finale
„Hij moet oppassen dat-ie
geen Billy Graham wordt"
de brinkrriari_shuffle
HMfe'
DE ONSTUITBARE OPKOMST VAN ELCO BRINKMAN
CcidóöGoirtcmt'
ZATERDAG 13 JUNI 1992 PAGINA 25
DEN HAAG Het is maar een
weet. In Londen, tijdens de ver
kiezingscampagne van John Ma
jor en zijn Tories, werd de Brink-
man-shuffle geboren. Brink-
mans' woordvoerder Frits Wes
ter zag daar Tory-voorzitter
Chris Patton, vrij wandelend
over het podium en met een mi
crofoontje op het revers, John
Major aankondigen. Wester
dacht: „Dat is iets voor Elco! Dat
directe, dat losse. Eindelijk geen
standbeeld meer achter een aan
rechtkastje". En Elco dacht:
„Why not?"
Het bleek een gouden greep. Als Brink
man tegenwoordig een CDA-afdeling
bezoekt, dan is de spanning al meteen
te snijden. Oud en jong houdt de adem
in: doet-ie-het of doet-ie-het niet? Zal
Elco de Veelbelovende zich losmaken
van het spreekgestoelte en een langza
me maar vastberaden tred over het po
dium inzetten? Zal hij, zo kuierend met
één hand in de zak en de andere ter
loops gebarend, uit het blote hoofd een
kaleidoskopische visie op Nederland
ontvouwen?
En niet alleen in de CDA-familie heeft
de Brinkman-shuffle een onuitwisbare
indruk achtergelaten. Ook buiten het
Appèl wordt de publieke slentergang
gezien als het klinkende bewijs van
Brinkmans branie. Dat de 44-jarige po
liticus, geboren te Dirksland, op de
streng-calvinistische Zuidhollandse ei
landen, straks de nieuwe Eerste Man
van het CDA wordt, vermoedelijk ook
de nieuwe minister-president van Ne
derland, daar twijfelt vrijwel niemand
meer aan. Wie had dat gedacht van de
man die nog niet zo lang geleden door
I Kees van Kooten geloofwaardig kon
i worden neergezet als een verstarde,
I dwangmatig ratelende Robocop?
Peter Kramer, tot 1989 campagneleider
van de PvdA en publicist op het terrein
van politieke communicatie, neemt er
in elk geval zijn petje voor af. „Ik zal
nooit op het CDA stemmen, maar er is
geen partij in Nederland die zo profes-
'"sioneel communiceert als het CDA",
zegt hij. Kramer inventariseert: „De
eerste keer dat Lubbers Brinkman
noemde als mogelijke opvolger, nu drie
jaar geleden. Ten tweede: de krachtige
optredens van Brinkman op Texel en'in
Buitenpost. Vervolgens de herbevesti
ging door Lubbers vorige maand en de
uitgekookte reactie van Brinkman daar
weer op. En dan die shuffle.Het past
allemaal in een strategie om de opvol
gingskwestie in het CDA zo vlekkeloos
mogelijk te laten verlopen. En het gaat
ook zonder rumoer, zonder tegen
spraak. Er is geen bloedige strijd en
zelfs over de procedure hpor je nie
mand klagen".
Averij
Kan het mooier? Waar andere politie
ke kroonprinsen moesten laveren, wa
ter maakten, averij opliepen of zelfs
roemloos kapseisden, zeilt Brinkman
sg recht op zijn doel af: de wind pal achter,
de ballonfok krachtig opbollend. Er is
een zekere rust over kapitein Brinkman
gekomen: zijn ogen zijn niet meer ge
fixeerd op de einder, de helmstok wordt
niet meer krampachtig in bedwang ge
houden. Het gaat zelfs zo goed, dat de
vraag rijst wat het geheim achter Brink
mans succes is. Is zijn nieuwe image
fake of echt?
THoe beoordelen reclamemakers, im-
j mers gespecialiseerd in de schemerwe
reld van echt en namaak, kapitein
Brinkman? De directeuren van bureaus
met welluidende namen als GGK, Re
sult, BVH en Noordervliet en Winning-
hoff, blijken niet op hun achterhoofd
gevallen. Marcel Bouwmeester (BVH,
Rotterdam) zegt: „Brinkman pakt het
hard aan en dat is hem geraden ook.
Lubbers is zo'n personality, die heeft de
afgelopen twaalf jaar zo'n beetje ieder
een van het podium gespeeld. Dan kun
je niet aarzelend vanachter de coulissen
opkomen. Daarom is die shuffle ook zo
;A| belangrijk. Hij Iaat ermee zien: ik ben
niet bang. Ik stap zó voor het voetlicht".
Minder lovend is Ron Meijer (GGK,
Amsterdam): „Hij heeft een aantal
kunstjes geleerd, dat kun je zo zien. Die
ogen ook, die continu lijken te zoeken:
.zeg ik het wel goed, moet het niet an-
U ders, wat vind ik hiervan? Ik bedoel: het
De oud-campagneleider van de PvdA waarschuwt: „Ik vrees dat we aan deze man nog een harde
dobber zullen krijgen". De reclamemaker stelt vast: „Hij is een saaie bokkepoot, maar hij draagt
wel de belofte van nieuwe tijden in zich". De hoogleraar mokt: „Wat me helemaal ergert is het
gemak waarmee aangenomen wordt dat hij straks de nieuwe premier wordt, alsof dat in de
grondwet staat geschreven!" Over een ding zijn zij het echter eens: de campagne 'Brinkman
vooruit' heeft zijn effect niet gemist. Onstuitbaar stooi^t de 44-jarige jurist-bestuurskundige op
naar het hoogste ambt van Nederland. Of er nog iets mis kan gaan?
lijkt niet van binnenuit te komen, hij
geeft niet het idee dat-ie lekker van bin
nenuit in gesprek is. Die shuffle op dat
podium is mooi, maar ik zou hem het
advies geven: doe vooral gewoon. Want
straks word je te onecht. Dan krijg je
helemaal het gevoel dat er een ander
mens ontwaakt als hij een paar borrel
tjes heeft gedronken".
Markt
Over een ding zijn de meeste reclame
makers het echter wèl eens: als Brink
man een produkt was, zou er zonder
veel moeite een flinke markt voor ge
vonden kunnen worden. Pietro Tra-
montin, creatief directeur van het bu
reau Result: „Brinkman komt nog
steeds wat koel en analytisch over.
Maar wat is daar tegen in deze tijd? De
mensen zijn toe aan nuchtere politiek,
hebben de buik vol van hoogdravende
verhalen".
Marcel Bouwmeester (BVH Rotter
dam): „Niet te zeurderig zijn, dat is een
uitstraling die Brinkman heel goed kan
hebben. Hij zou moeten proberen dui
delijk te maken waar de politiek nu ei
genlijk over gaat. In de politiek is vol
gens mij niet de verpakking, maar de in
houd tegenwoordig bepalend. In Ame
rika verzuchten de mensen: where's the
beef? Als Brinkman die vraag kan be
antwoorden zit hij gebeiteld, ongeacht
de kleur van zijn stropdas of het model
van zijn kapsel".
Hoewel Ron Vorstenbosch (Noorder
vliet en Winninghoff) Brinkman „te ge
likt en te gladjes" zegt te vinden, voegt
hij er onmiddellijk aan toe: „Die man
gaat heel breed. Hij kan de meest uit
eenlopende groepsculturen aanspre-
Prof. Irwin: Maar ik begrijp het wel. Als een politicus zijn act
aanpast, dan valt dat in een land als Nederland onmiddellijk op. Po
litici behoren dat op een of andere manier niet te doen. Terwijl het wel
heel gewoon wordt gevonden als managers mediatrainingen volgen.
Vreemd
ken. Hij heeft nog een jeugdige uitstra
ling, gecombineerd met natuurlijk lei
derschap. Dat is zijn kracht. Als hij er
nu ook nog in slaagt zich te verdiepen,
zichzelf neer te zetten als de nieuwe
staatsman, dan is hij binnen. Je merkt
dat nu al aan zijn toespraken. Die wor
den steeds filosofischer".
Dat Brinkman in zijn redes krachtig
stelling heeft genomen tegen het kabi-*
net, heeft de reclamewereld niet ver
baasd. Het is een begrijpelijke poging
weg te komen achter de schaduw van
grote roerganger Lubbers, meent Ma-
cel Bouwmeester. „Brinkman moest
bewijzen dat hij geen kloon is van Lub
bers, want anders zouden de mensen
zeggen: geef ons Lubbers maar. Wat
een nieuwe leider ook moet doen - en
Brinkman lijkt daarvan doordrongen -
is dat hij de belofte van nieuwe tijden
uitdraagt. Hij is in feite een saaie bok-
I FOTO: STEPHEN EVENHUIS
kepoot, maar slaagt er toch in de men
sen te laten geloven dat er met hem aan
het roer een nieuwe koers wordt geva
ren".
Mis
De campagne 'Brinkman-vooruit' is
blijkbaar zo succesvol dat hij bij Ernst
Bakker, oud-campagneleider van D66,
lichte gevoelens van onbehagen op
roept. In de stem van Bakker, tegen
woordig wethouder cultuur te Amster
dam, klinkt tenminste irritatie door als
hij vaststelt: „Die Brinkman-perfor
mance is echte nep. Hij moet oppassen
dat hij niet de Billy Graham van de Ne
derlandse politiek wordt; dat je ziet dat
het allemaal show is. Wat er nu met
Brinkman in feite gebeurt is dat hij zich
suf profileert. Er gaat geen dag voorbij
of hij doet wel een ferme uitspraak.
Maar wie kan hem nog volgen? Hij zou
beter zijn mond kunnen houden, al dat
zenuwachtige getoeter helpt geen bal.
Maar ik begrijp het wel: het CDA staat
in de peilingen nu op tien zetels verlies.
Dan ga je rare sprongen maken".
Bakker, die de op- en neergang van Jan
Terlouw van nabij meemaakte en te
vens de succesvolle campagne van Hans
van Mierlo leidde, meent dat de invloed
van 'mannetjesmakers' zoals hijzelf niet
overschat moet worden. „Met het advi
seren van politici kun je hooguit wat
scherpe kantjes eraf halen. Als je de
identiteit van de politicus aantast, word,
je onherroepelijk gestraft. Het komt er
eerder op neer dat je een lijsttrekker
behoedt voor zaken die niet bij zijn per
soonlijkheid passen. Legendarisch is
het verhaal van CHU-lijsttrekker
Udink, die in het begin van de jaren ze
ventig plots - vlak voor verkiezingen -
een langharige pruik opzette, om jeug
diger over te komen. Daar liggen som
mige mensen nu nog van in een deuk".
PvdA'er Peter Kramer meent dat de
mannetjesmakerij in Nederland een
„beperkt fenomeen" is. „Dat komt ook
omdat politieke partijen geen televisie
zendtijd kunnen kopen waarin zij zich,
geadviseerd door reclamebureaus, kun
nen uitleven. Bovendien staat het ima
go van een politiek leider al vast voor
dat hij die hoge positie bereikt heeft. Ik
bedoel: we hebben ons toch al lang een
beeld van Brinkman gevormd? In de
VS, waar presidentskandidaten min of
meer uit de blauwe lucht komen vallen,
kan veel meer aan image-building wor
den gedaan".
Het toegenomen prestige van Brink
man is volgens Kramer niet alleen het
gevolg van de zalvingen door Lubbers,
maar vooral ook de verdienste van de
CDA-fractievoorzitter zelf. „De grote
verandering zag je eigenlijk al tijdens
zijn ministerschap van WVC. Ik herin
ner me nog een interview met Vrij Ne
derland dat stijf stond van de wereld
vreemdheid. Maar hij heeft zich de ma
terie toch snel eigen gemaakt. In kunst
kringen wordt zelfs met enige weemoed^
terugverlangd naar de tijd dat Brink
man nog minister was. Ik bedoel
maar.
Tanden afvijlen
Hoe ver kan de mannetjes- cq vrouwt
jesmakerij desalniettemin gaan? Be
kend is dat de Britse oud-premier That
cher haar stem verlaagde teneinde min
der bits over te komen. Neil Kinnock
paste dezelfde truc toe en de Franse
president Mitterrand liet zijn hoektan
den afvijlen omdat hij op de televisie
tijdens het lachen zo'n vampierachtige
indruk maakte. Dat zijn de uiterlijkhe
den die opvallen. Maar wordt er achter
de schermen njet veel harder gesleuteld
aan de presentatie van bekende politi
ci? En is het niet logisch dat de manne
tjes- en vrouwtjesmakers daar zelf rela
tiverend over doen? Een goede kok
geeft immers zijn recepten ook nooit
prijs.
Voor een meer onafhankelijk oordeel
stappen we daarom naar prof. Gary Ir-
Iwin, hoogleraar politicologie in Leiden,
die onder meer onderzoek heeft ge
daan naar de betrouwbaarheid en het
charisma van politici. Omdat hij gebo
ren en getogen Amerikaan is kan hij de
campagne 'Brinkman-vooruit' tevens
door een Amerikaanse bril bekijken.
Wat vindt Irwin eigenlijk van de Brink
man-shuffle?
De professor valt bijna van zijn stoel bij
het aanhoren van deze vraag. „Wat ik
daar van vind?", vraagt hij. „Ik vind het
sop de kool niet waard.-Wat is daar nou
voor bijzonders aan? Zelf loop ik tij
dens mijn colleges ook vrij over het po
dium en daar heeft nog nooit een krant
aandacht aan besteed. Maar ik begrijp
het wel. Als een politicus zijn act aan
past, dan valt dat in een land als Neder
land onmiddellijk op. Politici behoren
dat op een of andere manier niet te
doen. Terwijl het wel heel gewoon
wordt gevonden als managers media
trainingen volgen. Vreemd".
Veel zwaarder tilt Irwin aan de manier
waarop binnen het CDA de opvolgings
kwestie van Lubbers wordt geregeld.
Hij maakt zich zichtbaar kwaad als hij
vertelt: „Alles is erop gericht een strijd
om het lijsttrekkerschap zoveel moge
lijk te vermijden. Dat is natuurlijk een
ramp voor de partijdemocratie, want
straks worden al die CDA-leden ge
woon voor een voldongen feit gesteld.
En wat me helemaal ergert is het ge
mak waarmee men aanneemt dat
Brinkman straks de nieuwe premier
wordt. Schandalig, wat een arrogantie
eigenlijk. Alsof in de grondwet staat ge
schreven dat het CDA altijd en eeuwig
de minister-president levert!"
Milli vanilli
Na dit staatsrechtelijk betoog wil Irwin
ook nog wel iets over de invloed van
mannetjesmakerij zeggen. Die is be
perkt, zo onderschrijft hij het verhaal
van Bakker en Kramer. „Zelfs in de
muziekwereld wordt namaak vroeg of
laat ontmaskerd. Dat heb je gezien bij
Milli Vanilli. Die jongens konden, zo
bleek achteraf, geen noot zingen. In de
politiek kan met mannetjesmakerij he
lemaal weinig worden bereikt. Zelfs in
de VS kun je niet zeggen: we pikken ie
mand van straat, spenderen een paar
miljoen aan de campagne en aan trai
ningen en we hebben een kansrijke pre
sidentskandidaat. Zonder kwaliteiten
en talent schopje het in de politiek niet
ver".
Tot slot terug naar Peter Kramer. Hoe
kijkt hij, PvdA-man in hart en nieren,
eigenlijk aan tegen de opmars van
Brinkman? Kan hem nog een strobreed
in de weg worden gelegd?
Kramer is beslist: „Nee. Het is voor de
PvdA-top misschien verleidelijk om te
denken dat de kiezersgunst automa
tisch zal terugkeren zodra Lubbers is
vertrokken, wie weet naar de EG in
Brussel. Die grote concurrent is dan
immers buiten beeld en zo'n jonge jon
gen als Brinkman zou nooit een goede
verkiezing kunnen maken. Maar ik ben
bang dat we daarmee Brinkman enorm
onderschatten. Aan hem zouden we
nog wel eens een hele harde dobber
kunnen krijgen".