebber van de Verenigde Oostindische Com pagnie (VOC) en dank zij die positie was hij in staat om vanuit zijn riante Amsterdamse grachtenhuis informatie en objecten te laten verzamelen in ver schillende delen van Azië. Hij werd daarbij geholpen door botanici, apothe kers, chirurgijns, kooplieden, kunste naars en predikanten (die tussen twee haakjes allen voor eigen gebruik óók weer 'konstcaemers' inrichtten). In een brief aan Gijsbert Cuper kon Witsen dan ook schrijven:dat mij de kennis van die gewesten toegekomen is over Isphahan, Caffa, Georgia, Pekin, Constantinopele, Ruslant en Polen, eensdeels door geschrevene vojagien en mede uyt toegesondene grove voor werpen en ontallijke menigte van bri- ven, en eigene ondervindingen'. Op die manier was Witsen in staat om bijvoorbeeld een - overigens nogal cha otische - plantenatlas samen te stellen met daarin een getekende collectie van Boven: Een Turboschelpuit de 17e eeuw. De schelp is versierd met dierfiguren, geëtst en gegraveerd. Links: Rariteitenkabinetvan de schilder Johann Georg Hainz. tekeningen. Maar ook uit antiquiteiten, want naast de belangstelling voor vreemde en verre culturen hadden de rijke verzamelaars, die met hun collec ties de ogen van collega's en het 'ge- meene volk' konden uitsteken, vaak ook grote belangstelling voor het (an tieke) verleden. Veel verzamelaars die in de tentoon stelling een rol spelen, woonden uiter aard in Amsterdam, al zijn er ook voor werpen uit de verzameling te zien van de Nijmeegse dominee Johannes Sme- tius (1590-1652) en uit de collectie van de Deventer burgemeester Gijsbert Cuper (1644-1716). Deze laatste voerde een briefwisseling met een groot aantal grote geesten uit binnen- en buitenland. Hij had over van alles vragen aan zijn medeverzame- De Andes is een gebied dat nog niet écht door het massatoerisme is ontdekt. door GERT VALKENBURG MERIDA Het is, zelfs op tweeduizend meter hoogte, nog j benauwend warm op de paramo, de asfaltweg die over de hoogste toppen van het Venezolaanse Andes-gebergte voert. Aan de ene kant rijst de jungle boven mij omhoog, begroeid met de meest vreemdsoortige bomen en plan ten. Aan de andere zijde kijk ik de diepte in naar wat op een broccoliveldje lijkt: de dicht aan eengeregen boomtoppen ver be neden in het dal. In vele variaties groen, met hier en daar heldere felgele vlekken. „Dat is een bloeiende araguaney", ver klaart mijn gids Carlos met enige eer bied. „Die boom is zo'n beetje ons na tionaal symbool". Recht vooruit doe men bergen op, waarvan de toppen zijn verscholen in grillige wolken, die het strakke hemelblauw nog sterker accen- -f tueren. Daar ergens ook ligt het koele I einddoel van onze tocht, de Pico El i Aguila, op ruim vierduizend meter J hoogte. De Andes is een gebied% dat nog niet J écht door het massatoerisme is ontdekt. Eigenlijk gek, want zelden heb ik een regio meegemaakt die zoveel afwisse ling biedt. Tropische omstandigheden èn eeuwige sneeuw. Oerwoud, mëren, prachtige dorpjes, een rijke flora en fauna, watervallen. En voor de sportie ve toerist is de Andes het neusje van de zalm. Parapenting en -gliding, paardrij den, het beklimmen van de bergtoppen per mountainbike, paard - en muildier rijden. Dat laatste beveel ik trouwens slechts diegenen aan die over stalen ze nuwen beschikken. In muilezels moetje volledig vertrouwen hebben'als ze zich I stap voor stap wagen over smalle en met talrijke stenen bezaaide bergweg- getjes en steeds bungel je met één been boven een afgrond van vele honderden meters diep. De bewoners zijn goedmoedig van aard, al moetje in het algemeen de boe ren niet storen als ze met de moed der wanhoop en de steun van hun traagt- rouwe ossen (tractoren zijn hier binnen één dag total loss) hun aardappel- of j cassaveveldjes proberen vrij te houden van steeds maar neerdalende rotsblok ken. Als je hen al te lang fotografeert, loop je de kans een paar steentjes naar je hoofd geslingerd te krijgen, zoals een van mijn reisgezellen ondervond. De kinderen daarentegen zijn fotoge- niek en buiten deze omstandigheid uit gebreid uit. Als een toerist even stopt, wordt hij omringd door een schare jon gelingen die tegen betaling ver halen vertellen of liedjes zingen. Veel eisend zijn ze overigens niet. We be loonden in een nederzetting met amper vijf bouwvallige huisjes elk van de jo chies met honderd bolivars (drie gul den). In stomme verbazing pakten ze dit kapitaal aan en zelfs de moeders die zich anders angstvallig verbor gen houden stroomden toe om in blijde verbazing de handen in de lucht te steken. Zóveel geld op één dag had den ze nog nooit bij elkaar gezien. De Andes is voor Nederlandse begrip pen een goedkoopte-territorium. Ik nuttigde de meest verrukkelijke maal tijden, rijk gelardeerd met salades, al lerlei soorten vruchten, enorme lappen vlees en smeuïge aardappelen of cassa- ves; en was nooit meer dan driehon derd bolivars (negen gulden) kwijt. De (meersterren)hotels zijn daarentegen vrij prijzig. Hier en daar ontdekte ik eenvoudiger logementen, maar hoe de kamers en verzorging zijn, kon ik helaas niet achterhalen. los aleros Onderweg stoppen we bij een gebouw dat op een stationnetje lijkt, ware het niet dat elk spoor van een trein ont breekt. Het blijkt het 'douanekantoor' van een uiterst merkwaardig dorp te Zijn: Los Aleros. Je moet er een spe ciaal paspoort afhalen alvorens je met een bolderkar van de hoofdweg naar het binnenland wordt afgevoerd. Op zich al een kostelijk ritje door een rijk begenadigde natuur. Los Aleros hoewel puur toeristisch van aard en derhalve vol onvermijdelijke kitsch is een bezoek meer dan waard. Een groepje Andino's heeft daar een geheel eigen gemeenschap opgebouwd. Hun huizen, tapia's, zijn in oorspronkelijke stijl herbouwd met van klei gebakken stenen. Oude ambachten, zoals het ma len van suikerriet, worden er beoefend. Men heeft zich zo afgesloten van de moderne wereld, dat men zelfs eigen muntstukken van 'nep' goud en zil ver heeft ontworpen. De officiële munteenheid, de bolivar, wordt bij voorkeur niet geaccepteerd. Naarmate we de Pico El Aguila nade ren verandert het landschap. De weel derige bomengroei maakt plaats voor één zee van een laaggroeiende planten soort, waarvan de bladeren bedekt zijn met een fluweelzachte stof. Carlos ver telt dat de boeren deze frailejones bij bossen plukken en er onder slapen, als ze de nacht hoog in de bergen moeten doorbrengen. En inderdaad, ze voelen wollig en warm aan. Bovendien ver spreiden ze een scherpe, aangename geur. Op de top van de berg is het inderdaad behoorlijk koud zodat m'n trui en broek eindelijk hun nut bewijzen. He laas staan we precies boven een dik wolkendek. Het beloofde uitzicht op nabuurstaat Colombia valt derhalve in duigen. De teleurstelling wordt goedge maakt wanneer we tijdens de afdaling een van de vele natuurparken bezoe ken. Venezuela zorgt goed voor zijn mi lieu: een vijfde deel van de 912.000 km2 is tot beschermd gebied verklaard. En wat in het verleden tóch fout is gegaan, tracht men nu met man en macht te herstellen. Zoals de herinvoer (uit Co lombia) van de condor, de machtigste onder de adelaars, die trots de be- FOTO: SP sneeuwde Andes-toppen bewaakt. We treffen ook een proefstation van de universiteit van Ménda aan, waar geëx perimenteerd wordt met koeien voor de melkproduktie. Het geheel doet mo dern 'Hollands' aan, maar het vee is ge ïmporteerd uit de Verenigde Staten. De Herforter blijkt volgens de insiders krachtig genoeg om in het hooggeberg te te floreren. Overal in de Andes treft men kleine ateliers aan, waar ambachtslieden en kunstenaars met primitieve gereed schappen bezig zijn. Met name het pot- tebakkerswerk wordt druk beoefend. In het algemeen staan de deuren wijd open voor bezoekers en hoeft men be slist niet altijd iets te kopen om toch een gemoedelijk praatje te kunnen ma ken of een demonstratie te krijgen. Excursies Vanuit Médina kan men deelnemen aan tal van excursies. Ook meerdaagse, zoals naar Los Nevados, een typisch In diaans dorpje, ingeklemd tussen hoge bergen en zo geïsoleerd van de buiten wereld, dat de bevolking de oude tradi ties en kostuums op 'natuurlijke' wijze in stand heeft weten te houden, 's A- vonds, met z'n allen geschaard rondom een open vuurplaats, willen deze India nen graag hun mystieke en ietwat som bere legenden verhalen. Vanaf Los Nevados bezoekt men ook 's werelds langste kabelbaan naar de Pico Espejo: 25 kilometer lang grieze len boven de meest afgrijselijke afgron den. Van een geheel andere orde is de vier daagse trip naar de Congo Mirador bij het Maracaribo-meer. Hier waant men zich in Centraal-Afrika. De tocht wordt dan ook aangekondigd als een 'fotogra fische safari'. Men heeft er wel een goe de conditie en tropenuitrusting (com pleet met muskietennetje) voor nodig. Verder zijn er anvontuurlijke trektoch ten naar het nationaal park van de Sier ra Nevada, de Santo Christo Lagoon en de bossen hoog in de wolken die de An des-toppen omhullen. Drugs Het is uiteraard niet allemaal rozegeur en maneschijn. „Paradijzen bestaan er niet op deze wereld", beaamt ook mi nister van toerisme dr. Victor Gamboa. In de universiteitsstad Mérida is het drugsgebruik hoog: tachtig procent van de studenten snuift coke. En onlangs signaleerde men verontrust dat vijftig procent van de jeugd onder zestien jaar verslaafd is. Op alle straathoeken treft men dan ook jongeren aan met de typi sche 'hongerblik- in de ogen. Euro- peaans gekleed als we zijn, worden we al gauw versleten voor dealers en niet eens stiekem aangeklampt. Dr. Gamboa: „Ja, u ziet er uit als bui tenlanders En die hebben de straat handel hier volledig in handen. Tachtig procent van de bevolking van onze gevangenissen is niet-Venezolaan. Zelf produceren wij geen coca, daarvoor is ons klimaat niet geschikt. Die buiten landers, meest vluchtelingen en daar hebben we er hier genoeg van (drie mil joen!), bederven onze goede naam. Maar wat doe je er aan: moeten we ze het land uitsmijten? Welke regering kan zo'n probleem oplossen?". Voor het reizen naar Venezuela is het verstandig gebruik te maken van de diensten van bij de ANVR aangesloten reisorganisaties. In de Andes bieden verscheidene tourorganisatoren een- of meerdaagse trips aan. Of deze allemaal betrouwbaar zijn, hebben we niet kun nen beoordelen. Wij maakten gebruik van de diensten van Sierra Tours, die kantoor houdt op het vliegveld van Mé rida. Deze onderneming bood uitste kende service.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 31