'Een vrouw die je met liefde haat' Straatnamen vaak probleem voor gemeenten ZATERDAG 20 JUNI 1992 PAGINA 27 EDE Iedereen in Nederland woont in een straat met 'een naam. Soms zijn het gloednieuwe, onbegrijpelijke na men als Rode Vang of Schuinroer. Soms ook namen die door de historie zo gegroeid zijn: Kralingseweg of Roze- boomsteeg. Omdat het benoemen van straten elk gemeentebestuur steeds weer hoofdbrekens kost, heeft de Vere niging van Nederlandse Gemeenten VNG) afgelopen week in Ede een con gres over dit probleem georganiseerd. „Mensen wonen voor hun gevoel duur der aan een laan dan aan een straat, om nog maar niet te spreken van de steeg, die een heel negatieve bijklank heeft. Toch is dat niet altijd zo geweest: waar nu de laan heel chic klinkt, was het in het begin van deze eeuw gewoon een aanduiding voor een landweg buiten de bebouwde kom". Dat vertelt dr. R. Rentenaar van het P.J. Meertensinstituut voor naamkunde en dialectologie uit Amsterdam, die tij dens het congres een inleiding hield over de historie van straatnaamgeving. Officiële straatnaamgeving bestaat pas sinds 1851. Uit archieven blijkt echter dat in de Middeleeuwen al straten aan geduid werden naar een belangrijk bouwwerk dat er stond: de Klooster straat bijvoorbeeld. Of de richting werd als aanduiding gebruikt. Zo onstonden Noordereinde of Westerstraat. Aardig is dat in die tijd ook vaak de bewoner van het hoekpand de straat een naam gaf: de Heintje Hoeksteeg of de Juf frouw Idastraat. Wildgroei Het zijn die ogen van Rebecca de Mornay die dat dubbele geven aan haar rol van babysit leren kindermeisje. vindt ze. Maar de engelachtige duivelin in 'The hand that rocks the cradle' zou haar filmcarrière wel eens kunnen red den. „Ik las 't script in één adem uit. Dat is heel wat, want de meeste scripts zijn oervervelend. Ik zei toch 'nee' te gen m'n agent. Echt iets voor mij. Ik zeg eerst altijd nee, en dan krijg ik er later spijt van". Kwetsbaar Het geluk was ditmaal met Rebecca de Mornay. „Ik bleef over dat script den ken. Het liet me niet los. Een paar we ken later heb ik gebeld: Is er al over de rolverdeling beslist? Nee, ik kon zó de rol van de goede moeder krijgen. Maar ik wilde die andere rol. Die kindeijuf- frouw die wraak neemt omdat ze haar man, haar huis en via een miskraam ook haar kind verloren heeft en wraak wil. Een rol waar ik zelf bang van werd. Mijn opgaaf was die vrouw menselijk en kwetsbaar te houden. Ik heb haar ge speeld of zij de heldin van de film is. Een vrouw van grote emoties, maar een actrice. Ze speelt een rol, en het be langrijkste was me voortdurend in te houden. In Amerika werd 't een succes. Dat moet dan altijd uitgelegd worden. 'Omdat mensen bang zijn voor indrin gers, angst hebben om hun kinderen' zeiden de kenners. Ik geloof er'niets van. Het bioscooppubliek is jong, heeft geen gezin, geen kinderen en maakt zich geen zorgen over de babysitter. Be langrijk is dat er zoveel humor in zit. Het publiek lacht eerst. Pas aan het slot schreeuwt het 't uit. Ik heb tegen de re gisseur gezegd: 'Dit is m'n eerste on sympathieke rol. Het publiek zal me straks haten, dank zij jou'. Hij zei: 'Dat zou je wel 'ns kunnen verbazen. Die rol heeft een vreemde aantrekkingskracht. Jij bent de vrouw 'they love to hate'. Met de nadruk op love". Weer ster Rebecca de Mornay mag zich weer een ster noemen. Al zal ze weer aarzelen bij een volgende film. En misschien weer miskleunen. Tussendoor produceert ze voor zanger Leonard Cohen, met wie ze al drie jaar bevriend is, twee van de songs voor zijn nieuwe album. „Mijn carrière is als alle carrières", zegt ze. „Ups en downs. Ik ben destijds fantas tisch begonnen. Maar ik herinner me altijd het verhaal dat m'n moeder ver telde over de Oostenrijkse ski-ster An- nemarie Pröll. Die won alles, elke race die je maar kan bedenken. Tot ze er gens, in Japan geloof ik, voor 't eerst tweede werd. Daarna was ze verschrik kelijk. Tegen de pers, tegen iedereen. Mijn moeder zei: 'Kijk, ze heeft alleen leren winnen, nu moet ze nog leren ver liezen'. Misschien heeft m'n moeder 't wel verzonnen, maar ik weet hoe waar 't is". Hoewel gemeenten dus vanaf 1851 mochten ingrijpen in straatnaamge ving, voelden zij daar aanvankelijk niet veel voor. Gemeentebesturen vonden dat degene die de straat aanlegde ook de naam mocht verzinnen. „Wildgroei dus onder de straatnamen, want elke creatieve projectontwikkelaar bakende als een roofdier zijn territorium af door alle familieleden te vernoemen", spot Rentenaar. Sophiaweg, Theresiaweg, Johanna- en Wiggerstraat werden ge boren. Met het algemener worden van straat namen werden ook de bezwaren van aanwonenden groter. „Al in 1865 ver zochten de bewoners van de Ellendi- gesteeg in Amsterdam om omdoping tot Eggertstraat. Preutse zielen in Was senaar vroegen rond 1900 om een min der ongunstige naam voor hun Wind- lustweg, alhoewel die weg heel onschul dig was genoemd naar een eeuwenoude molen. Gelukkig zijn gemeentebestu ren daar nooit zo enthousiast op in ge gaan, alhoewel het logisch is dat de Amsterdamse Euterpestraat na de Tweede Wereldoorlog een andere naam kreeg vanwege de bloedige herin nering aan het hoofdkwartier van de Si- cherheitsdienst". Den Haag was in 1860 de eerste stad die bedacht dat belangrijke historische figuren model konden staan voor straatnaamgeving. „In deze naamkun dige mannetjesmakerij zien we onder meer de groepen politiek, cultuur, zee helden, dichters, schrijvers, musici en plaatselijke beroemdheden opduiken. Het Koningshuis vierde vooral in pro testant Nederland hoogtij. Na de Boe renoorlog schoten de Transvaal-, Paul Kruger- en Bothastraten als paddestoe len uit de grond. Tegenwoordig worden die even fanatiek weer omgedoopt in Steve Biko- en Mandelastraten", schampert Rentenaar. De wederopbouw na de oorlog stelde veel gemeentebesturen voor aanzienlij ke problemen. Er kwamen meer straten dan er namen voorhanden waren, want de voor de hand liggende namen waren al uitverkocht. „Hele aquaria, herbaria, schepen of orkesten zijn tot op het bot uit elkaar gehaald om er nieuwbouw wijken mee te benoemen". „Rotterdam had de primeur van het weglaten van de toevoeging - straat of - weg. Daar onstonden de -dreven, -ste den, -oorden, -kampen en - gaardes. Het hele land nam dit idee over, totdat uiteindelijk alleen een soortaanduiding of een aardrijkskundige naam voldoen de geacht werd". Rentenaar noemt voorbeelden als „Zigzagoven" en „Ko perwiek" en verzucht gelijk: „Gelukkig is deze rage bijna voorbij en mag een straat weer gewoon straat worden ge noemd". Op het VNG-congres werd een nieuwe tendens in de straatnaamgeving gesig naleerd. Nu de door Rentenaar be schreven rage van straatloze straatna men voorbij is, blijken gemeentebestu ren te putten uit de hedendaagse ge schiedenis. Vooral figuren uit de jaren zestig en zeventig staan model: John Lennonstraat, Marten Luther Kingweg en talloze J.F. Kennedystraten. En M. de Groot, bibliothecaresse te Velsen, signaleerde in haar lezing nog een heel aparte groep in de nieuwe straatnamen: op aandringen van vrou wenorganisaties gaan steeds meer ge meentebesturen over tot het vernoe men van belangrijke vrouwen. Zo ont staan de Antoinette van Pinxterenlaan en de Marga Klompéweg, de Anna Bla- manlaan en de Joke Smitstraat. „Na alle zeer gezochte namen en zelfs nummering in plaats van benaming van een straat is er dus een nieuwe, nog lang niet uitgeputte bron aangeboord", aldus De Groot, „want gemeentebestu ren: vanaf nu kunt u uw straten, lanen en pleinen naar vrouwen noemen. Wat dacht u van een Hedy d'Anconaplein of de Ien Dalesdijk?" Idoor MARGIT SPAAK door BERT JANSMA X1NDEN „Oh, quels yeux", :ucht de Brusselse journalist ranneer hij de kamer van het )orchester hotel uitloopt, „wat ien ogen". Hij heeft net met een Weense en deze Nederlandse :ollega in de zeer blauwe ogen ian Rebecca de Mornay mogen [ijken, hoofdrolspeelster uit The hand that rocks the cradle' De hand die de wieg doet dei- ien). Ogen die een niet geringe iinctie hebben in de succesvolle hriller van regisseur Curtis Han- on, binnenkort in de bioscoop: )e kleur van onschuld voor een ol van een wel zeer bijzondere Touwelijke 'slechterik'. Iet zijn die ogen van Rebecca de Mor- ïay die dat dubbele geven aan haar rol ran babysitter en kindermeisje. Zij kijkt ïemels, lief en van smetten vrij vader en moeder Bartel in het gezicht, en te gelijk is ze duivels bezig om het gezin laar de ondergang te manoeuvreren, 'e geeft de baby de borst om het van de noeder te vervreemden, ze stookt het ets oudere dochtertje op, probeert de leer des huizes te verleiden en drijft liens vrouw in de richting van desolate zanhoop. En niemand van hen die nerkt dat zij 't is. Behalve dan de toe- chouwer in wie de film die ouderwetse evoelens wakker maakt die je bijna laar het doek doen schreeuwen: „Kijk lit, pas op, achter je". Thrillers zijn weer in. Hansons film ïaalde kortgeleden drie hoofdprijzen op het Franse thrillerfestival van Cog nac. 'De zoon van Hitchcock' noemde iet Franse- filmblad Première hem al. leroemde actrices vonden die nieuwe rend in Hollywood tot een jaar geleden ïog maar minnetjes. Wilden liever een omantisch drama, een dragende rol in - en komedie. Thrillers kwamen uit een ^rdinaire mannenwereld. Tot Jodie roster het gróte voorbeeld gaf met The silence of the lambs'. Nu geeft een hiller de filmcarrière van Rebecca de a /lornay een hoognodige zet in de goe- Je richting. Want na haar debuut als call girl' Lana in de hit 'Risky business' wam zij voortdurend in films terecht lie het grote publiek niet haalden. Al leeft ze er het uiterlijk voor, ze ver- need 'glamourrollen', profileerde zich "ils 'karakteractrice', voor Roger Va- l(lim speelde ze de hoofdrol in 'God reated woman', naast Geraldine Page - die toen de Oscar kreeg) speelde ze tij lens een lange scène in een bus de :chtgenote van een soldaat in 'Trip to lountiful', voor Andrej Konchalovsky :en onder de smeer zittende hulpje van Ie treinmachinist in 'Runaway train' en n 'Backdraft' belandde ze in een bijrol "als de ex-vrouw van een brandweerman n de hoofdrol. Dan blond, dan bruin, ian mèt dan zonder make-up. Niet ge- Jorteerd voor alsmaar dezelfde rollen. |Europees |,Ik denk dat het te maken heeft met m'n Europese achtergrond" zegt Re becca de Mornay. „In Amerika horen fee dat ik Amerikaanse ben, ze weten pat ik in Amerika ben geboren, maar ze feragen zich toch af: wat is er nou toch fenders aan 'r?" Rebecca de Mornay feroeide op in Mexico, Jamaica, Enge- fe land, Roemenië en Oostenrijk. „Mijn Stiefvader, die De Mornay heette, stierf fen sindsdien is mijn moeder altijd rus teloos geweest. Toen ik vijf was woon- pen we in Londen. Op m'n achtste I kwam ik in Oostenrijk. Daar heb ik tot '"b'n vijftiende op school gezeten". Ze laat even horen dat ze perfect Duits kpreekt, met een licht Oostenrijks ac- fcentje, hetgeen de aanwezige Oosten- !;|ijkse collega ertoe beweegt bijna per soonlijk bezit van haar te nemen door van voertaal te veranderen. We kunnen -jhem gelukkig tot rust manen. Lik ben opgegroeid met een ander feoort film dan de gemiddelde Ameri kaan. Ik zag ze op m'n meisjeskamer op Êen zwart-wit televisietoestelletje bo- /Ven op de kast. Films van regisseurs als Hal Ashby, Nicholas Roeg, Sidney Pol lack. Vooral diens 'They shoot horses don't they' greep me ontzettend aan. Ik pèn Amerikaanse, maar er is toch iets Europees aan me gebleven". Met moeder en broer kwam ze in een Oostenrijkse provincieplaats terecht, •fce ging er naar een Oostenrijkse fechool. „Waarschijnlijk de grootste prestatie in m'n hele leven", kijkt ze te- l/fug. „Ik sprak geen woord Duits, maar Rebecca de Mornay heeft leren verliezen Het duivelse kindermeisje drijft de vrouw des huizes in de richting van desolate wanhoop. U FOTO'S: BUENA VISTA PICTURES DISTRIBUTION m'n moeder zei tegen het hoofd van de school: ze is slim, ze redt 't wel. Ik kreeg meteen Latijn. Stel je voor, Latijn leren via Duits dat je ook niet kent. M'n eer ste 'Schularbeiten' zagen eruit als één frote zee van rode strepen. Ik was wan- opig. Maar uiteindelijk heb ik 't gered, en ben ik met lof geslaagd. Ik leerde goed, had een hoofd om te gaan stude ren, maar ik zag er niet veel in. Ik was taan zingen bij een bandje, we traden ier en daar op en ik schreef gedichten. Mijn moeder, die ooit in Londen een beurs gewonnen had voor de Royal Academy of Dramatic Arts, zei: 'Re becca, jij moet gaan toneelspelen'. Maar meisjes van die leeftijd luisteren niet naar hun moeder. Ik ben naar Lon den gegaan, ben hier een tijdje serveer ster geweest. Het leven zit vreemd in el kaar. Ik heb 'r toen een slechte tijd ge had. Na een aantal maanden kreeg ik last met de autoriteiten: Had ik wel een goede vergunning, hoe lang was ik van plan te blijven, hoe kwam ik aan m'n geld? Ik moet voortdurend aan die tijd denken, nu ik hier met journalisten zit te praten en als ster ontvangen ben in het Dorchester. Ik ken een ünder Lon den". Ze giechelt even met een heel hoog toontje. Wafels Actrice werd Rebecca de Mornay pas in Amerika. „Hoewel ik Duits sprak, zelfs in het Duits droomde, was ik in Oostenrijk toch een buitenlander. Dat was ik ook in Londen, eigenlijk in al die landen waar ik geweest was. Ik wilde eindelijk wel eens ergens wonen waar ik dat niet was. Dat was Amerika. Daar ben ik, puur toevallig, de Actors Studio van Lee Strasberg binnengelopen. En er gebleven". Rebecca de Mornay be wandelde de weg van alle actrices: Honderden audities en honderd malen horen dat je 't type niet bent. Tot er op de toneelschool een papier hing met 'Zoetrope zoekt talent'. Ze meldde in deze later geflopte droomstudio van Francis Coppola en kreeg een mini-rol letje in diens 'One from the heart'. 'Neem me niet kwalijk, maar dat zijn mijn wafels' mocht ze zeggen. Het werd 't begin van haar liefde voor film. Haar rol naast Tom Cruise bracht haar met een op ieders lip in Hollywood. De Mornay was in. Zelf zet ze kanttekenin gen bij de film: „Ik denk dat de uitein delijke film de oorspronkelijke gedach te erachter verloochent. Hij was opge zet als een satire. Van: ik zal je eens la ten zien wat Amerikaans kapitalisme werkelijk betekent, vooral als je niet blank bent, geen man bent en niet min stens uit de middenklasse komt. Het publiek vond bij 'sneakpreviews' het einde te negatief en dat is toen veran derd". 'Risky business' en Tom Cruise werden wereldsuccessen, Rebecca de Mornay bleef achter. 'And God created woman' van Roger Vadim werd een flop. „Ik had zulke hoge verwachtingen van die film", zegt ze. „Ik heb tot vervelens toe gepleit voor een andere titel. Want het was een heel andere film dan Vadims 'Et Dieu créa la femme' met Brigitte Bardot. En ik was geen Bardot". Ook 'The slugger's wife' met haar idool Hal Ashby werd niets. „Iedereen was 't voortdurend met iedereen oneens", herinnert ze zich. „Ik had 't moeten we ten, want tijdens de opnamen in Atlan ta kregen we te maken met een echte orkaan. Iedereen vluchtte een huis of een trailer binnen. Mijn trailer (cara van) zat toevallig niet meer vast aan de truck en werd de lucht in getild. Ik kwam met een hersenschudding en enorme blauwe plekken bij, opgerold liggend in de gootsteen. Ik zie nog Ash by met iets van een bijl door de deur hakken om me te bevrijden. Dat was een voorteken". Rebecca's carrière ging verder via tv en theater. Ze speel de op de planken o.a. Charlotte Corday in Peter Weiss' 'Marat/De Sade „Waarschijnlijk m'n allerbeste rol", Rebecca de Mornay groeide op in Mexico, Jamaica, Engeland, Roemenië en Oostenrijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 27