1 inal Ie De ambitie van Astrid Joosten Geen oog voor de witte raaf ZATERDAG 13 JUNI 1992 PAGINA 27 HILVERSUM Moe is ze. Af gedraaid zelfs op deze zonnige vrijdagmiddag. Tot gisteravond laat twee uitzendingen van 'De Verleiding' opgenomen. Nog even en dan kan ze het wat rusti ger aan doen. Maar Astrid Joos ten is tevreden over haar pro gramma dat op 30 juni de (voor lopig) laatste aflevering beleeft. Voorlopig, want het zou best eens kunnen dat de VARA be sluit nog een seizoen lang de ins en outs van'reclame uit te spit ten. Reclame. Het is een wereld die Astrid Joosten altijd heeft geboeid. „Reclame is het mooiste materiaal dat je je maar kunt indenken. Het is een kunst om in dertig seconden een verhaal te vertel len. Bovendien is er zoveel omzet mee gemoeid. Eén minuut sterspot kost veel voorbereidingstijd, het kost zeer veel geld en er wordt in verhouding heel veel aandacht besteed aan vakman schap, verfraaiing enzovoort. Ik kijk al heel lang bewust naar reclame en dan ga je tendenzen zien. In het programma 'Jongbloed en Joosten' besteedden we af en toe ook al aandacht aan de wereld achter de reclame". 'De Verleiding' is het resultaat van veel denkwerk. Maak nou 's een licht-infor- matief programma, zeiden ze bij de VARA, op amuserende wijze gebracht dat op prime time uitgezonden kan worden. Zo rond half negen dus wan neer half Nederland onderuit gezakt zin heeft in iets ontspannends. Het mocht geen zware actualiteit worden zoals 'Met Witteman' later op de avond en ook geen joligheid. Aan Astrid Joosten en haar redactie de opgaaf er iets uit te slepen. „Ik had de laatste jaren veel kijkers getrokken dus het nieuwe programma zou een goede kans van slagen moeten hebben, vond de directie. Maar ja, er bestaan al vijf entachtig talkshows en magazines en we wilden iets doen dat nog niet gedaan werd". "I De gedachte aan de enorme invloed van reclame op het dagelijks leven, op koopgedrag, ideeën en emancipatie leidde tot het plan om nou eens de we reld achter de tv-spot te tonen. „Recla me beïnvloedt iedereen, of je wilt of niet. In 'De Verleiding' vragen wij ons af welke technieken en theorieën de branche gebruikt en hoe commercials worden verzonnen. De mensen krijgen tegenwoordig zoveel duizenden indruk ken op het netvlies te verwerken dat je als reclamemaker steeds meer moet op vallen wil je nog in het oog springen. Vroeger waren reclames rustig. Nu is de druk om het eigen merk te consoli deren enorm groot. De kans op uitglij ders zoals Benetton heeft gemaakt, is door die druk veel meer dan vroeger aanwezig. Het spanningsveld is ver groot". De fotograaf van de omstreden Benet ton-commercial (waarin een op sterven liggende aidspatiënt omringd wordt door snikkende verwanten) is door de redactie van 'De Verleiding' wel uitge nodigd zijn verhaal te doen maar of hij komt is nog niet zeker. Uitdaging Reclame bleek voor zestien afleverin gen van 'De Verleiding' in één seizoen een schier onuitputtelijke reeks onder werpen te bevatten. De uitdaging was om deze voor het grote publiek (be kend met de spotjes maar niet met de snelle ambiance erachter) begrijpelijk en aantrekkelijk te vertalen. Joosten: „In vakbladen als Adformatie staat genoeg maar daarin gaat het voor al om mensen en dingen die alleen in de reclamewereld bekendheid genieten. Reclamemensen zijn geen bekende Ne derlanders dus moet je ervoor zorgen zo'n persoon in je uitzending goed neer te zetten. Ons doel is op dat tijdstip zo veel mogelijk kijkers te trekken". Reclame maken is een conservatief vak. „Reclamemensen zijn geen trend setters maar trendvolgers. Ze vermij den het liefst ethische problemen om dat ze op zoek zijn naar de grootste ge mene deler voor hun boodschap. Dat betekent in Nederland nog altijd dat re clame beter niet aanstootgevend en té emancipatoir mag zijn. Grenzen van wat nog net wel en niet kan, worden dus niet zo vaak benaderd". Rolbevestigend vindt ze reclame vaak. „Waarom maken ze nou eens niet een Ajax-filmpje waarin de man de vloer dweilt. Nee, reclamemakers spelen op safe want de opdrachtgever wil omzet". Het programma werd aanvankelijk be langstellend maar vooral kritisch ont vangen door de schrijvende pers. Het was allemaal te overdadig, te druk. Ook de redactie vond dat er nog het een en ander aan moest gebeuren. „De vorm overheerste de inhoud. We vonden wel dat de glamour van het re clamevak in de inhoud moest worden weerspiegeld maar het was inderdaad te overdadig, de gesprekjes die ik met mensen had duurden te kort. Nu zijn de gesprekken langer, komt het publiek aan bod en is er meer rust. De kijkcij fers zijn prima en ook de recensies zijn behoorlijk lovend. Het was een wat rommelige start maar het slaat nu zo aan dat we aan het brainstormen zijn over een mogelijk vervolg". Koffie en bier Ze mag dan gefascineerd zijn door alles wat zich rondom reclame afspeelt, zélf in een spotje optreden zal Astrid Joos ten niet snel doen. „Wel vaak gevraagd, maar nee, het is iets principieels denk ik. Ze vroegen me een keer voor een koffiemerk en een biermerk maar aan gezien ik al 34 jaar geen koffie en bier drink zou ik het bijzonder ongeloof waardig vinden in dat soort spotjes op te treden". „Ik heb er trouwens ook geen behoefte aan. Nu ben ik onafhankelijk en daar om geloofwaardig als ik in De Verlei ding met mensen praat. Zou ik zelf in reclamespots optreden dan zou ik par tijdig kunnen overkomen. Je schijnt er goed geld mee te verdienen maar ik heb het er"allemaal niet voor over". Na 'Triviant', 'Twee voor Twaalf, 'Jongbloed en Joosten' en 'In het nieuws' beschouwt ze 'De Verleiding' als een treedje hoger op de carrière- trap. „Het leukste in dit vak vind ik toch wel de combinatie informatie en enter tainment. Ik wil meer dan alleen praten met mensen. De lol van het vak zit voor mij ook in het bouwen van het decor er omheen met liedjes en grappige din gen. Het vormgevend aspect, dat trekt me". Als 24-jarige studente Spaans dacht Astrid Joosten een lucratief bijbaantje te hebben gevonden als VARA-om- roepster. „In het begin natuurlijk heel krakkemikkig, later meer op m'n ge mak. Bij de VARA mocht je zelf je tek sten schrijven en dat was aardig. Bij an dere omroepen kon dat niet". Ze werd op de buis gezien door vak broeders en kwam bij Teleac terecht voor presentatie en journalistiek werk. „Dit is het, dacht ik. Omroepen is toch maar minimaal. Ik deed het als sei- zoenswerk erbij maar wilde méér. Ze zouden aan me denken, werd me bij de VARA beloofd. Maar er waren er meer die net als ik wilden doorsteken. Er ge beurde niks, ik vond het onbevredi gend". Toen de TROS haar vroeg een middag programma te presenteren hapte ze dan"ook meteen toe. De studie had ze eraan gegeven. Al snel ging ze met Jaap Jongbloed naar de vrijdagavond met 'Jongbloed en Joosten'. „Na drie weken beleefden we een absolute doorbraak. Jaap werkte toen ook al een tijd bij de TROS en ineens was het er. Hoge kijk cijfers, zakken fanmail". Maar de euforie daalde bij gebrek aan voldoende medewerkers in de redactie en de voortdurende dreiging van bezui Het programma De Verleidingis .Astrid Joosten op het lijf geschreven. m FOTO: VARA nigingen. Ze is er kort over. „We had den een heel leuk team, door Jaap en mij bij elkaar gezocht. Aan die tijd denk ik met ontzettend veel plezier terug. Nu nog bellen we elkaar regelmatig. Die sfeer heb ik daarna niet meer meege maakt. Maar door die toestanden er omheen ging het niet langer". Witteman Terug naar de VARA. Voorzitter Mar cel van Dam bleek gecharmeerd van een nieuwsprogramma met Paul Witte man en Astrid"joosten. „Het leek hem een goede combinatie. Verschillende mensen in mijn omgeving zeiden 'Joh, moet je die kant inderdaad niet eens uit?' En het leek me wel wat. Weer iets anders dan het luchtige 'Triviant' en 'Jongbloed en Joosten'. Maar het was uiteindelijk niet bevredigend genoeg". De directie was in haar nopjes met 'In het nieuws', de formule stond: mensen in het nieuws en geen reportages. „Ik wilde anders, terug naar infotainment. Als presentator moet je achter je pro gramma staan, anders breng je het niet met verve". Intussen verscheen ze ook regelmatig als presentatrice van 'Twee voor Twaalf voor de liefhebbers. „Dat vond ik een kans. Geweldig, ik was altijd een fan van het programma geweest en om het dan zelf te mogen presenteren". Het antwoord op de vraag wat er nog op haar wensenlijstje staat blijft ze schuldig. „Mensen zeggen 'Joh, is het geen tijd voor een eigen talkshow' maar zo zit ik niet in elkaar". Ambitieus mag je haar wel noemen, vindt ze. „Ik wil goed in mijn vak zijn. In die zin vind ik succes en carrière be langrijk. Ook als ik kapster was gewor den had ik nu bijscholing in de nieuwste technieken willen volgen in Parijs. Zul ke aparte dingen maken je werk aan trekkelijk. Maar net als iedereen in dit vak ben ik bang dat het succes plotse ling keldert. Het is ook zo onverwacht opgekomen. En als je succes hebt word je ingeschaald: niet meer op de middag maar op prime time. Het omroepbe drijf en de kijkers verwachten dat je het succes vasthoudt. Je mag niet meer te genvallen en dat is het moeilijkste: je zelf steeds opnieuw waar maken. Maar ik kan ertegen, zit niet over alles en nog wat te piekeren". NIEUWE NIEDORP - Opge wonden vertelt de Egyptoloog dat de generator niet meer werkt. De choke stond nog half open en nu is het apparaat in benzine verzopen. Twee van de vier zandzeven staan stil. Woorden zijn plotseling ver staanbaar, het kabaal is gehal veerd. Alsof er gebaggerd wordt in de Groet polder in het Noordhollandse Nieuwe Niedorp. Midden in de akkervelden staan twee goudgele bouwketen en pro beren mensen met schreeuwen het ka baal van de zeven te overstemmen. Ze dragen fel oranje regenpakken en zit ten onder de modder. Een ploeg men sen zeeft het zand dat twintig meter verderop door collega's is afgegraven. Blootsvoets en met grote voorzichtig- heidtcheppen de schaars geklede man nen en vrouwen zand uit putten weg. De modderige figuren blijken archeolo gen te zijn die met spades en kruiwa gens de steentijd blootleggen. Althans, een ietsiepietsie van die periode. Want de erfenissen uit de steentijd zijn schaars en het geld om ze te bescher men is nog schaarser. „Een groot deel van Nederland is niet eens geïnventariseerd, laat staan dat er geld is om waardevolle plekken te be schermen of op te graven. En als we een nederzetting mogen opgraven, dan kan het nooit op de manier die in overeen stemming is met de waarde van de plek. Het is dweilen met de kraan open en ik voorzie dat het alleen maar erger wordt. Het tempo waarin het landelijke gebied beroofd wordt van zijn histori sche waarde is schrikbarend hoog. En er is geen geld om dit proces te begelei den. De ROB (Rijksdienst voor Oud heidkundig Bodemonderzoek, red.) krijgt al bijna twintig jaar lang een bud get van 1,2 miljoen gulden dat over alle provincies moet worden verdeeld. Jaar lijks gaan enkele tientallen waardevolle plaatsen verloren waar we weet van hebben. Het is rampzalig". Beschamend Projectleider J. Hogestijn is Steentijd- specialist, provinciaal archeoloog van Flevoland en uitermate gefrustreerd. Over de wijze waarop de overheid de archeologie behandeld. Alsof het een hobby is in plaats van een wetenschap. „Deze vindplaats is volstrekt uniek. Maar de manier waarop de nederzet ting moet worden opgegraven is be schamend". Tussen de akkers van Nieuwe Niedorp ligt een 4500 jaar oude nederzetting van de zogenoemde enkelgrafcultuur. Volgens archeologen kwam deze cul tuur voor in de gehele Noordeuropese laagvlakte (van Ierland, Frankrijk tot in de.Baltische Staten), maar zijn nage noeg alle resten van het rondtrekkende I Een ploeg mensen z zand dat twintig meter verderop door collega 's is afgegraven. FOTO'S: STUDIO WICKNATZIJL volk verdwenen. „Op de oevers van en kele Zwitserse meren en in de Baltische staten zijn nederzettingen gevonden, orlaar voor de rest zijn het witte raven", weet Hogestijn. De nederzetting in Nieuwe Niedorp werd midden jaren tachtig ontdekt door een lokale ama teur historicus die eigenlijk op zoek was naar laat Middeleeuwse bewoning, maar stuitte op veel ouder aardewerk, werktuigen, botten en kralen. Het duurde nog vijf jaar voordat duidelijk werd hoe uniek het gebied was. On danks het feit dat de resten van de en kelgrafcultuur vlak onder de opper vlakte liggen, en daardoor is aangetast door ploegen, planten, wormen en mol len, is nog steeds een schat aan infor matie aanwezig. Hogestijn: „We vinden scherven, vuurstennen, botten, maar ook grondsporen van huisjes en vee, die op zandgronden bijna altijd verdwenen zijn". Habbekrats 'Gecontroleerde vernieling', noemt Hogestijn het opgraven van de neder zetting. Voor bescherming is het voor deze plek te laat. Flora, fauna en land bouwwerktuigen hebben al te veel scha de aangericht. Bovendien is effectieve bescherming haast onmogelijk. Ploe gen, planten en diertjes zouden ge weerd moeten worden en de grondwa terstand omhoog gepompt opdat de resten permanent onder water zouden staan. Een uiterst moeilijke en kostbare opghve. Dus wordt de nederzetting op gegraven voordat alle resten zijn ver dwenen. „Maar op een onverantwoor de manier", meent Hogestijn. Het gebied is ongeveer zesduizend vier kante meter groot, maar er is slechts geld voor de opgraving van een tiende deel. Voor de werkzaamheden zijn ar cheologen (in spé) aangetrokken uit de gehele wereld. Canadezen, Schotten, Engelsen, Polen, Zuidamerikanen en Russen wroeten voor een habbekrats in de aarde. Zij krijgen geen salaris maar werken tegen kost en inwoning en 35 gulden zakgeld per dag. Ietwat onwen nig hanteren de Britten de grove spa des. Zij zijn gewend met de troffel te graven, maar dat gaat de Nederlandse overheid te langzaam. Het werk moet hoe dan ook in september af. De 'grote- stappen-vlug-thuis-techniek' lijkt de jonge archeologen niet te deren. Zij zijn al lang blij dat ze aan de slag kun nen. De arbeidsmarkt is tot ver over de grens slecht. „Veel opgravingen in En geland worden door universiteiten ver richt", weet Jeremy. Dus wordt het blad 'Archeology Abroad' gespeld. Reizen en werken blijkt een aantrekkelijke combinatie voor veel jonge archeolo Jonge archeologen aan het werk in de Groetpolder in het Noordhollandse Nieuwe Niedorp. gen. De Canadese Darlene reist van op graving naar opgraving. Na Nieuwe Niedorp staat Frankrijk op het pro gramma. 'Archeologische zigeuners' noemt Hogestijn ze. Hij heeft er tien tallen moeten afwijzen omdat hij geen geld heeft om hen te eten te geven. „Een armoedige toestand, maar zij is symptomatisch voor de archeologie in Nederland. De overheid profiteert van de goedwillendheid van allerlei enthou siaste mensen. Het is krankzinnig dat we deze mensen niet eens een mini mumloon kunnen geven. Ze werken ten minste vijftig uur in de week en niet altijd even prettig. Het zeven van het zand is vreselijk werk. De gehele dag door zijn je ogen gericht op de schud dende zeven die een oorverdovend la waai maken. Door de opspattende modder loop je bovendien risico een oogziekte op te lopen". Vlekken Nederlandse archeologen zijn een min derheid in de Groetpolder. Zij hebben de Duitse arbeidsmarkt ontdekt, waar opgravingswerkzaamheden tenminste worden betaald. „In Duitsland verdien je tweeduizend gulden netto in de maand", weet Annemiek. Samen met een vriendin is zij een bemiddelingsbu reau begonnen voor archeologen. De helft van de aanvragen komt uit Duits land. Maar de blote voeten van Anne miek staan in Noordhollandse aarde. „Want dit is een project van de ROB en je weet nooit hoe een balletje kan rol len". Laagje voor laagje schept Benno de aarde weg tot een diepte van twintig tot zestig centimeter. Het zand wordt in een kruiwagen naar de zeven gebracht en gespoeld. De botjes, stenen en kra len die achterblijven op de zeven wor den met een kaartje in een plastic zakje gedaan en nagespoeld in bejaardenhuis 'De Vijverhof waar de archeologen tij delijk verblijven. Maar zeker zo belang rijk als de eeuwenoude materialen zijn de grondsporen in de gegraven zandpu- tjes. Voor de leek zijn het niet meer dan verkleuringen van het zand, maar voor de deskundige zijn het wetenswaardig heden van het dagelijks leven in de steentijd. Benno: „Zie je die donkere vlek daar? Daar heeft een paal gestaan. Als je nu drie van die plekken naast el kaar vindt, dan wordt het spannend, want dan kunnen ze van een huis ge weest zijn. Het is steeds weer een ver rassing als je 's ochtends begint wat je 's avonds vindt". Er is kennis en fantasie voor nodig om het kleurenspel tot leven te brengen. Het grote publiek wil wat concreets zien, iets tastbaars, zoals hunebedden of een grafheuvel, in plaats van lichte en donkere vlekken in het zand. Benno: „Iedereen kent de hunebedden, maar waar en hoe de mensen uit deze tijd ge leefd hebben is onbekend. Daarom" is deze opgraving zo waardevol: we weten zó weinig van de steentijd. Dit is een puzzelstukje van de geschiedenis van dit land. Maar we leven in een periode van visualisatie en dus moeten de men sen per se wat zien. Jammer. Maar mis schien dat we aan de hand van deze op graving een complete huisplattegrond kunnen tekenen om vervolgens een re constructie te maken voor het nog te openen archeologische park in Alphen aan den Rijn". Alledag Aan de doodlopende Groetpolderweg is een blauw bord geplaatst met een grote witte P erop. Maar de bezoekers blijven vooralsnog uit. Er is niets spec taculairs te zien. het overgrote deel van de prehistorie bestond uit het leven van alledag en daar weten we nagenoeg niets van. Alleen de sporen in de aarde kunnen ons vertellen hoe dat dagelijkse leven "eruit heeft gezien. In ras tempo worden steeds meer sporen voorgoed uitgewist. „De ongelezen pagina's van de geschiedenis worden uit het boek ge scheurd. We hebben een idee van de hoofdstukindeling, maar meer ook niet". £eidóe6ou4orit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 27