„Help mij Maria, ik vind het leven zo moeilijk 'finale Op zoek naar het wonder na 350jaar Kevelaer KLM-boek mist echte diepgang 'Ëeidóe Sou/urnt' Het bedevaartwezen bloeit weer op. Neem het Duitse Kevelaer, een stadje net over de grens bij Venlo. Het beleeft zijn 350-ste jaar als pelgrimsoord. De laatste ja ren komen zevenhonderd duizend mensen naar het 'genadebeeld' van Maria, ter grootte van een prent briefkaart, om er te bidden en hun nood te klagen. Er gebeuren ook wonderen, zegt de pastoor. Een im pressie. Idoor HOMME, KROL KEVELAAR Het dondert en bliksemt op Pinkstermaandag in Kevelaer. In de volgepakte basi liek wedijvert kardinaal Meisner met het hemelgeweld. De geest is vaardig over hem. Vanuit luid sprekers stentort de Keulse Ma- riavereerder over de Kapellen- platz waar een menigte gelovi gen het hoofd buigt. Plaatsver vangend, want de politici krijgen er van langs. Vooral zij die hun christelijke plicht verzaken en 'zich niet keren tégen een maat schappij die de ongeboren vrucht laat afdrijven en de bejaarden van zich afschuift'. Abtrieben und abschieben, het rijmt. Als de bui echt losbarst zoeken de dor- stigste pelgrims hun heil in de cafés rond het plein. „Maria als Troosteres der Bedroefden verleent nog altijd werkzame bijstand in deze wereld, ge ïnspireerd door de Heilige Geest," ver zekert de kardinaal de blijvers. Bewijs voering laat hij achterwege, het geloof gaat mank aan logica. „Maria is onze levensvriendin, de behoedster van het leven," noteer ik. „Heeft Kevelaer na 350 jaar nog toekomst?"roept hij in cli max uit. „Ja, zolapg er mensen zijn." Een dag eerder, op Pinksterzondag, maak ik een lichtprocessie mee. Op zich niets bijzonders, want de hele zo mer kun je in Kevelaer 'het volk Gods onderweg' tegenkomen. Maar wat er vanavond gebeurt beleeft een pelgrim maar eens in zijn leven, althans een keer in de vijftig jaar. Dan wordt het ge nadebeeld van Maria vanuit haar vaste kapelletje op het plein door de straten van het stadje gedragen. Aan mij voor bij trekken een paar duizend zingende mensen met brandende, in karton ge vatte kaarsjes en lampions achter de draagbaar met de Moeder Gods aan. Onder hen zie ik bisschop Gijsen van Roermond, temidden van een achttal hoge geestelijken. Hij zingt geconcen treerd mee, op aangeven van een mi- crofoonstem, die Maria tientallen kwa lificaties toekent: „Matter so wunder- bar. Mutter des guten Rates, Mutter des Schöpfers, Mutter der Kirche, du kluge Jungfrau, du ehewürdige Jung- frau," und so weiter. De pelgrimgan- gers antwoorden met een zangerig 'Bete für uns' en 'Ma-ri-iaaa, wir rufen zu dir". Gesterkt Een middelbare Duitser, een kaarsje in de hand, wachtend op de staart van de stoet, tegen mij: „Wunderbar, nicht?" Over wonderen gesproken, gebeuren ze nog wel 's in Keveiaer? Hij lacht iro nisch: „U wilt weten of er de laatste tijd nog kreupelen gesignaleerd worden die bij de Mariakapel hun krukken weg gooien en vervolgens meedoen aan de Olympiade? Nou, nee". En dan ernstig: „De mensen komen hier niet voor won deren, ze komen hier hoogstens om zich een beetje beter te voelen, gesterkt te worden in hun geloof'. Een paar tel len later sluit hij zich devoot bij de pro cessie aan. Anders dan in Lourdes, waar men meer dan zesduizend 'onverklaarbare gene zingen' heeft opgetekend (waarvan de kerk er na 'onpartijdig medisch onder zoek' een stuk of vijftig als mirakel heeft erkend) schijnen de wonderen in Kevelaer schaars te zijn. Achterin de Kaarsenkapel, waar een walm van vlammetjes en wierook je de adem be neemt, ligt hoog tegen de wand niet meer dan een dozijn krukken opgetast. Van vooroorlogs model zo te zien. Rol stoelen hangen er niet. Wel tel ik een stuk of vijftien danktegeltjes van gelovi gen. Op een daarvan staat naam en da tum vermeld: „Der lieben Gottesmut- ter zum Dank der wunderbaren Erhö- rung meiner Gebete um Heilung von schwerer Krankheit - Maria Himmel- fahrt '64, Agnes M. Stenden-Steg." In het bezoekersboek van de kapel overheersen de smeekbeden tot de Troosteres der Bedroefden. De meeste in het Duits, maar ook vele in het Ne derlands: ,Voor mijn zwager een goede operatie' en 'Hulp voor mijn zoon in al les.' Maria als Sinterklaas. Een bladzij verder ontroert een meisje: „Ik heb je hulp nodig voor mijn nieuwe leven. Ik heb een zwaar auto-ongeluk gehad en ik moet alles opnieuw leren: praten, lo pen, schrijven, eten. Help mij Maria, ik vind het leven zo moeilijk". Bij de Verkehrsverein, de plaatselijke VVV, laten ze Maria geen kunstjes ver richten, in woord noch geschrift. „Waarom zouden we," zegt das Frau- lein aan de balie, „Kevelaer op zich is een wonder, vindt u niet? Hier komen jaarlijks zevenhonderdduizend men sen. Dit jubileumjaar rekenen we zelfs op achthonderdduizend. Maria is de de laatste jaren een steeds grotere trek pleister geworden. Ze heeft hier wel vaart gebracht". Kevelaer, een stadje van 26.000 inwo ners, blaakt ervan. Negotie en devotie gaan hand in hand. Het wemelt er van kerken en kapellen, van kaarsen- en beeldenwinkels, van restaurants. De rijkdom wordt weerspiegeld in de ra men van vele huizen die met glas-in- lood-motieven zijn gesierd. Ze komen er onbeschaamd voor uit, de Kevelaers. Op het marktplein trekt een bronzen jongetje een bronzen vis met goudstuk ken op het drogeV „Je ziet de laatste jaren wel minder ge organiseerde groepen," zegt das Frau- lein, althans minder in omvang, maar die teruggang wordt meer dan goedge maakt door de mensen die op eigen ge legenheid komen". Toch komen ze nog volop, de groepen. Het programma, dat loopt van mei tot november, telt vrijwel elke dag een of meer processies. In juli komen er duizend motorrijders, in au gustus driehonderd truckers met hun aanhangers. Ze wisselen andere groe pen af, zoals daar zijn de katholieke vrouwengemeenschap uit Essen, de be devoetgangers uit Dinslaken, de chris telijke bond van gepensioneerden uit Antwerpen, de bejaarden uit het bis dom Essen, de jaarlijkse bedevaartgan gers uit Haarle, en de tien tot twintig bussen vol septemberpelgrims uit de dekenaten Deventer-Raalte en Does- burg-Zutphen. Dan hebben we het nog niet over de vele Maria-verenigingen uit Nordrhein-Westfalen die soms meerdere keren per jaar op het genade beeld afkomen. Busman Er is één wonder dat ze ook bij de VVV zorgvuldig koesteren. Het wonder van Hendrick Busman. Volgens de overle vering hoorde deze eenvoudige koop man, rond de Kerst van 1641, dus in de roerige tijden van de Dertigjarige Oor log, onderweg van Weeze naar Gel- dern, midden op de Kevelaerse hei waar hij bij een kruis placht te bidden, op drie verschillende dagen een stem die hem opdroeg: „Op deze plaats moet je voor mij een kapelletje bou wen". Met behulp van de plaatselijke pastoor en zijn vrouw die een nachtelij ke verschijning van een bidprentje had, begreep de ietwat 'hardhorende' Bus man dat Maria van Luxemburg tot hem gesproken had en dat hij haar opdracht niet langer kon negeren. Op 1 juni 1642 was het zover: de pastoor plaatste de af beelding van Maria van Luxemburg (erg populair onder bedroefden tijdens de pestepidemie van 1623) in een van Busmans spaarcentjes gebouwd kapel letje. Diezelfde dag nog kwam een stroom gelovigen op het genadebeeld - een kopergravure van 7,5 bij 11 cm - af. De stroom is niet meer te stuiten, tot op de huidige dag. In weerwil van sommige bischoppen (zo'n 150 jaar geleden), van Bismarck en Hitler die de processies als afgoderij verboden, bleven de gelovi gen komen. In het begin waren de mira kelen niet van de lucht. Althans, er zijn wonderen opgetekend en later door de Kerk erkend. Maar dan praten we wel over drie eeuwen geleden. Genezingen „Er gebeuren hier nog dagelijks wonde ren," zegt pastoor Richard Schulte Staade, sinds achttien jaar de hoeder van het Maria-heiligdom in Kevelaer. „En dan bedoel ik niet zozeer onver klaarbare genezingen, die zullen er ook wel zijn, maar om dat spektakel gaat het hier niet." U bedoelt dat er minstens zoveel spon tane genezingen buiten de kring van ge lovigen gebeuren? „Daar kunt. u best gelijk in hebben, maar dat bedoel ik niet. Ik bedoel het wonder van' de bekering, het wonder van de geestelijke recreatie. Dat zijn de wonderen die hier gebeuren. Hier ko men vooral mensen die overhoop lig gen in hun alledaagse leven, met een stukgelopen huwelijk, mensen die pro blemen hebben met hun kinderen, wier bedrijf failliet is, verzint u zelf maar ver der. Wat ze hier zoeken en ook vinden is innerlijke rust en troost. Daarbij kan Maria, de Moeder Gods, behulpzaam zijn." Hoe werkzaam is Maria? „Ze werkt mee, met Gods genade. Ma ria biedt mensen solidariteit en troost in hun leed. En dat niet alleen, ze houdt de pelgrim Jezus voor, als de eigenlijke troost voor de wereld. En is het niet prachtig dat zo'n nietig beeldje zoals wij hier hebben ons duidelijk maakt dat niets zo klein is, dat God er niet iets groots mee zou kunnen doen?" Ik krijg nu een preek en ik vroeg naar een wonder. „Oh, als u spektakel wilt, dat gebeurt hier ook. Ik heb persoonlijk iemand meegemaakt die jaren geleden uit de kerk was getreden en sindsdien de kerk te vuur en te zwaard bestreed. Toch kwam hij één keer per jaar naar de genadekapel. Uit een vreemd soort nieuwsgierigheid. En daar is het won der gebeurd dat hij tot inkeer en beke ring kwam: zó kan ik niet verder leven. Hij is weer in de kerk opgenomen". „Ik zal het u nog sterker vertellen: een paar jaar geleden overhandigde iemand uit terroristische kring zijn revolver aan mij, als teken van totale bekering. Nee, ik kan u geen naam en toenaam noe men. Dat is mijn biechtgeheim zoals u zult begrijpen". „En wat die miraculeuze genezingen betreft, daar zijn we hier niet op ge richt. Die intentie hebben we niet. Dit is Kevelaer, geen Lourdes. Mensen ko men hier om innerlijke zekerheid te zoeken en ook om te ervaren dat ze niet alleen staan in hün geloof'. Groei De Mariadevotie groeit de laatste tien jaar 'machtig', zegt de pastoor enthou siast. „In drie jaar tijd zijn we van 500.000 naar 700.000 bezoekers ge gaan. Daarvan komen er zeker 200.000 uit Nederland. Ja, ook daar bloeit de Mariaverering weer op". De processie van Pinkstermaandag is massaal. Achter de groenfluwelen Ma- riabaar met het genadebeeld in een ver guld kastje, getorst door leden van de plaatselijke broederschap, en onder luid gezongen rozenhoedjes trekt het rijke roomse leven uit de jaren vijftig voorbij: paarse en bruine geestelijken, zwarte nonnen, communiebruidjes, vaandels, muziekkorpsen en schutters gilden. Er is ook een 'brigade' rolstoelers bij. Ik schiet een oude man aan die moeizaam een vrouw voortduwt en afhaakt om een kortere weg naar het eindpunt, de Mariakapel, te nemen. „M'n derde vrouw," zegt hij ongevraagd. „Ik heb niet veel geluk met de vrouwen. Ze kan niet meer"staan. We zijn ook al in Lour des geweest, maar dat heeft niks gehol pen. Maar ik hou vol, want er gebeuren wonderen. Ik weet toevallig van een buurvrouw die er van d'r zij-uitgang is genezen. Van het ene moment op het andere. Als ze het me niet zelf verteld had had ik het niet geloofd. Dus we blij ven maar hopen." „En bidden," corri geert z'n vrouw. „Het bedevaartwezen zit in de lift, waar u ook komt," constateert kerkhistoricus Jan Pijnenburg van het bisdom Den Bosch. „En dat is opvallend in een tijd van teruglopend kerkbezoek. In Lour des zitten ze aan het eind van hun capa citeit. Daar komen jaarlijks vijf miljoen mensen, een groei van drie miljoen in tien jaar tijd. Je ziet het in Kevelaer, maar ook in Brabant. Hier in Den Bosch hadden we op een zondag in mei bij Onze Lieve Vrouwe tienduizend mensen. Men durft weer, vooral de ou dere gelovigen. Tien jaar geleden wer den ze thuis nog uitgelachen door hun kinderen als ze ter processie gingen, nu niet meer". Ongelovig Nederland gnif felde toen in '82 een met veel tam-tam aangekondigde bedevaart naar Keve laer 'tot volledig herstel van prins Claus' niet meer dan vierhonderd deel nemers trok en hét jaar daarop amper honderdvijftig. Heeft Pijnenburg een verklaring voor die opbloei? „Ik denk dat het te maken heeft met het verlangen van mensen om in een vertrouwde sfeer te bidden. Het is ook een stukje kritiek op de verzakelijkte li turgie in onze kerken. Ik denk dat de vernieuwing te snel gegaan is. En mis schien is het ook wel een teken dat de mensen in deze materiële welvaartstijd er niet gelukkiger op geworden zijn." In een Kevelaerse winkel vol religiosa zoekt een Nederlandse van midden veertig naar een Mariabeeldje voor 'een hoekje in de kamer'. „Ik ben watje noemt een modern gelovige, maar Ma ria heeft me altijd aangesproken". De keus is moeilijk uit de uitgestalde ver scheidenheid: Maria met en zonder kindje, met en zonder kroon, met en zonder de lijdende Christus, van veertig tot ruim duizend Mark. Ze kiest een eenvoudig, mooi gesneden houten beeldje van vijftien centimeter en bijna vijftig Mark. „De uitdrukking op haar gezicht spreekt me aan, zoals ze naar haar kind kijkt, die toewijding. Dit zul len onze kinderen ook mooi vinden. Ja, dit is een aanwinst voor ons interieur". ZATERDAG 13 JUNI 1992 PAGINA 26 Idoor RICHARD SCHUURMAN De Nederlandse uitgeverijen lijken een nieuwe markt te hebben ontdekt: die van boeken over de burgerluchtvaart. Het aantal professionele, c.q. semi-pro- fessionele publicaties dat dit jaar al is verschenen is opvallend te noemen. En er volgt meer! Op 22 juni krijgt prins Bernhard het eerste exemplaar uitge reikt van 'De Wereld van KLM in 1992'. Het boek is officieel een uitgave van La Rivière Voorhoeve in Kampen, maar in de praktijk heeft de Koninklij ke Luchtvaart Maatschappij in Amstel veen een stevige vinger in de pap. Het is het werk van Jan Hol, Bart Koster (bei den werkzaam bij de KLM) en journa list Hendri Beltman. 'De Wereld van KLM' is een jaarboek, maar niet vergelijkbaar met de jaarboe ken zoals die tot vorig jaar door Thijs Postma werden uitgegeven. Het boek, dat zoals KLM-president directeur Pie- ter Bouw in het voorwoord meldt er 'al veel eerder had moeten zijn', beschrijft de periode 1 april 1991 tot en met 31 maart 1992. Daarmee volgt het de fi nanciële kalender van de KLM. De auteurs hebben geprobeerd de ont wikkelingen binnen de KLM en de bur gerluchtvaart voor een breed publiek te schetsen. In 26 hoofdstukken komen onderwerpen aan de orde als de Golf oorlog, superjumbo's en supersonisch vliegen, Schiphol, 75 jaar Boeing, KLM Helikopters, 25 jaar Transavia en het niet doorgaan van de samenwerking tussen KLM en British Airways. Het grote aantal onderwerpen is zowel het sterke als het zwakke punt van het bpek. Je komt als lezer inderdaad de belangrijkste ontwikkelingen van het luchtvaartjaar 1991 -'92 in redelijk com pacte hoofdstukken aan de weet, maar dat gaat hier en daar wel ten koste van de diepgang die je juist in een boek wilt aantreffen. Het treffendste voorbeeld is het hoofd stuk over de Golfoorlog. Deze voor de luchtvaart zeer ingrijpende gebeurte nis, die de problemen van veel maat schappijen zeer heeft verergerd en zijn sporen tot diep in het jaar '91 heeft ach tergelaten, wordt afgedaan met slechts drie pagina's. Een echte analyse van de gevolgen voor de maatschappijen, vliegtuigfabrikanten, verzekeraars en passagiers was zeker op z'n plaats ge weest. Weliswaar wordt de Golfoorlog in late re hoofdstukken ook aangehaald, maar ook niet meer dan dat. De ervaringen van de KLM in het Midden-Oosten in de donkere maanden van vorig jaar worden in een apart hoofdstuk beschre ven, maar dat had pakkender en meer in het kader van de oorlog kunnen ge beuren. Het gebrek aan diepgang is ook terug te vinden in de beschrijving van de onder gangvan een aantal grote Amerikaanse maatschappijen. Het hoofdstuk be perkt zich eigenlijk tot het verdwijnen van Pan Am, zonder de enorme proble-j men bij de andere 'carriers' als TWA.j Continental of America West te be schrijven. Het is ook vreemd dat in een Nederlands luchtvaartboek met geen woord wordt gerept over de chaos bij en wederopstanding van Air Holland. Interviews De aardigste hoofdstukken zijn vooral die, waarin de auteurs niet langer al leen beschrijven maar zelf interviews hebben gemaakt. Concreet: het inter view met vertegenwoordigers van Boeing en McDonnell Douglas over su personische verkeersvliegtuigen, het dubbel-interview met de oude en nieu we president-directeur van Schiphol en 'Waarom KLM ook zonder British Air ways verder kan', waar iets meer op de mislukte samenwerking wordt inge- gaan. Je zoekt tevergeefs naar een hoofdstuk s over de McDonnell Douglas MD-11 Op de achterflap en in het voorwoord j wordt de indruk gewekt dat de voorbe j reidingen voor de komst van dit nieuwe vliegtuigtype bij de KLM in decembei j 1993 staan beschreven. Dat wordt du; wachten tot het volgende jaarboek. 'De Wereld van KLM in 1992' is zonde j twijfel een zeer 'blauw' boek geworden en dan niet alleen omdat een strakblau we lucht met een KLM-blauwe Jumbo jet op de grond je op de voorkant tege moet komen. Ook inhoudelijk is er eei j zwaar KLM-stempel op de tekst ge drukt. Hoofdstuk één over de KLM ii 1992 lijkt zo uit het nog te verschijnei jaarverslag te komen. Natuurlijk, het is een KLM-boek, maa persoonlijk vind ik het te veel van he goede dat er in een journalistiek be doelde uitgave reeds in het voorwoon door Pieter Bouw wordt gemeld waar je meer informatie over de onderneming kunt krijgen. Het wekt de indruk dat de heer Bouw bij het schrijven zo nadruk kelijk over de schouders van de auteur heeft meegekeken. Krijg je als lezer wei alle kanten van de zaak objectief be licht? Met een tweetal hoofdstukken zit ik ir mijn maag: dat over prins Bernhard en over Philips. Het vliegjubileum van de prins is natuurlijk het vermelden waard maar hoort dat echt thuis in de werelo van de KLM? En Philips als belangrijke vrachtklant: het riekt naar een adverto rial. Maar over één punt valt niet te twisten het boek is fraai gebonden en goed geil lustreerd. 'De Wereld van KLM in 1992', door Jar Hol, Bart Koster en Hendri Beltman (15(t blz.). Uitgeverij: La Rivière Voorhoeve Prijs: 49,50. Bedevaartgangers voor de Mariakapel in Kevelaer FOTO: PERS UNIE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 26