finale Dolende kozakken op zoek naar verloren idealen in nergensland In vogelvlucht met de helikopter naar je werk CeidócSoirtatit ZATERDAG 6 JUNI 1992 PAGINA 27 ROSTOV A/D DON - Er klinkt woest gehinnik. Het geda ver van kletterende hoeven op het asfalt zwelt aan. De menigte op de Grote Tuinstraat, de hoofdstraat van Rostov, stuift in paniek uiteen. In de ogen van de mensen valt ontzag te lezen. „Kozakken!" fluisteren ze eer biedig, zelfs dankbaar. Mannen in bruine uniformen galoppe ren voorbij. Met hun sabel en nagajka, een korte zweep uit gevlochten riemen, hebben ze Rostov bevrijd van de mis daad en omgetoverd in een godvrezend bolwerk van Russisch patriottisme. Van' hier uit zullen zij hun idealen versprei den over de rest van het door commu nisten verziekte land; die idealen zijn een godvruchtig Groot-Rusland met een sterk kozakkenleger, veel akker land voor hun boerderijen en op de troon een tsaar. „Kozakken? Laat me niet lachen", zegt de eerste de beste taxichauffeur in de Zuidrussische miljoenenstad aan de Don. Hij haalt zijn neus op. „Leeglo pers zijn het! Werkschuw tuig! Dronke lappen!" Niet iedereen hier spreekt zo laatdun kend over de ambitieuze redders van het vaderland, maar van ontzag of res pect is zelden sprake. De hierboven be schreven passage is dan ook niet opge tekend uit het dagelijks leven, maar het droombeeld dat naar voren komt uit de verhalen en brieven in de 'Donse Le- gertijdingen', de krant van de Kozak- kenbond. Beschonken In de harde spiegel der kerkelijkheid grijnst Rostov een veel lelijker tronie aan. Odessa in de Oekraïne wordt wel het zusje, Rostov het broertje van een criminele tweeling genoemd. In de met overig Rusland meeverpauperende stad zitten diefstal, inbraken, zakken rollerij en allerlei gewelddelicten enorm in de lift. Uit de Donstad is An- drej Tsjikatilo afkomstig, een 56-jarige maniak, die terecht staat wegens het verminken, verkrachten en vermoor den van ten minste 53 jongens, meisjes en vrouwen. Zijn jongste slachtoffer was acht jaar. De kozakken zelf dragen hun steentje bij aan de twijfelachtige reputatie van hun stad. In beschonken toestand mo gen ze graag een robbertje vechten. Af gelopen week raakten ze slaags met stu denten van de politieschool, die met hun meisjes langs de brede, lommerrij ke lanen in het centrum flaneerden. Op de zelfde avond trok een zeventienjari ge kozak-in-de-dop tijdens schermutse lingen de pin uit een granaat, maar ver gat hem te werpen. Als door een won der raakten geen omstanders gewond, maar voor het joch viel het doek. Op de redactie van de kozakkenkrant zie ik in één oogopslag wat hier niet klopt. Ivan Ponomarjov is 's ochtends om tien uur niet dronken. Hij draagt zijn haar kort en zijn bovenlip is kaal als een naaktslak. En toch is hij kozak. „Jazeker, ik ben kozak. Zo hebben mijn ouders mij opgevoed. Dat uiterlijk ver toon, zoals snorren, uniformen en zwaarden, daar geef ik geen zier meer om. De idealen, dat is toch waar het uit eindelijk om gaat". Trots laat de 67-jarige Ponomarjov de krant zien waarvan hij adjunct-hoofdre Ook zonder tsaar valt er voor ons ge noeg te doen, gelooft Kartasjov. „Wij willen vrijheid, land en orthodoxie. Wij vechten voor de Russische zaak". De strijd voor de Russische zaak heeft in de Roemeenstalige republiek Mol dova al menige kozak het leven gekost. Hier, langs de oevers van de Dnjestr, gaan ze door het vuur voor de Russi sche bevolking, die bang is een verdruk te minderheid te worden na de dreigen de hereniging van het voormalige Bes- sarabië met Roemenië. Ze vechten met wapens die ze hebben veroverd op de vijand. Hun aanwezigheid, plus die van het veertiende leger, heeft president Snegur van Moldova al hardop doen spelen met de gedachte dat zijn repu bliek in oorlog is met Rusland. In feite vormen de gebeurtenissen in Moldova een bewijs voor de normver vaging, voor de totale waanzin die heeft toegeslagen in het ontbonden Sovjet rijk. De Russen aan de Dnjestr hebben zich onafhankelijk verklaard en hun ge bied tot Sovjet-republiek uitgeroepen, de laatste ter wereld. Alleen hier nog wapperen rode vlaggen met hamer en sikkel. Aan Russische zijde strijdt hier generaal Makasjov, een communisti sche ijzervreter en als zodanig een sa tan voor'elke gelovige. De 'zwarte ge neraal' zou heit eerste doelwit moeten vormen vdor elke rechtgeaarde, monar chistische en Russisch-orthodoxe ko zak. In plaats daarvan vechten ze zij aan zij, deze aartsvijanden. Binnen de kozakkenwereld zelf is het ook niet allemaal koek en ei. Weg met Popov, vinden sommigen, omdat de hetman van Rostov als gemeenteraads lid met de plaatselijke autoriteiten zou heulen. Popovs radicale tegenpool is Pjotr Mo- lodidov, een woeste veertiger die het klassieke portret van zijn kaste eer aan doet en niet terugdeinst voor geweld. Onlangs zocht hij met een aantal kor nuiten een plaatselijke redacteur thuis op, omdat de man zich in zijn krant ne gatief pleegt uit te laten over het kozak kendom. Een kritische redactrice van het Rostovs Avondblad kreeg een tele foontje van Molodidov: „Houd je maar liever koest, ik weet waar je woont!". Anno 1992 is het verschijnsel kozak niet meer dan een anachronisme. Het gaat om een hobby van dolende roman tici op zoek naar verloren idealen in nergensland. „Een paard voor een koninkrijk!", roept de koning, op de vlucht. „Een ko ninkrijk voor een paard!", roept dezelf de koning, eenmaal in veiligheid. Voor de kozakken geldt een triestere waar heid: zij hebben paard noch koninkrijk. Hooiberg Een beetje kozak berijdt een ros, maar de enige paarden die op deze zonnige doordeweekse dag het centrum van Rostov onveilig maken zijn twëe boe- renknollen waarop voorbijgangers zich kunnen laten kieken. Knaagt dat niet? „Natuurlijk willen we de oude tradities in ere houden", zegt Joeri Kartasjov. Hij oogt nog geen dertig, maar is toch al hetman, leider van een stanitsa ofwel kozakkendorp. De kozakken zijn trots op hun eeuwenoude jargon. Kartasjov, nuchter: „We begrijpen dat dit het ein de van de twintigste eeuw is, dus stap pen we van het paard over naar de au tomobiel. Wil het kozakkendom niet sterven, dan zullen we met onze tijd mee moeten". Het is een bont gezelschap dat aan de Kirov Prospekt, op de stoep voor het kantoor van de kozakkenkrant, met Kartasjov staat te praten. Vijf stoere binken met snorren in alle soorten en maten dragen bruine of bjauwe unifor men met pre-revolutionaire sterren op de epauletten. Een brede rode band langs de broekspijpen verraadt dat we hier niet met reguliere soldaten van het Russische leger te maken hebben. De kleur van de band verschilt, al naar ge lang het district van herkomst. Een van de mannen draagt een sabel, een ander een nagajka, de karakteristieke korte zweep van gevlochten leren riemen. Vlak voor de revolutie van 1917 waren er bijna 4,5 miljoen kozakken. Hoeveel zijn het er nu? Kozakken hebben bij voorkeur een snor, dragen bruine of blauwe uniformen met pre-revolutionaire sterren op de epauletten, en een sa bel, of een nagajkade karakteristieke korte zweep van gevlochten leren riemen. FOTO. TASS Een gewonde kozak en zijn kameraad in de Dnjestr Republiek, waar Russen vechten tegen Moldaviërs. uiteindelijk als verdedigers van de mo narchie samen met hun geliefde tsaar het onderspit te delven tegen de ge wiekste bolsjewieken. Eind jaren dertig riep de dictator Stalin opnieuw een aantal kozakkenregimen- ten in het leven voor de strijd tegen Hit- Iers Duitsland. De vreugde was van kor te duur, want na de oorlog werden die troepen weer ontbonden. Tienduizen den andere kozakken vochten aan Hit- Iers zijde tegen de gehate communisten en werden door de geallieerden naar de Sovjetunie teruggestuurd. Zij vonden de dood in Stalins goelag. „De genocide tegen de kozakken was ongerechtvaardigd", erkende de Russi sche vice-president Roetskoj vorige week, toen hij op het vliegveld van Ros tov landde. Óp zijn programma stond onder meer een gesprek met de plaat selijke kozakkenleiders. „Mij dunkt dat genocide altijd ongerechtvaardigd is", luidde het sneerende commentaar van nieuwslezer Dorenko in het hoofdjour naal van de Russische staatstelevisie. „Ik ben kozak", zal de Kalmuk zeggen. Óok een Rus binnen deze kaste van boerenstrijders zal nooit zeggen dat hij Rus is. Hij is kozak, net als de Oekraï ner die lid is van de club. Het kozakkendom vormt geen gesloten etnische groep. Wel gelden van ouds her bepaalde regels ter handhaving van een zekere exclusiviteit. Zo mochten de mannen wel met 'allochtone' vrouwen trouwen, maar kozakkenmeisjes hoor den hun partner binnen de groep te zoeken. Met al deze ongeschreven wet ten wordt na de communistische ter reur flink de hand gelicht. Het herstel vraagt om soepelheid. Wie ten minste zestien is en mee wil doen is van harte welkom. Al in de veertiende eeuw verdedigden huurlingen uit de klasse van 'vrije man nen', ofwel kozakken, de grenzen van Rusland en Polen-Litouwen. Voor de vijand vormden zij de eerste hindernis aan de rivier de Dnjepr, Don, Volga, Oeral en Terek. Door de eeuwen heen kregen zij steeds een andere rol, om Een kozak is een boer en een krijger. Van oudsher hanteert deze speciale militaire kaste de ploeg en het zwaard. Eeuwenlang droegen kozakkenvaders de traditie over op hun zo nen, aanvankelijk fier en openlijk, later in het geniep. FOTO: TASS dacteur is. Voor het eerst verscheen het blad 'Donse Legertijdingen' in 1837. Eerder deze eeuw snoerde Lenins par tij in naam van arbeiders en boeren elke vorm van oppositie de mond. Ook de kozakkenkrant moest er aan gelo ven. Sinds vorig jaar mag het blad weer uitkomen, dank zij het bankroet van de communistische ideologie. Ponomarjovs wapen is de pen. Ook op dit punt is hij een buitenbeentje. Een kozak is immers een boer en een krij ger. Van oudsher hanteert deze specia le militaire kaste de ploeg en het zwaard. Eeuwenlang droegen kozak-' kenvaders de traditie over op hun zo nen, aanvankelijk fier en openlijk, later in het geniep. Zo wisten de bescherm- ridders van de Russische orthodoxie en monarchie meer dan zeven decennia van medogenloze communistische ver volging te overleven. „Meer dan een miljoen", weet Kartas jov. Zijn cijfer is tweemaal zo hoog als dat waar de autoriteiten mee komen. Het feit dat een kozak in Rostov een speld in een hooiberg is, kan hij best verklaren. „Je herkent ze gewoon niet, tachtig procent van onze mannen weet geen uniform te bemachtigen". Kartasjov en zijn kornuiten dragen ver stelde legerkleding. Pas sinds kort staat er aan de bovenloop van de Don een particulier bedrijfje dat kozakken-uni formen gaat maken, naar het model van 1916, met alles erop en eraan. Voorlo pig blijft het behelpen, maar de oude Nikolaj, hetman van vijftig uit Kirgizië verjaagde kozakkenfamilies, doet het probleem schouderophalend af: „Een kozak is een kozak, al draagt hij een smoking". Idoor CORINE VAN ZUTHEM RIJSSEN De één kwam on langs in het nieuws met het plan om straaljagers op ware grootte na te bouwen van kunststof; de ander had „altijd al iets met vlie gen". Ze sloegen de handen in een en haalden de voorpagina's met het plan om helikopters aan zakenmensen te gaan verkopen. Achter dit initiatief schuilen de namen van twee Twentse ondernemers, Gerrit Bloemendal en Jan Maathuis. Als het aan hen ligt, kiezen 's lands zakenlieden voortaan het luchtruim. Per helikopter. Want dat bespaart ze heel wat tijd: geen file's, geen stoplichten en geen maxi mum snelheid. En tijd is immers geld. Onwetendheid is er volgens het onder nemende duo debet aan dat nog maar weinig zakenmensen in Nederland zich verplaatsen per helikopter. „In Amerika wordt een helikopter ge bruikt zoals we hier een auto gebrui ken. Daar is het de normaalste zaak van de wereld dat je met je helikopter naar een lunchafspraak gaat of een relatie bezoekt. Maar in Nederland is het een onbekend verschijnsel. Er zijn maar ze ven helikopters in particulier bezit. Za kenlieden weten bijvoorbeeld niet eens hoe ze aan zo'n ding moeten komen", zegt Bloemendal. Die zijn sinds vorige week dus gewoon te koop. Lambo Heli Service is het eerste bedrijf in Neder land dat helikopters aan consumenten gaat verkopen. Op een eerste advertentie kregen ze „een tiental serieuze reacties" binnen. De eerste koper, een bedrijf in Almelo, heeft zich al gemeld. Voor Bloemendal en Maathuis temeer een bevestiging dat ze het spreekwoordelijke gat in de markt hebben ontdekt. Files Bloemendal is de geestelijk vader van het plan. Het werd uit nood geboren, want zelf heeft hij zich als zakenman re gelmatig in de auto zitten verbijten als hij weer eens in de file stond. „Snel heidsbeperking, file's; je hebt op de weg met zoveel factoren te maken waar je zelf geen invloed op kunt uitoefenen. En daar houdt een zakenman niet van". De directeur van Lambo Rijssen - een bedrijf waar allerlei voorwerpen van kunststof gemaakt worden - zag hoe za kenlieden aan de overkant van de At lantische Oceaan zich verplaatsten en verwierf bij de Amerikaanse fabrikant van Enstrom 280 FX-helikopters de im portrechten. „Een leuk modelletje", zegt hij over die Enstrom-helikopter, waarvan hij er meteen een aanschafte. Licht (zo'n 1000 kilo), aërodynamisch en een mooie lijn. Want het oog van Bloemendal wil ook wat, getuige een andere hobby van hem: het verkopen van indrukwekkende sportwagens, zo als Lamborghini's. Het maken van nep- straaljagers (ter opluistering van evene menten, als attractie in een pretpark of simpelweg in de achtertuin van een lief hebber) is weer een ander project. Kortom: Bloemendal is niet voor één gat te vangen. Hetzelfde geldt voor zijn Tubbergse compagnon Jan Maathuis. „Wij beginnen pas, waar anderen op houden". De Tubbergenaar heeft een bedrijfje waar medische apparatuur ontwikkeld wordt. Vliegen had altijd al zijn interes se. Hij begon met motorvliegen. „Maar dat vond ik zo saai. Je vliegt van punt A naar punt B, en dat is het dan". Toen hij een videofilm zag over een helikop ter-bouwpakket, wist hij waar hij in al die jaren naar op zoek was geweest: een technische uitdaging. Omdat hij óók van fraaie auto's houdt, kwam hij op een dag in contact met Bloemendal. De vonk sloeg over. Het gesprek ging al gauw over de gemeenschappelijke inte resse van de twee ondernemers (Bloe mendal: „Ik was bezig met wat hij in z'n kop had") en langzaam begon het plan vorm te krijgen om samen hèfschroef- vliegtuigen te gaan verkopen. Bouwpakket Het duo verkoopt twee merken. De En strom 280 FX (715.000 gulden, maxi mum snelheid 225 kilometer per uur) en de Exec, een toestel dat alleen in een bouwpakket wordt geleverd, of, zoals Maathuis zegt, een ongeassembleerde helikopter (kosten: zo'n twee ton). „Dat lijkt misschien veel. Maar aan de andere kant kun je ook zeggen dat als je als zakenman over een helikopter be schikt, het niet meer voorkomt dat je vanwege tijdgebrek een transactie van een paar miljoen misloopt. Zo'n heli kopter verdient zichzelf dus min of meer terug". Bloemendal heeft twee mensen in de Verenigde Staten laten opleiden voor het bouwen en onderhouden van de toestellen volgens de normen van de rijksluchtvaartdienst. Daarnaast heeft hij bij de luchtmacht in Deelen een in structeur bereid gevonden om straks de zakenlieden te gaan opleiden. Voor een helikopterlanding waar ook in Nederland moet de burgemeester van de betreffende gemeente eerst toe stemming geven. Is dat niet veel te om slachtig voor zakenlieden in tijdnood? Bloemendal: „Vroeger moest je drie weken van tevoren toestemming voor een landing vragen. Tegenwoordig kan het tot tien minuten van tevoren. Je belt even met het geméënfëfrüivdesnoods vanuiLde jucht,. met de mededeling dat je ergens wilt landen. Of je stuurt een fax. Toestemming kun je ook achteraf krij gen, als je begrijpt wat ik bedoel. Al moet—je dat natuurlijk niet te vaak doen". Hij verwacht bovendien dat de regelgeving met betrekking tot het lan den in de toekomst verder versoepeld wordt, alleen al in het kader van de Eu ropese eenwording. Niets lijkt een goed bij kas zittende za kenman of zakenvrouw nog in de weg te zitten om een helikopter aan te schaf fen. Blijft één ding over: het brevet. Daar moet volgens Bloemendal „niet te licht" over gedacht worden. „Dat haal je niet zo een-twee-drie. Kijk, een vlieg tuig draagt zichzelf min of meer door de vleugels, maar bij een helikopter moet je erg veel corrigeren. Het is moeilijker dan menigeen denkt". Bloe mendal kan het weten. Nog een paar vlieguren, en dan heeft hij eindelijk z'n papiertje op zak.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 27